Stadsnieuws. schuldenaar op achromelijke wijze benadeeld werd. Wat zou men er in Engeland van zeggen, indien men daar eens een wet voorstelde, waarbij de heele Eng"lsche Staatsschuld in dezer voege voranderd werd, dat voor iederen sovereign (7.9SS05 Gram vrij aan te munten goud van '22 karaat) dien men te vorderen bad, zouden worden uitbetaald 10 zilverstukken, samen waard bijv. 2/3 van die 7.9S8 Gram goud. En als de Engelsche wetgever tevens vaststelde, dat ook alle andere schuldenaars kouden volstaan met voor iederen sovereign, dien zij schuldig waren, 10 zulke zilverstukken neer te tellen Er zou een kreet van verontwaardiging opgaan, die het .heele eiland zou doen schuddenen terecht. Toch deed men bij ons precies het zeilde maar en daarom schudde er bij ons niets iu tegenovergestelde richting. Bij ons waren niet de schuldeischers, maar de schuldenaars de dupe. Onze Staatsschuld is van 1000(?) millioen maal 9.45 Gram fijn zilver geworden 100 millioen maal 6.01S Gram fijn goud, die al dadelijk, bij de voorloopige vast stelling, aanmerkelijk meer waarde hadden dan het werkelijk verschuldigde zilver, en die, het kon niet anders, dat zilver nog veel meer in waarde moesten gaan overtreffen. Bij de defini tieve vastlegging van het onrecht, door de Munt wet 1901, werd onze Staatsschuld dan ook het dubbele van hetgeen zij rechtens was. En ook iedere andere schuldenaar, wiens schuld dag- teekent van vóór onze nieuwe muntwetten, betaalt het dubbele van hetgeen hij werkelijk schuldig is. Hoe konden bij onze muntwetten var. 1873 en daarna, hoe konden vooral bij onze definitieve Muntwet in 1901 onze Volksvertegenwoordigers, onze Persmannen, onze pastoors en predikanten rustig zoo veel onrecht aanzien? Ik noem de geestelijken van beide gezindten erbij, omdat dezen tegenover den heelen boerenstand vaak als leiders optraden bij verkiezingen als anderzins, als zijude mannen van grootere kennis en het volle vertrouwd genietende van dien stand, maar die daarom ook de indirecte verplichting moesten gevoeld hebben, bun getrouwen te wijzen op den roof, die hen dreigde. Ju, maar onze Volksvertegenwoordigers, predi kanten en pastoors, en wij, journalisten, waren in ieder geval niet op de hoogte, wierp X mij tegen. Wie in meerdere of mindere mate een leidende positie heeft, behoort niet willens en wetens onkundig te blijven van groote volksbe langen. Heeft pater Hendrichs in „Goed geld" niet op eenvoudige, duidelijke wijze in 1896 de zaak uiteengezet? Heb ik niet, in mijn boek „Gewone dwaalbegrippen op Muntgebied en hunne gevolgen voor de volkswelvaart, uiteen gezet ookvoor niet-vnkkundigen", metalle kracht geprotesteerd t-gen de dreigende vastlegging van het ooreebt, werkelijkheid geworden door de beruchte Muntwet 1901? Heb ik niet. bij de indiening van die wet, twee Open brieven aan de leden van onze Staten-Gener tal gericht, onder toezending, uit Batavia, van een exemplaar aan ieder lid, in welke Brieven ik de zaak opnieuw verklaarde en we s op het cynische onrecht, dat gepleegd ging worden Minister Pierson trok er zich niets van aan, en slechts ongeveer een dozijn leden van de Tweede Kamer ver klaarde zich voor een amendement op art. 3, al. 2, dat door mii was aangewezen als het hart van de quaestie. Hiervoor had de considerans van het wetsont werp echter iets anders, iets onbeduidends ge noemd. De wijze waarop Pierson zijn wetsont werp verdedigde, blijft interressant, 'k zou haast zeggen „classical bv its nonsense". Pierson was er zich ten voile "van bewust, dat hij zeggen kon wat hij wilde; men had er uu eenmaal geen verstand van. Men zie hieromtrent mijn boekje„Ons Koloniaal beleid in de naaste to-komst; wat verwacht Indië van het Chris telijk Ministerie 1902. Én waarom onze groote financieele en, in ge- dachtelooze navolgiDg van deze, ook de andere groote bladen zich niet verzet hebben De geld aristocratie is groot, machtig, wys en goed. Wat die wil, dat willen zij ook. „My country, right or wrong, my country!" zeggen de echte Jingo- Engelschen. Of mijn vaderland geiijk heelt dan wel ongelijk, het doet er niet toe; ik ben voor mijn vaderland. Of de hooge geldadel gelijk heeft of ongelijk, het doet er niet toe; wij die nen zijn partij. Sterke staaltjes hiervan zou ik kunnen aanhalen uit ons land, doc-h ik mag niet te uitvoerig worden en daarbij 't is niet mijn doel, bitterheid te wekken. Ik schreef in „De Standaard" van 17 Septem ber 1.1. over het Ontwerp-Muntwet voor Ned.- Indië Heeft onze Pers het rech'., de wet pijnloos in het leven te zwijgen Ter wille van het recht en van het belang vao Indië stel ik be langstellenden voor, die rechtstreeks of indi rect (journalisten e.a invloed kunnen oefenen op de aanstaande behandeling van bet ontwerp N.-I. Muntwet om op éen of meer avonden een bespreking te houden, een voordracht, waarna vragen, op- en aanmerkingen en bestrijding toe gelaten en gewenscht zijn. Wie prijs stelt op zulk een bespreking, zende een briefkaart aan ondergeteekende, dan zal, bij genoegzame be langstelling, nader kennis gegeven worden waar en wanneer die bespreking zal gohcuden worden. Beleefd verzoek aan de andere groote dagbladen van Amsterdam, dit over te nemen't ia abso luut geeD partijzaak". Voor zooverre ik weet, nam geen groot blad in Amsterdam het stukje over; onze journalisten hebben geen voorlichting of gedachtenwisseling omtrent de munt-wetgeving noodig, 6ok niet, waar die kosteloos te k-ijgen ia; my country right or wrong, my countryDat is voldoende. Wil men landbouw en industrie, hier en in Indië, helpen, dan geschiede dit, liever dan door protectie, door terugkeer, zonder schokken, tot den ziiveren standaard of tot den dubbelen standaard zonder vaste waardeverhouding, zoo als door mij is uiteengezet in „Gewone dwaal begrippon op muntgebied" en tlderB, het laatst (voor Indië) in „Een ontwerp-N.-I. Muntwet". Om daartoe to komen, moet het juridische stand punt, waarvoor ik altijd, maar te vergeefs, ge streden heb, op den voorgrond treden. Bij den grooten strijd over de muntregeling in Argentinië werd het rechtsbeginsel, tot verwondering en ergernis van de partij der groote huitenlandsche geldinstituten, steeds vooropgezet. Dan moeten wij ons weten te verheffen boven legenden en v a 1 s c h e leuzen. Slechts op éen valsche stelling, elders door my uitvoerig behandeld („Gewone dwaalbugrip- pen"), wil ik hier nog even wijzen De aanmauk van valsch zilvergeld van precies het zelfde ge halte als ons echt zilvergeld, waarop onze tegen woordige muntregeling zoo'n groote premie stelt (meer dan 100 pCt. zuivere wiust) gebeurt niet of anders toch m zeer beperkte mate. Die gerustellcnde leuze kan ons verrassingen brengen I Het zal absoluut niet te verwonderen zijn, wel het tegendeel, als te gelegener of liever te ongelegener, tijd blijkt, dat de Ne lerlandscbe Staat voor miliioenen en millioenen bedrogen is. Valsch geld maken van eohto specie is niet moeilijk, geeft enorme winsten, ie, bij prima werk, niet te constaleeren, is misschien wel, misschien n.et strafbaar (dit schijnt niet vast te staan), is misschien ook niet in China of Zuid-Amerika bij de wet verboden. Doch hierover zou een heel artikel noodig zijn.*) Ik geef dit weinige alleen om den lezer aan te toonen, hoe noodig het is, dat het ont wikkelde publiek zich eindelijk eens iets gaat aantr kken van een tot dusverre zoo geheel verwaarloosd en toch zoo allerbelangrijkst vraag stuk. Er zit iets pynlijks in, to zien hoe een Mi nister, hoog geacht bij partijgenoten èn tegen standers, zich er toe leent om een zóo slechte, schandelijke wet als onze Muntwet 1901 nu een maal is, definitief geldig te gaan maken voor het groote schoone Rijk over den Oceaan, waaraan wij zooveel verplichtingen hebben en dat iets beters verdiende dan hit blijvend de kans te onthouden om eens tot grooten bloei te komen. Is de intelleotueele vader van het goudstelsel voor Indië, rar. N. P. van den Berg, misschien ook de intelleotueele vader van het aanhangige wetsontwerp, door zijn artikel in „De Economist", jrg. 1908, blz. *285, mtt de valsche leuze, dat eenheid van munt tusschen moederland en koloniën noodig is Is inr. N. P. van den Berg nog niet tevreden met het economische onheil, dat hij, 25 jaren geleden, over Indië heeft ge bracht Moet ook voor de toekomst in deze richting gezorgd worden Zelfs Pierson heeft voor Indië den gouden muntvoet niet gewenscht, heeft later, in 1901, ook niet de vasttelling daarvan voor Indië willen doen gelden. Moet dit nu tóch gebeuren M. J. WIESSING. Amsterdam, October 1910. Dat ik, op verlangen, bereid ben te leveren aan eeu of ander groot blad, onverschillig of bet tot de kerkelijke dan wel tot de v ijzinnige richliug behoort. Schrijver dezes rekent zich tot geen der politieke partijen. In een adverteutie in dit nummer wordt, juist met het begin van den komenden zomer, te huur aangeboden de bad-inriuhting. Erger nog is, dat de eigenaar zich bereid verklaart, het gebouw voor andere doeleinden in te richten. Zou daaraan nu niets te doen wezen Want zoolang de igeu waterleiding niet in exploitatie is, kan Amersfoort niet builen een zóo goede badinrichting als nu dreigt te worden opgeheven. Het bor.-itbeelu van Johan van Oldenbtr- neveldt, dat thans te Brussel is om in brons te worden gegoten, zul vermoedelijk in De cember gereed zijn. üt 't ook in den winter wordt onthuld op ht t tocb nogal luchtige Stationsplein De tieni'ittenbockj-s der N. C. S. zjjn thai.s ook geldig op het traject Atnersfoorl-Nun- speet. De heer H. Wiegman, thans kommies le klasse van 's Rijks-directe belastingen, mocht heden onder groote belangstelling den dag herdenken waarop hij '25 jaar geleden iu 's lands dienst t"ad. De voorman-rangeerder T. Broekman hoopt 16 dezer den dag te herdenken waarop hij '25 jiur in betrekking is bij de H. IJ. S. M. De heeer H. E. Ëlbertsen is benoemd tot assistent te Gcndringende heer H. A. J. Lunter tot assistent te Hamers veld. Kolonel P. S. H. Wolterbeek is gekozen tot Voorzitter der Commissie van toezicht op het Liger onderwijs. Mr, P. L. Baudet is teuuemd tot lid der vas'e keuriugs-commissie voor rozen te Am bt rdam. De keuringen zullen worden gehouden iederen twe« den Dinsdag dor maanden Maart tot November. Het 16-jirig dochtertje van een stadgenoot moest vorige week een kleine chirurgische operatie ondergaan de huisdokter vond het 't best, dat een sped dist te Amsterdam die zou verrichten en zoo toog hij met zijn rneiske naar de Hoofdstad de chirurg verrichtte de kunstbewerking en daar vader tóch verlof en als spoorweg-ambtenaar vrij r-izen had, zou del' amili» te O verveen woi den bezocht. Te Haarlem werd de a insbntwg gemist en vader besloot, in de wachtkamer te wachten. Het meiske haalde een boek voor den dag en ging daarin wat zitten bladeren tot opeens, nadat, o! snoodheid, haar vader oen paar taartjes voor haar had gekocht, een juffrouw haar een bedrukte kaart op het beek leguo en tegelijk verdween. Nog eer de vader den inhoud der kaait had gelezen, zeide hij„Maakt u maar niet ongerust; ik ben haar vader". Daar kwam het Ireintje voor O verveen, doch vader en dochter mochten niet instappen. Twee agenten kwamen aan weerszijden van hom en twee, eveneens in uniform, aan weers zijden van zijn dochter st lan en onder geleide van een rechercheur ging bet nu naar het Commissariaat van politie, op klaarlichten dag on de halve stad door, ofschoon de heer M. aanstonds zijn reisbiljet en eenige andere legitimatie-papieren toonde. An h ff ommissiriaat gekomen, kon de heer M. die vroeger te Haarlem als ambtenaar woonde verschillende personen noemen, die alle» weiden ontboden en ver klaarden, dat hij werkelijk in gezelschap wus van zijn dochter. Na ruim een uur mocht hij lerugkeeren naar het station. Van eenige verontschuldiging, geen sprake. 't Was inmiddels to laat geworden voor eeu bezoek aan de familie te Overveen en dus besloot vader een kennis te Amsterdam te bezoeken. De teiugreis van Haarlem naar Amsterdam geschiedde zonder sloornis; doch toen vader en dochter het station te Amsterdam wilden verlaten, stonden ook daar rechercheurs en ook daar werd een gang gemaakt naar een der politie-bureaux. Een tejephonisch gesprek met de politie te Haarlem muakle tenslotte een eind aan het min-aangename avontuur. Toen ook bleek, dat de juffrouw van het stalionswerk te Haarlem alle stations aan de lijn had gealarmeerd en dat overal politie gereed stoud om deu boosdoener op te vangen. Stalionswerk is een zeer lofwaardige zaak doch het lijdt geen twijfel, dat het met grooter tact dient uitgevoerd, zal het de sympathie behouden, die het zoozeer verdient. Het spreekt vanzelf, dat de heer M. het er niet by laat. Luitenant H. A. Luppes, van het 5e regi ment infanterie overgegaan naar het Oost- Iudisch leger, en de bij dat leger nieuwbe noemde officier van gezondheid dr. O. Siaud Dhai zullen 19 November per »Tabanan" naar Oosl-Jndië vertrekken. Den '26 November gaat luitenant-kwartier- meesier H. Jonker daarheen. De militaire-hulpapoihfker E. Jonker wordt 1 December overgeplaatst van het hospitaal te Utrecht naar dat te 's-Gruvenhage. Generaal-majoor A. Hoog-boom, inspecteur van het militair onderwijs, bezocht gister den cursus bij het 5a regiment infanterie. Met een stam-kapilaal van f750 is opge richt e.sn Militair tubercnlose-lonrls, «lat wordt beheerd door drie officieren en drie onderofficieren van het 11e regiment infan terie en bestemd is om eervol uit den mili tairen dienst ontslagen, vrijwillig gediend hebbende onderofficieren en minderen van de landmacht, die geen of een zeer klein Staats-ponsioeu genieten en wier ouders of naaste betrekkingen onvermogend of onge negen zijn om de kosten van verpleging in het sanatorium „Oranje-Nassau-onrd" geheel of gedeeltelijk te dragen, geldelijk te steunen, indien zij vt i langen, iu dat sanatorium te worden opgenomen. Inlichtingen geeft kapitein Th. J. Halle- graeff, te Ede. De plaatselijke ahleelmg van den Kon. Ned. bond van oud-onderofficieren hi- ld Dinsdagavond onder presidium van haar uieuwen Voorzitter, den heer A. Hassing, een goed bezochte vergadering. Besloten werd, 19 November e- n propa- ganda-avond te houden met dames en geïn troduceerde!). Als commissie-leden voor het St-Nicolaus- fee t der kinderen van leden en donateurs verklaarden zich bereid op te treden de heeren R. Meyer, E. Lahaye en G. vati Doorn de heer H. l\ Valkenburg en zijn dochter zullen het muzikale gedeelte verzorgen. De lieer D. van Buuren, Voorzitter der schietvereeniging „Wilhelmina", schetste den at beid van deze onder-fdoeliug, die zoowel moreel als financieel zeer veel voor «le af deeling doet en deed uitkomen, dat zonder deze onderafdeeling er niet zooveel dona teurs zouden zijn als thans het geval is. De heer Valkenburg spoorde de leden aan, de afdeeling door een meer juist vereoni- gingsleven en rneer altruïsme beter to doen beantwoorden aan haar doelhet verleeuen, van kameraadschappelijke» steun. Door bijzondere omstandigheden moet het verslag van het concert, gisteravond in „Amicitia" gegeven en dat goed werd bezocht, blyven liggen tot het volgende nummer. Pastoor B. Wijker, van do Oud-Katholieke gemeente hier, heeft iu eer. verg ««lering van het Oud-Katholiek Ondersteuningsfonds, te U recht gehouden, verteld- van do reis, welke hij met prof. F. Keuninck maakte naar Polen en bun tegenbezoek aan de Mariavieten. Als bijzonderheid mag wet aangestipt, dat mgr. dr .1. J. van Thiol, thans bisschop van Haarlem, de gastheeren tot verbazing van zijn landgenooteu toesprak in vloeiend Poolsch. De plaatselijke afdeeling van het «Kruis- verhond", hot R. K. matigheids-genootschap, vergaderde gisteravond, in hoofdzaak om te bespreken den beschrijvingsbrief der verga dering van den Hoefdraad, welke 29 Novem ber te Zutfen wordt gehouden en zal worden bijgewoond door den heer P. J. Th. Dieges als vertegenwoordiger der afdeeling Amersfoort. (lók werd behandeld de beschrijvingsbrief voor do liallj larlijksche bijeenkomst «Ier propaganda-commisslö »St. Martinus", welke aanstaanden Zondagmiddag kwart na eenen hier wordt gehouden. Voor de periodieke Bestuursverkiezing werden aanbevolen do heeren P. J. Th. Die ges, Amersfoort II. Janssen, Bussumdo dames Gever, Ub fin C. P. Th. Wel ter-', Amersfoort allen aftredend. Voor de vacature werd gecandidoerd de heer C. Snellen, te Hilversum. De benoeming van een geestelijk adviseur kan weldra worden verwacht. Ook in deze maand zal geen vergadering worden gehouden van de vereeniging «Han del en Nijverheid1'. De eerste Nuts-avond in den komenden winter is vas'gesteld op aanstaanden Maan dag. Voordrachten van deu heer A. Nieboer, uit Soest, afgcwi-seld door muziek en zang. Zondag t*. voren een volksavond. Zie daarvoor de biljetten en bespreek een plaatsje. Het eorste elftal van Quick, welks wed- strijd tegen Z. A. C. uit Zwolle ongeldig is verklaard, ontvangt hior Zondag het eerste van Velox, uit Wageningen. Het eerste der H. V. C., tvelks doelverde- diger nog niet geheel weer in conditie is, krijgt het eerste van D. S. G., uit Deventer, le gast. Mdii verzoekt ons plaatsing vnn het volgende: Ia Kr.-i8napolaky, te Amsterdam, vergaderden Zondagmiddag ongeveer 150 polishouders van Loti- sico, onder voorzitterschap van den heer VV. Suth erland, uit Den Haag, die op «igen intiatief deie vergadering had bijeengeroepen Deze deelde mede, dat een circulaire vnn den directeur van Loü-ico, den beer Haighton, onrust heeft gewekt, omdat daarin het prestige van de onderneming door den ondernemer zelf wordt onder mijnd. Spr. deelde mede, dat het hem na veel moeite gelukt was een onderhoud to verkrygen met den heer Haighton en gaf verslag van zijn b-.-zoek, o.s. dat deze heer hem verweten had, dat hij den bal eau '.iet rollen had gebracht. In hot g sprek maalde de heer Haighton zich af en toe zeer boos. Ten slotte verklaarde de laatste, dat de bezoeker hein verveelde en „het hem niets schelen kon, omdat hij toch binnen was". (Gelach.) Het is volstrekt niet spr.'s doel, iets tegen Loiisico te ondernemen. Toch acht hij het noodig, dat er een bond worde gesticht. Gewenscht is hit zeker, dat er nieuwe series worden uitgegeven, doch dan kan toch zeker een, zy het ook kleine, rente worden toegekend aan de oblign- tiehouders. Een andere spreker stelde de vraag of eeri onder zoek is iug. steld naar de veiligheid van de poli-s- o. De voorzitter achtte e n dergelijk onderzoek de taak van een Bond, wien zeker eer inzage in de boeken zal worden gegund, dan éen polisöouder. Uit een rechtskundig oogpunt noemde de heer Haighton de positie der polishouders veilig uit een finaucieel oogpunt kon hy echtor geen positief antwoord geven. Nog werd door een der aanwezigen geklaagd, dat vele polishoudera, die eigen geld trokken, er niet van in kennis worden gesteld, dat zij een klein be drag to goi d hebben. Men bleek ter vergadering algemeen van oordeel, dat een bond zou kunne,) trachten voordeelen en rechten voor polishouders te bedingen. Op een vraag vnn eeu polisbouder, dio ongeveer f30 g,-stort had, a-m deu voorzitter wat nu raadzaam was: met de brmling door te gnnti of de betaling ie staken, ried deze net aerate, onidnt van onsolidi- toit nog niets met zekerheid is gebleken en men in het tegengestelde geval zeker groot verlieB lijdt. Eenige spreksrs noemden de bedreiging van den heer Haighton „een gemeenen truc" om van de zwakke polish- >udera goedkoopde polis terug te krijgen. Bij acclamatie werd uitgemaakt, dat er redou be staat, i» ts te doen. Iemnnd, pus uit Indië gekomen, wees er op, dat ia ait. 35 van een voorloopig prospectus wordt be loofd 4 pCt. terwyl in art, 35 van hit geleverde s:ttk zelf wordt gesproken van 3 pCt. Besloten werd een commissie te benoemen, die niet tegen Lotisico zul ugeeren, doch de belangen der polishoudere zal behartigen. „Is hier ook een polisbouder, die advocaat is vroeg de voorzitter. Niemand meldde zich aan. „Die zijo wel wijzer I" riep een stem. (Daverend en langdurig gelach). ToG oprichting van een Bond van polishoudera werd a-in het eind der vergadering besloten. Alle aanwezigen stortten etn kleiu bedrag, om tegemoet te komen >d de gemaakte kosten van drukwerk en zaal buur. Nog werd medegedeeld, dat eeu 300-tal blijken van instemming mot deze vergaderingen waren ingekomen. Voorts verzocht men ons te melden, dat het bijeenroepen van deze vergadering niets f® maken heeft met zekere annonces .egeo Lotisicow de dagbladen. In het voorloopig comité namen zitting He beeren' W. Sutherland, Den Haag; J, P. G. Groen en J- Kloos, Amsterdam; It. Tuusohel, Zeisten Z. I'rins; voorts J. M. Haye, Btisaum, welke lantste zich met de correspondentie belastte. Het doel is, rog eenige polishouders uit anders Gemeenten uit to noixiigen en te trachten «I® Koninklijke goedkeuring to verkrygen. Aan du Centrale bot ei mijn werd Dinsdag aangevoerd 4900 Kilo ongezouten en 2225 Kilo gezouten fabrieksboter onder Rijks controle. Do prys was f 1.18 a f 1.29-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 2