„EYSIÏÏK" Rijwielen lichten gang en soliditeit. BOCKBIER, B Tan flen BORG, It' Jets voor fijnproevers I Reichelbran Kulinfoaeher 't neusje van den zalm. GEEN VERHOOGDE PRIJZEN Grand Café Restaurant R1CHE. Solied. Sierlijk zijn overal bekend door hun Snel. Sterk. DE HUISHOUDGIDS. PIANO'S. ORGELS. PHONOLA's. Piano s UEBE.. UCHmm. en, Orgels van HÖRÜGEI-, WORCESTER, REED ORGAN Cy„ WILMINGTON, en, MAILDIENSTEN. Feuilleton. Gedetacheerd. 101 PANDBRIEVEN met WINSTAANDEEL van de 0 Ie 00RINCHEM verkrijgbaar bij alie Effectenkantoren. Agent voor AMERSFOORT AMERSFOORTSUH WISSEL- en EFFECTENKANTOOR. alwaar tevens de coupons betaalbaar ziju. Ontvangen de eerste zending Ijangeatraat 20. Telefoon Int. 84. BUREAU VOOR WETENSCHAPPELIJK NIEUWS. Gevestigd te AMSTERDAM. Leert FransoU, ItaUaansoli Dultsoü. Spaanacli, Bngeison, Russison, Deensoli en 3VToorsoh, door middel van de schriftelijke taai-cursussen van het Bureau tot publiciteit van Weten schappelijk nieuws, geleid door dr. J. M. HOOGVLIET, dr. A. A. FOKKER en andere bekende docenten. IMF" Vraagt onzen gratis-prospectu9. DE DIRECTIE. Bureaux: Singe! 276 te AMSTERDAM. Kantooruren 10—12; 2—4. Telefoon10789 Gouden Medaille, Gent 1908. ff M r au TOT T eerares in Koken en Voedingsleer Onder redactie van mejuffrouw N ^^oLLE Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag. Vroefliocru gratis rn franro verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan het bureau van .DE HUISHOUDGIDS. Burgstraat 65, UTRECHT. OPGERICHT 887. - TireucTVTW CTFTNWEG NACHF, F. ADAM, C. MAND, ZEI T- 0 Verder levering van elk gervenscht fabrikaat in iedere houtsoort. VERHUREN. RUILEN. REPAHEEBEN. STEMMEN, ENGELBERTS, VON GLAHN SLIOCHER. T E H I) A N C0MM,9S,OTNA1KS CTFK°™ T. E R H F 0 0 R T Beheerder van liet Bijkantoor te Amersfoort J. O A T T I B, Plantsoen 12, InUre. Tel. SS. S A F E-I) E P 0 S I T. Nieuwste coustructie. Fabrikaat „Lipa". Brand- en Inbraak vrij. LOKETTEN TE HUUR van I 7.50 per jaar af, f 2.- per maand, enz., desKeweneeht met geheime gecombineerde sluiting. Afzonderlijke knipkamer ten behoeve de^chentèle^^ WIJZE VAN VERZENDING. OOST-INDIÈ. Uit Amsterdam, met de s.s. der Maatschappij Nederland- Uit Rotterdam, met de s.s. der Rotterdanmhe Lloyd, Over Genua, met de s.s. der Maatschappij Nederland.') Over Marseille, met de s.s. der Rotterdamse/ie Lloyd') ld. met de Fransehe. pak- loot Over Brlndisi, met de F.n- yehehe jxil.ketboot Over Napels met de Duit- sehe pakketboot SURINAME, uit Amsterdam. over Saint Nazaire. over Southampton. CURAQAO. over Amsterdam. over Hamburg over New- York 11, 25 3, 17, 31 10, 24 Dinsdag en Vrijdag 14, 28 7, 21 S, 22 14, 28 7, 21 Vrjjdag NOORD-AMERIKA buslichting 5.35 'savonds; Zon- i elkeu Dinsdag 5.35 'sa 's avonds. dagen 10.- 3) Nazending 3.30. Supnletoire mail voor brieven, briefkaarten en aangetee- k«nde nukken van allerlei aard C.30 's morgen». Ter drukkerij van de Naam- looze Vennootschap „De Amers- foortBche Courant voorheen firma A. H. van Cleeff" worden spoe dig, net en billijk vervaardigd: Aanplakbilietten Aandeelen Bestekken Bonboekjes Briefhoofden Circulaires ChêqueB Doodsberichten Dissertaties Enveloppen Facturen Formulieren Geleibilletten Huwelijksbrieven In wikkelpapieren Jaarverslagen Kennisgevingen Linieerwerk Menu's Nota's Orderbriefjes Pandbrieven Prijscouranten Quitantiën Registers Rouwbrieven Staten werk Tarieveu Trouwbrieven Uitnoodigingsbrieveu Verlovingskaarten Visitekaartjes Wissels Zegels en elk ander voorkomend boek- of steendrukwerk. 41.) „Wat zeg je, Kramer, heb ik niets met jou te maken" zeurde Martens door „ben je mijn vriend of ben je niet mijn vriend en alsje mijn vriend bent, heb ik dan met je te maken of heb ik dan niet met je te maken. Kramer, kerel, beste vriend, ik zal je bewijzen, dat ik wel met je te maken heb. Hé, jongen, breng meneer Kramer eens een glas bier. En gauw wat". „Als ik een biertje wil hebben, dan kan ik dat zelf wel bestellen", zeide Kramer. „Zeur nu niet, Kramer, maar ik wil nu 't genoegen eenB hebben voor jou, mijn besten vriend, een biertje te bestellen". En eer Kramer het kon verhinderen, stond er een glas bier voor hem en Martens nam, zoo goeden zoo kwaad als 't nog ging, zyn glas op en dronk hem toe. „Prosit, Kramer". Deze hief zijn glas spuitwater op: „Je welzijn". „Wat moet dat?" vroeg Martens, die kwaad werd. „Sinds wanneer drink je mijn gezondheid met vergift? Ik heb je toch uitgelegd, dat kool zuur vergift is en als ik je een glas bier laat brengen dan kan je toch wel daarmee klinken". Kramer haalde de schouders op. „Het spijt me, maar vandaag niet. Ik heb al genoeg ge dronken, zooals ik reeds zeide". „PraAt nu niet" riep de ander „den ganechen lieven dag heb je niets dan spuitwater gedronken en als je nu niet met me wilt klinken en je het bier niet uitdrinkt, dat ik je heb laten brengen dan moet ik wel aannemen, dat je niet met me wilt klinken en dat je me dus wilt beleedigen, {wteedi ^e',^'gen' J'e verstaan, ernstig „Maar, menschen, houdt je nu toch bedaard" riep een van de oudste luitenants „en jij, Mar tens, ais Kramer nu geen bier wil drinken, laat hem dan met rust". Doch Martens wond zich al meer op en wilde niet naar reden luisteren en hield rnaar vol, dat Kramer eerst met hem moest klinken, met het bier, dut hij hem had laten brengen. De anderen bemoeiden zich er mee en al heel spoedig waren er twee partijen, 't Begon ernst te worden. De oudste der luitenants wist ten slotte zich verstaanbaar te maken en schreeuwde hoven de anderen uit: „Heeren, ik heb een voorstel. Kramer moet naar waarheid zeggen waarom hij niet met Mariens wi) klinken. Dat bij vandaag al zooveel heeft gedronken, ia een uitvlucht en hij moet nu maar de waarheid zeggen en dan zullen wij uitmaken of hij gelijk heeft of niet en daarnaar beoordeelen of hij gelijk heeft dan wel Martens". Dat vonden ze een goede oplossing en dus vervolgde de oudste: „Dus, Kramer, om een eind te maken aan dit onverkwikkelijke debat verzoek ik je dringend me te zeggen waarom je niet met Martens wilt klinken". Kramer was opgestaan, doodsbleekmen zag hoe opgewonden hij was. Hij zweeg een heele poos en zeide toen „Ik verzoek met aandrang de ware reden te mogen verzwijgen. Ik hoop, dat het allen heeren voldoende zal zijn, als ik verklaar dat ik tegen Martens niet het minste of geringste heb en dat het volstrekt niet in myn bedoeling heeft ge legen of ligt, hem te krenken. Evenmin als met Martens zou ik met een der andere heeren bier hebben gedronken en daaruit blijkt duidelijk dat ik niets persoonlijks tegen Martens bedoelde"'. „Dat is een uitvlucht, maar geen opheldering" heette het en weer volgde een algemeen debat. Harald had het geheele geval meegemaakt zonder er zich ook maar met éen woord in te megneu; hij had de opgewondenheid al dade lijk bij zijn binnenkomen opgemerkt en wist dat behalve hij zelf Kramer de eenige nuchtere was en dus vreesde hij een hoogst ernstigen ailoop en dezen wilde hij voorkomen. Daarom stond hij op en zeide „Ifoorl eens, heeren, ik meen, dat ik U de reden van Kramer's houding kan uitleggen. U weet allen, dat hij wel eens een glas te veel drinkt en ik, a<B heel oude kameraad, reeds uit onzen cadellentijd, heb hem daarover onlangs nogal kras onderhouden en ik geloof, dat dit ten gevolge heeft, dut hij zich stellig heeft voor genomen, niet meer te drinken. Het is voor hem natuurlijk hoogst pijnlijk, dit zelf op to biechten, op gevaar af weer geplaagd en in 't ootje genomen te worden en daarom antwoordde bij niet volkomen naar waarheid. Misschien ben ik indiscreet geweest, maar ik stel er prijs op, deze zaak nu voorgoed afgedaan te maken". Een hartelijk bravo weerklonk; enkelen waren nog zéo bij hun positieven, dat zy Harald's woorden geloofden en de oudste luitenant zeide dan ook „Als het zoo ip, als Eschborn zegt, dan heeft Kramer zeer correct gehandeld. Het is intuschen jammer, dat bij dit zelf niet heeft gezegd, of schoon ik moet erkennen, dat hij, zooals wij hier nu al een uur of wat bezig zijn geweost, inderdaad kans had beloopen, bespot te worden. Jk meen, dat het incident nu is gesloten". Doch Martens stond nn op en zich aan do tafel vasthoudend, zeide hij „Da' is nu allemaal goed en wel wat Esch born zegt, maar ik moet er op blijven aan dringen, duf Kramer verklaart of 'Eschborn gelijk heeft en ook moet hij zeggen ot hij zich zelf beloofde niet meer te drinken of aun een ander en hij moet ook zeggen wie die andere is. Dan heb ik er vrede mee". „Neen, Martens" antwoordde de oudste luite nant „hetgeen Eschborn heeft gezegd, moet ons voldoende zijn. Niet? Ja, dan, als Martens dan met alle geweld wil welen aan wie Kramer zijn woord gaf dan moet ik hem om des lieven vredes willo wel verzoeken, ons te zeggen of hy heeft beloofd, niet meer te drinken". Kramer's wangen werden vuurrood van ver legenheid en slechts met de uiterste inspanniDg kou hij zeggen „Ik sta hier toch niet voor een rechter, wien ik alle vragen moet beantwoorden". „Volstrekt niet" klonk het kulm terug „maar je staat tegenover een ouderen kameraad, die een twist wil beslechten en ter wille van de ka meraadschap je dringend verzoekt, ons nu de volle waarheid te zeggen". Kramer streed een zwaren strijd. Eindelyk zeide hij „Als de heeren het dan absoluut willen weten, jaik heb mijn woord gegevui". „En aan wie" zeurde Martens „nun jezelf ol aan een ander". „Dat komt er niets op aan" donderde de oudste luitenant. „Pardon, dat komt er wel op aan" hield Martens vol, „Ik wil nu weten aun wie hij zijn woord gaf". „Het spijt me, dal ik het antwoord op die vraag moet schuldig blijven ik hcoj., dat ds heeren me ook zóo zullen gelooven". En als ik dat niet doe" ging Martens voort „als ik uw woorden houd voor eon uitvlucht, wat dan „Dan Kramer wit van boosheid en met fonkelende <W*»K Martens aan; zijn vuisten balden zieb. Hu had alle moeite om zich in te houden. „Houd nu je mond, Martens" bevul de oudste luitenant. Maar Martens wist van geen uitscheiden en riep lenig „Ik deok er niet aan. Eerst wil ik weten aan wie Kramer zijn woord gaf en anders geloof ik hem niet, anders is hij in mijn oogen een leu genaar." B (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 4