Donderdag 19
Januari 1911.
No. 7921.
60e Jaargang.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
AMERSFOORT.
Verschijnt Dintdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f\Ao. Advertentiën 16 regels 60 een: elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, ollicieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reolatnes 15 regels fl.25, elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gobracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën var buiten de stad worden de innasseerkn^ten in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTEGRACHT 9
Postbus 9.
Telefoon IP,
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
d««n te weten, dat door den Raad dier Gemeente
in zijne vergadering van 29 November 19)0 is vast
gesteld de volgende verordening:
.Verordening no, 9, houdende verbod tot het
bouwen van gebouwen op groud, wellce in de naaste
toekomst bestemd is voor deu aanleg van eeoe
straat, gracht of pleiu".
Artikel 1.
Het is verboden, gebouwen te bouwen op de
hierna te noemen gronden
I. Een gedeelte, groot 132 M', van het terrein,
kadastraal bekend Gemeeute Amersfoort Sectie C.
no. 1611, in eigeudom toebehoorende aau de Maat
schappij tot exploitatie van onroerende goederen
„Amersfoort", nader aangeduid, op eene bierbij
behoorende teekeniog door 1 a, b, c, d;
II. Een gedeelte, groot 132 M1, van het terrein
kadastraal bekend Gemeente Amersfoort Sectie C. no.
1611, in eigendom toebehoorende aan de Maat
schappij tot exploitatie van onroerende goederen
.Amersfoort", nader aangeduid op eene bierbü be-
noorende teekening door 2 a, b, c, d.
Artikel 2
Overtreding van het inariikel 1 vermelde verbod
wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee
maauden of geldboete van ten hoogste driehonderd
gulden.
Zijnde deze verordening door de Gedeputeerde
Staten van Utrecht bij besluit van 8 Januari 1911,
le Afdeeling no. 5031/15, goedgekeurd.
Eu is hiervan afkondiging geschied waar het be
hoort den 17 Januari 1911.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeeeter,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.'
4
Voor
Hollandsche jongens.
Jelui hebt nu zeker wel allen gehoord
van en gelezen over de Padvinders.
Welnu, gistermiddag is hier een comité
saamgesteld, dat deu adspirant-padvin
ders den weg wil wijzen om mettertijd
jongens te worden, waar iedereen wat
aan heeft en die, als ze tot mannen zul
len zyn opgegroeid en dan soms voor zulke
heel onverwachte dingen komen te staan,
waarbij een juist maar ook snel besluit
van zoo ontzettend groot gewicht is,
dankbaar zullen zijn voor hetgeen ze in
hun jeugd al
spelend leeren
Je weet al, dat de Padvinders samen
werken in zoogenaamde patrouilles van
een man of acht.
Er gaven zich reeds een 40-tal flinke
jongens op als adspirant-padviuder en
vrijwel kunnen uit hen, die zich aan
meldden, buurt-patrouilles worden ge
vormd. Maar, dit weet je óok al wel,
alle hout is geen timmerhout en 't kan
dus heel best gebeuren, dat sommigen
het niet verder brengen dan adspirant.
Dat zal echter geheel en al aan henzelveu
te wyten wezen, want de patrouille-lei
ders zullen hun uiterste best doen om
van allen een flink Padvinder te maken.
De heereu Bouwensch, Koppert en Bir-
nie (aan den Ham te Hoogland) verklaar
den zich bereid, als patrouille-leider op
te treden.
Hoe dat in zyn werk gaat?
Binnenkort komen we sainen. Zoo
spoedig mogelyk zullen flinke jongens
#van 12 tot 18 jaar, wier ouders goed
vinden, dat zjj zich aanmelden als ad-
spirant-padvinder, kunnen keunis makeu
met het comité, waarvan de óverige-
leden zyn de heeren Spelberg, Sutherland
(die de gelden zal beheereu) en Frederiks
(die het schrijfwerk doet).
Ik spreek daar van .gelden". Schrikt
maar niet, want het pad vinder-worden is.
niet duur.
Ik wil je dit eens voorrekenen.
De padvinders-stok, dien je niet missen
kunt, kost 40 cent.
De slappe vilten hoed kost een daalder;
dien kan je óok niet missen. Die zit stevig
op je bol en doet, naarmate je den rand
neerslaat, dienst voor zonnescherm, wind
vanger en nog veel meer.
Een blouse heb je welliefst een beetje
wyde, waaronder je desnoods een dik
vest of iets van dien aard kunt aan
trekken. Ben je eenmaal Padvinder, dan
kan je een uniform-blouse koopen.
Een korte broek is óok niet zoo'n
moeilijk te krijgen kleedingstuk. Sommige
jongens vinden 't „echt" om met bloote
knieën te loopenhet voordeel is, dat,
als ze eens vallen of in een heg blijven
haken, moeder niet aanstonds met naald
en draad op de proppen behoeft te komen
moeder Natuur heelt zoo'n schram wel.
Een paar dikke kousen en een paar
stevige schoenen voltooien het costuum.
Dat is dus 40 cent voor je stok eD
f 1.50 voor je hoed, samen dus f 1.90.
En 10 cent in de maand contributie
maakt net f3.20.
Zoo'n schat is het dus nietmet
een dubbeltje
in de week kom je al een heel eind.
want dan houd je nog 'n mooien duit
over om met een kameraad een aboune-
ment te nemen op het weekblad „De
Padvinder" dat zoo heel veel leerzaams
bevat, of om je van lieverlede een vol
ledige uitrusting aan te schatten.
En dat dubbeltje per week kan je nu
toch wel er voor over hebben van je
zakgeld. Je rookt dan maar wat minder
sigaretjes en je gooit je zakgeld wat
minder weg aan onnutte dingen.
En je bent nog wel eens jarig, of er
is een St. Nicolaas of een ander buiten
kansje, dat immers iederen jongen teu
deel valt, en je nog wat vlugger helpt
aan een „echt" padvinders-costuum Je
zorgt maar eens een paar keeren voor
een extra-mooi schoolrapport.
Dat komt er dus óok wel.
Het is niet „echt" als de padvinder
zich zijn uitrusting cadeau laat geven.
Hij moet die zelf betalen, van zyn
weekgeld, óf zelf verdienen. En dit laatste
kan best. Hoe Dat zal jelui wel wor
den geleerd en daar weten je ouders wel
raad op.
Er zijn er, die denken aan
militaire dril
en daarvan niet willen hooren.
Maar padvinden, is juist geen sol
daatje-spelen.
Weet je, wat de adspirant-padvinder
wel leert?
Zichzelveó helpen en vooral veel voor
zijn medemenschen over hebben.
Als 't weer wat beter wordt, gaan de
patrouilles er met huu leiders op uit,
het vrjje veld in; ieder gewapend met
zijn stok en een eind touw.
Dan wordt hun geleerd knoopen te
leggen en van een paar stokken en vol
gens de regelen der kunst aaneenge
knoopte touwen een draagbaar te maken
of langs die touweu te klimmen of over
een bundel stokken over een slootje te
gaan.
Een anderen Zaterdagmiddag worden
gezicht en gehoor geoefendnatuurlijk
óok weer buiten, in 't heerlijk vrjje veld.
Op een gegeven moment natuurlijk
afgesproken werk met den leider is
er éen van de patrouille zoek; en de
kameraden moeten, zyn spoor volgend,
hem terugvinden.
Of ze leeren werken met de lasso.
Eerst wordt die geworpen om een op
eenigen afstand staanden padvinders-stok.
dan maar pas veel later, natuurlyk
om een van de makkers, en nog weer
later, op bevel van den leider, om zyn
rechter- of zyn linkervoet, zyn arm, zijn
borst, zijn knieën, om 't even of hy stil
staat dan wel in beweging is. Moeilijk,
maar prettig en nuttigwant een goed
padvinder zal een paard niet langer la
ten hollen dan hij wilhij werpt het
immers zyn lasso om 't hoofd en dan
moet het wel stilstaan, vooral als je
met z'n beiden bent, wat allicht gebeurt
omdat kameraden uit de zelfde buurt-
patrouille haast onafscheidelijk zyn. Dan
gooi je gauw een platten steek in twee
lasso's, slaat er een om boom of stoeppaal
en de zaak is gezond.
Weer een anderen keer wordt je ge
wezen op hetgeen volwassen menschen
noemen „moreele verplichtingen", waar
toe bovenal behoort den wil om een
ander een dienst te bewijzenniet alleen
den huisgenooten want die gaan
natuurlyk vóór maar ook wildvreem
den een oud vrouwtje, een klein kind,
een vreemdeling, en zoo veel meer.
En in de vacantie gaan we naar buiten
en worden er wedstrijden gehouden tus-
schen de buurtpatrouilles in al heigeen
een Padvinder moet kennen. Hy kookt
dan zyn eigen potje; hetgeen nog lang
zoo dwaas niet is, want het is meer ge
beurd, dat iemand bijvoorbeeld in Indië
dolgraag een flinke portie van zyn
ingenieurs-tractement had willen afstaan
als hij by machte was geweest, een beetje
ryst voor zichzelven te koken.
Zoo zie je, dat je heel wat kunt lee
ren, dat je maar wat best te pas kan
komen, dadelyk zoowel als later.
En dit nog
't kost geen tijd.
Het raag geen tijd kosten, want de
school mag er niet om ljjdeu, waut dat
kan je later nooit weer inhalen, hoe
veel spijt je er dan ook over hebt, dat
je niet beter oplette, niet zorgvuldiger
je huiswerk maakte.
Deu Zatermiddag ben je tóch vrij
en juist die middag is gekozen omdat,
als je eens iu eens in eeu sloot mocht
tuimelen in plaats van er over te wip
pen, of, als je bij 't kruipen door de hei,
eens wat groezelig beat gewordeo, het
dien avond tóch de groote beurt is.
En wat is nu beter, dat je Zaterdag
middag je soms begeeft op paden, waar
je nu niet zoo heel. graag zou worden
gezien door je ouders, dan wel dat je
wat nuttigs leert ouder goede leiding,
die er niet aan denkt, Brave Hundrikjes
van je te maken
Volgende week zien we elkaar dus.
Wéar we samenkomen, zal je zoo spoedig
mogelyk worden meegedeeld.
Spreek er maar vast eeus over met je
ouders. In VulkhofPs boekhandel ziju nog
enkele exemplaren vau de eerste twee
nummers van „De Padvinder" koste
loos verkrijgbaar. Daarin kan je meer
vinden, dan ik nu vertellen kan, tersvyl
elke van de bovengenoemde leden vau
het comité je ook graag te woord staat.
Frrdkkiks.
Zyn er wellicht ouder de lezers, die
patrouille-leider kunnen en willen worden?
Wat is een Kilowatt-uur?
De circulaire van het Dagelyksch Be
stuur der Gemeente over het vertrekken
van electrische energie heeft al bijzonder
de tongen in beweging gebracht.
Vooral de becijfering aan den voet.
Als goede Hollanders hebben zeer ve
len al aunstonds gevraagd wat kost me
die niewigheid En er zyn er geweest,
die tot inderdaad verbijsterende bereke
ningen zyn gekomen.
Het allermeest echter zat men te hou
den met de uitdrukking „Kilowatt-uur".
Er zyn er geweest, die hebben gemeend,
dat eeu Kilowatt-uur was om zoo te zeg
gen de electrische naam van een brand-
uur, en dat dus een electrische lamp,
vólgens den pry° in de circulaire, zou
verbranden 20 cent per uur. Lager zal
men zien, dat een lamp met een licht
sterkte van een lampe-belge, per uur
verbrandt voor slechts */s van éen cent.
En geen wonder, dat ze niet beter
wisten.
De allermeesten hebben in hun school
jaren te hooi en te gras een zeer flauw
begrip opgedaan van electriciteitde
Leidsche flesch en de vossestaart die
als de dampkring het toeliet zoo
mooie vonken konden geven, de zooge
naamde „krachtmeters" op de kermis in
hun jonge jaren, ziedaar zoowat al het
geen er nog van is blyven hangen.
Dat al hetgeen vast zit aan de elec
triciteit een wetenschap op zichzelve is
geworden, een die pas sedert een tien,
vyftien jaren wordt beoefend en telken
dage de theorieën uit huu schoolt jjd om
werpt eu ieder uur nieuwe toepassingen
schept, och, dit leeren ze wel van hun
zoon, den Burgerscholier, zien ze wel als
ze den neus eens buiten Amersfoort ste
ken en in de groot-steden de takken
van electrisch bedrijf voor oogen krjjgen.
In stede nu, van zich door zelfonder
richt op de hoogte te stelleu van deze
diugeu, nemen ze het air aan a'.sof ze
er alles van weten.
Tot ze aan den tand gevoeld worden,
hetgeen thans hier plaats heeft, nu
iedereen spreekt over de circulaire.
Dim zjjn ze niet meer zoo dapper van
beweren; dim beginuen ze zich onzeker
te gevoelen en diiu trachten ze hun licht
op te steken bij anderen, listiglyk vragend,
zoo met het air„ik kom eens hooren
wat jy er nu eigeulyk van weet".
Aardig is 't, ja, verblijdende, te hooren
hoe ieder thans denkt over electriciteit
eu de toepassing er van ook hier ter
3tede.
Hoe dikwijls zou in de laatste week
wel zijn gevraagdmaar wat is dan
toch een Kilowatt-uur?
De beantwoording van deze vraag
beheerscht voor een goed de appreciatie
der circulaire.
In September j.l. kondigden we de
verschijniug aan van „De hoofdbegrippen
over electriciteit eu het gebruik van
electrische toestellen, uiteengezet teu
behoeve van den leek, door A. ten Bosch
N. Jzu„ electro technisch ingenieur, Direc
teur van het Bureau voor electrotech-
nische adviezen te '^Gr.wenhage".
In voor den allergrootsteu leek be
vattelijke bewoordingen, beantwoordt dit
boekje de vraag aldus
We zullen trachten het bogrip olectrischen
arbeid duidelijk te maken door hetgeen in onze
omgeving dagelijks valt waar te nemen.