De ETALAGE DAMES-HANDWERKEN Mode-magazijnen ROB. LEVY, IS HETIO'L DIVIDEND VAN ONSBROOD, DEKENS. NIEUW PARIJS fF. A. Groenten, TOMEN. SINGER Naaimachines GRAND PRIX. Van der Zoo de Jong Van Ophoven Effecten Wissels Coupons Prolongatiën Deposito. is G E R E E D. HET VOORDEELIGST VOOR HET HUISHOUDEN IN GELD UITGEKEERD f 10 a f25 PER GEZIN. D. J. SMITS, WOLLEN FLEHITE. Feuilleton. Henri AZ1JNMAN Bloemendal 1. Inlandsche eieren. Prijs 4^2 cent per stuk, terwijl de qualiteit wordt gegarandeerd. Woreld-TentoonatoIHng Brussel 1910 Hoogste Onderscheiding SIITCSSiR MAATSCHAPPIJ, AMKKSFOOUT, WKSTSINOF.L 4». WESTSINGEL 37 AMERSFOORT TELEFOON 93. ■■■BEO van Laiigestraat 40 AMERSFOORT, Telefoon 103. Beschuit en Koek, daar zij worden vervaardigd van PRIMA en ZUIVERE grondstoffen. Ons'brond is niet kleverig, maar flink doorbakken door onze speciale ovens, waardoor het veel LICHTER VERTEERBAAR en VOEDZAMER is. Reeds in Januari 1910 is over 1909 Men lette op den echten, nootzoeten tarwesinaak van ons „Melkbrood" en ons „Gezondheidsbrood", welke smaak alléén door de BESTE soorten tarwe kan worden gegevenalsmede, dat ons brood niet. is beschadigd door spoorwegvervoer, enz waardoor zijn korsten niet taai, doch croquant zijn. Vraag oen dividendboekje aan de afdeeling „Broodfabriek'Van MEURSING's Machinale fabrieken van Gebak, te Amersfoort. Arnhemsehestr. 20. Telefoon 229. Langestraat 37. GROOTE KEUZE Speelkaarten. Dam-, Domino- en Schaak-spellen. Dam- en Schaakborden. Trictrac-bakken, enz. Horloger, Langestraat 42. Telefoon 83 Grootste sorteering Ie klas artikelen. Reparatie-Inrichting; billijk, vlug en goed. ASTHMALIJDERS. Het Asthmapoeder van Aphotlieker BOOM geeft bij inademing onmiddellijk verlichting van Asthma, Borstbenauvvd- heid en Borstbeklemming, zelfs bij den hevigsten aanval. Prijs per doos 65 cent. Verkrijgbaar bij A. van dk WEG, Lan gestraat 23, Telefoon 217. Oudheidkundig Museum, is dagelijks te bezichtigen voor niet-leden a 10 cent. Kosteloos des Dinsdags van 10 tot 12 er van tot 3 unr. 26.) „8anders," zeide ik na een oogenblik te hebben nagedacht, „laten we dadelijk omkeeren." „Waarbeen „Om de onbekende te treffenvlug, eer het te laat is." Ik liep vooruit, bij kwam achter uiij aan en eerst toen we in de nabijheid van het kerkhof kwamen, begon ik langzamer te loopen om niet de aandacht te trekken. „Maar, mijn waarde wat wil je nu toch De dame is toch weggegaan „Zekermaar ik ben er van overtuigd, dat ze terugkomt." „Waarom meen je dat „Heel eenvoudig. Zy heeft nog altijd de palm tak in de hand, die zij blijkbaar op het graf wilde neerleggen. Daartoe kan zij in de pasr aeconden, die wij haar uit het oog hebben ver loren, geen tijd hebben gehad. Waarschijnlijk zag zij bet een of ander verdachts en trok zich daarom terug; maar zij zal terugkeeren zoodra zij denkt, dat alle menscben van het kerkhof weg z|jn. De eene of andere slerke drijfveer beweegt haar, anders zou zij niet de behoefte hebben, het aandenken van den doode te eeren." „Zij is ook zijn moordenares niet." Voor we het kerkhof bereikten, kocht ik by een bloemist bloemen om den indruk te wekken als voerde een daad van piëteit my naar een der graven. Onbevangen kwamen wij op het kerkhof; ongemerkt keek ik naar het graf van Credlat-vereeciging te Amsterdam. Correspondentschap te Amersfoort mr. H. J. M. van den BEltG II. WILHELMIMASTRAAT 5. Zij stelt zich ten doel het vorleeuen vau Credieten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blauco het incasseeren van handelspapier het ontvangen van gelden a déposito reke ning-courant. den vermoordenoch daar noch ergens anders was een levend wezen te zien. Wij gingen het graf voorbij, keken met aandacht naar de kran sen en constateerden, dat er geen palmtak bij was. „Blijkbaar moeten we nog op haar wachten, maar lang zal het wel niet meer duren. Zoo heel lang zal zij met zoo'n palmtak niet rond- loopen." Wij posteerden ons achter een tamelijk dicht bij het graf gelegen, door cypressen en hoornen onzichtbaar plekje. Sanders ging daar eerst slaan en toen ik mij van de onmogelijkheid, hem te zien, overtuigd had, ging ik bij hem staan. Vijf, tien, twintig minuten gingen voorbij in angstig wachten en gespannen stilte. „Je zult zieo," zeide ik zachtjes, „dat ze ko men zal." „Zoo dwaas zal ze wel niet zijD," „Toch zij zal geen twee uur me9r wegblijven, en zich ook niet van een knecht bedienen om de bloemen op het graf te leggen." Sanders greep verbaasd mijn arm. „Waarlijk, Ralphson, je antwoordt op rayn gedachten. En ik ga geheel mechanisch op het gesprek in als hadden wij sauien al gesproken over den twijfel, dien ik koester. Ik heb er toch geen woord over gezegd. Kan jij dan in iemands hersens lezen, collega ,IL" kan zoo'n beetje gedachtenlezen", ant woordde ik lachend. „Zonder je te vleien, maar dat grenst aan het wonderbaarlijke. Hoe lever je dat nu?" „Och, dat is een heel eenvoudig, logisch ex periment. We stonden naast elkaar, de gezichten half naar elkaar toegekeerd. Ik kon alzoo je gelaat zien. Nu zag ik, toen ik me voor een minuut of tien naar jou keerde, hoe je my van terzijde aankeek, terwijl er een spottend luchje om je mond lag. Jij ezel, dacht je by je zelf, zult hier lang kunnen staan voordat de onbe kende je het genoegen doet, te verschijnen. Dacht je niet zoo, Sanders „Ja waarlijk, ik dacht zoo iets; alleen heb ik je in mijn gedachten geen ezel genoemd. Daarvoor stel ik je te hoog, Ralphson." „Nu goed. Je keek door de opening van de struiken hier en doorzocht alle richtingen van het kerkhof; zelfs wierp je een langen onderzoe kenden blik achter je. Jo dacht by je zelf, dat ze misschien toch nog hier was, ergens verborgen en terwijl wij op haar letten, let men op ons. Heb ik gelijk?" „Volkomen, maar „Geduld even. Je oogen bleven langer rusten op de plaats waar het graf is. Daar ligt een spade je keek daarna. En plotseling bedacht je je, dat wij beter hadden gedaan, wanneer wij zoo iets gebruikt hadden, wanneer wij bijvoor beeld ODze jassen verwisseld hadden met een paar doodgraverskleeren, opdat zij ons zou houden voor doodgravers." „Ralphson, dat is eenvoudig buitengewoon. Niet wat die spade betreft, dut laat ik nu voor een oogenblik daar, maar met die kleeren waarlijk dat heb ik gedacht. Hoe kan je dat raden „Raden is niet het juiste woord, collega. Ik raad niet; ik lees, precies zooals jij uit letters en woorden den inhoud van een boek leest. Mijn letters en woorden zijn jou blikken, je bewegingen, je misschien onwillekeurige spier- vertrekkingen, die ik tot éen geheel samenvoeg. Een enkele letter van dat schrift is misschien zonder zin, maar de eene gevoegd bij de andere, vormt een duidelijk schrift, dat even goed be- s'udeerd kan worden nis elk ander." „Mits men daar talent voor heeft; elk valk heeft zijn knappe lui en zijn stumpers." „Kijk ik heb gezien, dat jij van die spade keek naar den doodgraver, die daar bij het lijkenhuipje bezig is en dat je daarna een onder zoekenden blik wierp op jezelven en op mij." „Van het eerste ben ik mij bewust; het tweede heb ik waarschijnlijk onbewust gedaan." ,,'tZijzoo; maar hoor verder. Toen dwaalden je gedachten een oogenblik af. Je blik is, toen hij langs je kleeren ging, een oogenblik blijven rusten op een plaats aan je arm, waar je ie bij het binnendringen in deze struiken een kleinen winkelhaak gemaakt hebt. Ja drukte de lippen op elkaarje jas is nieuw en je was boos over het gal. Toen keek je naar de struiken hoe het gekomen kan zijn. Jij vond de ware oorzaak niet; maar ik ontdekte die." „Werkelijk?" „Ja. Jij bent daar rechts door die dichte cy pressen gegaan en hebt met je arm tegen een stam gedrukt, juist op de plek waar iemand een tak heelt afgerukt. De tak is weg maar een paar knoesten zitten er nog van en die zyn zoo scherp als een doorn, maar veel sterker en taaier. Kijk maar, daaraan hangen nog een paar draadje» van je jas." „Waarlyk je hebt gelijk." „Toen gingen je gedachten naar het tegen woordige terug. Je keek op je horloge en toen naar de zon en je blik beschreef een soort boog van de plek wuar do dagkoningin thans staat naar de plek waar zij waarschijnlijk ondergaat en in aansluiting daaraan schudde je het hoofd, weliswaar nauwelijks zichtbaar, maar voor mij toch merkbaar. Duidelijk zag ik je hoofd even heen en weer bewegen. Toen keek je naar den arbeider en vervolgens naar den ingang. Wan neer ze nog komt, dun zal het nog wel een paar uur duren; ze zal wachten tot iedereen hier weg is, tot men op het punt is, het kerk hof te sluiten, zoo dacht je." „Dat ducht ik ook," (Wordt vervolgd.) Snelpersdruk, Fiima A. H, van CLEEFF, te Amersfoort.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 4