Donderdag 20
Februari 1913.
No. 8226.
62e Jaargang.
COURANT.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
F. J. FRKDERIK3.
AMERSFOORT.
KENNISGEVINGEN.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post 1.15. Advortention 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel -
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleöle- en ontelgenlngs-
advertentiên per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
XORTXailAOHT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
maken bekend, dat bij hen het voornemen
bestaat aan den openbaren dienst te onttrekken
een strook grond, deel uitmakende van het per
ceel, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort
sectie E No. 6152. ter grootte van 3.93 c. A.,
gelegen in de Groote Haag.
Zij noodigen belanghebbenden uit eventueels
bezwaren tegen deze onttrekking schriftelyk by
hun College in te dienen vóór 25 Februari 1913.
Amersfoort, 1.8 Februari 1913.
Burgemeester en Wethouders
van Amersfoort,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
J. WERKMAN.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat het door den Directeur van
's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht exe-
cutoor verklaard kohier No. 11 van de
Personeele belasting
over het dienstjaar 1912 aan den Ontvanger
van 's Rijks directe belastingen alhier is ter
hand geBteld, aan wien ieder verplioht is, zijnen
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te
voldoen.
Gedaan en op de daArvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 20
Februari 1913.
De Burgemeester voornoemd,
ii. W. van E3VELD,
Wetb., loco-Burg.
CIJFERS.
Onze eeuw heet tot dusver de eeuw van
het kind zij had met evenveel recht
mogen ontvangen den doopnaam de eeuw
van het cijfer. Ik heb een jongske van zes
jaar, dat met Mei a.s. hoopt over te gaan
naar de tweede klasse van de Lagere school,
maar hij zit er soms erg over in, want de
juffrouw heeft al een paar keer gezegd, dat
Annie, zijn buurmeisje (ondanks het feit
ik heb het zelf kunnen constateeren
dat Annie allerliefst en met intonatie leest
en schrijven kan, dat het een lust is) ja,
dat Annie niet zal overgaan, omdat ze geen
sommetjes kan maken Rekenen, zegt mijn
kleine vent, is de hoofdzaak.
Ziedaar nu de dwingende kracht van het
cijfer, zich latende voelen reeds aan onze
blagen van kinderen verder zich open
barend in alles: dingen, toestanden, menschen-
levens.
Om te beginnenalle wetenschap heeft
het hoofd gebogen voor de majesteit van
deze dwingende kracht.
Natuur- en Scheikunde, och, vroeger zat
hun kracht in hun mooie, effectmakendc
proevenmaar thans werken zij slechts met
cijfers, onrustbarend zelfs, en beroepen zich
altijd weer op cijfers.
De geneeskundige, och, vroeger kon men
het ziektebeeld gemakkelijk kennen uit
observeering van tong, urine en oogen, maar
thans diagnostiseert de geneesheer naar
symptonen, die op grond van statistieken
den twijfel zoo goed als buiten slüiten hij
meet en leest het cijfer afhij legt den
thermometer aan, dito dito hij schrijft zijn
recept, nauwkeurig in do cijfers vooral. De
voedingsleer werkt enkel met cijferszoo
veel procent eiwitten, zooveel koolhydraten,
zooveel vetten.
De voorspelling van het weer, iederen dag,
wat is het anders dan de resultante van een
verbazende hoop cijfers?
Verbolgensde gansche welvaart van het
veeteeltbedrijf rust op het procent vetgehalte,
tot op een honderdste nauwkeurig berekend
die van den laudbouw op de cijfers der
bemestingsleer en die andere, welke bepalen
de handelswaarde van het vee. Er is een
woningtoestand en een Woningwet gekomen,
omdat men ons in cijfers wist voor te leggen,
hoeveel kubieke Meter lucht er waren en
hoeveel er moesten zijn, nauwkeurig in
cijfers. Armenzorg is een kwestie geworden
van statistieken criminaliteit van statistieken
krankzinnigheid van statistieken. De scheep
vaart is een zaak geworden van nauwkeurig
zooveel tonnen inhoud bij zooveel ton te
verbruiken steenkool en zooveel decimeter
diepgang; in den oorlog te land of ter zee
heeft het hoogste woord het cijfer van het
aantal schepen, vuurmonden en manschappen
persoonlijke moed en dapperheid zijn door
het cijfer volkomen geëlimineerd.
Nog meer: onze kinderen worden groot
bij cijfers en rapporten wij stoken anthraciet
van zooveel bij zooveel millimeter grootte
wij gebruiken kachels met zooveel procent
besparing van brandstof, fietslantaarns, gevuld
met caïbid, van zooveel kaarsen lichtsterkte.
Wij verzekeren ons tegen inbraak, brand
schade, ziekte of dood, alles nauwkeurig uit
gerekend in procenten, met de hemel mag
weten in hoeveel decimalenhet verkeer,
het reizen is uitgedrukt in een volmaakt uit
gerekend aantal K.M.de straat, waar wij
in wonen is wijk zooveel, het nummer van
ons huis zoo en zooveelvoorts kent ons de
directie der telefoonmaatschappij, der gas
fabriek, der waterleiding als nummer zooveel,
alles in duidelijke cijfers vermeld.
Deze dwingende kracht van het cijfer is
een vooruitgang in de menschelijke bescha
ving. Hierin ligt een groote winst voor
onzen gezondheid, onze levensduur, ons levens
geluk, onze welvaart. Wij staan vaster en
veiliger, boe meer wij staan op den grond
slag 2 maal 2 is 4.
Foei, foei, dat was voorheen dan toch een
geknoei met die oude dokters, die maar
drankjes voorschreven voor dingen, die ze
niet kenden En dan die nare woningen met
bedompte bedsteden in de huiskamer en
aardappel-bergplaatsen er onder, en, och
arme, dan die barges en diligences met hun
willekeurigen tijd van aankomst en vertrek
en dat drinkwater met zijn besmettingen
die onzekerheid bij ziekte, beenbreuk of
erger, zonder de verzekeringen die brand-,
hagel-, winkelruiten- en wie weet wat ai
schade zonder de desbetreffende verzeke
ring! Ja, ja, wij gaan vooruit. Lieb Vater-
land, kannst ruhig sein.
Ruhig Ja, mits wij wakenwant er is
in de dwingende kracht van het cijfer óok
velerlei gevaar.
Vooreerstdat men haar waarde over
schat Zoo merk ik in steeds meer huis
houdingen thermometers, waarmee moeder,
als Wim of Mien maar even wat hangerig
zijn, de temperatuur opneemt en, o wee, als
hij den thermometer bedoel ik eenige
streepjes boven zevenendertig wijstZoo
weten we haast niet bij te houden, wat nu
eigenlijk goed isgekookte of ongekookte
melk, het ei gekookt of geklutst, het vlees ih
rauw of gaar, veel vleesch of heelemaal geen
vleesch, suiker of geen suiker, een glas wijn
of een glas kwast.
Moeten wij ons eiken ochtend afwasschen
met koud water, de ramen open, óok als er
een stevige wifld op staat Moeten onze
kinderen naar school pas tegen het derde
of vierde leerjaar? Behooren we zoo goed
als geen ondergoed te dragen Ziedaar
eenige vragen, die ook een zeer evenwichtig
mensch wel eens het verstand doen verliezen
en zenuwachtig maken.
Dit is de zaak: er worden te veel cijfers
openbaar gemaakt, d'e nog geen constante
cijfers zijn. Vooral tegenover de cijfers van
voedingsleer, bacillen en besmetting zij men
gerust een weinig wantrouwend en ver-
trouwe men maar bij voortduring op de
eigen ervaring, waarbij men zich goed bevond.
Vervolgens de dwingende kracht van het
cijfer bedriegt ons aestethisch gevoel.
Als ik bijvoorbeeld lees, dat zekere Yan
kee heeft uitgerekend hoeveel duizend paar-
dekrachten electriclteit de wateren van de
Niagara zouden kunnen leveren als ik lees,
dat een andere slimmeling de zee wil exploi-
teeren als krachtbron dan is daar op zich
zelf zeker weinig tegen, maar dan bekruipt
mij toch de vrees, dat door zulk gecijfer ook
voor nog anderen dan philisters de majes
teitelijke schoonheid van den waterval en
den oceaan verloren zal gaan.
En ten slotte: de majesteit van het cijfer
stelt dikwijls in de schaduw de majesteit van
het karakter. Vele karakters zijn door den
hartstocht voor het cijfer verkleumd, uitge
doofd in hun diepste, edelste en teederste
gevoelens: aangevreten ook velen,doorwoe-
kerd van den kanker der hebzucht, der gie
righeid.
De waardebepaling van den mensch wordt
steeds meer uitgedrukt in cijfers van be
kwaamheid en geldbezit steeds minder in
de vermelding van zijn deugden.
Wat een mensch is, komt te overheer-
schen nietwie hij is.
En daarom laat ons maken, dat wij het
cijfer exploitecren, ons tot winste maar niet
omgekeerd koning cijfer onsniet wij dienst
baar aan zijn glorie, maar hij aan onze ge
zondheid, onze welvaart, ons geluk.
De Roomsehe kerk
en het sociale rr sags tak.
Dr. J. Th. de Visser, lid van de Tweede
Kamer der Staten-gcneraal, heeft Maandag
in de aula der Rijks-univorsltelt te Gronin
gen de eerste van zijn drie voorlezingen
gehouden, welke uitgaan van de Algemecne
synodale commissie der Ned. Hervormde
kerk.
In deze rede behandelde de wel zeer tot
oordeelen bevoegde spreker het standpunt
der R. K. kerk tegenover het sociale vraag
stuk in de volgende zal hij het standpunt
ten deze van de Protestanten uiteenzetten,
om in de derde rede zijn eigen standpunt te
ontwikkelen.
Te zijner tijd zullen de drie redevoeringen
in druk verschijnen. Voor het oogenblik ves
tigen we er de aandacht op naar het verslag
van den Groningschen medewerker van het
Handelsblad
Spr. wees er dan op, dat de houding, welke
de R. K. kerk thans tegenover dat vraag
stuk inneemt, herinnert aan haar practische
wijsheid in een vroegere eeuw, toen een
gecstcsatrooming van geheel anderen aard
Europa verontrustte, het spiritualisme, en
betoogde, dat die beweging voor de R. K.
kerk revolutionnair was. Tegen die beweging
heeft Rome met het beste gevolg haar
practische wijsheid teweer gesteld en daar
door het gevaar van die beweging afgeleid.
Door sanctie te geven aan het werk van
Franciscus van Assisi en Dominicus, heeft
Rome het werk van die mannen vervormd
tot een arbeid louter ten bate van de kerk.
Veel meer dan Rome's macht, heeft zelfs in
die dagen Rome's wijsheid haar als over-
winnares uit het spiritualistisch tijdperk doen
te voorschijn treden. Zij kent de tijden of
gelegenheden en zij weet óok, wie zij daar
voor gebruiken moet. Zóo heeft zij het gevaar
afgewend, die de 19de en de 20ste eeuw met
haar materiallstisch-socialistischcn geest voor
haar oplevorden. Ook in dien tijd heeft zij
hot voorrecht gehad, enkele groote mannen,
helden in het geloof, volksvrienden in den
waren zin des woords, aan de spits te zien
van een beweging, die wel bedenkelijke ele
menten bevatte, maar die duizenden onder
de volksklasse een spoorslag zou worden om
onder de bescherming der kerk verlichting
van den economischen druk te zoeken. En
wederom heeft de kerk dankbaar gebruik
gemaakt van deze geestesstrooming, na haar
eer.erzijds met de noodige eer bejegend en
anderzijds onder haar sterke leiding genomen
te hebben.
Tot die mannen behoorden in Duitschland
Wilhelm Emanuel baron Von Kettener, bis
schop van Mainz, in Engeland kardinaal Man
ning, in Amerika Gibbons en Ireland, en in
Frankrijk graaf Albert de Mun.
Naast het beginsel van indlviduecle selfhelp,
van coöperatie, stelde baron Von Kettener
voorop de roeping van de kerk ten aanzien
van den arbeidenden stand.
Kardinaal Manning stelde zich op het
standpunt, dat hot geld slechts zijn waarde
ontleent aan den arbeid en deze laatste geen
koopwaar is, welker waarde door economi
sche wetten wordt bepaald. Voor hem is
Staats-interventie in de sociale quaestie eisch
waar de kerk onmachtig is de individuen
voldoende van de door haar gestelde zede
lijke eischen te doordringen.
Merkwaardig noemde spr. het. dat onge
veer te zelfder tijd waarop in Duitschland
en Engeland dc stemmen dier hooge gees
telijken klonken, ook In Noord-Amerika kar
dinaal Gibbons en aartsbisschop Ireland zich
in den zelfden geest deden* hooren. Deze
beiden zien in dc organisatie der arbeiders
het groote middel tot verbetering der so
ciale toestanden.