BIJBLAD
uitgave van
mrZEpI;SP00RTS0HEC0ÜRANT
VAN nitjor! A' H' yAS Ot-EEPF
1NSDAG 24 DECBMBbp 1912.
S-a™50"^ »«Nro-
film, heelt
Ite„derdiLvon71ït,a,''"r0?rammi'' <lat tot
en meest bekende na ^Int met mooiste
Zien. De .zuster vl Va" Pariis laten
allerkoddigst bliisoel rt.™ stu<1.EnI* 's ™n
denis* een inderH-,' i '^PP'ge geschie-
historie, behalve dï "atüurlijk-komische
die. pas in een fcïfcS?den hoofdP*™°n.
'n een ketel me» ?1CUW. pak gestoken,
de«IMnend drama is .De wolf in
dLstS e»' rS fi® aanstaande eener
uienstoode een inbreker blijkt te zijn die
ÏÏVÜr**? aoor een moordaanslag
«lafen ffiT',.""' hem in hui! herft
Strife" r m,)nheer mevrouw
raer™,™ SMft 'Valsch ala™- een
p u P afwisseling.
ritaaff?^ van °Pzet en aankleeding is »De
ES£2r\ hoogst boeie"de blij-
eindend-dramatische film
bekocht W°nder' dat ,De Arend« flink wordt
In het bioscoop-theater aan de I.angestraat
•s almede groote afwisseling. Ongelooflijk
mooi is de dressuur der wilde leeuwen en
leeuwinnen in .Het leeuwenhuis». Men mag
er zich al over verbazen, dat iemand, die in
goeden doen en in het bezit van een nor
maal verstand is, in zijn tuin leeuwen houdt,
maar toch leeft men geheel mee met den
angst der gasten als een weggejaagde knecht
de hokken heeft geopend en de leeuwen
den muziekavond komen verstoren. .Zigoto
als amateur-detectief» is hier een aange
name ontspanning, terwijl zeer spannend is
»De kwestie van éen seconde», dat is, dat
nog juist te rechter tijd het meisje van een
spoorweg-ingenieur de lont uittrapt van de
dynawiet-patroon welke een ondenkbaar
oogenblik later zal springen en hem het
leven zal benemen.
Het is jammer, dat van het extra-nummer
niet alléén wordt gegeven de geboorte van
den Heiland en.de vlucht naar Egypte. De
wijze waarop deze film wordt vertoond, on
der begeleiding van orgelspel en den zang
van Kerstlieden, is waarlijk indrukwekkend
doch ook hier schaadt het te veel, dat beter
tot den Paaschtijd bleef bewaard.
De vele vergaderingen en bijeenkomsten,
welke hier Vrijdagochtend en avond plaats
hadden, in aanmerking genomen, had dr.
H. J. Toxopeus Vrijdagavond een talrijk
gehoor toen hij voor de plaatselijke afdee-
ling van den Ned. Protestanten Bond sprak
over Erasmus en ongeveer zeide
U zult er zich zeker met mij over ver
heugen, dat onze groote bladen, het .Han
delsblad» en de .Nieuwe Rotterdamsche
Courant», in den laatsten tijd zooveel ruimte
afstaan voor de rubriek Kerkelijk nieuws
en ter bespreking van godsdienstige en theo
logische quaesties. Dit is iets van den
nieuweren tijd en de vrijzinnig Protestanten
hebben alle reden, zich daarover van heeler
harte te verheugen.
In het «Hdbld.» heeft mij getroffen de
discussie tusschen dr. A, W. Bronsveld en
de Canisius-vereeniging ever de vraag
of Erasmus wel steeds is gebleven een goed
zoon der R. K. kerk. Dr. Bronsveld meent,
dat Erasmus steeds is gebleven in die kerk,
al had hij er ook nóg zoo veel op aan te
merken, en dat hij dus was een goed zoon
der kerk. De Canisius-vereeniging brengt
daar tegenin, dat Erasmus de hiërarchische
inrichting der kerk in twijfel heeft getrokken
en wijst er op, dat hij zaaide het zaad van
rationalisme en hij dus geen goed zoon der
kerk is geweest.
Het is hachelijk, tc beslissen wie gelijk
heeft, want voor beider standpunt is veel te
zeggen. Dr. Bronsveld heeft gelijk als hij
beweert, dat Erasmus een trouw zoon der
kerk was; maar de Canisianen hebben, als
zij aanwijzen hoeveel Erasmus had aan te
merken op de inrichting der kerk, op het
primaatschap van den Paus, op de monnik
ken, enz., óok gelijk als zij zeggen, dat hij
geen trouw zoon der kerk was, althans niet
in den gewonen zin.
Wat hebben we te verstaan onder de
qualificatie .trouw zoon der kerk», vooral in
die dagen? Dr. Bronsveld meent dit te kun
nen uitmaken doch wat weten wij. Protes
tanten, van onze R. K. broeders en zusters.
Wij kennen ze, drukker, hun de hand, doch
weten weinig van hun denkwijze en zijn
daarom geneigd, te zeggen, dat ze dom en
achterlijk zijn en staan aan den kant der
Middeleeuwen. Maar is dit juist? En vooral,
hoe beschouwden de R. K. tijdgenooten van
Erasmus hem Moeten we dus de R. K. van
zijn tijd niet raadplegen en nog beter de
Pausen van zijn tijd?
Maar als we dit doen, als we dus putten
uit de beste bron, dan blijkt, dat Erasmus
in ieder geval een wonderlijk man is geweest.
Kr waren Pausen, die hem hooglijk waar
deerden en hem vroegen hoe zij moesten
handelen tegenover den monnik Luther
doch er waren te gelijk Keizers, die zijn
boeken op den pauselijken index plaatsten
en lieten verbranden.
Het zal U thans wel duidelijk zijn, dat
ook ik de vraag niet kan beantwoorden of
Erasmus een goed zoon van de R. K. kerk
was.
Hoe komen wc tot die onzekerheid? Ik wil
dit toeschrijven aan zijn ontzaglijk gecom
pliceerd karakter, zijn zoo gecompliceerde
persoonlijkheid.
Is het al moeilijk, een persoon te beschrij
ven, omdat het typische van 't individu niet te
beschrijven is. hoeveel te moeilijker is dit
dan voor een man, die in zijn tijd de wereld
ver vooruit was en daarmee haar heeft weten
te bebeerschenvoor een man met een zóo
ontzaglijke breedheid van opvatting en zóo
enorme kennis.
We willen trachten, de persoonlijkheid
van Erasmus nader te leeren kennen.
Toen ik in het begin van dezen winter
aan het Bestuur meedeelde, dat ik hier over
Erasmus wenschte te spreken, vond men dit
slechts half goed. Ik ben blij, thans te kunnen
spreken over dezen grooten man, want slechts
weinig menschen zijn zóo miskend, zóo mis
verstaan als onze groote Nederlander, Desi-
derius Erasmus.
Ik hoop er toe bij te dragen, hem de eer
te hergeven, die hem toekomt en hem te
herplaatsen waar hij behoort, want hij was
een der allergrootsten van de vele groote
Nederlanders.
Reeds Busker Iluet heeft er op gewezen,
dat wij steeds stoffen op groote mannen als
den Zwijger, De Ruyter, enz., die hun roem
vooral danken aan wapengeweld, doch zoo
weinig waardccren de mannen van den vrede,
als onzen grooten Rotterdammer.
Ik wil hem thans nemen onder verschillend
licht. Het heeft dit tegen, dat ik dan af en
toe in herhaling vervaldoch het heeft dit
voor, dat mijn schets ordelijker wordt en ik
een beteren kijk geef op zijn veelzijdigheid.
Hij werd 28 October 1466 te Rotterdam
geboren en is een van de merkwaardigste
mannen, die Nederland heeft voorgebracht.
Toch weten we weinig meer van hem dan
dat te Rotterdam een standbeeld van hem
staat, dat een boekblad omstaat als het de
klok hoort slaan.
Wij weten niet, dat er door zijn invloed
is geweest een echt reformatorische invloed
en dat we het aan hem hebben te danken,
dat bij ons de hervorming reeds in de lucht
zat voor Luther, Zwingli en Calvijn. Prof.
Pijper, uit Leiden, die een kleine brochure
wijdde aan deze beweging, legt er dan ook
allen nadruk op hoe zeer veel Erasmus be-
teekent voor ons land en ons volk. Zijn
richting heeft echter slechts kort bestaan cn
zijn opvattingen hebben niet veel aanhan
gers gehad en beide zijn in 1566 overvleu
geld door de Calvinisten.
Prof. Pijper stelt in zijn brochure de vraag
oi we niet kunnen nagaan op welke catego
rie van mannen Erasmus invloed had en
wijst dan drie soorten aan de rectoren der
Latijnsche scholende menschen die het
midden vormden tusschen de voorstanders
van het volstrekt behoud en de hervormers;
hen, die invloed hadden op de hervor-
ie schreef mooier I.atijn dan Erasmus?
Zijn werken werden dan ook door de rec
toren bestudeerd uit litterair oogpunt, maar
te gelijk van theologisch standpunt, waar
door zij allengs sterk kwamen onder zijn in
vloed en die overbrachten op hun leeraren
en hun leerlingen,
Wat de tweede categorie betreft, dan
vormde hij, als 't waar is dat de waarheid
in 't midden ligt, zelf de middenrichting.
Hij was noch kerksch in den zin der R. K.
kerk, noch hervormingsgezind en daardoor
had hij zoo grooten invloed op een zeer
breede groep menschen, die verkeerdelijk
wordt genegeerd omdat wij gewend zijn te
rekenen met de uiterstenzoo'n middenman,
wat heb je er an.
Prof. Pijper stelt nog in 't licht waaraan
we Erasmus' vroomheid kunnnen onder
scheiden (eenige oogenblikken onverstaan
baar). Voor hem was, in tegenstelling met
de Calvinisten, de leer der predestinatie
eigenlijk van geen waarde.
Ook om zijn veelzijdigheid is de persoon
van Erasmus moeilijk ergens onder dak
te brengen en te beschrijven. Aan do
Anglicaansche kathedraal van Canterburry
en in de kapittelzaal der Hervormde kerk
te Bazel, vinden we zijn beeltenis en de
R. K, universiteit te Leuven draagt er nog
altijd roem op, dat Erasmus eenige jaren
tot haar heeft behoord. Ook de Oud-Katho
lieken zien een geestverwant in hem en de
modernisten in de R. K. kerk evenzeer om
dat hij, evenals zij, van binnen uit die kerk
wilde verbeteren.
Evenmin als groote mannen en groote
vrouwen zich ooit in éen kerk hebben kun
nen thuis gevoelen, is Erasmus te brenger,
tot éen enkele kerk. Dit pleit voor hem,
voor zijn invloed eil zijn veelzijdigheid.
Welk een stijl, welk een vernuft, welk
een rijkdom van inzichten, welk een schat
van kennis, waren de zijne; welk een hoogst
beschaafd, fijn besnaard man was Erasmus,
die ieder naar hem deed luisteren, schrijft
prof. Pijper van hem.
En dan Erasmus als humanist. Onmiddel
lijk vóór het optreden van Luther vinden
we den tijd van het humanisme, welke terug
greep naar de scholastik van Plato, Cicero,
Demosthenes en Virgilius, een richting, welke
weer in geen enkele kerk is thuis te brengen,
doch wel in de menschheid, en die zeide
wanneer de kerk zorgt voor de toekomst,
willen wij zorgen voor dit leven. Het deed
de Oude talen beoefenen en waardeeren, het
oude leven herleven, den ouden tijd brengen
in den eigen tijd. Het is voorbereid in de
14e eeuw door Dante, Petrarca en Bocaccio
en vooral in de 15e eeuw opgekomen door
de uitvinding der boekdrukkunst. Het is de
algemeen menschelijke ontwikkeling, vrij van
de kerk, dikwijls zelfs vijandig aan de kerk.
Een vertegenwoordiger van deze klassieke
grootheid was Desiderius Erasmus en vandaar
zijn groote invloed op de rectoren der Gym
nasiën. Ook Rudolf Agricola mogen wc
noemen als humanist, doch de grootste was
toch verreweg Erasmus, wiens idealen gansch
jong Nederland en West-Europa meesleepten.
Een enkele greep uit zijn rijk en lang
leven.
Hij werd geboren te Rotterdam (bij toeval.
Zijn vader, Gerrit Elias, van Gouda, kon niet
wettelijk trouwen met zijn moeder, Elisabeth
de dochter van een geneesheer uit Zeven
bergen. De vader ging, om in zijn onderhoud
te voorzien, naar Rome, waar zijn broeders
hem berichtten, dat Elisabeth was overleden
verslaggever).
Naar het gebruik van die dagen verlatini-
seerde hij zijn naam. Men heeft gepoogd een
smet op zijn naam te werpen als zou hij een
zoon zijn van een gewoon dorpspastoor.
Busken Huet heeft gelijk waar hij zegt, dat
het pleit voor een volk als uit de onderste
lagen zulke groote geesten kunnen voort
komen.
Met steun van de grootmoeder van va
ders zijde ging hij op zijn 5de jaar naar
school te Gouda, werd later koorzanger
te Utrecht en ging op zijn 9de jaar naar de dag
school te Deventer van de broeders des
Gemeenen levens. De bisschop van Kamerijk
zag echter in, dat hij niet thuis behoorde in
een kloostercel en zond hem in 1491 naar
Parijs, het centrum der wetenschap, waar hij
Grieksch doceerde. Als uitstekend Latinist
ging hij vandaar naar Londen, waar hij ver
keerde met de geleerdste menschen van zijn
tijd en ook met Hendrik VIII. Hij wilde
echter promoveeren in de Theologie en moest
daarom naar Italië, waar de wetenschappen
destijds in vollen luister bloeiden. Na van zijn
kloostergelofte ontslagen te zijn, promoveerde
hij te Bologna en keerde in 1509 terug naar
Engeland.
Dan komt de periode op van het huma
nisme met den strijd over Hebreeuwsch en
Grieksch, met aan liet hoofd der strijdenden
Erasmus en Reuchlin.
De monnikken, die hun Vulgata hadden,
achtten de studie van het Hebreeuwsch over
bodig en nadat Reuchlin door de Domini
caners in de gevangenis was geraakt, koos
E. openlijk partij voor Reuchlin tegen de
»blaffende honden»iets, dat hij nooit heeft
gedaan voor Luther.
Nog veel belangrijker echter is zijn strijd
in de dagen van l.uther; een strijd waarbij
geen huichelarij, oneerlijkheid of lage bedoe
ling voorzat, en dien hij eerlijk streed.
Erasmus verheugde zich aanvankelijk over
het optreden van Luther omdat hij meende,
dat deze de kerk wilde zuiveren doch toen
Luther veel verder ging en ook de goede
zijde der kerk en zelfs haar grondvesten
aantastte, retireerde Erasmus zich en las
zelfs Luther's geschriften niet, tot hij hem
ten slotte bestreed.
Zóo bleef hij trouw aan de R. K. kerk.
Zijn laatste levensjaren bracht hij door te
Bazel, waar hij 12 Juli 1536 overleed.
Nog een korte bespreking van enkele
zijner werken en wel de 4 belangrijkste en
ïyel
een uitgave van het Nieuwe Testament
naar het Grieksche origineel met Latijnsche
vertaling en aanteekeningen in welke hij
het Christendom der oudheid toepast opzijn
eigen tijd, onophoudelijk aanwijst hoezeer
de kerk is afgedwaald en voortdurend hate
lijkheden debiteert aan het adres der mon
nikken. Toch is die Bijbel in het licht ge
geven onder bescherming van Paus Leo X.
Meer bekend, doch niet zoo veelbeteeke-
nend, is zijn »Lof der zotheid» waarin hij
de monnikken en de spitsvondige theologen
van zijn tijd danig havent.
Veel interessanter zijn zijn »Same.:r*v
ken», in welke hij om zoo te zeggen Kio
to's geeft van zijn tijd op even onovertrof
fen als onovertrefbare wijze. (Het meest be
kend de gelofte bij een mogelijke schip
breuk).
Ook hekelde hij de Lutheranen, of liever
het schuim dat Luther meende te volgen
door hard te roepen en veel te schreeuwen.
Op de laatste plaats zijn Brieven (1816