Donderdag 23 Mei 1912. No. 8110. 61e Jaargang. Stadsnieuws. AMERSFOOETSGHE COURANT. Uitgave van do Naainloozo Vennootschap „Do Amersfoortscho Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff*1 HOOFDREDACTEUR F. J. 7HEDEEZ23. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden 1. franco per post/1.15. Advertenti'n 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclame* 1—5 regels /1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: SORTXGRAOHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Arbeid. Wie onzer is de sterke, die nimmer zich zwak voelt; wie de veerkrachtige, die nooit zich voelt terneer gedrukt tot laag bij den grond; wie de sanguinische, die altoos zich voelt opgewassen tegen den stroom van 's levens tegenheden, altoos van zichzelven roemen durft >Jk worstel en blijft boven* Aldus vroeg Ypsilon onlangs in het »Nieuws van den Dag*. Indien iemand zich op de borst sloeg en uitriep: »Die ben ik wij zouden hem aanzien voor een snoever; wij zouden hem niet gelooven. En zelfs indien hij ons kon overtuigen, dat hij waarheid sprak, zouden wij bezwaarlijk hem den tol kunnen brengen van onze bewondering. Iets zóo bovenmen- schelijks in een mensch zou ons veeleer te rugschrikken dan aantrekken. Wij. zeiven zoo gevoelig voor leed en zoo onderhevig aan wisselende stemmingen, zouden in den gedachten persoon veeleer ongevoeligheid, stompzinnigheid, dus veeleer een lagere, dan een hoogcre gcestlijke constitutie vermoeden. De mensch zonder zwakheden valt niet in den smaak onzer dagen en de echte stoïcijn is in de oogen van ons nerveuze ge slacht niet veel beter dan de ziellooze steen onder onze voeten, of, laten wij zeggen, dan het oude karrepaard, dat op zich laat bran den den zonnegloed en laat neerkletteren den plasregen, staande waar het staat en onverstoorbaar afwachtend het >hu< en het zweepgeklap van den voerman. Maar kwam er over straten en daken een stem, een stem in den wind, vragende: »Wie uwer heeft wel eens zijn uren zijn dagen, zijn perioden van gedruktheid, van zwaarmoedigheid, met of zonder een recht streeks aanwijsbare aanleiding daartoewie voelt zich soms zóo klein, zóo dof, zóo moe deloos en troosteloos, zóo in oen diepte van neerslachtigheid, uit welke al de inspraken van verstand en rede. van geloof, moraal en philosofie hem voor het oogenblik niet kun nen opheffen, zóo mat, zóo ben van het leven, dat hij liefst maar zich zou nederlog- gen en smartloos verzinken in een smart- loos Niet. To drop head foremost in the jaws Of vacant darkness, and to cease - ik zeg, kwam er over daken en straten zulk een vraag, dan zouden er vingers op gaan, o, ontelbaar. En zeker zouden het niet de onwaardigsten onder de menschen wezen, die voorop zouden treden bij dit beroep, huigend het hoofd en prevelend een Miserere. In de jaren onzer jeugd zijn dergelijke ontstemmingen des gemoeds meestal vluch tig, opkomend en voorbijtrekkend als zomer wolken maar op la ter en leeftijd, en zoo ons temperament tot het melancholieke overhelt, kunnen zij zeer ernstig, zwaar en langdurig worden. Wij gaan dan geestelijk als in een grauwen nevel, door welken geen lichtstraal meer dringen kan en die niet meer van ons schijnt te willen wijken, zoodat wij in ons het kermen en het tandenknarsen hooren van het pessimisme der eeuwen sedert 's menschen eersten smartkreet onder het firmament, van al de dichters en profeten der hopeloosheid, der levensvertwijfeling. En vragen wijwaarom dan is er meestal geen verklaring. Soms komt het kwaad voort uit een lichamelijk onwelzijn, sluipt er door het organisme een storing, die wij niet vermoeden, nog minder kennen, maar die toch onze levens-energie verslapt, onze geestelijke visie als met een zwarten walm verduistert. Niet zelden echter laat ook in die richting een oorzaak zich niet naspeuren, en vorschen wij vergeefs naar een rechtstreeksche aan leiding, die te verwijderen zou zijn. In elk geval, hoe wij ook staan tegenover des euvels wortel en grond, wij grijpen naar een geneesmiddel en bij voorkeur grijpen wij uit de zicls-apothoek naar het zoetste, dat etiket draagtverstrooiing. Wij grijpen en grijpen verkeerd. Verstrooiing toch, in welke gedaante ook i zij het als roes der zinnen, of als kunst genot, als rusteloos jagen naar gezelligheid, als voortdurende verandering van aanblikken en. indrukken door middel van reizen, of als spanning der fantasie, als prikkeling der nieuwsgierigheid -- kan wel voor een oogen- blik den nevel in ons verstrooienmaar zulk verstrooien is nog geen verdrijven en hetgeen niet verdreven is, maar slechts ver- 1 strooid, kan en zal zich weder samenpakken op de oude plaats, te dichter misschien nog en te dreigender, Bovendien heeft alle ver- strooiing de eigenaardigheid van zoo menige andere, valsche medicijn. Zij wil steeds in ól sterkere giften worden toegediend en ook dan nog, om werkzaam te blijven, in telkens veranderde bereiding. Ernstiger reeds en degelijker gaan diege- nen te werk, die tegen de duistere vlagen, in hun binnenste heil zoeken bij de Natuur - namelijk in dien geheel bijzonderen zin, die louter subjectieve opvatting, van hetgeen wij moderne menschen geleerd hebben in de beschouwing dezer Natuur schoon of poëtisch te vinden. Van zulk een omgang met de Natuur be- 1 looft inzonderheid de stedeling zich won- deren, en inderdaad vloeit daaruit voor een korte wijle al ware het, slechts uit een flinke wandeling menigmaal een bron van lichamelijkeopfrissehing en van geestelijke kla- ring. Of echter dit verkeer met lucht en water en wolken en winden, met de branding der zee en het ruischen van boomen, mot het golven van oen korenveld en de vergezichten eener heide, op den duur een gedrukte stem- ming of een zwaarmoedig temperament ver beteren kan, is méér dan twijfelachtig. Voor velen toch is juist deze Natuur de moeder der melancholie en het omgaan in haar slechts een aanleiding te meer tot een zelvig getob en gemijmer. Wel verklaarbaar ook. Immers deze Natuur, als samenstel van de voor onze zintuigen waarneembare vor men en verschijnselen der materie, is iets onbezields en onpersoonlijks, dat dus mot onze eigen ziel, met onze eigen persoonlijkheid nimmer in een- wezenlijke voeling, in een wisselwerking treden kan. De gewaande harmonie tusschen onze persoonlijke stem mingen en de aanblikken der Natuur berust derhalve enkel op een dichterlijke illusie, is iets gezochts en schijnbaars. Aan onze gemoedsbewegingen blijft de Nutuur volslagen vreemd, omdat zij zelve gemoedloos is. zelve geen blijheid en geen droefheid kent, maar slechts don s c h ij n daarvan ontleent aan onze eigene opvatting. Daarom kunnen nimmer de wisselende ver schijningen der Natuur iets anders in ons wekken, dan hetgeen wij reeds hebben in ons zèlven. Den innerlijken vrede, dien wij in ons zèlven niet hebben, geeft ook de vredigste Natuur ons niet; het verdriet, dat in ons knaagt, neemt de helderste hemel ons niet af; en het geluk, dat in ons straalt, wordt door de grauwste wolken niet verduisterd. Geen lente zonneglans kan een waarachtig leed in ons verzachten geen druilende herfstregen een echte blijdschap uitdooven in ons hart. Maar welk middel is dan dienstig oin den boozen geest te bannen? Er is er een van groote deugd, hoewel niet gemakkelijk aan te schaffen. liet is de toespraak van een ernstig, verstandig en wel willend mensch, die niet met phraseti schermt, maar spreekt uit ervaring en meegevoel, uit eigen weten en kennen van wercldsche en van menschelijke dingen. Zoodanige menschen zijn minder zeldzaam dan men meent; maar toch hebben wij niet altoos er een binnen handbereiken dus, liever dan op zulk een gelukkige ontmoeting te wachten, pakken wij terstond tie panacee, tegen de opwellingen der zwarte gal het éenige radicale remedie: den arbeid, den arbeid, en wederom den arbeid Werk, werk, werk Verricht de taak die u door den loop en door de omstandigheden uws levens werd opgelegd, óok al is zij niet in allen deele naar uw wenschen en kiezen, ook al zoudt gij u een hoogere, een aange namere, een meer voordeelige, een beter bij uwen aard passende kunnen denken. Verricht haar naar uw beste vermogen. Beschouw haar niet als een slavernij, niet enkel als een onvermijdelijke kostwinning, of als het zure middel tot verwerving van latere zoetig heid, maar veeleer als een eervol u toege wezen, wel bescheiden, doch noodzakelijke functie in liet maatschappelijk mechanisme. I.eg dus in die taak niet enkel een goeden wil, maar óok een goed hart, een goede bedoeling. Leg er ziel in. Tracht haar te veredelen, óok wanneer zij op zich zelve aan allen adel vreemd schijnen moet. En zoo gij u van haar gekweten hebt, geef u ook dan nog niet over aan ledige rust. maar zoek voor uw geest of voor uw handen nieuwe bedrijvigheid, zoo mogelijk nuttige. En dan, wanneer gij een deel. welk het ook zij, goed hebt afgedaan, merk op dan hoe de zwarte dampen zijn als weggeblazen, hoe uw gansche omgeving en uw heden en uw toekomst zich voor u hebben opgeklaard, hoe gij en de wereld elkander met vriende lijker oogen aanblikken, hoe er iets in u zich spant en u opheft, gelijk het gas der lichtheid, dat den luchtbal doet rijzen in het blauwe, omhoog in den zonneglans. Op Eersten Pinksterdag wordt in de l.uthersche kerk een godsdienstoefening ge houden onder voorgaan van dr. H. J. Toxopeus. Bij de Dinsdag gehouden herstemming voor éen lid van het kies-college der Ned. Her vormde kerk werden uitgebracht 750 stem men, van welke y blanco en 3 van onwaarde. Herkozen werd de heer L. Ruitenberg met 406 stemmen, tegen 328 op den heer J. C. Kamp. Bij de stemming op 7 Mei werden uitge bracht 719 stemmen, waarvan 6 blanco en ,3 van onwaarde; de heer Ruitenberg ver wierf toen 350, de heer Kamp 338 stemmen. Het provinciaal kerkbestuur der Ned, Hervormde kerk in Utrecht is door de syno dale commissie aangewezen om eindbeslissing te nemen in de volgende zaak. Bij de jongste verkiezing van leden van het kiescollege der Ned. Hervormde kerk te Groede (Z.) werd een aantal briefjes, waarop de namen der eandidateti waren opgeplakt, ongeldig verklaarddaardoor werden de orthodoxe candidate» gekozen verklaard, ter wijl, als bedoelde briefjes geldig waren ver klaard, de modernen gekozen zouden gewest zijn. Het Provinciaal kerkbestuur van Zeeland verklaarde de verkiezing ongeldig cn gelastte de uitschrijving eener nieuwe stemming. Thans heeft de synodale commissie weder om het besluit van het provinciaal kerkbe stuur van Zeeland vernietigd en deze zaak verwezen naar het Provinciaal kerkbestuur van Utrecht. De keuringsraden voor de ingeschrevenen voor de Nationale militie lichting 1913 zijn samengesteld als volgt: ic Keuringsraad"vV. A. E. Mansfeld, luitenant-kolonel, provinciaal-adjudant te Utrecht, VoorzitterI,. Noest, majoor bij het 9e regiment infanterie, te Utrecht, plaats vervangend voorzitterJ. VV. Otte, commies ter Provinciale griffie van Utrecht, te Utrecht, Secretaris; A. J. Krudop, chef ie afd. ter Gemeente-secretarie van Baarn, te Baarn, plaatsvervangend secretaris. 2 e KeuringsraadD. J. van Bosveld Htin- sius, gep. luitenant-kolonel, te De Bilt, Voor zitter; D. W. de Jager, luitenant-kolonel bij het 5e regiment infanterie, te Amersfoort, plaatsvervangend voorzitter; H. Bardeloos, adj.-commies ter Gemeente-secretarie Utrecht, te Utrecht, Secretaris; K, L. van den Wijn gaard, adj.-commies ter Provinciale gTiffie van Utrecht, te Utrecht, plaatsvervangend secretaris. De Commissaris der Koningin in de Pro vincie Utrecht is verhinderd, morgen (Vrij dag) audiëntie te verleenen. Gelijk we Dinsdagavond nog zooveel mo gelijk per bulletin en per telefoon bekend maakten, heeft de Kroon bosliseing genomen omtrent den aankoop door de Gemeente Amersfoort van het landgoed N i in 111 e r d 0 r en verworpen het op 10 April voor den Raad van State, afdeeling voor de ge schillen van bestuur, behandelde beroep van den Gemeenteraad van Amersfoort tegen de niet-goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Utrecht, bij hun bericht van ij Febru ari 1912, van het Raadsbesluit van 1 Sep tember 1911 tot aankoop van dat landgoed. Gedeputeerde Staten hebben verdaagd hun beslissing op het Raadsbesluit van 30 April tot aankoop van terreinen door de Gemeente Amersfoort, gelegen in de Ge meente Leusden aan den Dieveuweg en den Appelweg, van de heeren H. van Manen en L. Ruitenberg. Ook in de vacature, in den Gemeenteraad ontstaan door het bedanken als Raadslid door den heer VV. Salomons, zal spoedig worden voorzien. De candidaats-stelling heeft plaats op 6 Juni; dc stemming op 18 Juni en de her stemming, zoo die noodig is, op 28 Juni. De plaatselijke afdeeling van den Bond van Ned. onderwijzers hoeft aan den Ge meenteraad adressen ingezonden, houdend verzoek van een betere salaris-regeling en het invoeren eener herfst-vacantie. Het carillon van den Lieve Vrouwe-toren zal weldra bij half slag doen hooren *Lied van trouw*, van J. Gersbach, no. 53 uit den bundel >Kan je nog zingen, zing dan mee* en bij heel uur »'t Kind van Holland*, van Egbers. De heer Brouwer, Gemeente-bouwmeester te Middelburg, heeft een middel bedacht om het soldeeren op daken, dat bij de minste onvoorzichtigheid zoo gemakkelijk tot onge lukken leidt, minder gevaarlijk te maken. De Redactie van de »Midd. Crt.« is getuige geweest van het uitvoeren van sol deerwerk op de door hem ontworpen wijze en schrijft daarover: Op den Abdijtoren, tor hoogte van ruiro vijftig Meter, was men bezig, scheuren te soldeeren in een vloerbedekking. Dc wijze waarop 't werk wordt verricht, is de vol gende. De bout wordt beneden verhit. Hij wordt in een bus gedaan en dan opgeheschen. De constructie dezer bus is't juist, die waarborgt. dat de 'bout niet afgekoeld boven aankomt, j De bus is gemaakt met dubbele wanden en I bodem en voorzien van een zelfden deksel. I De tusschenrulmte is gevuld met asbest. Zoodra dc bout er in is gedaan, wordt de I bus gesloten cn langs den buitenkant van den toren opgehaald. Wanneer de bus boven aankomt, na een reis door het luchtruim van 1 ruim anderhalve minuut, is dc bout uitste kend voor het werk geschikt. Op de plaatsen j die gesoldeerd moeten worden, ligt het sol deersel in smalle en dunne reepjes opgesta- 1 pckl en het opdrukken van den hout doet onmiddellijk het metaal smelten. Het is heden 25 jaar geleden, dat notaris Joh. Knoppers werd benoemd tot Secretaris

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1