Dinsdag 3 Januari 1911. No. 7914. 60e Jaargang. AMERSF00RTSC1E COURANT. UITGAVE: FIRMA A. H. VAN CLEEFF AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post f 1.15. Ad verten tien 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent Bij regel- abonuement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, oflicieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gobracht en koeten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht KORTEGRACHT 9 Postbus 9. Telefoon 19. KENN I S G E V I N G. De BurK®EQreit«T der Gemeente Amersfoort brengt ter kennis van oudt-r*, voogden en «nde e versor- gers y»a leerplichtige kinderen, die aantpraak maken op eene der vrijstellingen van de verplichting om hunne kinderen school- of huisonderwijs te doen geven, genoimd in art. 7 der Lei-rplichtwit, of die hunne kinderen huisonderwijs doen genieten, dat eeu en m der hen alleen d»n kan ontheffen an de verpdchtiug om hucne kinderen ter school te renden, wanneer daarvan door hen voorsf aau den Burgemvester is kennis gegeven dat een vereischte voor het do-n voortduren dier vrijstelling is, dat dere kennisgevingen telken jare opnieuw worden ingediend, door hen,diaainspraak maken op eene van de vrijstelling, n, bedoeld bij art. 7 der Wet, telkens na verloop van 12 maanden en die hunne kinderen huisonderwijs doen genieten, ieder jaar vóór 1 Februari dat vun veranderingen in de personen, door wie het huisonderwijs gegeven wordt, binnen 28 dag-n aan den Burgemeester moet worden keunis gegeven, dat alle bovtug noemde kennisgevingen moeten geschieden op daartoe vastgesti 1de formu lieren, welke kosteloos ter Gemeente-sicretarie ver krijgbaar tiju. Ameiefoort, 3 Januari 1911. De Burgemeester voornoemd, WUIJTiERS. GEZAG. Wanneer berichten en beschrijvingen van rampen, tot ons komen grijpt een ge- van ontzetting ons aan, welk gevoel nog voel versterkt wordt, als we lezen van plun dering en moordhoe zelfs in het aan gezicht van verwoeatiug en verderf de hebzucht in haar brutaalsten vorm hoogtij viert en zich niet ontziet de laagste aanrandingen van eigendom en leven te plegen, een wild beest, losge laten uit zijn kooi eü nu zich werpend op den eerste den beste om zijn dier lijken driften bot te vieren. ,De vreese- jjkste aller verschrikkingen is de mensch in zijne razernij". Men droomt van een samenleving zonder gezag, waarin niet geheerscht zal worden door den een over den ander, door de gemeenschap over den eukelling. Eu edele droomers en nobele dwepers beloven ons een paradys op aarde, zoodra maar deze toestand zal zyn geschapen, deze orde van dingen uit bet land der verbeelding naar dat der werkelijkheid, onzer werkelijkheid, overgebracht. Al onze ellende zoo heet 't dan komt hieruit voort, dat menschen over elkander heerechen, dat men met ieder laat gaan den eigen weg en doen naar eigen lust en wil. Gevaarlijk wordt deze droouiery en dweperij, waar zjj zich niet meer richten op de idee, maar van deze op de dragers van 't gezag. Vandaar de Vorstenmoorden, waarbij zells een stil- nobele figuur als Oostenryks Keizerin Elisabeth valt als een offer van ver blinden haat. Maar over deze anarchisten hebben wy 't hier niet. Van hen in bij zondere mate geldt wat de dichter tüamerling zoo treffend juist iu ziju „Dan- ton und Robespierre" van een dweper zeg „Er meint, er bat die Idee, souderudie Idee hat ihn". Als alle drijvers worden ook de zoogenaamde anarchisten van de daad ten slotte gedreven. Zy zyn m er lijders dan leiders. Daarom ook over dezen ontferming! Eens heb ik een familie van vreed zame anarchisten gekendeen vader met drie zoons; de moeder was gestor ven. De vader had zyn zoons in zyne meeningen opgevoed. Samen hielden ze I op hun dorp een bakker jj en konden I daarvan bestaan, hadden een zekeren aanhang, 't Waren geen verkeerde inèn- .schen eu op hun gedrag viel voor wie zich aan eenige ongewone manieren in Weeding, enz. niet wilde ergeren niets aan te merken. Een der jongen9 was een vlugge kop en leerde voor onder wijzer, werd dat ook en wa9 by de kinderen zeer gezienhij wa9 later al leen gedurende de vacantie thuis. Zy dreven hun anarchisme zóo ver, als in een geordende samenleving, aan wier wetten ze zich wel moesten onder werpen zy 't dan onder protest mogelijk was. Ze onthielden zich zooveel mogelijk van spijzen en dranken, uit welker verbruik de Staat door zyn be lastingen voordeel trok. Daar hun leven zeer ingetogen was, wekten ze meer de verwondering dan de ergernis op en by menigeen was in die verwonderiug zelfs iets van bewondering. Reeds een paar jaren had deze toestand geduurd, tot het ineens met de bewondering gedaan was. Want op een goeden dag over 't waarom liepen de geruchten zeer ver uiteen zetten de zoons hunnen vader de deur uit, zoodat deze elders een on derkomen moest zien te vinden. Dat achtte men toch wel wat te ver gedre ven en menig vader keek zyn eigen zoons er eens op aan en besloot hen voorloopig nog maar onder zijn regiment te houden, zich niet uit te kleeden, vóór hy naar bed ging. De anarchistisch» vader ik heb hem later nog meer dan eens ontmoet maakte sinds dien op my den indruk vau een gebroken man. Twee zijner zoons stierven jong, want al kan men in de menschen wereld ongestraft een vreedzaam anarchist zijn, de natuur laat haar gezag ongewroken overtreden. De derde zoon is later weer een heel gewoon mensch geworden, als gij en ik. Het kau niet zonder gezag. Wy kun nen niet zonder gezag, 't Zou wel heel mooi zyn, een zoete droom, een zalig paradys, maar 't gaat nu eenmaal niet, zoolang er vaders en zoons, moeders en dochters, goeden en boozen, braven en t slechten, ouden en jongen, menschen van verschillenden aanleg, met verscheiden heid van behoeften eu dus ook van be geerten en verlangens zyn. Het moge op papier en in de verbeelding een heerlyke staat van zaken zyn, waarin „een ieder doet wat goed i9 in zyne oogen", in de werkelijkheid is die toestand een weinig minder heerlijk. Vermoedelijk zyn wy er nog te onvolkomen voor, zoowel in onze staat van enkelingen als van ge meenschapswezens. Daarom durven we 't er nog niet op wagen zonder gezag, 't Zou met ons eens kunnen gaan als te Messina en San Francisco en waar al niet meer, waar voor eene poos 't ge zag aan de hand der overheid werd ontrukt. Wy willen er nu niet over twisten, of gezag een begeerlijk goed dan wel een noodzakelijk kwaad uioet heeten. Met mezelf ben ik dat nog niet eens. Soms komt 1t me hoogst begeerlijk voor, als ik wat meer gezag had bjjv. over myn jongen, en soms zou ik 't wel zon der eenig gezag met hem kunnen stel len. Er zyn tyden, waarin de machine van het menschelyk samenleveu als van zelf gaat, waarin eene kinderhand haar kan besturen. Maar ook tyden, waarin de consuls zoo nauwlettend mogelyk hebben toe te zien, dat de staat geen schade lyde. 't Kan in huis niet zonder gezag en in school niet; in eene zaak niet en in de werkplaats niet; op 't karwei niet en in de fabriek nietop de schuit uiet en op de mailboot niet, op 't schip niet en allermeest niet op 't schip van staat. Leg 't zwaartepunt van dat gezag waar ge wilt, mits ge 't legt in vaste hand. Een „schipper Mouringh" is in sommige tyden alles waard. Hoezeer de mensch- heid behoefte heeft aan gezag, er niet zonder zou kunnen, blijkt wel uit 't feit, da zy steeds van uit 't eene gezag onder 't andere is geraakt. Ook uit 't feit, dat wie maar optreedt als een man van autoriteit, zulke dwaasheden niet kan verkondigen, ot hy wint en houdt aau- hangers en volgelingen. En nu de moraal uit dit alles Wy hebben 't onszelf niet gemakkelijk ge maakt, die er uit at te leideu, waut wy hebben 't ideaal, naar 't welk wij ons oordeel over 't gezag zouden richten, buiten bespreking gelaten, 't Spijt my bij nader inzien niet, want het zou toch al te dwaas worden, te vragen naar 't gezag, waarop 't gezag berust, waaruit 't zyn recht van bestaan afleid en waarop 'tzich beroept. De godsdienstige mensch heett zulk een Hoog9te Gezag en de niet-godsdienstige mag er hem om be nijden maar dat geldt tegenover dien niet-godsdienstige niet. Laat ons echter deze zaak laten rusten. En beginnen met te erkennen, dat erin haast alle menschelyke en als ik nu even ook inaar oudeugend mag zyn, zou ik zeggenalle Nederlandsche natu ren wel zooveel aanleg tot anarchie steekt, da 't allerminst overbodig mag heeten op een weinig meer eerbiediging vau het gezag aan te dringen. Natuur lijk niet van alle zich maar als zoodanig opwerpend, maar van alle krachtens wet en maatschappelijke orde over ons ge steld gezag. Ik zou zelfs nog eene schrede verder durven gaanook waar gy d t gezag niet kunt bewonderen, begin dan toen met 't te eerbiedigen, zelfs waar gij te vens alle pogingen aanwendt om 't van aard en karakter te doen veranderen. Laat u er voorloopig door gezeggen, hoe zwaar 't u ook valle. Want alleen wie gezag weet te eerbiedigen, kan straks op zijne beurt gezag uitoefenen. De beste generaal is wie eens soldaat is ge weest; wie wil bevelen, uioet eeret leeren gehoorzamen. Aldus W. iu hel Nieuwe ran den Dag. De Bieufe Minister ran Oorlog. Gelyk we gistermiddag bnlletineerden, is met ingaug van morgen 4 Januari benoemd tot Minister van Oorlog de heer H. Colyn, sedert ll Juui 1909 lid van de Tweede Kamer voor Sneek. De heer Colyn werd geboren te Haar lemmermeer 22 Juni 1869 en in 1892 benoemd tot 2e lnitenant der infanterie O. I. L. In Augustus 1901 bij keuze be vorderd tot kapitein werd hy tevens adjudant vau generaal Van lleutsz, in 1903 belast met het bevel in de Passei- streek en in 1904 belast met het toe zicht op de naleving der neutraliteits- voorschriften te Sabang. Van Juni tot September 1904 was by met generaal Van Hentez in Nederland, keerde toen naar Atjeh terug 6d bereisde van 1905 tot 1907 de Buitenbezittingen tot regeling van het bestuur der pas onderworpen landstreken. In 1907 verliet .hy den miltairen dienst met den rang van majoor en werd in 1903 Adviseur voor de bestuurszaken der Buitenbezittingen, wel kambt hy ver liet voor het Kamerlidmaatschap. Hy verwierf in 1895 de Millitaire Willemsorde 4e klasse, in 1900 de eere sabel, in 1903 de M. W. O. 3e klasseen in 1904 de orde van den Nederlandscben Leeuw. Een Rechtzitiiiig in 2002 We zijn in bel jaai 2002. 't Is een koude Novemb'.-rmnruen en een kilo nevel haugt over de Amstelstad. Ik zal zoo vrjj zyo u tot Ciceroue te dieoen eo den noodigeu uit leg geven, want eeo twintigste-eeuwer zou anders in het moderne Amsterdam van 2002 staan kjjken als een vreemde eend in de bjjt. Geen wooderheden wordt voor bet gereebtsbof een moordzaak behandeld, die de gebeele stad in opschudding beeft ge bracht eeo man beeft zjju vrouw vermoord en iu stukken gesneden, daarna zyn vier kinderen door verstikking van bet leven beroofd en is vervolgens met een andere vrouw gevlucht. Nii moet ga weten, dat de belangstelling in de moderne samenleving voor reebtztken zóo groot is, dat iedere belangryke zitting een ware gebeurtenis is. Oe kantoren zyn gesloten eo aan vele win kels haugt bet Zendingsbordje. Ik noodig u dus uit, eens mee te ga&a kykeu. Laten we binnen gaan, want ik wilde a vóór de zitting de zaal lalen zien eo bet een en ander uitleggen. Eeu prachtige zaal, niet waar En welk een ryk decoratie. De twee beelden daar st dien voorLombruso en Tolstoi. Daar is bet orkest. Orkest? Ja, het orkest Ik zie wel, dat u uiet veel idee bebt van de mo derne rechtspleging. EuGu, u zult dat alles straks in werking zien. Daar in bet midden, tosscben de bloemen zitten de rechters. Hier links is de salon der aangehoudenen, „be schuldigden" zei men vroeger. LateD we die salons met by beboerende tioletkamer even van dichterby bezieD. Hier is de badkamer. Na een bad genomen te hebben, gaat de aangehoudene iu de toiletkamer, by of zjj wordt geknipt, geschoren, gekapt eo trekt het costuuui aan, dat men een paar dagen t-j voren naar keus op 's lauds kosten beeft laten maken. Dat is ona ie voorkomen, dat men den stand cf den rang van den aan gehoudene uin zyn uiterlyk zou kunnen op maken. Zulks zou een verkeerden invloed hebbeD. De sofa in de salon kan de aange» boudene gebruiken, i.is by vermoeid is. En bier is iets, dat niet iedereen weet. U ziet die vergulde rosetteo aan den wand van den salon. Midden in de roset is een klein gaatje, het psychiaters-gaatje. Daarach ter zitten psychiaters verborgen gedurende de zitting om de bewegingen, gelaatsuitdruk kingen en stemming van den aangehoudene te bespieden, zonder dat hjj er eig in heelt. Deze psychiaters vervullen in de moderoe rechtspleging eeo gewichtige, laat ik liever zeggeu de gewichtige rulbet recht is eigeo- lyk uitsluitend in bun banden. Men heeft psychiaters in eerste, tweede en derde in- stautie. De psychiaters der tweede instan tie zyn belast met de waarneming en proe ven omtrent den geestestoestand en de psy chische gezondheid van de psychiaters der eerste instautie en worden daarom voor elke rechtzitting onderzocht. De derde instantie is de psychiatrische Hoogeraad eu belast met psychische opper-coutrole der gebeele rechtspleging en zoo kan bet gebeuren, dat een of meor psychiaters gedurende den loop vso de zaak bewjjzeu geveo van meer of minder geestelyke oosteltenis of neiging tot mono- oi andere manie; da gebeele iaak wordt gecasseerd, de minderwaardige psychi ater wordt door een verscben dito vervan gen; alle getuigen, rechters, psychiaters worden opnieuw psychisch onderzocht eo d# Hooge Raad beslist. Deze Hooge raai zelf

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1