October 1910. No. 8778. [60e Jaargang. FIRMA A H VAN CLEEFF AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post f 1.45. Advertentiën 1—6 regels 00 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigeninga- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gobracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. i Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseer kosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT9 KENNISGEY/INGEN. Inlijving van lotelingeu bij BEREDEN KORPSEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT noodigt de in de Gemeente voor de militie inge schreven lotelingeu, die, in geval van inlijving ter volledige oefening, vi or inleving b(j ten bereden korps in aanmerking wenechen te komen, uit, zich vóór 80 November a.s. bjj bem aan te melden of te doen opgeven. Herinnerd word! dat voor indeeling bjj een der bereden korpsen in de eerste plaata in aanmerking komen de lote- Itngen, die zich daartoe heiben aangemeld of doen opgeven en fe(j een daartoe vóór de indeeling in te si ellen geneeskundig onderzoek voor inlijving bij die korpsen geschikt zijn bevonden dal het aanmelden of bet doen opgeven kan ge schieden zoowel door de lotelingen van de lichting van het loopend jaar, d'e nog moeien worden in gelijfd, ala door de lotelingen van de lichting van het volgend jaar; dat wordt vereischt: voor de bereden artillerie een lichaamslengte van ten minste 1.62 M.voor de cavalerie van ten niioste 1.65 M. met een lichaamsgewicht van len hoogste 75 K,G. dat de lotelingen, bestemd voor indeeling bij een bereden korps, met uitzondering van de weinigen hunner, voor wie de eerste-oefening iti Maart aan vangt, eerst in het laatst van September voor eerste- oefening in werkelijken dienst worden gesteld en dat in verband daarmede de lotelingen der lichtiug van het loopend jaar, die allen in Maart a.s. moeten worden ingelijfd, als regel met verlof zullen worden gezonden tot omstreeks einde Sep tember d.a.v. dat, in vergelijking met de miliciens der onbere den korpseD, de ingelijfdeu bij de bereden korpsen de navermelde voordeden genieten lo. eene boogere soldij van 5 cents per dag; 2g. bjj verleende vargunning oiu na den eersten d;. nst krachlens art. 112 der Militiewet 1901 onder de wapenen te blijven of te komen, zonder zich als vrijwilliger te verbinden, een premie van vijftien gulden (f 15.voor elke drie maunden aldus on der de wapenen doorgebracht, gedurende welk ver blijf onder de wapenen de soldij bovendien met 7 cents per dag wordt verhoogd 3o. minder herhalingsoefeningen 4o. geen landweerdienst; dat het aanmelden of doen opgeven kan geschie den mondeling of schriftelijk bij verzoekschrift, dat niet op gezegeld papier behoeft te zijn gesteld, waarbij door den loteling opgave behoort te worden gedaan van a. naam en voornamen b. lotingsnummer c. beroep; d. de Gemeente waar hij woont,, mrt aanduiding van onderdeel der Gemeente, wijk, straat of gracht en huisnummer. e. wapen,- korps of korpsen, waarbij bij bij voorkeur wensobt te worden ingedeeld en c. q.gewenschte garnizoensplaats (het verdient aanbeveling meer dan Óen korps op te geven); f. of hij zich ook voor den dienst bij de zeemilitie heeft aangemeld of doen opgeven d it hij tevens zal kunnen opgeven of bij zou wen- Bchen de eerste-oefening aan te vangen in Maart hetgeen slechts bij uitzondering zal kunnen wor- den toegestaau dan wel in September van het volgeDtl jaar, met welken wensch zooveel mogelijk rekening zal worden gehoudendoch dat bij, die zich voor een bereden korps heel» opgegeven en na geschikt bevinding daarvoor is aangewezen, zich niet zal kunnen terugtrekken indien hij mocht worden bestemd voor ii dienststelling op een ander tijdstip dan waarvoor hij zich heelt opgegeven dat vóór 25 Januari van het volgend jaar een ge neeskundig onderzoek zal worden ingesteld uaar de geschiktheid voor inlijving bij een bereden korps dat aan den loteling die voor bet oudergaan var zoodanig onderzoek in aanmerking komt, dag. uu: en plaats van het onderzoek door den l'rovincialc- Adjudarit nader zullen worden bekend gemaakt; dat het onderzoek in eene garnizoensplaats zal worden gehouden, en dat de loteling, die binuen bet Rijk buiten eene garnizoensplaats woont, tot het ondergaan van het onderzoek en voor de terugreis naar de woonplaats kosteloos zal worden vervoerd voor zoover er reisgelegenheid per spoor, tram f stoomboot l»staat en de afsiand lusschen de Ge meente van inwoning en de Gemeente waar bet onderzoek zal worden gehouden meer dan 5 K.M. (een klein uur gaans) bedraagt; dat de h teling, die voor het onderzoek de Gemeente van inwoning mort verlaten,onmiddellijk na a.' van het onderzoek een gulden ontvangt als vergoe- voor verblijfkosten dat in den loop van Fi bruari van het volgendj aan den loteling, die zich voor deD dienst bij i bereden korps heeft opgegeven, door den Minister van Oorlog zal worden bekend gemaakt of bij al dan nitt daarbij zal worden ingelijfd en, in bet be vestigend geval, bij welk korps eu tegen wanneer zijue inlijving zal plants vinden. Amersfooit, 1 October 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Schietoefeningen. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, vol gens het schryven van den Curomissaris dar Koningin in de Provincie Utrecht, d.d, 10 October 1910, 4s afdealing, no. 5506/3701, de navolgende echietoete» ningen zuilen plaats hebben: Op 12 en ioo noodig ook op 13 October 1910 in het fort Pampus. Er zal gevuuid worden met kanonnen vafi licl t kaliber (6 c.M.) wairby onvei lig wordt gemis kt een sector, begrensd door da ware richtingen O.N.O. door Oost tot Z. O. t. Z. (78") tot op 4500 M. van het foit. Op 19 en zoo noodig ook op 20 October a. s. zul len gelijksoortige oefeningen worden gehouden, •aarbij de zelfde srctor onveilig wordt gemaakt. Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van het fort Pampus etne roode vlag waaien, die drie uur vóór het begin der otfening halfstok eu een uur vóór de oefening geheel voorgehesehen wordt. Bo vendien zullen te gelijkertijd en op de zelfde wijze roode vlaggen waaien van de batterijen Diemerdam en Durgerdam, do Westbuttery r abij Muiden en den kerktoren te Muiderbcrg. Op 18 en zoo noodig ook op 19 October a. s. 'van het fort Hoek van Holland. Er zal gevuurd worden met kanonnen van licht kaliter (6 c.M.), waarbij onveilig wordt gemaakt ren driehoek, gevormd door het foit, eene roode vlag benoordou eu eene bezuiden het zeegat tot op 3100 M. van het fort. Op den dag, waarop gevuurd wordt, zal van het fort eene roode vlag waaien, die drie uur vóór het begin der oefening halfstok en éen uur vóór de oefei ing geheel voorgehesehen wordt. Ame'.sfoort, 11 October 1910. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Ozaze UITGEBLOEID. De winter nadert Zie, de bladeren der boomen sterven af en dwarrelen ora ons heen, als open briefjes van den dood. De geuren zijn weg en de kleuren verschieten. De akkers zijn op enkele na kaal geworden. Der vogelen lied is verstomd. De daglengte mindert. De luchti u worden donkerder steeds. Het gras verdort. De bloem valt af. Daar is iets weemoedigs in dat ver- dwijuen van al deze dingen om ons heen. In dat weggaan van die bladeren, die met honderdduizenden op berken en_ abeelen in het. gelid stonden, als „ge- luwgroeue legerscharen" en die nu af vallen, een voor een, en langzaam maar zeker de takken doen kaal worden, 't Is 't leven, dat den bosch verlaat en met zijn trogo vlerke vol wieroobs, naar den hemel gaat en stijgt, als in een kerke. In dat weggaan van die geuren, die als balsemden de lucht, welke wij in ademden en tot ons kwamen schier vau elke bloem, schier van elke bloeiend»1 boom of struik. Ge herinnert, u nog wel, hoe heerlijk in het voorjaar de hagendoorn rook, waarvan Gezelle zong Reuke uw lieve leden laten, sneeuwwit als ge bloeit en blinkt. In dat weggaan van die kleuren, waarin wij ons verlustigden en van die mooie vormen, die, voor wié oogeu heeft om te zien, zooals de U zooeven genoemde beminnaar eu verheerlijkei- van de natuur de dingen zag, zelfs de distelbloeme tot een wonder van pracht maakt. Aanschouwt, op eiken staf, hoe lief elk distelhoofd zijn blommen hief, geheel of half maar open. In dat weggaan van de veldgewassen op onze, nu bijna ontbloote akkers, waarop toen 't zomer was, de wind speelde, die, als hij door 't groen voer, net doeu kon of hij ons iets toefluisteren wilde, iets, dat aan goedheid en zegen ons denken deed. Als ge naar het kooren luistert, dat nu op- en nederguat, daar een' zwepe wind in snuistert-, dat de lievo zonne baadt neen, 't en kan geen snare talen, die zoo zoet te hooren is als 't gerep der roggestralen, als 't geroer van 't kooren is. In dat weggaan van die vogels, klein en groot, die met jubelliederen eiken nieuwen ochtend begroeten. Zoo ge wakker wordt, ze slaan reeds hun liefste Jeisen aan. En nu? Geen tortelduifsche talen tcér, nocb nachtegaal, noch merelaan 't gekwikkak van den kwakkel meer en hoore ik noch de vinken slaan. In dat weggaan van dat licht, dat alle3 ora ons heen zoo bigde maakte, terwijl het nu gaat duister worden, altijd voort, en donker overal. In dat weggaan van dat blauw des hemels, dat nu voor langen tjjd aan ons oog onttrokken wordt. Een kleine tijd nog en Gegrauwdockt is de grond der kimme en allenthenen vol damp en duisternis de boomen, half verdwenen, half zichtbaar, bebbeo, daar ze stille staan en stom, van wolkenweefsel elk een grauwen tabbaard om. Een korte poos nog en De wereld mist den troost dier zotte zonnestralen, die alles leven doen, daar zij ooit nederdalen die 't schoons schoon en 't goede goed doen zijn die God verbeelden in Gods beeld, den zonneschijn. Een kleine tijd nog, en 't Regent, 't regent rechte neérwaarfl heel den daggeen zonne en zie 'k, noch beneveld noch aan 't spert elen door de wolken, 't Jaar is ziek: 't sukkelt, op zijn laatste voeten stulpende, cn zal 6terven moeten eer veel tijd zijn 't. oud jaar wij weerom kwijt. In dat weggaan van het groen in het gras, van die hoopvolle kleur, die, wen wij nederblikten, het oog deed op waarts zien, naar 't grondeloos blauw der sferen eu ons den dichter nazeg gen deed; O grondig groene zee, 'k ben visschende op de baren van uwe oneindigheid van groen, en mijn gewin daarin verheugt mijn arrem herte; om 't gene ik late varen, om 't gene ik vangen knn, en God gebenedijd mij zjjtl In dat weggaan van die bloemen, waarvan er duizenden hebben gebloeid in weide en park en waarvan men nu zelfs hun standplaats vau eertjjds niet mer aanwijzen kan. Ach, blorake, vlucht den schoot wedr in, die schaars u kwam te baren te schoon en te lieftallig is 't getintel vun uw blaren. Zoo plooit de stroom der verganke lijkheid zjjn vale golven over alle liefs en goeds, dat lente m zomer ons brach ten en de toon, dien 't geruisch dezer golven hooren doet, zette ik als opschrift loven mijn herfstartikelUitgebloeid. Afgrijslijkheid. Het winterspook zit overal te wachten 'k gevoel 't, alwaar ik henen wille, of zoeke zijn gegaap te ontsnappen 't komt mij tegen, tot in huis. Droevig stemt de herfst en toch schoon is hg, met zijn gulden gloed. Schilderschoon, zoo zyn de verven van de blaren, die, aan 't sterven, 's najaars, op de boomen staan, schouwt de lieve zonne ze aan. Is daarom al uw loof zoo lief getooid 7 Zijn al uw blaren veranderd in een bruiloftskleed, om eindelijk heen te varen te ruste? Btervend najaarsblad, Octoberboomen, leert mij dat! En schoon is toch ook de winter niet in de steden, maar buiten. Daar is het altijd heerlijk, in welk kleed de natuur zich ook hult. Is 't niet schoon, die zwijgende sneeuw in dikke vlokken te zien neerdalen, die velden en boomen dekken met het reinste gewaad Is 't niet verkwikkend, te wandelen op den bard bevroren bodem onder met ijzel beladen boomen, of met stalen vleugelen over het ijs te zwieren En dan te wachten, als om een hoekje te bespieden, met hoop in |t hart, de komst van de lieve lente, als de veel belovende groene blaadjes de kopjes nieuwsgierig de wereld insteken, frisch en rein, jonge levens, die slechts schuw zich wagen in de woelige wereld. De winter nadert, en al is er droef heid in het hart bij 't scheiden van wat ons lief en dierbaar was, toch willen wjj ziju komst met vreugde verbeiden. Want al zjjn ledig de velden en dor de boomen, in de welverwarmde nestjes, waarin wjj ons terugtrekken, arbeideu wjj weer, bg lange avonden, aan de ontwikkeliug va i ons geestesleven en in de groote ver gaderzalen gaan wij weer genieten van wat wetenschap of kunst, heerlijks en schoons ons brengen gaat. En al is de bloem verwelkt en het gras verdord, onze taak is gebleven en daar aan arbeiden wij weer met noesten vljjt in de komende dagen, zonder een enkel uur iu ijdel klagen te verspillen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1