Zaterdag 2
November 1912.
No. 8180.
62e Jaargang.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFDREDACTEUR
P. J. raisxaiKa
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post/1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieöle- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten dg stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
SORTSGKACStT 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
Hoe de toestand zou kunnen
zijn.
De wijze, waarop de pensioenen thans ge
ïnd worden, is tijdroovcnd, omslachtig en gaat
gepaard met onnoodige kosten ten laste der
belanghebbenden. Geldt dit voor de steden,
zelfs voor die waar een Betaalmeester ge
vestigd is, in meerdere mate nog voor het
platte land, waar sommigen voor het doel
een voetreis maken moeten (b.v. van Zalt-
Bommel naar 1 iel, van de omliggende ge
meenten van Dordrecht naar de stad enz.).
Welke min gunstige gevolgen somtijds zulk
eene zich periodiek herhalende afwezigheid
voor den betrokkene zelf, of voor diens ge
zin, 11a zich slepen, laten we, ter verdere
uitwerking aan de scherpzinnigheid onzer
lezers over.
In Apeldoorn wordt het pensioen uitbe
taald door den Rijks-ontvanger op afgifte
eener quitantie van den belanghebbende door
den Betaalmeester te Zutphen ongefrankeerd
toegezondenkosten f0.27*' f 0.05 f 0.32"',
een soort van kwartaal-belasting.
Maar genoeg, deze voorbeelden kunnen
>ad libitum" vermenigvuldigd worden, het
is dus overbodig op dit stramien nog weer
voort te borduren, de zaak is genoegzaam
bekend en vereischt verandering en verbe
tering.
Evenzoo de termijn van de driemaande-
lijksche betaalbaarstelling die te lang is
(men weet dat de Indische pensioenen voor
uit betaald worden, wat ook weer z'n tegen
heeft, men denke aan gevallen van over
lijden, waarin contanten ontbreken).
Veilig kan men aannemen dat de meeste,
zoo niet alle gepensionneerden tijdens zij
nog in functie waren hoogstens maandelijks
uitbetaald werdenwaartoe dan plotseling
eene ingrijpende wijziging in het levensbestek
van zoo velen? Kr is in de laatste jaren een
strooming merkbaar om te trachten het
schuldenmaken bij leveranciers te verminde
ren, een korte, althans kortere, termijn van
ontvangst der, hetzij geheele of gedeeltelijke
inkomsten is daartoe alleszins bevorderlijk;
moet hiertegen nu de Staat een dam
blijven onderhouden welke dien stroom in
zijn voorspoedigen loop belemmert Een paar
vragen slechts, wier beantwoording te
samen met de aangehaalde voorbeelden, wel
is waar nog geen pertinente veroordeeling
behoeven te bevatten van het bestaande
systeem, maar die, met anderen vermeerderd,
wel tot zijn verwerping zouden doen con-
cludeeren. Dan, ook hier geen onnoodige en
overbodige uitweiding over bekende zaken,
welke door zeer velen geacht worden voor
herziening in aanmerking te moeten komen.
Gaan wij er nu toe over onze meening te
zeggen, hoe de toestand zou kunnen zijn, dan
willen wij toch vooraf met nadruk wijzen op
onze bedoeling om hiermede aan te geven
dat, en in welken geest, een doelmatiger
stelsel dan het huidige in het leven kan
worden geroepen. Wij zijn niet bevoegd en
het ligt niet op onzen weg we merkten
dit reeds vroeger op een uitgewerkt
ontwerp" voor de definitieve herziening eener
regeling welke uit haren aard ingewikkeld is
als deze, onzen lezers voor te leggen. Wat
wij ons tot taak gesteld hebben is aan te
toonen en wij meenen dat gedaan te
hebben dat de vigeerende voorschriften
omtrent de uitkeering der pensioenen niet
voldoen aan practisch te stellen eischen en
zij vervangen behooren te worden door
andere welke in overeenstemming zijn hier
mede
a. Dat elk gepensionneerde in de plaats
zijner inwoning zijn pensioen bekomen kan,
(gehuchten alwaar geen hulppostkantoor aan
wezig is blijven buiten bespreking) in dier
1) Naar aanleiding van een desbetreffend
verzoek overgenomen uit „de Bandelier".
voege, dat het in groote plaatsen, alwaar een
Betaalmeester gevestigd is, bij dien ambte
naar verkrijgbaar is, of wel aan het Hoofd
postkantoor en de Hulpkantoren (voor de
omwonenden) desverkiezend met gebruikma
king van de Rijkspostspaarbank. (Zie hier
over in dit verband, het zeer lezenswaardig
artikel van de hand des heeren I.ucardie in
de Bandelier No. 4.)
b. Dat de betaalbaarstelling op korteren
termijn geschiedt, met uitschakeling der atte
statie de vita, welke, bij het reeds bestaande
te vervolmaken voorschrift, dat de
Burgemeester aan den Commissaris der Ko
ningin kennis geeft van het overlijden eens
gepensionneerden, geen reden van bestaan
behoeft te hebben.
Het spreekt wel van zelf, dat aan de vei-
wezenlijking dezer desiderata nog al iets
«vast* zit en ze dan ook niet zoo spoedig
te verwachten is, maar naar mate meer aan
dacht aan dit onderwerp geschonken wordt
en hiervan naar buiten blijken zal, naar die
mate zal het tijdsverloop korter zijn, waarop
de gepensionneerden een nieuwe en betere
regeling der besproken aangelegenheid zul
len mogen begroeten.
Alles op zijn tijd.
Alles heeft zijn plaatsmaar alles heelt
ook zijn tijdmet andere woorden, overal
en altijd moet orde heerschen. Dat ieder
ding .-ijn plaats moet hebben en wel zijn
eigen plaats innemen, mij dunkt, dat zal
wel niemand tegenspreken. Waar zou het
heen. wanneer in zaken, in huishouden en
zooveel meer, de dingen niet op hun eigen,
rechte plaats te vinden waren. Wat al ge
zoek, wat al tijdverlies, wat al verdriet, wat
al onaangenaamheden, wat al slecht humeur
zijn daarvan niet het gevolg. Geen wonder
dat ouders en opvoeders zich veel moeite
geven om den kinderen een sterk besef in
te prenten wat het begrip«orde* zeggen
wilhoe zij zich orde tot gewoonte moeten
maken; wat '11 rust en kalmte en gemak
zij schenkt, en welke onaangename en
schadelijke gevolgen het verwaarloozen van
haar voorschriften voor iedereen in huis en
zaken voor jong en oud. voor kind en vol
wassene, als van zelf meebrengt.
Maar orde is niet alleen noodig met het
oog op de plaats van dingen en zaken, zij
wordt ook vereischt met het oog op den
tijd, waarin het een of ander verricht moet
worden. Men zal een kind geen vrijen tijd
geven, voordat hij zijn werk heeft gemaakt,
en zijn lessen geleerdhem geen uitspan
ningen toestaan in den tijd, dat hij op school
moet zijn. Men zal hem niet naar eigen
willekeur zijn tijd laten besteden, maar in
tegendeel er voor zorgen, dat hij dien met
orde leert gebruiken en gebruikt om er
later de goede vruchten van te plukken. Mij
dunkt dat het goed recht van orde van tijd
wel evenmin bestreden zal worden als dat
ven de orde van plaats, en toch wordt de
laatste meer in acht genomen dan de eerste.
Onze tijd is een vooruitstrevendeop al
lerlei gebied gaat men hooger en verder dan
voorheen. Kinderen, jonge kinderen zelfs,
ziet men zich al oefenen in het voetbalspel,
meedoen in allerlei openluchtspelen en daar
woorden en uitdrukkingen hooren en over
nemen, die reeds den volwassen niet fraai
staan, maar, door den kindermond uitgespro
ken, een wanklank zijn en zeer doen aan wie
het goed met de jeugd meent. Dit wat het
moreel betreft, en wat het physiek aangaat,
de groote krachtsinspanning, die gevergd
wordt van de jeugdige liefhebbers van voet
balspel, van lange, vermoeiende fietstochten,
maakt, dat zij na afloop van hun inspanning
voor niets meer geschikt zijn dan voor rust
op een uur, dat er nog geen rusttijd be
hoorde te zijn. Of zij door al die inspanning
hun lichaam krachtig en sterk maken Zegt,
CcL&t^r-
kijkt eens naar die jonge baasjes, hoe gebo
gen hun houding is, hoe sloffend hun gang
uit hun houding spreekt geen opgewektheid,
geen fierheid, uit hun gang geen kracht, geen
vastheid en toch, hoezeer zijn beiden noo
dig om tot een karakter te leiden Waarom,
als men de jongelui van al die spelen wil
doen genieten, niet gewacht tot hun lichaam
sterker en krachtiger is geworden en meer
weerstand kan bieden Waarom niet ge
wacht tot er beter inzicht, tot het karakter
meer gevormd is en de jongelui zich beter
kunnen beheerschen, om niet onder de macht
van den hartstocht dier spelen te geraken
Want dat die spelen hartstochten opwek
ken, dat moet ieder toestemmen, die de
spelers gadegeslagen heeft; zij vervullen de
jeudigen hoofden en harten en laten er dik
wijls o zoo'n klein plaatsje in open voor
betere en hoogere genoegens. Jeugdige kna
pen te doen deelen in al die spelen, die voor
hun leeftijd niet passen, is een verwaarloo-
zing der orde, is een verwaarloozing der
orde, is een verzet tegen de wet der natuur,
is een misdaad aan hen gepleegd, omdat de
natuur geleidelijk werkt, omdat men de jeug
dige krachten zonder noodzaak forceert, om
dat het physiek niet tot behoorlijken groei
en kracht kan komen, en de knapen be
roofd worden van menig duurzaam genoegen,
van menig heerlijk uur, van menige geluk
kige herinnering, waarvan zij in latere jaren
het gemis diep zullen betreuren.
Mogelijk zegt men onze tijd brengt dit
een en ander mee; onze jongens willen van
hoepel en priktol en dergelijke kinderspelen
niet meer weten die voldoen hun nietonze
tijd biedt andere vermaken en als zij daarvan
willen genieten en hun hart er op gezet
hebben, kan ik het niet over mij verkrijgen
hun dat genot te weigeren. Wie zoo spreekt,
begrijpt niet welke kwade gevolgen zijn
zwakheid tegenover de kinderen heeft.
Waarom laat men de kinderen niet kinderen
blijven wat zij niet op hun tijd gehad heb
ben, dat moeten zij toch later genieten.
Evenals die 10-jarige, die nooit met een
paardje en een wagentje had gespeeld en
later in een gezin kwam, waar een kind van
vijf jaar zoo'n stuk speelgoed het zijne mocht
noementoen kon de oudere knaap zich niet
het genot ontzeggen er telkens mee te spe
len; daar had hij behoefte aan, een behoefte,
waarin op den rechten tijd niet was voor
zien.
Onze tijd voert naar hooger, laat het niet
zijn naar te hoog. Wanneer daar meer op
gelet werd, wanneer er minder gezondigd
werd tegen de waarheid van het: alles op
zijn tijd,* zouden dan onze meisjes en knapen
niet een heel wat minder hoog woord voe
ren, een heel wat lager toon aanslaan, heel
wat minder sterk volharden in hun meeningen
en eischen Zouden zij dan niet wat meer
eerbied gevoelen en toonen voor oudere en
wijzere menschen en hun ervaringen en naar
hun soms beter inzicht en oordeel Zou men
niet goed doen de zaak eens van een ande
ren kant te beschouwen en ouders en opvoe
ders op het hart te drukken hun eigen, betere,
overtuiging te volgen en niet toe te staan
wat zij meenen te moeten weigeren aan hui 1
kinderen, en daaraan vast te houden, hoezeer
de jeugd ook haar wil zoekt door te drijver
Mij dunkt, het jonge geslacht zal eerst vei-
wonderd, teleurgesteld en spijtig zijn, ma.' r
wanneer gij slechts volhardt bij uw besluie,
zal het zich voegen, zooals het gewoonlijk
zich voegt naar wie een sterker en krachtig1 .t
wil heeft, dan het zelf bezit.
Doch, wanneer gij uw kinderen iets we i
gert, geeft hen er dan wat anders voor in
de plaats, iets, wat u goed en nuttig schij it,
hen prettig bezig houdt; gij leidt daardoor
hun gedachten af en vermijdt, dat ze blijv en
mokken en mopperen, over wat hen gewei
gerd werd.
Ge hebt immers uw kinderen bestudeerd,
niet waar, en weet dus, wat zjj prettig vin
den, gij kent «de trekjes* in hun karak er,
die ge er zoo gaarne »uit* wilt hebben.
Welnu, 't beste middel daartoe is om hun
gedachten in een goede richting te leilen
en hen eenvoudig op te voeden, hen er van
te doordringen, dat al wat ge hen toes.aat
of weigert slechts geschiedt uit liefde voor
hen, om hen te doen worden flinke degelijke
menschen, gezond naar lichaam en ziel.
Naar A. I.-3.
De moloch van den oorlog.
Als ik tijd had aldus schrijft de i „on-
densche correspondent van de «Tel.* zou
ik wel eens willen uitrekenen hoeveel ijien-
schenbloed er sinds de veertiende eeuw v 'erd
vergoten in het deel van Europa, destijds
door Turkije veroverd. Daar werd zeker
meer bloed vergoten, dan er water is in de
Zwarte Zee. En dat is nog maar een klein
deel van het bloed, dat vloeide, in enze
jaartelling door alle oorlogen van deweield
veroorzaakt.
In een vlugschrift van den Amerik.an-
schen Vredesbond werd geconstateerd,da;er
in 't geheel aan den moloch van den ooi log
15 000 mïllioen menschenlevens zijn geoffi rd,
zooveel menschen als er gedurende :es
eeuwen op de aarde hebben geleefd. M lar
zoo precies laat zich dat niet uitreken in,
Gedurende de vorige eeuw kwamen ongev :er
14 millioen personen in de oorlogen on,
ruim twee maal zooveel als de bevolking
van ons land. En de materieele schade da ir-
aan verbonden, is onberekenbaar groot.
De gewapende vrede alleen heeft a in
Europa in de laatste 27 jaren ongeveer
gekost f 266 400 millioen. Het schot van e-»n
modern kanon kost zooveel als een Engels h
werkman in drie a vier jaren verdient on
meer dan een goede werkmanswoning. E<n
Dreadnought kost zooveel als 600 groo:e
locomotievenhaar jaarlijksch onderhoud
zesmaal zooveel als de jaarwedde van al on.'.e
Ministers en Kamerleden, en na tien a veer
tien jaren worden die schepen als oud roert
afgedankt. F.n neem nu al de vloten eens 1 e
samen
De Engelsche regeering heeft, op hot
verzoek van het Lagerhuis, opgaaf verstrelt
van de vlootkosten der voornaamste zeemc-
gendheden, namelijk Engeland, de Vereenig-
de Staten van Noord-Amerika, Duitschlanc,
Frankrijk, Italië, Japan, Oostenrijk en Rus
land. In 1903 gaven zij te zamen voor hun
vloot f1178 millioen en in 1912 f 1848 milli
oen uit. Dat is in tien jaren eene jaarlijksch
vermeerdering van f670 millioen gulden.
Voor die afzonderlijke landen waren ii
dat tiental jaren de vlootkosten in millioer
guldens als volgï