Dinsdag 4 Juni 1912. No. 8115. 61e Jaargang. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Ainersfoorteche Courant, voorheen Firina A. H. van Cleeff". HOOFDREDACTEUk F. J. FIt EDE RIKS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden 1. franco per postƒ1.15. Advertentien «—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, offfcieële- en onteigenings- advertentien per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. ostbus 9. BUREAU: SORTZGRACST 9. Telefoon 19. KENNISGEVINGEN. De Burgemeester van Amersfoort, Gelet op het schrijven van den Commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht, d.d. 25 Mei 1912, 4e aid. no. 2G01/1910; Brengt ter kennis van belanghebbenden MINISTERIEN VAN LANDBOUW, NIJVERHEID EN HANDEL, EN VAN FINANCIEN; Gelet op de Koninklijke besluiten van 22 Juni 1896 (Staatsblad, 110. 89) eu van 25 Juni 1906 (Staatsblad, no. 135); Mede gelet op de gemeenschappelijke beschik kingen van de Ministers van Bior.enlandsche Zaken en van Financiën van 21 Mei 1901 (Ne- derlandsche Staatscourant van 26, 27 en 28 Mei d.a.v. no. 121) en van de Ministers van Land bouw, Nijverheid en Handel en van Financiën van 3/7 Augustus 1906 (Nederlandsche Staats courant van 16 Augustus, d.a.v. no. 190); brengen ter kennis van beianghebbenden, dat ten aanzien van den invoer van paarden, bestemd voor het vanwege de „Vereeniging tot bevorde ring der paardenfokkerij in Nederland", in Juli e.k. te 's-Gravenbage te houden internationaal coDconrs-hippique, afwijking van de verbods bepalingen, vervat in boven aangehaalde minis terieels beschikkingen, wordt toegestaan onder voorwaarde dat a. aan liet eerste kantoor worde overlegd een door den Secretaris, gedelegeerd-commissaris, van het concours-hippique algegeven bewijs, dat de paarden voor genoemd concours-bippiqne bestemd zijn b. dat de paarden, voor zooveel zij naafloop van het concours-hippique hier te lande moch ten blijven, niet in het verkeer worden gebracht, dan na door den dislricts-veearts le's-Graven- hage of een zijner plaatsvervangers te zijn gekeurd en gezond bevonden. 'sGravenhage U/15 Mei 1912. De Minister van Landb >uw, Nijverheid en Handel, Voor den Minister, De Secretaris-Generaal (get.) VERSTEEG. De Minister van Financiën, Voor den Minister, De Secretaris-Generaal (get.) D. D. ROER, lo. S. De Burgemeester van Amersfoort, WUYT1ER8. Do Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van beianghebbenden, dut zich in de Gemeente Breukelen-Nijenrode een geval van kwade droes heeft voorgedaan. Amersfoort, 3 Juni 1912. De Burgemeester voornoemd, VVUIJTIERS. Het Middenstands-jaarboek. De Handelsvereeniging Rotterdam* heeft haar derde jaarboek het licht doen zien, evenals de beide voorgaande weder een prachtwerk, zoo wat den inhoud als de uit voering betreft. Het eerste verscheen in 1910 als gedenk boek bij het iz'/j-jarig bestaan dezer mid- denstands-vereenigingin dat van 1911 ga ven mannen van naam hun meening over middenstands-vraagstukken dit derde is een middenstands-publicatie, welke haar gelijke nog niet heeft gevonden en ook niet zoo licht zal vinden. Het kloeke boek bevat een keur van op stellen van werkelijk eminente beteekenis, een schat van materiaal voor studie en in lichting, niet alleen voor hen die behooren tot den middenstand, den altijd klagende, maar óok voor de regeering van stad en land, welke daaruit kan leeren, dat de mid denstand werkelijk niet behoort tot de quantité négligeable. In dezen nieuwen bundel dan worden be sproken belasting en middenstand, door G. H. Hintzenhandelsrechtbanken, door mr. J A. Levy; het uitstel en zijn gevolgen, door W. Westermangemeentelijke grond- politiek, door C. van Dorpiets over hygiene in winkels, door dr. W. B. van Staveren de Rijks-postspaarbank en de middenstand, door P. F. J. du Bois; hypotheekbanken en pand brieven, door mr. A. S. Miedema transport verzekering, door mr. S. Orobio; de kunst nijverheid en de middenstand, door E. A. von Saheriets over vrouwenkiesrecht, door mevrouw Van Eeghen-Boissevain iets over de veemen en het veembedrijf in Holland, door Hugo C. Mulderde moderne drukkerij, door S. Brons. Het heeft niet de pretentie eener gloed nieuwe economische philosophie, doch wel zijn alle onderwerpen, die er in worden be sproken, voor de eerste maal beschouwd in verband met de belangen van den Neder- landschen middenstand, en dat het kosteloos wordt verstrekt aan de leden der Rotter- damsche vereeniging heeft dit groote vot r- deel, dat de verhandelingen beter beklijven dan in meestal slecht bezochte vergaderingen, wier resultaat in den regel weinig meer is dan het stellen en aannemen van zwaar wichtige moties en het uitpluizen van dik wijls vrij onbeteekenende onderwerpen. Dit boek verdient ten volle gelezen en bewaard en herlezen te worden, telkens als er middenstands-onderwerpen aan de orde komen. De middenstand en dit wordt nog te traag begrepen, vooral door hen wier groot ouders, of ouders, of broeders en zusters tot dien stand behooren de middenstand moet, wil hij in de maatschappij de hem toe komende plaats innemen, een wetenschappe lijke beteekenis zich verzekeren want in de toekomst is onafwijsbaar een eigen midden stands-politiek. een eigen bewegen in 's lands staatkunde, een eigenmachtsontwikkeling in 's lands bestuur. Middenstands-politiek Zeker denken we maar eens aan Bakkers wet, Arbeidswet, Ongevallenwet, Debietrecht op tabak, Tariefwet, Ziekte-verzekering, In- validiteits- en Ouderdoms-pensioen, bij alle welke de middenstand wel degelijk het grootste woord mocht hebben, ómdat hij ook het leeuwendeel der lasten draagtmaar bij alle welke juist de middenstand tot dusver werd beschouwd als corvéable et taillable a merci. Nog zijn we verre van een zoo juiste or ganisatie, dat de middenstand reeds kan gaan denken aan een eigen politiek. Zijn algemeene belangen zijn nog te zeer ver snipperd door allerlei partij-belangetjes. Hiervoor de oogen te openen, is de taak van hen die vooraan staan in de midden stands-beweging; de handels-vereeniging Rotterdam* toonde ook door haar derde jaarboek hiertoe te behooren. Wat de lezing van dit boek bijzonder aangenaam maakt en het raadplegen ervan ook zeer vergemakkelijkt, is, dat de adver tentien die er wel in moesten voor komen om de uitgave mogelijk te maken niet tusschen den tekst zijn geplaatst en bovendien zijn vervangen door 41 groote photo's, evenals het geheele boek keurig van uitvoering, en een dozijn kleinere afbeel dingen, die er ook mogen wezen. Het boek doet de Nederlandsche Kiosken Maatschappij, te Rotterdam, die het verzorgde, weer alle eer aan. Onze Regeering en het Schoone geslacht. Sedert een maand of wat heeft de «Arn- hemsche Crt.« een medewerker, die zich Old Bachelor noemt en die de gelukkige gave bezit, rake dingen te zeggen in voor- beeldigen vorm en op goeden toon. Over bovenstaand onderwerp schreef hij onlangs Wie de berichten in de «Staatscourant* nagaat, kan zich verheugen in de hoffelijk heid der Regeering tegenover het schoone geslacht, wanneer een lid daarvan in aan merking komt voor mededeeling eener be noeming of onderscheiding. Wij mannen worden alleen met onze namen genoemd, tenzij wij een academischen, militairen of adelijken titel hebben. Of wij jong, oud, al dan niet gehuwd zijn, interesseert alleen den «Burgerlijken Stand*. Naar onze pretentie om «heer* te wezen, vraagt men niet b»j hooger handzelfs onze belastingpenningen (of bankbiljetten) worden gracelijk geïnd, zonder eenig commentaar. Misschien verklaart zich daaruit, waarom eenige «heeren*, die zitting hebben in de Tweede Kamer, 't soms overbodig achten om zich zelf daar als zoodanig te gedragen. Bij de «vrouwen* in tegenstelling van de «mannen* ontwikkelt de Regeering een buitengewone welwillendheid in het onderscheid maken tusschen datgene, waarop 't bij ons niet aankomt. Wie ongehuwd is, wordt met «mejuffrouw*, en wie gehuwd is, wordt zoo daarvoor termen bestaan met «mevrouw* vermeld, zelfs zij, die een academischen graad be haalden en als «doctor of meester Anna B...« voldoende onderscheiden konden word an van de «Anna's B«„ die titelloos zijn, worden extra met «mejuffrouw* of «mevrouw* aan geduid. Nu, de Regeering heeft heusch wel wat goed te maken bij onze vrouwen, die van eel verstoken zijn, dat haar door recht van ontwikkeling toekomt. Te betwijfelen valt of de tekort komenden zich tevreden stellen met een surrogaat, dat nog wel aanleiding geeft althans geven kan tot opwekking van revolutionaire gevoelens en zulks in een tijd waarin niets zoo zeer de lucht doortrilt als revolutie en anarchie, in een periode van voortgezet dweepen met nagenoeg alles wat Fransch is en souvereine minachting voor Pruisische «Dressur*, waarin we ons desniet tegenstaande de haren (zoo we die hebben) uit het hoofd zouden willen trekken over de verdorvenheid van het menschdom, dat voor niets meer respect heeft, dat moordt en schiet.., Mijn hemel, hoor ik u roepen, wat ter wereld geeft aanleiding tot zulk een alar- meerend betoog, in verband met onze Neder landsche vrouwen en de Regeering? Laat ik het dan bekennen een Koninklijk besluit gaf dezer dagen den volle kond, hoe zekere A. B. (vermoedelijk Aaltje, afstamme linge van de befaamde «goedekeukenmaagd*) met de medaille in brons der O.-N.-orde was beloond. Voorwaar een heerlijke gebeurtenis, die menige huisvrouw doet terug denken aan een tijd, toen de Aaltjes, Jansjes en Pietjes, zonder uitzondering met muts of cornet getooid, nog «dienden* (in plaats van in «betrekking* waren, zich beroepende op haar rechten). Tegelijkertijd met Harer Majesteits onder scheiding wordt de brave Aaltje verheven tot mejuffrouw en gelijkgesteld met haar «werkgeefster*, die toch ook iets beters ver diende, nu zij zoovele jaren al de deugden van Aaltje met waardigheid verdroeg; een feit waarvoor menige huisvrouw óok een onderscheiding verdiende De «Staatscourant* dan bericht: Bij K. B. d.dnois aan mejuffrouw AB dienstbode bij mejuffrouwtever leend*, enz. enz. Van de Redactie eener «Staatscourant* mocht men verwachten, dat minder revolu tionaire en meer orangistische opvattingen werden geuit in de regels van een Besluit, hetwelk zich heelemaal niet leent tot iets anders dan om te beloonen (met brons, in casu) wat met gouden letters verdient te worden geboekt: de trouw in, en de lange duur van een dienstverhouding tusschen werkgeefster en loontrekster (of wilt u liever als juffrouw en meid). Al mogen die Johan na's, Petronella's en Alida's die eertijds Jansje, Pietje en Daattje heetten zich méér met haar gekapte haren, hoeden en japonnen bemoeien dan met consequenties te trekken uit Koninklijke besluiten betrekking heb bende op een door ouderwetsche deugden gemedailleerde «kameraad* (misschien wel «collegin* volgens de nieuwste lezing), toch bewandelt de Redactie -- als zij voortgaa*t op dien weg -- een gevaarlijk pad. Volgens de Grondwet hebben de Staats burgers gelijke rechten en bestaan er geen standen. In strijd daartnede worden ver dienstelijke burgers in den adelstand «ver heven*, zonder dat daartoe óolt eenig protest tegengeuit werd. Thans krijgen wij een nieuwen stand, dien der «mejuffrouw- dienstboden*, clandestien ingevoerd naast de «mejuffrouwen doctor of meester*. Onder die omstandigheden mogen de «hee ren* die zich dien titel niet onwaardig toonden den eisch stellen in de «Staats courant* als zoodanig te worden erkend niet «verheven*. Daar 't op een interpellatie méér of min der wel niet aan zal komen in de Tweede Kamer (de tijd toch schijnt daar niet 41 te duur) hoop ik, dat een der Hoogmogende heeren gelegenheid vinde, zich daaraan te wijden of althans den WelEdelGestrengen (misschien Wel Eerwaarden Zeer Geleerden) heer Redacteur der «Staatscourant* er op te wijzen, dat hij een ander blad zoeke meer aan geestigheid of humor gewijd -- waarin zijn hilariteit verwekkende berichten worden opgenomen, niet twijfelende, dat daarmede meer worde beantwoord aan den volksgeest, die voor echte heeren en dames veel voelt, maar aan namaak een bijsmaak proeft, die onaangenaam aandoet. Ondei te strenge leiding. 's Morgens waren ze naar de kerk gestapt een stemmig groepje vader Heftig en moe der Kregel, en Wim, Mien en Koos, de kinderen, voorop. Vóór kerktijd waren weder de gewone bevelen, gesteund door den dreigenden wijs vinger, aan 't jonge drietal gegeven «Hand aan hand loopen Niet naar andere kinderen kijken Geen stcenen uit den weg schoppen In de kerk naar dominee zien en luisteren Mond en voeten stil houdenNiet gaan slapen Na kerktijd thuis blijven, wie anders doet Onder 't strenge oog der ouders werd aan de bevelen voldaan en na den mid- dagdienst werd in de zelfde orde als bij den kerkgang een wandeling onder nomen, voortdurend geleid door de waar schuwingen, nu van vader, dan van moeder «Niet door dien waterplas! Niet over dien hoop zandNiet in dien greppelNiet door dat grasNiet op die bank zittenGeen stok opnemen!* Verder ai hetgeen de ouders beschouwen als tot een hoogst fatsoenlijke wandeling te behooren. Tot het einde er van was natuurlijk alles wel geweest. Thuis gekomen, worden ouders en kinde ren verrast door de onverwachte overkomst uit stad van oom Haantjes en tante Saartje met hun kinderen, welke verrassing mee brengt, dat de ouders, onder druk gesprek aan de theetafel, een poosje 't jonge zeven tal in hun Zondagpakjes vergeet, dat nu met volle teugen de vrijheid buiten in den tuin geniet; draven, springen, klauteren,kruipen, naar eigen goedvinden. Wat een heerlijkheid De kinderpret duurt evenwel kort. 't Schiet vader Heftig ineens te binnen, dat hij de kinderen nog niet heeft gewaarschuwd en als hij hierom met oom Haantjes in den tuin komt, ziet hij zijn zoontje Wim, in een vuile sloot gevallen, druk bezig, onder groote vrees, 't verontreinigde broekje schoon te wrijven, hierin getrouw bijgestaan door 't oudste neefje. En nu is het uit met 't zoo vroolijke kinderspel. Allen worden in huis geroepen en als Wim, erg bedrukt, bij de deur moet blijven staan, zegt vader Heftig «Jou deugnietZoo woest aangaan en met de mooiste kleeren aan. Je wilt een ver- j dorven kind worden Is dit een goed voor- beeld geven Kleeren uit en dadelijk naar bed'k Zal je morgen wel meer zeggen 's Middags zes uur, half in den zomer, ligt het ventje, in eenzaamheid zacht schreiend, op z'n bedje, stil bedenkend, hoe vader over een ongeluk zóo boos kan worden. Waarom liet Moe hem ook spelen in de Zondagsche kleeren Wat zou er morgen nog gebeuren

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1