NEDERLANDSCHE CENTRAAL SPOORWEG-MAATSCHAPPIJ. WIJBERT-TABLETTEN JE AREND". Nationale Vereeniging tot steun aan miliciens. VETTER Co., FROU-FROU Stoomwasscherij W. G. BURGER, DE HUISHOUDGIDS gevestigd te DORDRECHT. H.H. Van der Zoo de Jong Van Ophoven Mocca Tric-Trac Feuilleton. Gedetacheerd. Afdoeling Amersfoort en omstreken. Werkgevers, die betrouwbare werkkrachten noodig hebben, en Miliciens, die naar werkzaamheden uitzien, worden verzocht zich te wendon tot het Secreta riaat der afdeeling, Schimmelpenninck- straat 41, te Amersfoort. N.B. Alléén die miliciens, waarvan de dienstrapporten, opgevraagd bij hunne laatst commandeerend officieren gunstig luiden, kom9n in aanmerking voor steun door de vereeniging. Distill. Wijnen. Likeuren. Lieve Vrouwe-kerkliof. AMERSFOORT. met de „LINDEBOOM" is de ECHTE. Wacht u voor NAMAAK. Wed, B. van - ZEIS T. fc==— AMERIKAANSCH SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen. GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN. Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht. PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden. Gouden Medaille, Gent 1908. Onder redactie van mejuffrouw N. CARIOT, Leerares in Koken en Voedingsleer te ZWOLLE. Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag. Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan het bureau van de »DE HUISHOUDGIDS* Burgstraat 65, UTRECHT. Telegram-adres: HOLARGYP, Telefoon No. 1021 Volgestort maatschappelijk kapitaal f 1000 000. De Bank stelt verkrijgbaar 5% Pandbrieven, groot f 1000, f 500 en f 100, tót den koers van 101 °|o. Coupons verschijnen 1 Mei en 1 November. Verkrijgbaar ten kantore der Bank, en te AMERSFOORT bij de alsmede bij hare overige Agenten in de voornaamste plaatsen des Rijks. Orders tot liet afhalen van ijl- en vrachtstiikgoederen worden aangenomen aan de BESTEL- en VRACHT- GOEDERENBUREAU's der Maatschappij, zoomede aan de FACTORY VAN GEND LOOS, Langestraat 47, en uitgevoerd tegen een loon van f 0.0.1 per 50 K.G. met een minimum van fO.10 per zending. met een overheerlijk Moooa-aroma. Biscuitfabriek ,,ile Lindeboom". Firma Wed. B, van gj Bij den ondergeteekende verschijnt 3D iederen Woensdag j| De Hollandsche Lelie j| Weekblad voor jongedames ffö onder Hoofdredactie Jonkvr. ANNA de SAVORNIN LOBMAN', iff De Hollandsche Lelie" is het eenige ïg Weekblad in Nederland voor dames Bi uit de hoogste en beschaafdste krin- gen. Let hierop voor uwe advertentie, Prijs per jaarg. f 4, fr. p. p. f 4.20 proefnummer gratis. c» Amsterdam. L. J. VEEN. (Bazeltj es). Voortreffelijk middel bij Hoest. Heesch- heid, Keelpijn. =r Pr|j8 60 cent. Verkrijgbaar bij A. VAN DE WEG, Langestraat 23, Telefoon 217. @0@© 0 @00© Crediet- voroesaiging Correspondentschap to Amersfoort. mr. II. J. M. wan den BKKGI1 WILHELMINASTRAAT 5. to Amsterdam. Zij stelt zich ton doel hot verleenen van Credieten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco het incasseereu van handelspapier het ontvangen van geldon il déposito rekening-courant. Chocolade Mocca Stangen Chocolade Walnoten ware DELICATESSEN. Biscuitfabriek „de Lindeboom" Firma Wed. B. ran Heden en volgende avonden Verder bef bekende pracht programma. Eiken Zaterdag Nieuw Programma. Prijzen fo.75, fo.50, fo.30, fo.20. Militairen en kinderen half geld. 6.) Eschborn moest lachen om zijn inval, doch vervolgde zijn overpeinzing: „Misschien zie ik daar een gezichtje, dat me nog beter bevalt dan Gerda en dan kan Kramer haar trouwen. Maar toch zou ik wel eens willen weten welken indruk ik heb gemaakt op die damesik ben wel iiiec meer ijdel dan elk fat soenlijk man moot wezen, maar toch zou ik 't graag willen weten, want ala ik goed heb gezien, dan beb ik beslist eenigen indruk op hen ge maakt". Hij had indruk op hen gemaakt, zelfs heel veel en vooral op de vrouw van den kolonel, want deze bad opeens haar pas versneld om maar gauwer thnis te kunnen wezen en spoedi ger aan haar man te kunnen vragen hoe heet hij, hoe oud is hij, wat is hij, wat komt hij bier doen, wanneer is hij hier gekomen, hoe lang blijft hjj hier, en nog veel meer. De kolonel had pret in 't geval. „Zie je wel, dat ik me niet heb vergist. Z60 als hij kwam, heb ik gedacht aan het oogenblik waarop jij hem in ;t vizier zou krijgen en je je zoudt voornemen, mij een gedacht standje er over te maken, omdat ik je zijn conduite-staat nog niet heb laten zienmaar, dat hy zoo'n buitengewonen indruk op je zou maken, heb ik toch in de verste verte niet kunnen denken". Mevrouw Von Langen deed al haar best om haar koortsachtige opgewondenheid te verbergen. „Pardon, je vergist je schromelijk. Die huzaar interesseert me in 't geheel niet. Ik heb wel ernstiger en gewichtiger dingen aan mijn hoofd Van ochtend nog heb ik eer, heel onaangena- men brief ontvangen van de Presidente van onze vereeniging. De vijfhonderd paar wollen kousjes, die onze onderafdeeling zou breien voor de stumpers raQ kinderen in Zuid-West-Afrika zijn nog niet klaar en de boot gaat over tien dagen. Ik weet geen raad. Ik ben in aanmerking gebracht voor een decoratie, maar als de kousjes niet op tijd gereed komen, dan is 't zoo goed als zeker, dat ik mijn lintje niet krijg, schrijft ze". „Dat zou toch verschrikkelijk wezen". Zij hoorde zijn ironie niet en ging dus voort: „Het doet me genoegen, dat je dat 6ok erkent. Eerlijk gezegd, heb ik gedacht, dat je er je niets van aantrok. Maar het zou verschrikkelijk wezcD. Elk van de dames zou voor een zeker aantal paren zorgen; maar ze breien niet". De tranen kwameu haar in de oogen. „Ze breien niet. Ik heb ze éen voor éen be zocht en hun gevraagd „dames, doe mij 't ge noegen en brei toch denk aan de arme k'ade ren". „En aan mijn lintje" vulde de kolonel aan. Zijn vrouw wierp hem een van haar meest vernietigende blikken toe, doch achtte het verre beneden haar waardigheid, hem te antwoorden. Zij vervolgde dus: „Ik heb hen bijna gebeden en gesmeekt, vlugger te breien; maar zij breien niet. Het doet me innig leed, bet te moeten erkennen, maar de ofTiciersdames zijn de allerluisten! Iederen dag hebben ze een ander excuus. Nu eens is een van de kinderen ziek, dan weer een der dienstbodeneen anderen keer is het de wasch, altijd is er wat, maar breien uoen ze niet". „En brei jij dan Weer trof hem een vernietigende blik. „Jij schijnt geen begrip te hebben van mijn positie als Presidente van het sub-comité. Maak jij dan misschien zelf paradepas, als je „parade pas" commandeert Nu, zoo 1 a a t ik ook breien zelf breien is verre beneden mijn waardigheid. Maar die kousen komen klaar" vervolgde zij na een korte pauze met groote zekerheid „daar kunnen de dames zeker van wezen. Morgen spreek ik met ze af, saam te komen, iederen namid dag van 5 tot 8 en iederen dag bij een andere en dan dan wordt er gebreiddaar sta ik je borg voor". Haar oogen straalden en voorspelden weinig goeds voor de arme, die zou tegenpruttelen". „Een geluk, dat de heeren er niet bij behoe ven te wezen" meende de kolonel lachend. „Het zou andera zoo heel slecht nog niet wezen als jelui je leegen tijd wat nuttiger leer den gebruiken; maar als de dienst er op zit zooals jelui dat zoo netjes zegt dan zitje ook met je handen over elkaar". „En liefst met de beenen op een chaise longue" vulde de kolonel aan. „Gelijk heb je. Slapen is een kostelijk iets". „Luilakken, die jelui bent". De kolonel stak een nieuwe sigaar op. „Je bent weer in een allerliefste stemming. Wat heb je nu weer?" Zijn vrouw richtte zich in haar volle lengte °P- „Wat ik heb? Als je t dan met alle geweld wilt weten, ik erger tne dood aan de ongema nierdheid der ollicieren van jou regiment". De kolonel was zóo verbaasd, dat bij heele- maal vergat het lucifertje uit te blazen en zich dan ook (link de vingers der rechterband brandde. „Dat komt van jou onzin" viel hij uit. „Hoe krijg je 't in je hoofd, critiek te oefenen op mijn oflicierskorps Ben jij de regiments-com mandant Weer vloog ze overeind en nam, zoo goed en kwaad als 't met haar jaren nog ging, de hou ding aan. „Neen, gelukkig benjij de korps-commandant, maar ik ben je vrouw en juist daardoor heb ik misschien een beteren kijk op de zoden en de gedragingen der ollicieren dan jij". „Wat is er dan?" „Wat er is Dat het iu éen woord schandelijk is, dat die huzaar, die Eschborn naar ik hoor, heet hij zoo op klaarlichten dag in een hotel voor 't raam kofhe met een pousje zit te drinken". Medelijdend keek de kolonel zijn vrouw aan en vroeg loen „Zeg eens kind, ben je wel goed? 't Komt me voor, dat je in ijlende koorts spreekt". „Ik weet heel goed wat ik zeg" klonk het trotsch terug „zóo te kijk gaat alleen iemand zitten, die niets op zijn kerfstok heeft en dat heeft die huzaar niet. Als hij een klein beetje wist hoe 't hoorde, had hij, onmiddellijk nadat hij zich bij jou had gemeld, mij een bezoek moeten brengen, maar niet zoo open en bloot te kijk moeten gaan zitten". ,,fs 't anders niet" lachte de kolonel. „Esch born is nog geen uur in de stad en zal zijn kotiers, als hij die al heeft, nog niet hebben uitgepakt. Zijn oppasser komt pas morgen met de paarden en ik denk zoo, dat hij in 't hotel is geweest om een paar brieven te schrijven en eens te overleggeD waar hij een paar kamers kan vinden. Kortom hij heeft nog geen gelegenheid gehad, je zijn opwachting te maken". „Volgens jon, natuurlijk, omdat jelui mannen altijd eikaars partij neemt; maar volgens mij is er geen verontschuldiging hoegenaamd te be denken. Ook Gerda is alles behalve te spreken over zijn manier van doen." Tot hier toe had de kolonel al heigeen zijn vrouw ten beste had gegeven van den huraoris- tischen kant beschouwd maar nu werd hij toch boos. „Gerda moet zich niet al te veel verbeelden", „Pardon, Gerda weet heel goed welke beleefd heid men haar als dochter van den kolonel ver schuldigd is. ik weet natuurlijk niet of meneer de luitenant het nog noodig zal achten, ons met zijn bezoek te vereeren, maar dit weet ik wel, dat, als hij nog komt, hij kan rekenen op een heel koele ontvangst en ik ben 't nog niet met mezelven eens of ik hem wel ontvang en 't is ook nog zeer de vraag of ik hem voorstel aan Gerda". De kolonel hield ontzaglijk veel van zijn eenig kind, maar zeide nu toch boos ,,'t Is te hopen, dat Eschborn zich daar over heen zet". Zijn vrouw trok de schouders op. „Zelfs te Herlijn zijn niet veel meisjes zóo mooi en lief als Gerda en huzaren-ollicieren zijn gewoonlijk nogal gevoelig voor vrouwelijk schoon". „Houd nu maar op" vroeg de kolonel. „Ik zou er haast toe komen, te geïooven, dat je al weer huwelijksplannen maakt, nu voor den huzaar en Gerda". (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 4