Dinsdag 27 December 1910. No. 7911. 60e Jaargang. UITGAVE: FIRMA A. H VAN CLEEFF AMERSFOORT. KENNISGEVING en! BURGEMEESTER en WETHOUDER»? AMERSFOORT, ^öUUUERS \au Gelet op art. 37 der Drankwet Brengen ter openbare kennis: nm°™,W J?? *T '8 inKed1ien<1 een verzoekschrift om verlof tot verkoop van alcohol houdenden drank anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, door ARNOLDUS van DAAL in het ft» XiSr™1,"n K'oBn"'* |°- dat binnen twee weken Da deze bekendmaking ieder tegen net verleeneD van het verlof schriftelijke beswaren by Burgeme-ster en Wethouders kan mbrengen. Amersfoort, 24 December 1910. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Bnrgpmeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. K. H. DE BEAUFORT, lo. Secr. franco Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.— ahnnnomont Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meor 10 cent. Bij regel- reducl'e, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieels- en onteigenings- kSÜT^?eD ?®r. re8el 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25, elke regel meer ƒ0.25. Groote i naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gobracht en kosten evenals afzonderlyke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: KORTEGRAGHT9 tbus 9. Telefoon 19. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dat het door den Directeur van 's Rjjks directe belastingen, enz. te Utrecht execu- toor verklaard kohier No. 11 van de Porsoneele Belasting over het dienstjaar 1910 aan den Ontvan ger van 'b Rijks directe belastingen alhier is ter band gesteld, aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort den 24 December 1910. De Burgemeester voornoemd WUIJTIERS. De Nieuwjaarsborrel. „De schuld van mijn ongeluk is de drank" vertelde de werkman. „Hoe ik aan den drank ben gekomen Door den Nieuwjaarsborrel. Ik was vroeger een matig gebruikerzoo nu en dan, een heel enkelen keer maar, bij feestelijke gelegenheden, sloeg ik er eens eentje om. Tot ik tegen Nieuwjaar werk vond in mijn eigen dorp, waar ik veel familie en kennissen had. „Ik zou. er een goed bestaan krijgen en ik ging het nieuwe jaar in met de beste voornemens. „Nieuwjaarsdag gebruikte ik om de kennissen eens gedag te zeggen en alles goeds te wenschen. „De menschen zaten thuis en ter eere van den feestdag stond de borrelflesch overal op tafel. „Ik kreeg er een, twee, drie toen zei ik bij het vierde bezoek: „dank je". „Maar dat gaf ongenoegen. Ik zou en ik moest drinken. Zoo ging no. 4 en - ora 't weer goed te maken no. 5 door de keel. Bij de volgende 't zelfde spel letje. Daarna ging 't van zelf; kon ik niet meer nee zeggen. 's Anderen daags was ik niet op tijd op t werk en was 't of ik den kolder in den kop had. Ik kreeg woorden met den baas. Hy had mg dronken gezien. °0tEngtoen°dbegon de ellende. Een tijd lang hielpen me de borrels eroverheen, maar ze zijn me de baas geworden enu ziet wat 't einde is!" Zijn er zoo? Zoo zyn er! Men denke er eens over na. Nieuwjaarsdag staat weer voor de deur, Met zijn bezoeken en zijn gelukwen- schen en zijn.presenteeren' aan familie-leden en kennissen. Het is de eerste dag waarop men de goede voornemens, op Oudejaarsa gekoesterd, in practijk kan d Zoo beginne dan een ieder met de borrelflesch dien dag niet op tafel te zetten Er kan heel veel ellende door voorko men worden. Aldus het „Tijdschrift der Mij. van Het dure leven. In het begin der mcand heeft dr. R. Feen- stra in »De Telegraaf' weer een van zijn zoeklichlen gegeven, dat ook buiten den le zerskring van dat blad wel eens mag over wogen worden. We zijn weor in een tijd, zoo schrijft hij, waarin de heele wereld aan het opslaan is. Het vleescb wordt al maar duurder; het leer en de schoenen stijgen in prijs; dc ge bakjes zgn 1 cent en de half-om-halfjes cent opgeslagen sinds verleden jaar. De tiscus zet ook weer 'n opslaandersgezicht. Overal duwen ze je 'n circulaire in de band: prijzen verhoogd, opgeslagen. Vooral op de levensmiddelen hakt dat er in. En vooral bij de kleinen. In groezele por- temonnaies, waar bronzen stukjes samen schuilen als sjofelen in een slaapstee-lo gement inter pares met slechts een en kelen zilveren aristocraat er tusscben. Vroeger hakte dat er óok al in. Het sloeg er z dfs in. Het sloeg in; als een bliksem in voorstad-buurten, in portaaltjes, in kelders van grocte steden en de wereld beleelde hongeroproerer, bakkerswinkelbestormiogen. Tegenwoordig slaat het gemoedelijker in namelijk in den vorm van een vlotgeschreven hoofdartikel en de wereld beleeft petities, enquêtes, het voteeren vaD svleeschnood"- moties. Als bet op zyn ergst iseen protest optocht, zooals die te Weenen van bet. kwart- inillioen burgers, dat voor het paleis op den Franzensring kwam oploopen om het op- loopen der prijzen met vaandels, Zon iags- staat, fanfare-korpsen, en wielrijder-compag nies een welgeloeid »Stop toe te roepen. De prijzen gaan in weerwil van dat alles tóch de hoogte in. Alles wordt opgeslagen en met geen optochten, en met geen protes ten en met geene enquêtes is het tegen te houden. Het is altijd zoo geweest. Als wij het ons goed herinneren, klaagden ooze moeders er al over, en als die het zich goed herinneren onze grootmoeders. Het opslaan of liever het opgeslagen worden is een bestendig verschijnsel. Het is of een natuurwet het regelt. De eenige troost, die er voor ons, die beta len moeteD, rëst, is: dat elke opslag slechts van voorbygaanden aard is. Zoodra deze »aard" gned en wel voorbij is, volgt er een nieuweprijsverhoogmg 1 Men kan de schitterendste machines uit- viuden, die tienmaal, honderdmaal goedkoo- per en beter werken dan di -t van den voltv.oid- verleden tijd het product wordt er toch altijd duurder op. Niet absoluut, welis waar maar dan toch betrekkelijk. Men heeft tegenwoordig machines, die aan den eenen kant staalkabels vreteD, terwijl aan den anderen kant de pennea en de naalden er uit vliegen als ronken uit een vuurwerkstuk. Pennen en naalden kosten eigenlijkgeen geld meer, maar bet lijdt geen twijfel, dat een modern mensch er heel wat meer aan uitgeeft, d»n zyn voorvader. Die voorvader had den tijd. Die wandelde en lei in zijn vryen tijd op de loer om de eene of andere gans, die niet van hem was, een veer uit de vleugels te trekken. Daar schreef hij dan een kwartaal lang mee I De slotheeren van Mui- derberg hoeveel ze ook dichtten en cor- respundeeren verbruikten aan pennen-en- inkt geen twee ducateniu bel jaar. Napoleon, die aan vijf secretarissen tegelijkertijd dic teerde, heeft voor zijn schrijfgerei zeker niet zoo'n hoog budget gehad als in dezen tijd een flesscbentrekkeiskantoortje, (lat toch minstens met een typewriter van een paar honderd pup, een doosje kwartjes-pennen en een paar llesschen inkt dient te debu- teeren. Diugen, die vroeger een schelling kostten, zijn nu voor geen twee riksen meer te koop. In den Rembraridt-tijd kon men voor een gulden of tien een pak hebben dat uw stailor'" tegenwoordig als »bome-spun", „real home-spun" -kijkt-u-maar aanbeveelt voor een elegant sportcostuum van tachtig of negentig gulden. Door lersche of Schotsche boeren geweven Prima, monsieur Het goed is DOg het zelfde. Het ruikt Dog nèt zoo naar bóeren-werkhanden als twee, drie eeuwen geleden, maar de prijs is in den tusschentijd vertienvoudigd. Zoo is het niet alleen met de home-spun gegaaD. Let terlijk met alles. Wie heeft als kind niet van de oudjes ge hoord, voor hoe een prikje ze in hüu jeugd een haas hadden. Dat is nu eens een artikel, waarbij het niet aan de fabricatie kan liggen. Tegenwoordig kost een baas zeker het drie voud. De schuld? De reden Wij hebben het zélf teweeg-gebracht. Wij hebben de laatste tien jareu zóo voort durend alles beschermd en opgedreven, dat bet dezen koers met het geld uit moest. Alles is opgeslagen. Alleen hst geld is in prijs belangrijk verlaagd. Alle groepen hebben meegeholpen om de prijzen op te drijven. Natuurlijk voor zich zelf; Diet voor de anderen. Ze wilden alle maal wel wat meer verdienen, wat beter leven. De arbeiders wilden wat minder zweet-m, wat minder zorg thuis hebben, een boordje en een kaasbolletje dragende neringdoenden wilden Diet in wiukel-achter- kamers verschimmelen, wat ruimte en wat licht voor vrouw en kroost verdienen. De ambtenaren wilden niet slechter betaald worden, dan gelijk-ontwikkelde handels-em- ployé's. De fabrikanten wilden naar de Ri viera. Ieder hield zijn hand op, duwde zijn vuist naar voren. En in dat algemeene band-ophouden merkte niemand op, dat by zichzelf èn de anderen opsloeg. Dat hij mee deed in de groote prijsverboogiug van onze samenleviug, onze beschaving 't opschroe ven tan den „staud ird of life". De volkswelvaart is een zeer apart ding, dat naar twee kanten spiegelt, en ongelijk kan worden opgenomen. Dy ons op de ker missen staan soms wel eens tenijes met convexe en concave spiegels. Als je zoo'n kykspul binnentreedt, en tusschen de spie gels in gaat staan, zie je je-zelf rechts als wijlen Schiller van bet Rembiandtplein. Links sta je voor Davos opgeschreven. De volks welvaart staat, van een wijsgeerig standpunt opgenomen, voortdurend in dit tentje I Zijn wij dan de zelfden van vroeger ge bleven? Eo verschoot alleen de wereld van kleur? Werden alle pryzen opgeslagen en kelderde alleen de waarde van het geld Het geld is zeker een massa goedkooper gewordeD. Voor 'n mooie kip, die vroeger een schelling waard was, krijgt inen nu f 1.25 voor het dagwerk van een werkmaneen riks. Een kleermakersgezel kreeg voor twee eeuwen een riks... per maand en ging er tevredener mee door het leven dan zyn collega van vandaag, die met het volste recht kankert over een zweet- en teriogloontje van vier riksen in de weekdie bet recht heeft, ook corporatief tegen te sputteren on inenschwaardiger bestaan te begeeren. Het »menschwaardiger" bestaan. Daar heb ben we het. Vollitde veer van het uurwerk der samenleving, die van jaar tot jaar straffer wordt gespanneD, hooger opgewonden. 'Niet de artikeleD, vleescb, melk, kleeren, maar juist de menschen worden duurder. Sinds eeuwen is de mensch er op uit, zichzelf gestadig oo te slaao. Hij taxeert zyn vee, zijn koren, zijn tabak, zijo techniek, zijn geest, zynmenscb- waardigheid voortdurend hooger omdat hij zichzelf voortdurend meer waard vindt worden. Waar vindt-jetepenwoordig een boer, zooals die welke zijn velden met koren liet rotten, omdat hij mevrouw de gravin (van Vlaanderen) de slakken uit haar kasteeltuin moest halenveertienhonderd en zooveel. Zoo'n ooer vindt je zelfs in het zwartste Rus land niet meer. Hij is tegenwoordig akiezer" geworden, eii partijlid van de... regeering. Gelukkig. In Indië kleeden de groote hongersnooden tienduizenden stumpers tot op hun botten uitin Rusland gaan de boeren met kale provisie winterslapen. De familie legt zich om en bij elkaar. Haar. leden worden nu en dan wakker om wat brood te knab belen, of, als er niet meer is, boomschors. Voor de rest slapen zij door tot in het voor jaar Dy ons begint de maag te pruttelen. In heel Europa doet hij dat. Overal meetings, petities; te Parys, ie Berlijn, te Weenen. Dat is het Europeesche gebaar van be- ginnenden bonger. Het is ontegenzeglijk bewuster uitgehaald, dan dat van Rusland of Eogelscb-lndië. De Europeesche massa erkent, dat de veer der samenleving te stijf is aangedraaid, en nu verzoekt en artikel- schryft zij of bet niet mogelyk is, ten minste in de levensmiddelpryzen voorloopig af te windeD. Het zal tevergeefs blijken 1 Het is een zoudvloed, die bier siygi; want alle groepeu der samenleving, en de Staat zelf zijner op uit, voor ous allen bel leven voortdurend op te slaan. Zy hebben zells een speciale wetenschap de nationaal economie, die leert, hoe men opslaat, door afslag. En hoe men leelt en laat leven door 't leven van de groote massa moeilijker te maken. Men zou zoo denken: een Staat moet wel met alle geweld de levensmiddelprijzen laag willen boudeD, want uit bat levensmiddel groeit de physieke volkskracht. Maar geen «laat is er op uit. Als men oplet hoe groote Rijgen het vleesch hebben laten op loopen alleen om produceereode (agrarische) groepen te gerieven dan ziet men van dezen kant geen of slechts afgedwongen verlossiog komen. De regeeringeD voelen zich te hoog om uit horlogemaken te gaanaan andereD, het prijzenuurwerk der samenleving wat te ontspannen. Gelukkig staat tegenover al den exterieuren opslag onze eigen prijsverhooging. De mensch is zeker wel het meeste van alle artikelen opgeslagen. Een vakleerling wil tegenwoordig niet meer een papieren boordje dragen, doch heeft recht op een overhemd. Een onder wijzer wil tegenwoordig zijn vacantia pas- seeren, waar vroeger een prof het niet kon doen; in Tirol of in de Schweiz. Onze voor ouders hadden geen electromobielen op hun straathoeken, waar je voor zes cent per half uur in kon meerijen. Alle raadjes zijn ge- kartelder geworden; alle veeren straffer ge spannen in het complexe machien der mo derne samenleving. Al als leerling draag je tegenwoordig een overhemd, hoef je je geen tik te laten geven en kan je den baas verklappen bij de arbeidsinspectie als by je eeu half uur over je tyd houdt. Al als leer-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1910 | | pagina 1