Zaterdag 23 November 1912. No. 8189. 62e Jaargang. Bij dit nummer behoort een Bijblad. $&ovA#ïif cUuzécfoTc/ Ca c^L-cr Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFDREDACTEUR F. J. F RE DE RIKS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden /"i.— tranco per post ƒ1.15. Advertentlen 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieöle- en ontelgenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht, KORTSGRACBT 9. Postbus 9. Telefoon 19. De kunst van schenken. Zij die het leven beschouwen als een kunst, die met toewijding moet worden beoefend, en al hetgeen wij van geboorte tot dood volbrengen als een kunstwerk, dat in de kleinste onderdeelen verzorgd moet zijn, weten ook, dat een der moeilijkste dingen de daad van het wegschenken is, zegt V. in het »Nws. v. d. D.« en hij vervolgt: Niet zoozeer, omdat men, alvorens te kun nen geven, ook iets moet bezitten en het in het tegenwoordige leven steeds moeilijker wordt, een bezit te verwerven. Ook niet, omdat men op een wijze geven moet, die niet kwetst, en den ontvanger niet in zijn trots raakt. Maar omdat het voor velen zeer moeilijk is, van een bezit waarlijk afstand te doen. Er zijn menschen, die, alvorens te geven, zich laten bidden en smeeken. Zij zien zelf wel, dat er een nood te lenigen, een leegte te vullen is, maar zij wenschen niet te geven van hun overvloed, alvorens een dringend verzoek hen bereikt. Komt dit verzoek, dan geven zij genadiglijk maar zij verwonderen zich er over, dat zij er zoo weinig dank voor oogsten. Dat geven zaliger dan nemen* is, ondervinden zij niet. Zij voelen te zeer, dat de dank, dien men hun brengt, niet gul is. Hoe zou dit ook, waar het hun zelf aan gul heid ontbrak I Zij hebben door het genadige gebaar waarmee de schenking is geschied, den trots van den ontvangende gekwetst. En deze laatste heeft meer het gevoel iets moeizaam verworven te hebben dan wel een geschenk te hebben ontvangen, en er is aarzeling als hij zijn dank uitspreekt. Noch hij die ontvangt, noch hij die geeft, voelt zich ten slotte door het schenken gelukkig. De daad is min of meer een mislukking ge worden en zou te vergelijken zijn met een kunstwerk dat zijn werking mist, omdat het vroote gebreken heeft. Er zijn menschen die geven met de voor opgezette bedoelingdank te oogsten Zij geven schijnbaar gul en dikwijls on gevraagd. Maar zij doen het met luidruch- fige gulheid en liefst in tegenwoordigheid van anderen, zij doen het met een omslag waardoor zij de aandacht op zichzelf vesti gen, met een opzettelijkheid waardoor zij zichzelf allereerst op den voorgrond plaatsen. Hun doen heeft iets joviaal-goedhartigs, maar feitelijk is het ijdel en begeerig. Dok dit weldoen is geen wèl doen. Zij willen besproken, geroemd worden om hun mildheid als hun gift'aanzienlijk ge noeg is moet hun naam in de krant. Dit zijn de schenkers die door vleiers en specu lanten worden omringd. Maar hun schenken is geen schenkenhet is een handel. Zij verkoopen hetgeen zij schijnbaar geven voor dank schijn-dank of nog liever voor faam. Ook hun schenken maakt niet gelukkig. De fijnere naturen voelen zich door de luid ruchtigheid gehinderd, de opdringerigheid schrikt hen af. En de groveren profiteeren eenvoudig en bespotten den gever* achter zijn rug. En deze laatste acht zich maar zelden naar waarde betaald en noemt «on dank's werelds loon*. Dan is er nog een categorie menschen, die schenken onder zekere voorwaarden. Ik wil u dit geven, zeggen zij, maar dan moet ge. Indien er een wijze van schenken is die niet samengaat met afstand doen van het geschenk, dan is het deze. Zij, die ontvangen, worden maar al te vaak voor een keus ge plaatst, zóo moeilijk, dat zij de vreugde van het geschenk te niet doet. Een dergelijke schenking heeft iets van een met hypotheken bezwaarde bezittiifg. Zeer dikwijls is het alleen maar een schenking in naam en blijft het de vraag aan wie het voordeel komt. In den regel is het een vermomde transactie de eene partij zet een nederig en dankbaar, de andere een gul gelaat, maar de een ver trouwt den ander niet. Deze wijze van schen ken is misschien de meest onoprechte, de meest verwerpelijke. Wie iets geeft, moet den ontvangende ge heel vrij laten in de wijze waarop hij het geschenk wil besteden, het wil plaatsen of wil verbruiken. Hij moet waarlijk afstand kunnen doenanders is zijn geven geen geven. Indien hij zich zekere rechten op de schenking voorbehoudt, verdeelt hij eenvou dig het bezit en schept daardoor een oorzaak van verdrietelijke conflicten. Wanneer men niet zóo veel vertrouwen in den ontvangende stelt, dat men waardecring van het geschenk en een doelmatig gebruik ervan kan verwachten, doet men beter te houden wat men heeft. Dr. J. D. Bierens de Haan, de Spinoza- kenner, heeft eens ergens gezegd, dat de schoonheid van een kunstwerk ons vervult met «belanglooze bewondering*. 'Wij be- geeren het niet te bezitten, wij wenschen het niet in ons op te nemen, niets van de onrust, die de begeerte kenmerkt, ondervin den wij. Wij genieten volkomen rustig iets, dat onze aandacht treft. De onrust van onze aandoening heeft niets gemeen met de on rust die voortkomt uit het gevoel van inner lijke onvolledigheid wij begeeren niets, maar genieten belangloos. Het is deze belangloosheid die gepaard moet gaan aan de schenkingsdaad, wil ons geven werkelijk geven zijn, zal ons schenken werkelijk volledig doel treffen, werkelijk zegenrijk zijn. Geef niet met de achterbaksche hoop op dankgeef niet na bidden en smeeken 1 maak uw geschenk niet minderwaardig door het te laten voorkomen als een buitenge wone gunsten vooral bezwaar uw schen king niet met den last van hinderlijke voor waarden, want die last moet drukkend wor den en op den duur meer hinder geven dan de schenking vreugde. Alleen de belanglooze schenking geeft blijk van waarlijke levenskunst en is een daad, die de waarde en den weldadigen in vloed heeft van een vlekkeloos kunstwerk. De vronw 1813-1D13. Een zeer groot aantal dames en enkele heeren hebben gistermiddag gehoor gegeven aan de uituoodiging van het Bestuur van het plaatselijk comité voor de Tentoonstelling »De vrouw iSi3--i9i3« tot het bijwonen van een namiddag-thee in de groote zaal van Hotel Reichmann, waar mevrouw J. P. Odijk—Wouters, Penningmcesteres der cen trale financieele commissie, uit Zaandam, een en ander zou meedeelcn over deze ten toonstelling. Mevrouw Sander aI fuidekoper opende kwart na drieï-n de bijeenkomst met een woord van welkom en sprak er haar verheugenis over uit, dat zóo velen waren gekomen om mevrouw Odijk te hooren spr. noopte, dat deze belangstelling zich zouom- zettee in daadwetkelijken, zeer krachtigen steun. Mevrouw Odij k- Wouters, alsnu het woord verkrijgend, zeide te gevoelen niet de meest bevoegde doch stellig ook niet de minst overtuigde te zijn om uiteen te zetten het groote belang der tentoonstelling aan welke tal van vrouwen in heel het land thans bezig zijn en welke zal uitbeelden de kolossale veranderingen in het leven der vrouw gedurende de laatste honderd jaar. Toen het plan voor deze tentoonstelling vasteren vorm had verkregen, behoefde het Bestuur dank zij do goede organisatie der vrouw zich slechts te wenden tot groepen, terwijl vooraanstaanden bij aan tallen waren aan te wijzen en zoo konden vrij vlug geformeerd de volgende 17 com mission de centrale financieele met comité's in alle belangrijke plaatsen in ons land; de historischedie voor maatschappelijk werk voor hygiene en ziekenverpleging; voor on-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1912 | | pagina 1