Donderdag 9 Maart 1911. No. 7942. 60e Jaargang. KOSTELOOS. FIRMA A H VAN CLEEFF AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief' op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën var buiten de stad worden de inoasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT Postbus 9. Telefoon 19, Tie zich met ingang van 1 April doet inschrij ven als abonne', ont vangt de tot dien datum verschijnende nummers Voortleven. „Hic mortui vivunt, hic muti loquun- tur", hier leven de dooden, hier spreken de stommen", zoo luidt een opschrift aan de Bibliotheek te Erfurt. Kernachtiger kan niet gezegd worden, hoe 's menschen geest in ziju werken kan voortleven, ook nadat de laatste ademtocht aan de lippen is ontvloden, hoe, jaren en eeuwen na hun dood, de grooten van geest nog tot ons spreken. Gij staat in een bibliotheek eu grijpt uit de rijen der boeken een werk, dat u aantrekt door den titel of den naam des schrijvers. Gij slaat een bladzijde op en wordt onmiddellijk vastgegrepen door een grootsche gedachte; zij laat u niet los. Ge leest verder en als gij den ouden, bestoven foliant toeslaat, beeft een mond, die verstomd is, tot u gesproken, hebt gij een poos geleefd in gemeenschap met een doode, en zjjt gij daardoor eenige verheven gedachten rijker gewordeu. En wanneer de denker en schrijver tot den kring uwer verwanten of ken nissen heeft behoord, dan is die gemeen schap nog sterker. Want in zijn stijl trilt zijn stem, in zijn denkbeelden vonkt zijn geest. Zijn beeld rijst u vooroogen; gij ziet ziju voorhoofd zich rimpelen, toen ziju pen vlug over het papier sprit ste en hij zijn verontwaardiging ouder woorden bracht; gij ziet zijn mond zich tot een glimlach plooien, nu hij schert send met zpn lezers keuvelt. Het geschreven woord ontroert u, als toen de schrijver tot u sprak met een stem, die u thans weer als muziek in de ooren klinkt. Eu nn ge door zijn werk weer eenige oogenblikken in ziju ge meenschap hebt geleefd, is uw droefheid over zijn verlies wat gelenigd, staat zijn beeld weer vaster in uw herinnering geprent, voelt gij u minder eenzaam. Maar niet alleen in een bibliotheek is een opschrift, als dat te Erfurt, op zijn plaats. Men zou het in gulden letteren kun nen beitelen aan den ingang van iedere verzameling van kunsthet zou geplaatst kunueu worden boven ieder kunstwerk. Want, zoo goed als een geschrift, is een schilderij, eer. beeld, eeu bouwwerk, een uiting vau de menschelijke ziel, een openbaring van 's kunstenaars gevoel. Wat den schilder, den beeldhouwer, den toondichter, kortom den gevoeis-mensch, door het brein woelt, hij moet het zeg gen in zijn taal, die niet iu woorden, maar iu klanken, vormen of kleuren spreekt. En alweder de hand, die het penseel heeft gehanteerd of den beitel, moge krachteloos geworden zijn, in dat brein moge het niet meer zingen en bruisen van tonen, accoorden en melo dieën voor iëder, die het kunstwerk ziet ot hoort, begint de mond, die stom is, te spreken, de ziel des kunstenaars herleeft en in u worden de gevoelens gewekt, die haar ontroerden. Zoo weerspiegelt ons Rembrandt's Nachtwacht den glans van de wonder wereld van kleur eu licht en donker, die zijn geestesoog aanschouwde. Zoo zegt ons het Venus-beeld, dat in 1820 op het eiland Milos teruggevonden werd, hoe de ziel van den Griekschen kunstenaar, zooveel eeuwen geleden, ont roerd werd door de schoonheid, adel en verhevenheid van het menschelijk lichaam. Zoo is Beethovens's Negende sympho- nie de weerklank van de juichende vreugdehymrae, die hem door de ziel bruiscbte. Zoo is de machtige kathedraal van Chartres het steenen boek, waarin de bouwmeesters, die het grootsche plan opvatten en uitvoerden, te lezen gaven het geloof en voelen en denkeu dier lang- vervlogeu eeuwen. De duizeude mannen en vrouwen, die de steen brokken voor de kathedraal uit de groeven hakten, naar de plaats sleep ten, waar het gebouw moest verrijzen en ze daar opeen stapelden, hebben ons geen spoor nagelaten van hun denken of voelenhnn werk had even goed ver richt kunuen worden door trekossen of hefkranen zij zijn vergeten. Dat is een gevolg van de geringe waarde van alleen- stotfelijken arbeid. Maar de meester, die uit zoo'u blok steen de groep van den kooromgang bei telde, waar Jozef en Maria in den stal van Bethlehem waken over hun kind, heeft daarin zijn ziel uitgezongenhij leeft voor ons iu zijn innig, vast geloof, zijn kinderlijke vroomheid. Hij geniet van het voorrecht van de werken des geesteshet voortleven na den dood des kunstenaars. Maar wat moeten wij. die geen groote denkers of kunstenaars zijn. wij, die geen j boeken schrijven, geen schilderijen of beelden seheppèu. geen kathedralen bou wen 1 Is het voor ons óok mogelijk, na onzen dood voort te blijven leven in de herinnering van velen1? Zeker, want er is een kunst, die wij allen kunnen leeren, allen moeten be oefenen en die, als wij weggerukt worden uit de rijen, oorzaak is, dat wij een plaats open laten, die niet meer z<5o kan worden bezet. Het is de kunst van Leven niet voor zich zelf alleen, maar met eu voor au- deren tevens. Zij kan slechts worden geleerd in het leven zelve. O, zeker, hier bunnen denkers en wijsgeeren ons van grooten steun zijn, door ons, als Knigge, te zeggen, hoe zij denken „Over den om gang met menschen". Maar deze kunst wil, al3 alle andere, niet alleen in theorie, doch vooral in de practijk worden beoe fend. Voor alle kunst is een zekere vaar digheid van geest eu hand noodig. Zoo ook voor de levenskunst. Zij is zeer inge wikkeld. Talrijk zijn haar handgrepen. Leven kan je maar niet zoo op eens en de een kau het beter dan de ander. Wij kunnen er niet allen meesters in wor den, maar wij kunnen trachten het te worden. En op éeu geheim is heel deze kunst gebouwd. liet luidtwees goed Dat wil zeggen niet sullig, maar echt verstandig goed. De goedheid zal uw oordeel verzachten over wie anders den keu eu doen voelen, dan gij, zij zal u den weg doen vinden tot harten, die voor u gesloten waren. Zij maakt u buigzamer, onbaatzchtiger, bescheidener zij leert u zacht te ziju voor zwakken, armen, ongelukkigen, ondergeschikten, voor slechten zelts. Uw goedheid zal u goedheid doen ontmoeten. Velen zullen van uw levenskunst een brokje meene men door hun leven, en zoo zult ge doode voortleven in hun harten, zoo zal uw mond nog spreken, als hjj reeds lang verstomd is. Laborkmos. Vertraagde wetten. Dr. Nolens wijst er in de »N. Veoloosche Crt". nogmaals op, dat van den wetgeveoden arbeid voor deze regeering tutufdzaak zijn en blijven tarief- en verzekeringswetten. Van deze is op het oogenblik alleen do ziekteverzekering ingediend. Tarief, herziening ongevallenwet en invali- diteits- en ouderdomsverzekering laten nog op zich wachten. Toch werd reeds vóór geruinien lijd mee gedeeld, dat deze ontwerpen »het Departe ment hadden verlaten". Waar zijn ze dm Bij den Raad van State. Volgens artikel 75 der Grondwet brengt de Koning ter overweging bij dezen Raad alle voorstellen, door hem aan de Staten- generaal te doen, enz. Natuurlijk vordert die overweging tijd. Die overweging kan echter ook tot vertra ging aanleiding geven. En het schijnt wel, dat dr. Nolens te ver staan wil gevep, dat iri dit geval door den Raad van State de tij 1 van overweging wat erg ruim genomen wordt. Uitbesteding van ambten. Onder den titel»Uitbesteding van rech terlijke ambten aan den ruinslbiedendec schrjjft >Het Centrum": Een andere qualificatie van liet Koo. be sluit van 18 Feuruari 1911, Stbl. 79, is niet mogelijk. Het geeft de slechtst denkbare oplossing van gerezen bezwaren. Bekend is, dat de organisatie der Raden van Beroep voor de Ongevallenverzekering breed is opgezetindien de door alle par tijen toegezegde uitbreiding der Ongevallen wet tot den latidbouw, de zeevaart, de zee- visseherij ware tot stuud gekomen, zouden de radeu van Beroep volop werk hebben bij gebreke daarvan kunnen de meeste dier collegies hun werk gemakkelijk af. De cijfers der statistiek leveren het bewijs. Nu had, met opheffing van eenige Raden, door wijziging van het Koo. besluit van 8 December 1902 een nieuwe indeeling van bet Rijk kunnen plaats vinden. Ook ware mogelijk geweest een nieuwe classiftceering der Raden van Beroep, waarbij de jaarwedden voor de minst drukke colleges hadden kunneu worden verminderd tot 1200J, flóOO, wil men tot f tUOO. Maar wat nu is geschied, kau niet door den beugel. Bij genoemd Kon. besluit van 18 Februari 1911 zijn voor het cijfer der jaarwedden van de Voorzitters en de Griffiers der Raden van Beroep, op twee ua, geplaatst de woorden »ten hoogste". Iudien do bewerker vau het Kon. besluit niet de «Schuurmans-editie" der Beroepswct, maar bet «Staatsblad" had geraadpleegd, waariu het Kon. besluit van 31 Januari 1903 is opgenomen, zouden misschien ook dejiai- weddeu van Voorzitter eu Griffier van den Raad van Beroep te Middelburg een derge lijke bewerkiug hebben ondergaan. Nu zijn ze totaal vergeten 1 Alzoobij overlijden ot verplaatsing van een Voorzitter of een Griffier hebben du sollicitanten maar iu te vulleu voor welk salaris zij bel willen doen. Een jurist, die advocaat en procureur wil blijven, doet bet vour de helft; eeu ander, die geen bijbetrekkingen heeft, vraagt het volle salaris. Mogelijk is ook ietnand te vinden voor f1000. Bij overigens gelijke geschiktheid en be kwaamheid is de Minister in het belang der schatkist verplicht dengene te benoemen, die het minste vraagt Waar moet het heen met het gezag der rechterlijke macht, iudien de amKon bij af slag worden vergeven I)e buitengewone vergadering van den Middenstandsbond. üver de resultaten, door de Utrechtsche Handels Vereeniging met haar oproep be reik weet de »Utr. Cit." mee te doelen, dat, het gering aantal ingekomen antwoorden in aanmerking genomen, dat een buitengewone algemeene vergadering bepaald onnoodig acht, er oogenschijnlijk alle kans bestaat, dat het voldoend aantal medeonderteekenaare van een verzoek om een buitei gewone alge meene vergadering ongetwijfeld zal worden bereikt. Immers tot op heden verklaarden niet minder dan dertien middenstandsver- eenigingen in den lande zich bereid, het verzoek om een buitengewone algemeene vergadering te steunen, terwijl de Nourd- Nederl aidsche Bond ("omvattend de Provin ciën Friesland, Groningen en Drente) ver klaard heeft, zeer veel voor een spoedige behandeling der kwestie te gevoelen, doch er nader nog in vergadering over te willen beraadslagen. Inmiddels heeft het Dagelijkscb Bestuur der Utrechtsche HandelsVereenigiog besloten een onderhoud aan te vragen bij den heer J. S. Meeuwsen, Voorzitter vati den Midden standsbond, om de kwestie vooraf nog eens in details met dezen te besprekeo. Daar de heer Meeuwsen tharis in Eugeland vertoelt, zal dit onderhoud zoo spoedig mngelgk, doch eerst ij een der volgende weken kunnen plaats hebben. In de vergadering der Utrechtsche HandelsVereeniging, op Woensdag 15 Maart, zal een en ander allicht tut nadere bespre kingen nog aanleiding geven. Vondel's „Lucifer". De opvoering morgenavond om half acht van dit treurspel door Royaard's gezelschap, op een wijze over welke in heel de Pers slechte éen roep ten goede is, mag voor ons stedeke een belangrijke gebeurtenis worden geacht. De heer L. Simons heeft ook dit kunstwerk weder ingeleid bij het publiek en schrijft iu de „Tooneel-bibliotheek", welke hij redigeert eu waarvan dit nummer weder bij de boekhande laren voorradig is: Vondel en zijn werk te verstaan, is daarom voor ons, in dezen tijd, zoo moeilijk omdat de dichter zoo veelzijdig gerijpt was in eeo wereld van weten, denken en gevoelen, die ons niet alleen vreemd is in menigerlei opzicht, maar die we nauwelijks meer kennen. Schrijvers las hij en kerksobrijvers kende hij, en autoriteiten eer biedigde bij. en gebeurtenissen b. leefde hij, wier bestaan ons al te li"11 ontgaat als wg zoeken zijn arbeid te verklp.on. Een wonderbaarlijke mengeling leefde in hem van middeleeuwaohe opvattingen, klassieke leerstellingen en histories, en bijbelseh-kerkelijke legenden en dogma's, en dit alles, naar den weiuig kritischen geest van ziju tijd en naar den tot eerbied gestemden eigen zin, die zoo sterk in hem leefde, aanvaard als niet of nauwelijks te betwijfelen waarheden. En daarbij hij levend in een eeuw van geweldige worstelingen tusschen overgeleverd gezag en vrijheidsdrangtusschen vorsten en volkeren tusschen allerlei verscheidenheden van Christen dom, eu tusschen Christendom en Mohammeda nisme. En dan hij zelf daarbij geenszins, als men wel al te vaak meent, een ruslig-stil mensch, maar een zeer lievige natuur, wieu al wat hem op '8 harteu grond lei ook welde naar de keel onverschr ikken voorvechter van verdrukten tegen verdrukkers, en daarbij tegelijk, in zijn diepste zieleleven, van een devoot vermogen tot eerbie dige onderworpenheid aan 's leveus Iloogste Macht. 't Is dit dubbelwezen iu Vondel, dat hem tot tragedie-schrijven drijft, en liefst tot hel treur spel der Opstaudeliugeu on Hoovaardigeu. Want daarin kon ziju eigen drift tot verzet zich uiten, eu door die uiting zoowel als door hel noodlottig

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1911 | | pagina 1