December 1910.
No. 7901.
60e Jaargang.
TWEEDE BLADT
UITGAVE:
FIRMA A. H- VAIV CLEEFF
AMERSFOORT.
Een partij domino.
Iemand de naam doet niets ter zake
heeft het leven vergeleken bij een
partij domino.
Wat bedoelde hij daarmee?
Dit, dat de kunst van leven, want
goed leven is een kunst, en de kunst
van succes te behalen, van in het leven
iets tot stand te brengen, grootendeels
schuilt in a a n p a s s i n gin aanpassing
van het nieuwe, of van hetgeen men
bereiken wil, aan het reeds bestaande,
in dier voege, dat de overgang zoo geleide
lijk* en de hechting zoo ongedwongen
mogelijk zij.
Iets dergelyks doet de gaardenier, die
van een gemeenen appelboom betere
vruchten wenscht te winnen. Hij houwt
dien boom niet om, maar hij ent een
stekje van edeler gewas zorgvuldig er op
in, opdat dit mettertijd het edeler ooft
voortbrenge, gedragen door het hout en
gevoed door de sappen van den ouden
stam. Dus geen revolutie, maar krach
tens het zelfde beginsel dat ook in de
natuur alle werken en worden schijnt
te regeerenevolutie.
Er loopen tusschen. Dollart en Schelde
wel weinig personen rond, voor wie de
regels van het dominospel een geheim zijn.
Aangenomen echter, onder de lezers van
dit opstel, een mensch van zóo zeldzame
ingenulteit of die het fijne van de zaak
mocht vergeten zijn, zoo worde voor hem
of haar in herinnering gebracht, dat de
speler van dit even onschuldige als onder
houdende spel vóór alle dingen zich heelt
toe te legge i op aanpassing van nummer
aan nummer. Aan vier moet steeds vier,
aan vjjf een vjjQe worden aangelegd.
Wilt gij zes uitspelen, en staat uw tegen
partij op drie, dan moogt gjj niet direct
uw zes aanschuiven, maar gij moet bijpas
sen met een drie, van welke uwe zes het
paarnummer is. En zoo verder, uaar
reeds elke moderne zuigeling u zal kun
nen onderrichten.
Welnu de beleidvolle mensch, die
de wereld kent en met de wereldsche
dingen weet om te gaan, handelt overal
naar deze tactiek, wetende uit historische
en uit persoonljjke ervaring, da.t door
deze alléén een oogmerk zekerlijk en
zonder noodlottigen strijd te bereiken is.
Wat doet de schrandere Staatsman
Hij wacht zich wèl om bij zijn wroch
ten, waarmede hij uit bet materiaal van
natiën en landen historie bouwt, het
heterogene, het ongelijksoortige saam te
wellen, of een ronden bout te wringen
in een vierkant gat. Hy speelt domino.
Hij legt, om een vier te krjjgen, eerst
een drie aan een drieof, om een dub
bele zes af te zetten, eerst een vijfje
tegen een vijfje.
Waarom, bijvoorbeeld, is het Neder-
landsche regeeringsstelsel op Java, is ook
het Britsche bewind in Hindostan zulk
een uitmuntend geslaagde proeve van
de leiding eener millioenensterke bevol
king door een handvol vreemdelingen?
Omdat het eene zoowel als het andere
zich heelt aangepast aan van oudsher
bestaande toestanden, inlandsche vorsten
en hoofden voor het uiterlijk in ambt
en waardigheid liet, oostersche inste -
lingen, gebruiken eó begrippen zooveel
mogelijk eerbiedigde, zelfs zich daarvun
^erscb9nt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
i nco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief on aanvrat Wn -
iCUUCUe) waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentién per regel 15 cent. Reolat
T' •~|V" xjau*: »^latnes 1—5 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25. Groote
ters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
KORTEGRACHT 9
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incas^eerkosten in rekening gebracht.
TelefooD 19.
bediende als van hulpmiddelen tot wes-
tersche oogmerken.
Wat doet de verstandige sociale her
vormer
Hjj wringt niet met geweld het nieuwe
in de plaats van het oude. Hjj breekt
niet met den sloopersmoker het oude al,
om op het puin daarvan zjjn verbete
ringen te grondvestenmaar hij ziet en
erkent wat er in het oude, trots alle
teilen, toch goeds en bruikbaars is, en
daaraan past hjj zijn ideeën aan, daar
mede zoekl. hjj verbinding en aanhech
ting. om, door voortspinDing, ontwikke
ling er van, den door hem gewenschten
staat van zaken zonder omwenteling te
bereiken. Hjj speelt domino.
Wat doet de wijze zendeling, die heen
trok naar verre werelddeelen als verkon
diger van het Evangelis
Hij werpt niet de beelden, die het
heidenvolk vereert, van hun sokkels in
de modder. Hjj buldert niet den hei
denen toe: „Uw goden zjjn des duivels,
en gjjlieden doet als stekeblinden in
de buitenste duisternis van onwetendheid
en afgoderij!" Neen. Hij onderzoekt
wat wel de kern mag wezen van dien
afgodischen cultus, de goede en ware
kern, die er schuilt ook in de meest
grove en primitieve godsdientvormen, en
déze vat hij op als een uitgangspunt;
aan déze past hij zjjn prediking aan.
Van den zendeling bij uitnemendheid,
den apostel Paulus, wordt gezegd, dat hij
tot de Joden kwam als Jood, tot de
Grieken ais Griek, tot de Barbaren als
Barbaar. Deswege echter verdient hjj
niet genoemd te worden een huiler met
de wolven in het boschwant zekerlijk
zou hij het hebben versmaad, tot de
Farizeeërs of tot de loochenaars als Fari
zeeër ol als loochenaar te gaan. Maar
hjj kende, als wijze, het nut, ja, de
noodzakelijkheid van aanpassing. Hjj
trachtte uit het oude, dat hij by
verschillende volkereu vond, het nieuwe,
dat hjj hun brengen wilde, te evolveeren.
Hij speelde domino.
Hoe gaat de ervaren onderwjjzer te
werk?
Hij overstort niet den kinderlijken
geest met rauwe weteuschap en voor het
kind onbevatbare voorstellingen. Maar
zoetjes, zachtjes weet hij in het begrips-
en bevattingsvermogen der kleinen de
plekjes aan te roeren, waar hjj de school
geleerdheid aanpassen en van welke uit
hij voortbouwen kan. Hij begint met een
fabeltje of een sprookje, met een alle
gorie, om tot een ies van diepe waarheid
te geraken. Hjj doet wat Jezus deed met
ziju Gelijkenissen. Hij doet wat Mozes
deed op de eerste bladzijden van Genesis,
met zjjn grootsche eenvoudige, zoo kin
derlijk bevatbare en toch in de hoofdzaak
zoo diep waarachtig kosmogonie. Hjj
speelt domino.
Hoe gedraagt zich de vredelievende en
tactvolle mensch in gezelschap, of in
den kring der huisgenooten, wanueerhy
een bewering hoort uiten, die hem on
juist voorkomt?
Hij roept niet barschweg: „Dat is niet
waar Maar, wetend hoe rechtstreeksche
tegenspraak meestal slechts prikkelt en
ergert en verstokt, stemt hij halverwege
toe, oppert evenwel een bedenking, brengt
een rectificatie te berde, past een mid
denweg aan. Kortom hjj speelt domino.
Wel komen er beweringen voor, zóo
radicaal onwuar, dat men ze slechts
brandmerken kan als leugenen toe
standen, zóo radicaal slecht, dat zy enkel
verdienen met wortel en tak te worden
uitgeroeidmaar meestal, en op elk
gebied schier, is er met aanpassing aan
het bestaande beter voortgang te bereiken
dan met onbesuisd afbreken er van.
Meestal is er hier of daar nog wel een
gelegenheid om een nummer toe te
schuiven, een steentje aan te hechten en
zoodoende een verband te leggen tot
voortbouw.
Aldus past steeds de ruimblikkende
mensch zooveel mogelijk aan zichzelven,
zijn levenswijze, zijn zienswijze, zijD
belangen, zijn oogmerken, zijn streven.
Hij bereikt daardoor, zouder schok of
stoot, zonder wrong of breuk, wat hij
bereiken wil, en hij bewaart den vrede.
Hij hanteert de tafelen, op welke de
waarden en de onwaarden dezer wereld
staan gemerkt, geljjk een geoefend speler
de witte blokjes met de zwarte oogen.
Aldus Ypsilon in het „N. v. d. D.".
Breede of smalle velgen.
Een kwestie ook van veel belang voor
Amersfoort en zijn onmiddellijke omge
ving vooral door de nabijheid der Pro
vincie Gelderland met haar wegen-regle-
inent
De werking van den A. N. W. B., den
Toeristenbond voor Nederland, is veel
zijdig. Een van de terreinen, waarop deze
vereeniging met toenemend succes werk
zaam is, mag zeker wel genoemd worden
de wegenverbetering.
Wie zal dit niet erkennen die zich her
innert de Bondsinzending op de groote
landbouwtentoonstelling te Deventer of
de tentoonstelling te Brussol. Vooral te
Deventer werd, met opoffering van zeer
hooge kosten, op treffende wijze gede
monstreerd de aanleg van verschillende
wegen, de duurzaamheid van verschilend
materiaal, maar vooral de invloed van
breede velgen op het wegoppervlak tegen
over dien van smalle velgen.
Dit vraagstuk, in populairen vorm
behandeld, is het onderwerp eener nieuwe
Bondsuitgave, die haar aanzijn ten deele
dankt aan het verzoek der Geldersch-
Overijselsche Maatschappij van Land
bouw aan hare afdeelingen om haar oordeel
te willen kenbaar makenover het wensche-
lijke van voorschriften betreffende de
breedte der velgen.
Een succes zou men het kunnen noemen
voor den Bond, een tactvolle erkenning
van diens werkzaamheid op dit gebied
ook wellicht een fijngevoelo hulde aan
den scheidenden oud-voorzitter, mr. J. G.
ridder Van Rappard, den man met den
scherpen blik op de fouten, de nooden
en de gebreken van den Gelderschen land
bouw. Hij toch bracht het nut der we
genverbetering voorden landbouwer on
der het oog der leden van de Maat
schappij in een Algemeene vergaderingte
Winterswijk, waar hij o.a. zeide:
«Bekend zijn dr. W. O. Staring's groote
driewielige stortkarren met breede velgen,
waardoor de zandwegen op de Boekhorst
steeds waren als kolfbanen, om zijn uit
drukking te gebruiken, en die vooral in
den winter gunstig afstaken bij de onbe
gaanbare moddergaten zijner buren.
„Jammer, dat hij op dit punt geen al
gemeene navolging vond. Hoe zouden
vele Burgemeesters in den Achterhoek
bevrijd zijn van de nachtmerrie, die de
wegenvernielende melkwagens hun thans
menigmaal bezorgen, als deze en andere
vervoermiddelen eens, evenals Staring's
stortkarren, breedgevelgd moesten zijn,
„Maar helaas, dit alles is het nietde
Provincie Overijsel heeft haar wegenrie-
glement gewijzigd en nu zijn de zuivelfa
brieken verplicht, breede velgen te ge
bruiken aan haar melkwagens; dit gevaar
hangt den Gelderschen fabrieken dok
boven het hoofd en zoo is er bij een aan
tal belanghebbenden een bedenkelijke
strooming ontstaan om daar tegen in te
gaan. Toch zijn de melkwagens vaak de
hoofdschuldigen, door de regelmaat van
het vervoer, bij alle weersgesteldheden. De
schuld ligt wel een beetje bij de Overijsel-
sche autoriteiten, die te veel naar Friesoh
model gewerkt en daardoor op de eige
naren van melkwagens zwaardere lasten
gelegd hebben dan nu wel strikt noodig
was maar de hoofdzaak is toch hier wel,
dat de klagers het juiste inzicht missen
in de voor- en de nadeelen van beide
soort velgen."
Om haar in deze kwestie van voorlioh-
ting te dienen, is dit boekje van den Toe
ristenbond zeer geschikt.
Zooals veelal het geval is, zijn het de
wetenschappelijke proeven op practisch
terrein, die ook hier weer de juiste aan
wijzingen hebben gegeven. Het zijn de
Deventer proeven, door prof. Nelemans
in opdracht van den A.N.W.B. geleid, die
o.a. hebben aangetoond, dat
op grintwegen, zoodra deze door on
voldoende onderhoud in verval geraken
en wagensporen zich vormen, bij breede
velgen veel minder trekkracht vereischt
wordt, dan bij smalle velgen
op zand- en kleiwegen de breede vel
gen eveneens minder trekkracht vergen
dan de smalle
op nieuwe straten en wegen met een
vlak, hard en vast dek, de gevorderde
krachtsinspanning iets grooter is, bij ge
bruik van 10 c.M. velgen, dan bij 5 c.M.
velgen, doch dat de vereischte trekkracht
onder die omstandigheden echter zeer
gering is, en* dus het verschil vanzelf
ook, zoodat het buiten beschouwing kan
blijven.
De heer S. Lako. leeraar aan de Rijks-
Hoogere Land-, Tuin- en Boschbouwschool
te Wageningen, kwam tot de zelfde slot
som in zijn studie: >De Boerenwagen in
Nederland."
Toen in April 1910 de vervolgproeven
konden genomen worden dank zij de
welwillendheid van het Gemeentebestuur
van Deventer, dat de groote beteekenis
dezer proeven daardoor alle recht deed
wedervaren hadden de proefwegen,
evenals de geheele Worp, gedurende dien
winter en het voorjaar onder water ge
staan.
Op deze vochtige wegen werden, bij
het gebruik van smalle velgen en met
toenemende belasting van 10 tot 600 K G.,
bij 400 K.G. reeds zoodanige sporen in
gereden, dat het voorgespannen paard,
trots alle inspanning den wagen er niet
doorheen kon krijgen, zelfs niet, als er
buiten het spoor gereden werd.
Met breede velgen trok het paard 'den
wagen met 600 Kilogram belasting zonder
buitensporige inspanning.
Gepoogd werd de holling naar den
grooten weg 's avonds, na afloop van de
dagtaak, den. eersten dag, op te rijden met
duizend Kilo belasting benevens de vier
breedgevelgde wielenhet bleek, dat het
paard er nog niet voor de halve lengte
tegenop trok; vier man moesten hulp
bieden; de wielen hadden 15 c.M. diepe
sporen gemaakt.
Den volgenden dag werden 1000 Kilo,
vier smal gevolgde wielen, benevens de
voerman, zonder eenige moeite in éen
trek de helling opgereden met de breede
velgen aan den wagen.
Dit nu voor zoover betreft het bewijs,
dat met breede velgen de belasting der
wagens belangrijk zwaarder kan ge
nomen worden dan met smalle velgen, of
wel dat bij breede velgen van de trek
dieren belangrijk minder inspanning ge*
eischt behoeft te worden om den zelfden