BIJBLAD Ingezonden. De beste voor den prijs behoorende bij do uitgave van N.V. de AMKRSFOORTSCHECOURANT voorheen Firma A. H. van CLEEFF" VAN ZATERDAG 2 MAART 1912. Padvinders- hoekje. Geachte ingezetenen van Amersfoort, Mogen wij beleefd onder Uwe aandacht brengen dat dezer dagen padvinders rondgaan met een lyst, ten einde eenig geld in te za- meltn, om de onkosten te bestrijden voor ons Clubhuis, dat door ons gebouwd is op den Berg, ter hoogte van de Zeven boompjes. Al bouwden wij het zelf en was het dus goed koop, het materiaal moest gekocht worden. Waar nu de padvinders trachten bewijzen te geven, dat de Hollandsche jongen nog wel wat kan en de handen weet te gebruiken, daar ho pen we, dat allen, die met onze jonge en friasche beweging meevoelen, wel een kleine bijdrage willen afzonderen om do kosten van ons Club huis te bestrijden, om op iets ruimer schaal te kunnen oefenen en om zoo noodig de mirder bedeelden onder ons in de bekende uniform te steken. De door U te geven bijdragen worden beheerd door het Comité van de Afdeeling Amersfoort. De Amersfoortsche Padvinders. Ten behoeve van Nederlandache Padvinders zullen, bij voldoende deelneming, staanplaatsen gereserveerd worden op den grooten, interna tionalen voetbalwedstrijd NederlandD' tsch- land, 24 Maart te Zwolle te- spelen. De prijs per plaats zal bedragen 50 cent. Op gaven vóór 9 Maart daartoe worden, met inzen ding van het geldsbedrag gaarne ingewacht door den' Secretaris der N. P. O., den heer Loman, te Zwolle, Potgietersingel 3. De Padvinders moeten in uniform verschijnen en hebben dien dag vrijen toegang tot het club lokaal te Zwolle (Veer-allee, naast den spoorweg naar Kampen). Buiten verantwoordelijkheid van de Re dactie. Kopy van Ingezonden stukken, al dan niet geplaatst, wordt nimmer teruggegeven. Geachte Redactie, Beleefd verzoek ik U plaatsing van het volgende. In zijn ingezonden stuk maakt de heer Spelberg ook een opmerking naar aanlei ding van het door mij in de vergadering van 19 dezer gesprokene. Was hij op die vergadering aanwezig geweest en had hij mijn betoog letterlijk gevolgd, waarschijn lijk had hij zijne opmermerking aan mijn adres in de pen gehoudon. In mijn betoog deed ik o. a. uitkomen, (lat—hoe men ook over het M. U. L. O. denke op het oogenblik en zeker ook in de naaste toekomst een jongmensch, toegerust met oen diploma van de 5-jarige II. B. S. meer kans van slagen heeft dan een jongeling in het bezit van hot M. U. L. O.-diploma. Als spoorwegambtenaar knoopte ik daar aan do mededeeling vast, dat oen diploma 5-jarigo H. B. S. onvoorwaardel ij k vrijstelling geeft van het toelatings-exa- men voor de betrekking van leerling-klerk bij de H. IJ. S. M., terwijl deze vrijstel ling met eon M. U. L. O.-diploma slechts is te bekomen, indien de candidaat bij het eind-examen het cijfer >ruim voldoende* voor de door do II. S. M. vereischto vak ken heeft verkregen. In verband mot een en ander betreurde ik het, dal waar thans het M. U. L. O. tegen oen billijk schoolgeld zal zijn to bekomen hot, ook bij de nieuwe rege ling, aan ouders mot bescheiden beurzen zoo moeilijk wordt gemaakt, hunne kin deren do opleiding tot H. B. S. en de H. B. S. zelve to doen volgen. Een vergelijking tusschen het diploma 3-jarige II. B. S. en het idem M. U.L. O. is door mij niet gemaakt, noch bedoeld. Met dank voor de plaatsing, hoog achtend. Uw dw. dn., G. C. SCHELLINGER. Amersfoort, 29 Februari 1912. Geachte Redactie, Gaarne wilde ik eenigo opmerkingen maken naar aanleiding van een ingezon den stuk van don hoer Spelberg, opge nomen in uw blad van 17 Februari 1. 1. Do aanvallen, gericht tegen de heeren Thiol en Oosterman geven wellicht dezen heeren zelf aanleiding de pen op te vat ten; mijn eigen standpunt in deze wil ik gaarno zelf toelichten. Het is mij niet bekend uit welk verslag de heor S. kennis heeft gekregen aan gaande hot door mij gesprokene. Daar ik van de plaatselijke bladen alleen het uwe lees, kan ik mij hier ook slechts op dit verslag, dat het gesprokene over 't geheel juist weergeeft, beroepen. Betreffende de kwestie, waar het hier om gaat, vind ik le. dat ik het M. U. L. O. een zegen noemde, daar waar geen H.B. S. bestaat 2e. dat ik M. U. L. O. onmisbaar achtte voor kinderen, voor wie het M. O. of H. O. minder geschikt is. Ik meen hiermede hot M. U. L. O. be hoorlijk hot zijne te hebben gegeven. De heer S. verzuimt echter hiervan melding te maken. Verder heb ik melding gemaakt van het feit, dat het M. U. L. O. tegenwoor dig nieuw loven wordt ingoblazen en óok dat er zelfs een «diplomaatje* aan ver bonden wordt, doch een, dat slechts den weg opent tot ondergoschikte betrekkin- gon. Ik vermoed, dat deze zinsnede de ver ontwaardiging van den heer S. heeft opgewekt. Als ik mij niet vergis, heb ik ook nog aangegeven, dat het M. U. L. O. dood loopt met het oog op voortgezette studie en zal ik ook wel genoemd hebben, dat er een zestiental voorrechten aan de houders van eon M. U. L. O.-diploma worden toogekend in 't verslag vind ik echter dit zóo niet woergegeven. Doch nu tor zake. Het ligt evenmin in mijn bedoeling, als in dio van den hoer S. om het debat over de Reorganisatie te heropenen. Ik botreur het echter, dat de heer S. op een avond, die toch voor het Amersfoortsch onderwijs van belang had kunnen wor den, verhinderd was tegenwoordig te zijn. Gaarne had ik hem op dien avond zelve te woord gestaan. Een opmerking moet mij van het hart; uit zijn ingezonden stuk blijkt mij, dat Z.Ed. de meening is toegedaan, dat hot werkelijk do bedoeling van de reorgani satie was, het M. U. L. O. in deze Ge meente meer op den voorgrond te bren gen. Ik heb dit nergens met zooveel woorden in de stukken kunnen vinden, doch vroesde het wel tusschen de regels te moeten 'ezen, en daarom meende ik, op den bewusten avond tegen dat M. U. L. O. te moeten waarschuwen. Waarom, zal later blijken. Achtte de heer S. mijn critiek voorba rig, ik vind het beter de put te dempen vóór het kalf |verdronken is. En oefent de heer S. niet zelf critiek uit, waar hij dank brengt aan B. en W. en den Raad of mag instemmende critiek wel voorba rig wezen In ieder geval, waar de heer S. het noodig oordeelde, na dato hulde te brengen, meende ik het mijn plicht in het algemeen belang van te voren op de bezwaren te moeten wijzen. Dat dit niet vroeger kon geschieden, spijt mijdoch is niot m ij n schuld. Doch is er grond, ons oordeel over het M. U. L. O. nog een vijftal jaren op te schorten Bestaat het M. U. L. O.- examen ook eerst vijf jaar. het M.U.L.O. zelve is toch veel ouder en hoeft het in den strijd tegen hot later opgekomen M. O. afgelegd. Anders ware het toch niet noodig, dat juist in do laatste jaren pogingen werden aangewend, het kwij nend M. U. L. O. er weer wat bovenop te helpen. En is nu do heer S., die toch geen vreemdeling is in Jeruzalem, zoo naief, dat hij niet begrijpt, waarom juist in de laatste jaren do Regeering dat M. U .L. O. zoo lief hooft, dat zij voor die examens subsidie geeft en zo onder haar controle laat afnemen De heer S. weet toch wel, dat er zoo iets als een schoolstrijd be staat en dat men van cloricalo zijde al lesbehalve ingenomen is met do ontwik keling, welke het M. O. in zoo wijden kring brengt. De heeren voorstanders van het M. U. L. O. werken, met hun aanvallen op het M. O., do voorstanders van het «bijzon der onderwijs regel, het openbare uit zondering* wel in do hand, zoodat een kleine wederdionst gaarne bewezen wordt. Maar ik vraag den heer S. in gemoede af, waar hot diploma M. U. L. O. onge veer eischen stélt, als het eind-examen 3-jarige H. B. S., terwijl de studietijd een jaar langer is en hot onderwijs gegeven wordt door leerkrachten, welke slechts oen bevoogdhoid L. O. bezitten als regel althans waarom moet dan zoo de voorkeur aan het M. U. L. O. gege ven worden. Aan de H. B. S. met 3-ja- rigen cursus bezitten de leeraren steeds zal tevreden zijn en moeten erkennen dat deze cacao is 1 Kg. ƒ1.50 - 0.80 YiKg./0A2i bevoegdheid M. O., vaak zelfs de hoogst te verworven bevoegdheid. En al brengt de hoogste bevoegdheid ook iet steeds de meeste geschiktheid mede, de omge keerde stelling zal de heer S. toch zeker niet willen verdedigen. Wellicht, dat de heer S. mij hier een stroom van pedagogische gronden tege moet zal voeren, maar zonder mij hier door van te voren reeds verslagen te verklaren, moet ik alvast opmerken, dat het met vele van de genoemde gronden gaat als met gevoels-argumenten, n.l. dat ze in den regel een sterk subjectief karak ter dragen, en ik geloof, dat ik er feite lijkheden tegenover kan stellende uit spraak van de practijk en het belang der ouders. Nu zal ik niet beweren, dat ons M. O. volmaakt is, maar in den boezem van hei leerarenkorps zelf wordt voortdurend ge streefd naar verbetering. De bewijzen hiervoor kan ieder vinden in bijna elk nummer van ons weekblad en in 't ver slag van bijna elke vergadering van onze vereeniging. Een feit is hot en de heer S. ver zuimde dan ook niet, er op te wijzen dat een groot aantal jongelui het eind examen niet haalt; maar elke inrichting van onderwijs lelt zijn «schipbreukelin gen". en een hoofdkwestie, die ook den heer S. wel bekend zal zijn. is, dat in plaatsen als Amersfoort do H. B. S. 5 door vele leerlingen bezocht wordt, welke een 8-jarige H. B. S. zouden bezoeken als deze hior bestond, en verder dat vele leerlingen de II. B. S. bezoeken voor wie het M. O. ongeschikt is, maar welker ouders, uit een oogpunt van stand, mee- nen, dat hun kind daar zijn opleiding moet ontvangen. Wat het laatste punt betreft, dit zal er zeker in Amersfoort niet op verbeteren nu de geschikte elementen uit do middel klasse naar het M, U. L. O. gedreven worden, terwijl voor de kinderen van meer gegoeden middels een speciaal daar voor ingerichte drilschool (let s. v. p. in dit verband op het in don Raad gemaakte onderscheid tusschen eind- en voor bereidend onderwijs) onafhankelijk van hun vermogens voor het toelatings examen II. B. S. worden klaargemaakt, (ik had haast gezegdafgericht). Wat betreft de leerlingen, die slechts een driejarige opleiding zouden wenschen, hiervoor waro gemakkelijk te zorgen door een bijzondere inrichting van een stel parallelklassen 1—3, waarbij toch voor een eventueelo wijziging in het studie plan wel een weg te vinden is. Hierover echter nu uit te weiden, zou mij te ver voeren. Ik bon echter overtuigd, dat bij deze regeling do leerling in 3 jaren zeker oven eer zou komen als bij het M. U. L. O. in vier. Nog op oen punt dien ik den heer S. te antwoorden, n. 1. wat betreft de openin gen, geboden door het M. U. L. O. Het spreekt van zelf, dat over hot «onderge schikte* van een betrekking verschil Tan meening kan bestaan. We hebben hierbij echter vooral op to letten, hoe het een eventueel benoemde in zijn verdere car rière zal en dienaangaande vindt men in de opsomming van den heer S. niets en ik vermoed bij de beloften der betrok ken Maatschappijen, enz. niet veel. Evenals ik zelf in mijn inleiding, ver zuimt de heer Spelberg te vermelden, dat er twee diploma's, A on B, bestaan, met verschillende eischen, en dat alleen het laatste bij al de genoemde betrekkingen voldoende geacht wordtsoms echter nog met den ook door den heer Schellinger gememoreerden ei6ch van «ruim vol doende* (7) voor verschillende vakken; bij net onder 2 genoemde bijv. voor de vakken: Rekenkunde, Aardrijkskunde, Ned. taal, Fransche taal, Duitsche taaien schrijven. Eerst was het mijn voornemen hier, in verband met die bijzondere eischen en de leeftijdsgrenzen, alle 20 gevallen na te gaandit zou evenwel te veel eischen van het 0eduld van de lezers en de ruimte in uw blad. In 't kort wil ik er op wijzen le dat nergens dan misschien bij Van Gend Lcos aan 't diploma M. U. L. O. de voorkeur gegeven wordt boven eind diploma H. B. S. 3 of bewijs van over gang naar klasse 4 vanH. B. S. 5-jarigen cursus 2e dat verschillende nummers spreken over toelating tot bijzondere inrichtingen van onderwijs, waar het van financieel belang is, niet te weinig leerlingen te hebben. 3e. dat de spoorwegen een groot aan deel leveren, doch dat men hierbij aan de opmerking van den heer Schellinger de noodige waarde moet hechten 4e, dat ook Indië een groote rol speelt, waarbij evenwel niet uit het oog moet verloren worden, dat van dergelijke betrekkingen in hoofdzaak de keus moet gedaan worden uit inwoners van Indië en dat daar geen H. B. S. 3-jarigen cursus bestaat. Men ziet, dat per saldo de openingen hier en daar nog wel wat versperd zijn en dat nog vaak de houders van een diploma M. U. L. O. alleen in aanmerking zullen komen voor die plaatsen, welke anders onvervuld zouden blijven. Ik blijf dan ook bij mijn meening, dat, als men kiezen moet tusschen M.U.L.O. en M. O., de keuze voor de ouders niet moeilijk zal zijn. Mijn grief is dan ook. dat hier ter stede geen voldoende vrij heid van keuze gelaten is. Om te eindigenIk meen, dat ik op den avond in «De Zwaan* het M. U.L.O. gegeven heb wat het toekomt; doch ik zal mij ook steeds verplicht achten er mede voor te waken, dat het ook de ervoor bestemde plaats blijv^ innemen, en alle pogingen te keeren, die het aan wendt om zich ten koste van het M. O. op den voorgrond te dringen. Met mijn vriendelijken dank voor de opneming, hoogachtend A. M. KERKKAMP. Amersfoort, 29 Februari 1912, Andere bladen, welke het stuk van den heer Spelberg hebben opgenomen, wor den beleefd verzocht, ook dit antwoord over te nemen. BE URS0 VERZICHT. van 2\ Februari tot 2 Maart1912. De ontwikkeling van het conflict in de Engelsche mijnindustrie heeft in de afgeloo- pen week overal de aandacht sterk gespan nen gehouden. Het groote belang, dat van een voorkomen der staking voor de Engel sche industrie afhing, heeft de Regeering er toe gebracht, rechtstreeks haar bemiddeling te verleenen om de strijdende partyen tot elkander te brengen en de geheele week is voorbij gegaan met conferenties zonder dat deze tot nu toe tot eenig resultaat hebben geleid. De meeste mijneigenaars hebben weliswaar toegestemd in den hoofdeisch van de mijn werkers tot invoering van een minimum-loon, doch die van Zuid-Wales en Schotlandjwen- schen daarin niet te treden, terwijl.de mijn werkers zich onverzettelijk hebben getoond om te dien opzichte iets van hun eischen te laten vallen. Onder deze omstandigheden is een vergelijk op het oogenblik niet te tref- ien, waarom de onderhandelingen afgebro ken zijn tot aan de volgende week. Toch geeft men den moed nog niet op, dat ten slotte overeenstemming Jzal worden verkre gen, waardoor de staking, die iutusschen reeds op groote schaal begonnen is, spoedi ger zal kunnen worden beëindigd dan zich nu laat aanzien. Van hoeveel belang deze economische strijd voor het wereldverkeer is, blijkt daaruit.dat reeds den eersten dag van staking een vijf tigtal schepen, bij gebrek aan kolen, de haven van Glasgow niet kon verlaten. Ook op Amerika deed zich de invloed van deze staking gevoelen. De fondsen markt te New-York hield zich uiterst gereserveerd en het zaken-animo was ongeveer nihil, zoo dat de omzetten aanvankelijk uiterst gering waren. Ook de binnenlandsche politiek oefen de daar weer haar invloed door de publicatie van Roosevelt, dat hij een hem door de Republikeinsche conventie eventueel aan te bieden candidatuur voor het Presidentschap beslist zal aanvaarden. Zijn verklaringeu ten opzichte van de politieke vraagstukken van den dag waren echter zóo raadselachtig, dat men absoluut niet weet wat men aan hem

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 5