Compagnie Lyonnaise Onze groote jaarlijksche opruiming SUCCURSALE met bijzondere RECLAME-A ANBIEDIN0 Meursing machinale fabrieken van gebak, Amersfoort. B1IPE VAM HET SEMZOEM. begint Maandag 13 Januari alsook van COUPOIS XjaLrxg-estraat 83, Tel- 1 ^©3 AMERSFOORT. RECLAME Feuilleton. Gedetacheerd. Leverancier van H. M. de Koningin. Leverancier van H. M. de Koningin-Moeder. jvomngin. ^-r van Taillenr-costnmes, Gekleed* costumes, Blouses, Peignoirs, Mantels, Costmne-rokken, Onderrokken, Zijden, Wollen Stoffen, Kanten, Entredeux, Broderieën en Garnituren, alles afkomstig van ons hoofd magazijn COMPAGNIE LYONNAISE, DEN HAAG. Wy maken onze cliëntèle opmerkzaam, dat deze buitengewone oprniming zal bevatten de Nouveantë's van het loopende seizoen, welke als tol inventaris-prijzen worden aangeboden. De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit en koek tegen zeer billijke prijzen, en geeft bovendien 10 pCt. dividend. Bedragen tot ongeveer f50 per gezin werden als dividend uitgekeerd. 45.) ,,Wie vu die dame?" vroeg juflrouvr Menge „Wat moet ik nu antwoorden" dacht Alice. Maar Bertha antwoordde reeds „O, den naam ben ik alweer vergeten. Na tuurlijk heeft de luitenant die dame dadelijk voorgesteld; maar u weet self hoe dat gaat. Den naam versta je maar half. Ik heb hem ten minste niet goed verstaan en juffrouw Schönbrun zeker 6ok niet". Bertha knipte geweldig met de oogen. „Ik heb 't jou niet gevraagd, Bertha, maar aan freule Von Schönbrun". „Ja, dat badt U dan maar moeten zeggen" meende Bertha „Als U z6o maar in 't algemeen vraagt, juffrouw, dan heeft toch ook ieder het recht om te antwoorden en als oudste antwoord due ik 't eerst eu bovendien was ik gisteravond de verantwoordelijke persoon en due moet ik er wel op staan, dat U mij niet er van verdenkt, iets te hebben toegelaten, dat niet in den haak is". „Ik wensch alleen te zijn met freule Von Schönbrun" zeide juffrouw Menge nit.de hoogte. „En ik wil óok wel weg wezenik heb nog te doenmaar dit moet ik toch nog dat ik het heel niet mooi van U vind, dat U, nadat ik zorgvuldig mijn plicht heb ge daan, me nu overlaadt met verwijten". „Ik?" vroeg de directrice. „Ja, U, al zegt U 't niet ronduit; maar zóo dom ie Bertha niet of ze voelt de steken wel. En juist die steken onder water zijn de ergste die zijn het zeilde wat anonieme brieven zjjn onder de brieven en daarvoor kan je je toch óok niet hoeden. Kan je buitenaan een brief zien, dat hij anoniem is? En nou U". Nu was juffrouw Menge's geduld uitgeput. „Ga de kamer uil" beval ze met een stem, die geen tegenspraak duldde. „Ik ga al" zeide Bertha „ik ga ai. Daar valt me net in, dat ik den sleutel tóch in de keuken heb, op de tweede plank links bij de deur". Langzaam ging ze door de kamer en ze keek Alice aan alsof ze zeggen wilde „praat nu je mond niet voorby". Toen verdween ze. „Veel heb ik niet voor je kunnen doen" dacht ze „maar ik heb je ten minste tijd gegeven om je antwoord te overdenken en tijd gewonnen, is alles gewonnen, -egt Peter altyd als ik 's avonds na een boodschapje nog een kwartiertje voor hem heb". „Brutaal schepsel" mopperde juörouw Menge „als zij niet zoo goed kookte en niet tevreden was met een zoo betrekkelijk laag loon, bad ik haar al lang weg gezonden" en zich weer tot Alice wendend zeide zij „Hebt U den naam dier dame óok niet verstaan?" Terwjjl Bertha in de kamer was, bad Alice alles overwogen en daghelder begrepen, dat alles voor haar op 't spel stond. Haar trotsch kwam er tegen op, te liegen en zich zoodoende op éen lijn te stellen met de dienstbode. Zij zeide dus „Ik ken die dame sinds lang; het was freule Else von Eschborn". Juffrouw Menge's gelaat plooide zich tot een allervriendelijkst lachje. „Wie zeg je? Maar, lieve Alioe, hoe is 't nu toch mogelijk, dat je mij eerst alle aanleiding geeft om boos op je te worden, heel erg boos, hoewel 't me heusch aan mijn hart ging, en nu pas zegt, met wie je in gezelschap was. En dus Else is hier. En wanneer komt ze bij ons Alice zweeg een heele poos. Het deed haar leed de waarheid te moeten zeggen en daardoor juffrouw Menge een zóo ruwe ontgoocheling te moeten bezorgen. Maar toch kon zij het niet over zich verkrijgen, de arme oude vrouw nog verder voor te jokken en dus zeide zij „U zult het töch eens moeten hooren, juf frouw Elee komt niet". „Niet?" vroeg juffrouw Menge, die lijkbleek was geworden. „En waarom niet Zij was toch stellig van plan, te komen en althans dacht haar moeder er ernstig over, haar mij toe te vertrouwen". Alice schudde ontkennend het hoofd en zeide „Else heeft er nooit over gedacht, te komen, zoo min als haar moeder ook maar éen oogen- blik het plan heeft gehad, haar bij U te zenden. Dat alles was maar een list van Else's broeder, die een aanleiding wilde hebben om door U te worden ontvangen. Wij kennen elkaar reeds Binds vele jaren toen ik ook nog te Berlijn woonde od bij wilde mij terug zien en mij de groeten van zijn ouders en van Else overbren gen er, met groote openhartigheid vertelde zij alles, van het oogenblik waarop Harald haar een visite had gemaakt in het pensionaat tot de laatste minuut dien zij gisteravond samen waren geweest, en toen zy alles had verteld, liep zij op juffrouw Menge toe en smeekte haar„Ik weet, dat ik niet goed beb gedaan, maar betgeen ik deed, was toch niets slechts. Kunt U mij vergeven?" Maar juffrouw Menge antwoordde niet. Zij zat met het gelaat in de handen bittere tranen te weenen, deels omdat het geld van Else, waarop ze reeds zoo vast had gerekend, haar ontgingdeels omdat zij zich in Alice had be drogen deels omdat zij nu had bemerkt, dat Bertha haar had voorgelogen en dat zij 'deze dn« moest wegjagen, en waar zou zij een zóo goede keukenmeid voor een zóo klein loontje terugvinden En hoe zou zij het gebeurde kunnen geheim houden En als de ichool-commiesie er achter kwam en die zou er van hooren, misschien was de lieve „men" al druk in de weer om de heeren in te lichten en natuurlyk niet weinig te overdrijven dan had ze geen leven meer. Natuurlijk zou men haar zeggen, dat zij nu dan toch de meest doorslaande bewijzen had gegeven van ongeschikt te zyn voor haar taak, dat zij niet kon worden gehandhaafd aan het hoofd van bel pensionaat. En wat dan Wat dan, als Even? 01 8l0°t? Waarvan Zn weende, dat iemands hart er van zou breken eu haar tranen werkten zóo aanstekelijk, ciat ook Alice m tranen uitbarstte en zij voor de directrice nederknielde. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 4