Donderdag 13 Februari 1913.
No. 8223.
62e Jaargang.
-mens
tf&ooAezif
citui&iC&is
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFDREDACTEUR
F. J. miDSHZZS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post f 1.15. Ad ver ten tien i—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en onteigenings-
advertentiên per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Postbus o Telefoon
Bij advertentifin van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. 9"
BUREAU:
SOHTXaZtaOBT 9.
KENNISGEVINGEN.
Herijk van maten en gewichten.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
maken by deze bekend:
a. dat dit jaar voor den herijk der maten en
gewichten zitting zal worden gehouden in het
gebouw Koestraat No. 9 te Amersfoort op 24,
25, 26, 27, 28 Februari, 3, 4, 5, 6, 10, 11,12,13
en 17 Maart; en wel:
Voor eenige eigenaars van groote partijen, die
een oproepingsbrietje ontvangen,
MAANDAG en DINSDAG 24 en 25 Februari.
Voor hen, wier familienaam begint met
A en C WOENSDAG 26 Februari, des voor
middags.
B WOENSDAG 26 Februari des namiddags.
B DONDERDAG 27 Februari.
D VRIJDAG 28 Februari des namiddags.
E en F MAANDAG 3 Maart, des voormid
dags.
G MAANDAG 3 Maart, des namiddags.
H, I en J DINSDAG 4 Maart.
K en L WOENSDAG 5 Maart.
M en N DONDERDAG 6 Maart.
O en P MAANDAG 10 Maart des voormid
dags.
Q en R MAANDAG 10 Maart des namiddags.
S en T DINSDAG 11 Maart.
U en V WOENSDAG 12 Maart.
W, X, IJ en Z Donderdag 13 Maart.
De duur der zittingen op bovengemelde dagen
is: des voormiddags van 9'/* tot 12 en des
namiddags van 1 tot 3uur.
Voor Apothekers, Goud- en Zilversmeden
(fijnere weging) MAANDAG 17 Maart, van 10
tot 12 en van 1 tot 2 uur.
b. dat de maten en gewichten schoon, droog
en roestvry moeten worden aangeboden, om
onderzocht te kunnen worden
c. dat betaald moet worden voor het justeeren
van gewichten en wel ten bate van 's Ryks
schatkist
d. dat de maten en gewichten, die gestempeld
worden met het afkeuringsmerk een (gearceerden
driehoek) niet in winkels, enz. teruggebracht
mogen worden;
e. dat de maten en gewichten vóór het einde
van het jaar 1913 gestempeld moeten zijn met
de letter t, en dat er, bij verzuim of verhinde
ring om van de onder a genoemde zitting gebruik
te maken, nog gelegenheid bestaat, maten en
gewichten te laten herijken aan het ijkkantoor
te Utrecht des ZATERDAGS van 9 tot 1 uur
f. dat de milligram-gewichten niet op de
herijkzitting, maar alleen aan de ijkkantoren
herjjkt kunnen worden (opzending per post
franco).
Amersfoort, 12 Februari 1913.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
VAN RANDWIJCK.
De Secretaris,
J. D. WERKMAN.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
brengen ter kennis van het publiek, dat een
door A. BRONDIJK ingediend verzoek, met
bijlagen, om vergunning tot het oprichten van
een bakkerij, in hei perceel alhier gelegen aan
de Langestraat No. 86, bij het Kadaster be
kend onder Sectie E, No. 601, op de Secretarie
der Gemeente ter visie ligt, en dat op Dinsdag
den 25 Februari aanstaande, des voormiddags te
half elf uren, gelegenheid ten Raadhoize wordt
gegeven om, ten overstaan van het Gemeente
bestuur of van 6en of meer ziiner leden, be
zwaren tegen het oprichten van de inrichting in
te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente
bestuur of éen of meer zijner leden zijn ver
schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling
toe te lichten.
Amersfoort, 11 Februari 1913.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
J. D. WERKMAN.
De huiskamer.
't Is nu nog wintertijd en al beginnen ook
de dagen weer te lengen, van de gezellige
avonden kunnen we nog volop genieten.
Wie ze lief heeft en ze weet te waardeeren,
ziet ze met een gevoel van weemoed korter
en korter worden en houdt ze zooveel moge
lijk vast, hoezeer ook de zonnige en lichte
dagen ons naar buiten trekken.
De zucht naar gezelligheid is den mensch
aangeboren, en waar zal men beter aan die
begeerte voldoen dan thuis, waar men op
zijn gemak is, waar men zich rustig en aan
genaam gevoelt, waar men zich geven kan
zooals men is, waar men kan vertrouwen en
men ook vertrouwd wordt, omdat men
volkomen overtuigd is van de liefde van
allen, die den huiselijken kring uitmaken.
Huiselijke kring, huiskamer; wat tal van
gelukkige herinneringen roepen die woordeu
voor den geestherinneringen aan een heer
lijke jeugd, herinneringen aan den tijd, toen
het ouderlijk dak een gelukkig gezin her
bergde toen in de huiskamer vader en
moeder hun kroost om zich zagen geschaard,
waar een helder licht allen bescheen, «en
brandende kachel allen verwarmdewaar
het licht en de warmte van vertrouwen en
liefde allen koesterde, doordien een sterke
band ouders en kinderen broeders en zusters
onderling verbond, waar, bij alle verschil
van meening en opvatting, toch eendracht
en vrede heerschten.
Wat wisten vader en moeder alle moeilijk
heden uit den weg te ruimenwelk een
belangstellend oor leenden zij, wanneer de
een of* ander hunner lievelingen bezwaren
had, wanneer het hem niet duidelijk was
hoe die op te heffen, of wanneer begane
verkeerdheden hem geen rust lieten. En hoe
werden wij in die afzonderlijke gesprekken,
die onderonsjes, die «onder vier oogen«, aan
ons zeiven ontdekt, hoe werden wij ons dan
bewust van stille verkeerde neigingen, hoe
gingen dan onze oogen open voor onze
fouten, die wij nog niet als zoodanig geteld
hadden, en welk een groote steun was ons
dan hun hulp om het kwade in ons te be
strijden. Eén blik was dan dikwijls voldoende
om ons van het kwade terug te houden
een knikje van goedkeuring beloonde ons,
wanneer wij een overwinning hadden be
haald, een knikje, dat ons vertelde, dat wij
op den goeden weg waren en het ons nooit
aan hulp en steun zou ontbreken om op
dien weg te blijven. Daartoe spanden wij
dan ook al onze krachten in; wij wisten,
gevoelden het bij intuïtie, dat wij anders
vader en moeder veel verdriet zouden doen
en dat mocht, dat kon nietdaarvoor had
den zij ons, en wij hen, veel te lief.
En als 's avonds de lessen waren geleerd,
het schoolwerk was gemaakt, volgde een
gezellig praatje, of een prettig knutselwerkje,
of een voorlezing uit een mooi boek, of een
vertelling of ook wel wij zongen allen
samen een lief, eenvoudig lied, dat ons
vroolijk en opgewekt stemde en ons goed
deed.
Geen wonder, dat de woorden «ouderlijk
huis* en «huiskamer* zulke gelukkige her
inneringen oproepen bij hen, wien zulk een
jeugd ten deel viel. Geen wonder, dat de
vogels, die zulk een nest ontvlogen waren,
er telkens weer neerstreken en nieuwe heer
lijke herinneringen er van meenamen. Geen
wonder, dat zoon of dochter, reeds zelfstan
dig in de maatschappij, of wellicht zelf reeds
aan het hoofd van een eigen gezin, naar
dat oude huis trok, den ouders zijn zorgen
en teleurstellingen blootlegde, om, getroost
en gesterkt door het medegevoel en den
goeden raad dier lieve, trouwe ouders, den
strijd des levens met nieuwen moed en
nieuwe hoop voort te zetten en zich sterk
genoeg te voelen om dien te winnen.
Wij ouderen hebben dit alles meegemaakt,
dit alles ondervondenwij hebben daarvan,
de een meer, de ander minder, gelukkige
herinneringen. Maar hebben-wij in den zelf
den geest van onze ouders gehandeld tegen
over onze kinderen laten wij hun óok zulke
gelukkige herinneringen na
Die vragen zijn dikwijls bij me opgekomen,
naar aanleiding vooral van het feit, dat de
huiskamers zoo vaak slechts ten deele bezet
zijn dóór wie men er moest vinden. Wat is
daarvan de oorzaak
Zou die misschien gelegen zijn in de toe
nemende gewoonte van uithuizigheid, die
haar invloed doet gelden zoowel op de
hoofden des gezins als op de jongere leden
Ik weet heel goed, dat de man, buiten zijn
zaken en zijn gezin, ook verplichtingen heeft
jegens de maatschappij, dat hij zijn gaven
en talenten ook ten nutte van anderen moet
aanwenden. Maar dan is toch moeder thuis
en zorgt daar voor het jonge volkje, opdat het
hun aan niets ontbreekt, zoodat zij, ik wil
niet zeggen vader niet missen, maar toch
zich dankbaar gevoelen, dat moeder zooveel
mogelijk vader wil vervangen.
Iedere vrouw en moeder wil zich graag
het middelpunt van den huiselijken kring ge
voelen dat is de plaats waartoe zijn zich
geroepen weet Maar die plaats te behouden,
vraagt van de vrouw haar geheele zijn.
Daar rust veel verantwoordelijkheid op de
vrouw, die haar plaats wil innemenvooral
in den aanvang heeft zij veel te overwinnen:
haar vroegere gewoonten, het vergeten van
zichzelve, het betrachten van nieuwe plich
ten. Maar een vrouw, die lief heeft, vergeet
zichzelve al heel gauw; zij voelt zich daar
toe gedrongen door haar zucht om liefde te
verspreiden, om gelukkig te maken, waar
door zij zelve gelukkig wordthaar be
hoefte om liefde te geven, schenkt haar de
liefde, die zij behoeft, want zij gaat op in
het geluk van haar kring.
Heeft de huiskamer tegenwoordig zoo
weinig bekoring voor de kinderen en de jon
gelui, dat, zooals ik onlangs las >in bet ge
zin de johgelui dikwijls niet veel meer zijn
dan om te eten, te slapen, en het huiswerk
gauw af te raffelen*. Van hoevelen is dit
niet de eigen ondervinding?
De openluchtspelen leggen hoe langer zoo
meer beslag op de jongens en de meisjes;
sport in allerlei vorm wordt ijverig door hen
beoefend. Zij vereenigen zich in clubs, aan
welker reglementen moet worden gehoor
zaamd en waaraan zij zich ook volkomen
onderwerpen, niet vragend of de bepalingen
dier reglementen ook strijden tegen de
gewoonten en regelen van hun huiselijken
kring. Die club-reglementen worden gehoor
zaamd, ook zonder dat wordt gevraagd of ze
goed zijn of nietóok ofschoon ze meestal
zijn gemaakt door kornuiten zonder vol
doende vermogen om te kunnen beoordeelen
of de jongelui kunnen beantwoorden aan de
gestelde eischen, vooral van kracht en
gezondheid. De invloed der openluchtspelen
is groot en neemt steeds toe, zoodat bij de
deelnemers een ware hartstocht ontstaat, die
hen alle gevaar doet voorbijzien voor hoofd
en hart.
Bij dit alles komen nog de vele gelegen
heden tot vermaken buitenshuis. Dat men ze
den kinderen een enkelen keer toestaat, kan
opvoedkundig zeer goed zijn, mits men ze
vergezelt en toeziet hetgeen den kinderen
wordt voorgezet. Gezamenlijk uitgaan, doet
samen genieten, geeft herinneringen waarover
men met elkaar kan spreken. De opmerkin
gen, dan gemaakt, doen ons dikwijls in de
harten onzer kinderen een blik werpen, die
ons een licht doet opgaan over hetgeen er
in die harten omgaat.
Te weten hetgeen er in jonge harten om
gaat, is noodig voor de ouders. Hoe willen
zij anders hun kir 'eren leiden en vormen
tot flinke, edele menschen.
Daarom is de vertrouwelijke omgang in
den huiselijken kring van zoo grootbelang;
daarom kan de huiskamer van zulk een
groote zegen zijn de huiskamer, waar het
verstand ontwikkeld, de geest gescherpt, het
gemoed beschaafd ea veredeld wordt; die
een zegen Is voor het opgroeiend geslacht,
een zegen, die zijn invloed doet gevoelen
het geheele leven door en die nog nawerkt
in volgende geslachten.
Zulk een huiskamer, waar ruwheid tn
slechte toon zijn verbannen waar alles wordt
bevorderd en aangekweekt, dat goed en
lieflijk is en wel luidt; waar scherts en
geestigheid de gesprekken kruiden; waar
smaak voor goede lectuur hart en hoofd
veredelt; waar liefde en vertrouwen heer-
schen, eenvoud wordt betracht en plichten
worden beschouwd als een genoegen en niet
achterstaan bij rechten zulk een huis
kamer oefent nog heden haar bekoring op
onze kinderen en onze jongelieden. Ik kin
niet gelooven, dat zij er ongevoelig voor
zijn.