Zaterdag 17
Juni 1911.
No. 7966.
60e Jaargang.
Cc
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „Do Amersfoortsche Courant, voorheen firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
J. 7RSDEHZES.
AMERSFOORT.
Verschijut Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement par 3 maanden ƒ1.
franco per post ƒ1.15. Advertentiön 16 regels CO cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvrtag kos'eloos. Legale, oflicieëlc- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kostenevenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerko^ten in rekening gebracht.
KQRTEGRACHT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19
Kennisgevingen.
Koost elooze inenting.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gelet op artikel 18 der Wet van 4 December
1872 (Staatsblad No. 134)
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
voor een ieder de gelegenheid tot kostelooss
inenting wordt gegeven op den eersten en den
tweeden Maandag van de maand Juli des na
middags te drie ure, in de daartoe betemde loka
liteit van het voormalig schoolgebouw wijk A,
Koestraat no. 9.
Gedaan te Amersfoort den 14 Juni 1911
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Schietoefening.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
op 17 en zoo noodig ook op 24 Juni 1911
schietoefeningen zullen plaats hebben vu het fort
IJmuiden.
Er zal gevuurd worden met kanonnen van
licht kaliber (6 C.M.), waarbij onveilig wordt
gemaakt een sector tol op 4500 M. van het lort
en begrensd aan de N.-2ijde door eene lijn van
af het fort in de ware richting N.N.W. en aan
de Z.-zijde door bet Noorderhoofd en eene lij a
in de ware richting W.Z.W. van het uiteinde
daarvan. De Noordelijke grens van dezen sector
zal op het fort aangegeven worden door een etel
palen met rooden driehoek als topteeken.
Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van
het fort eene roode vlag waaien, die drie uur v6 >r
het begin der oefening halfstok en éen uur vóór
de oefening geheel voorgeheechen wordt.
Bovendien zal op den avond vóór en op de
dagen, dat gevuurd wordt, een waarschuwings
bord worden geplaatst aan deD ingang der
visschersbaven.
Op 20 en zoo noodig ook op 21 Juni a.s.
schietoefeningen vf'a het fort Hoek van
Holland.
Er zal gevuurd worden met kanonnen van
licht kaliber (6 c.M.), waarbij onveilig wordt
gemaakt een driehoek, gevormd door het fort,
eene roode vlag beN. en eene beZ. het zeegat
tot op 3100 m. van het fort.
Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van
het fort eene roode vlag waaien, die drie uur vóór
het begin der oefening öaifstok en éen uur vóór
de oefening geheel voorgeheschen wordt.
Amersfoort, 15 Juni 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WU1JTIERS.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
in de Gemeenten Houten, Stoutenburg, Wijk-bij
Duurstede en Driebergen gevallen van mond
en klauwzeer zijn voorgekomen.
Amersfoort, 15 Juni 1911.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
Gezien het verzoek vanH C. A. d e Jongwaarbij
hij vergunning vraagt lot bet uitbreiden van
zijne tabakskerverij door plaatsiug van een zuig
gasmotor van 8 P. K. ter vervanging van den
thans b08taanden motor in het perceel, gelegen
aan den Weverssingel, kadastraal bekende Ge
meente Amersfoort sectie E, no. 1129
overwegende, dat de zitting, bedoeld bij art.
7 der Hinderwet, den 18 Mei 1911 heeft plaats
gehad
dat de beslissing op dit verzoek ingevolge art.
8, le lid dier wet vóór 18 Juni 1911 genomen
moet worden;
dat het bericht van den Inspecteur van den
Arbeid, bedoeld in art 12 bis, 3e lid, vóór dien
datum niet kan worden verwacht;
gelet op art. 8, lid 2 der Hinderwet;
Besluiten
de beslissing op het verzoek van H. C. A. de
Jong, voornoemd, te verdagen.
Amersfoort, 15 Juni 19x1.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd, De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. 264 der Gemeentewet,
Doen te weten, dat het primitief kohier der
Straatbelnsting
over het dienstjaar 1911, goedgekeurd door Ge
deputeerde Staten van Utrecht, in afschrift
gedurende vijf maanden op de Secretarie der
Gemeente voor een ieder ter lezing ligt.
Amersfoort, 16 Juni 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
De COMMISSARIS DER KONINGIN in do
Provincie GELDERLAND,
Brengt ter kennis van de belanghebbenden,
dat door Gedeputeerde Staten van dit Gewest,
bij besluit van 24 Mei 1911, No. 26, is goed
gevonden:
te bepalen:
1. dat de afzonderlijke jacht op waterwild,
bedoeld bjj de letters d, f en h van arukel 15
der Jacbtw-.t, zal geopend zijn vanaf Zaterdag
15 Juli e.k. met zonsopgang;
2. dat de jacht op klein wild voor zooveel
betreft de uitoefening van een der volgende
jachtbedrijven:
a. de jaebt met valken of havikken, mit?
zonder honden,
b. de jaebt met geweer en met of zonder staande
honden of brakken, en
c. het vangen van houtsnippen met laat-,
war- of valflouwen,
zal geopeud zijn vanaf Zaterdag 26 Augustus
a.s. met zonsopgang, met uitzondering vau de
jacht op hazen en fazanten, waarvan de opening
wordt bepaald op Zaterdag 30 September ek.
met zonsopgang;
3. dat de jacht met windhouden (lange jacht)
miis zonder schietgeweer en mei niet meer dan
vijf honden, alleen op Maandag, Woeusdag en
Vrijdag zal geoorloofd zijn, en het jagen in on-
gemaaid te veld staand koren, peulvruchten en
klaverzaad, welke nog in 1911 moeten geoogst
worden, verbudeo is, evenals het jagen in te
veld staande tabak zoolang het zoogenaamd
lestgoed" niet is geoogst;
4. dat de jacht op klein wild, daaronder ook
begrepen zoowel als scuieten als het vangen van
houtsnippen met laat-, war- of valfiottwan, zal
gesloteu worden op Zaterdag 30 December 1911
met zonsondergang;
5. dat jacht op reeën (reebokken en reegeiten)
zal zijn geopend vanaf Maandag 2 October a.s.
met zonsopgang en gesloten worden op Maandag
30 October d.u.v. met zonsondergang;
6. dal de jacht op hertebokken zal zijn ge
opend vanaf Donderdag 30 November 1911 met
zonsopgang en gesloten worden op Woensdag 31
Januari 1912 met zonso ndergang;
7. dat de jacht op vrouwelijk grof wild, wat
betreft heriekoeL-n, zal geopend zijn vanaf Maan
dag 2 October e.k. met zonsopgang en gesloten
worden op Maaucag 30 October d.u.v. met zons
ondergang
8. dat de jacht op hertekalven en reekalven
niet zal worden geopend.
Arnbem, 31 Mei 1911
De Commissaris der Koningin voornoemd,
S. VAN CITTERS.
Economische dankbaarheid
en
Weet de leugenaar, dat liegen een on
deugd ia 1 Is de dief zich bewust, dut
stelen als een anti-sociaal en immoreel
bedrijf gebrandmerkt moet worden 1 Be
schouwt de hardvochtige zich zedelijk
minderwaardig in vergelijking niet den
zachtmoedige! Is een gierigaard overtuigd,
dat hij uiet gierig behoorde te zijn 1
Weet de bedrieger, dat eerljjk-zijn een
deugd is?
Die vragen zijn oudoud als leugen en
bedrog, als wreedheid en zachtmoedig
heid, als schraapzucht en mildheid. Met
zekerheid konden zij pas beantwoord
worden, indien het denkeu individueel
controleerbaar ware, indien de tolvrijheid
der onuitgesproken gedachten ophield te
bestaan. Nu moeten wij ons met waar
schijnlijkheid tevreden stellen, die wij
eveuwel zoo groot mogelijk kunnen
maken door met verstand de daden na
te gaan van vele leugenaars, dieven,
hardvochtigen, gierigaards, bedriegers,
enz; niet alleen de daden, die hen in de
rangen der genoemdein dividueneen plaats
aanwijzen, doch ook de andere uitingen
eu openbaringen van hun geestelijk be
staan.
Uitgebreide, nauwkeurig juiste en we
tenschappelijk geordende levensbeschij-
vingeu van overigens weinig merkwaar
dige personen kunnen rijk psychologisch
materiaal opleveren voor de bestudeering
van de vragen, hierboven gesteld.
Thans bestaat te dien aanzien niet
anders dan een persoonlijke overtuiging
van meer of minder waarde, en het is
volstrekt uiet onmogelijk, dat aan het
oordeel der psychiaters d. i. aan het
oordeel van hen, die de zieke psyche tot
waarnemingsobject hebben in deze min
der waarde moet worden toegekend dan
aau het oordeel van andere, even ver
standige mannen en vrouwen, die de
menschenwereld met scherpen blik waar
nemen en de uitingen van menschelijk
bestaan waardeeren naar den algemeen
geldenden maatstaf.
Over de psyche van eigenljjke misda
digers bestaat reeds een rijke literatuur,
als resultaat van dcu arbeid van juristen,
psychiaters en psychologen; de psyche
vau den zoogenaamd normalen meusch
met karaktereigenschappen, die ..Is on-
deugdeu geboekt 3taau, heeft zich tot
heden in veel geringer belangstelling
mogen verheugen.
Dat een gierigaard niet graag op zijn
gierigheid betrapt wordt, dat sen hard
vochtige zijn hardheid liefst verbergt, dat
een weekhartige zich over zijn gevoelig
heid schaamt, bewijst allerminst, dat
gierigheid, hardvochtigheid en weekhar
tigheid door den betrokkene in geuioede
wordt afgekeurd. Zij weten elk voor zicb,
dat hun medemenschen de eigenschappen,
die zij bezitten, afkeuren eu er minach
tend over oordeelen, eu trachten hun
ware natuur te verbergeu, om ia het
oog vau auderen beter te scbijueu, dan
zij volgens de algemeen geldende opvattiug
iu werkelijkheid zijn.
Dat huichelarij een hulde is aan de
deugd, kan uiet worden volgehouden.
Veeleer is huichelarij een concessie aan
de eischen der officieel aangenomen maat
schappelijke en christelijke deugdeu, waar
bij de huichelaar zich om het wezen van
deugd eu ondeugd iu het geheel niet
bekommert.
De gecompliceerdheid van ons geeste
lijk leven maakt het uiterst moeiljjk.het
verband op te sporen tusschen drjjfveer
en handeling, tusschen beweegreden en
daad.
Er zijn voorbeelden te over van han
delingen, geheel en al in strijd met de
verwachtingen, die het karakter van den
verrichter redelijkerwijs bjj den waar
nemer mocht opwekken. Vele van die
bestaansopenbaringen kunnen beschouwd
worden als uitvloeisels van economische
dankbaarheid en barmhartigheid.
Bekend is de volgende anecdote.
Een Napolitaansche visscher en zjjn
zoon werden overvallen door een hevigen
storm. In doodsangst smeekten beiden
God, de H. Maagd en St. Pietev om
redding van hun leven. De geloften
stroomden den ouden Marco van de lip
pen zooveel kaarsen voor Maria, zooveel
Ave's, voor St. Pieter een kaars, zoo
groot als de mast van een groot schip
„Vader", waarschuwde de kleine, „dat
kau nietzoo'n kaars is er nietzoo'n
groote kaars kunnen wij niet branden".
Maar Marco suste zjjn bezwaren „Stil,
Salvatore, stil, als wij maar eenmaal be
houden geland zijn, dan geven we een
gewone kaars".
Er is veel menschenkennis op den
bodem van dit verhaaltje.
Niet alleen Napolitaansche visschers,
niet alleen de eenvoudigen, die zich in
de bescherming van schutsheiligen aan
bevelen, doen geloften als ze in nood
verkeeren.
Meu berekent; de redding van mijn
leven, de redding van mjjn naam, de
redding van mijn eer, wat is mjj dat
waard? En zoolang leven, naam of eer
in gevaar zijn, worden die goederen hoog
geschat; geen som schijnt te groot om
de waarde te bepalen.
Is de redding gekomen, dan neemt
langzamerhand de waarde van het ge
redde af in de oogen van hem, die nu
zijn geloften gestand moet doen of de
tol der dankbaarheid moet betalen. „Het
gevaar was zoo groot nietde dankbaar
heidsschuld kan met een kleiner bedrag
worden voldaan", maakt de geredde zich
wijs en gelooft hij gaarne.
Met de economische barmhartigheid
vertoont deze vorm van dankbaarheid
veel overeenkomst.
Gierigen storten tranen, als zij in den
schouwburg de edelmoedige mildheid van
den held bewonderen deze voldoening
kost hun niet meer dan een plaatsbewijs.
Er zjjn mannen en vrouwen, wien het
wel en wee der menscheid onverschillig
is, maar die in beschermende liefde tegen
over trekhonden een bevredigenden en
zuinigen vorm van barmhartigheid vinden.
Anderen ruilen zekere hoeveelheid barm
hartigheid voor een andere hoeveelheid
lof en roem, waarbjj lof en roem tegen
lagere eenheidsprijzen genoteerd staan,
dus in grootere hoeveelheden geleverd
moeten worden.
Bij het berekenen van de kosten der
barmhartigheid verdeelt de verstandige
beheerder de posten zóo, dat het grootst
mogelijk aantal menschen zjjn barm
hartigheid ondervindtdat aan het
fatsoen naar evenredigheid van zjjn rjjk-
donisvertooning behoorljjk is voldaan;
dat hij zichzelf, om der barmhartigheids-
wille, in geen van zjjn wenschen of be
geerten behoeft te beperken.
Er zijn ook menschen, die eerst barm
hartig ziju, die dan gaan rekenen en tot
de ontdekking komen, dat zjj alle econo-