Donderdag 3
April 1913.
No. 8244.
62e Jaargang.
AMERSFOOETSCHE COURAIT.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFD REDACTEUR
P. J. 7HEDSZIZZS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.—
franco per post /1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer io cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en ontelgenlngs-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incassccrkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
KORTSSGXtAOHT 9
Postbus 9.
Telefoon 19.
KENNISGEVING.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat het door den Directeur van
's Rijks directe belastingen, enz. te Utrecht exe-
cutoor verklaard kohier No. 1 van do
Personeelo belasting
over het dienstjaar 1918 aan den Ontvanger
van 's Rijks directe belastingen alhier ia ter
hand gesteld, aan vvien ieder verplicht i», zijnen
aanslag op den bij de vret bepaalden voet te
voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke
plaatsen aangeplakt te Amersfoort den 1
April 1913.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWiJCK.
LENTETIJD.
Toen het herfst werd en zachtkensaan de
tooi van den zomer verging en de herfst
winden ons ontnemen gingen den bloei,
waarover wij ons verheugden, de pracht, die
ons oog bekoorde, toen was er weemoed in
ons hart.
Immers, het stemt altijd droevig, als van
ons heengaat hetgeen ons lief en dierbaar
is. Het woord vergankelijkheid, dat niet be
trekking tot de geschiedenis van menschen
soms ons hart kan doen breken, laat ons
ook niet onbewogen wanneer het de blade
ren en de bloemen betreft.
Doch iets was oorzaak, dat onze somber
heid niet bestendigd bleef en dat was de
gedachte, dat de natuur, waar ze naar het
uitwendige verslijt en vervalt, naar het in
wendige telkens weer vernieuwt.
Die tijd is nu weer aangebroken. Het gras
spruit weer uit, met vele bloempjes er tus-
schen het geboomte rolt zijn jonge frissche
blaadjes uiteen en de vogels stemmen reeds
hun keeltjes om straks luide te kunnen
juichen en jubelen.
O, 'tis zoo'n zalige tijd, die nu aanbreekt.
De heele natuur is nu bezig om alle dingen
voor haar groote feest in orde te brengen,
waarop bloemen, heerlijk van geur en met
frissche kleuren, willen prijken op de bloem
bedden, waarop een zacht koeltje de jonge
blaadjes zal bewegen, waarop een drom van
prachtige kapellen zal fladderen boven de
klaverweiden, waarop jonge menschenkinde-
ren elkaar in den zonneschijn op het veld
bij de bloemen en de boomen zullen ont
moeten, glinsterend en stralend van vreugde.
Want in de lente, als de hemel zoo helder
is, de zon alles overstroomt met haar gou
den glans en de bloemen zich openen, dan
komt ook iets tot ontwikkeling in de harten
der jeugdigen, dan ontwaakt er iets schitte
rends en onbekends, dat bestaat uit onnoo-
zolheid van het heden en het onbewust ver
langen der toekomst.
De winter is voorbij. Komt, gij allen, die
door smart werd neergebogen, geeft hem
iets van uw treurigheden mede, nu de blijde
voorjaarstijd is aangebroken. Ziet, de dagen
zijn langer geworden. De maand Mei staat
reeds dicht voor de deur, die heerlijke maand,
die den morgenstond van den zomer is ge
noemd, frisch als iedere dageraad, vroolijk
als de kindsheid.
Merkt toch op de bekoorlijkheid van het
licht, dat niets liever wil dan ook schijnen
in het hart der menschen. Want de lente
wil licht brengen ook in treurige harten,
zooals er op den middag licht is in de kelders.
De lente is als de jeugd, die spoedig haar
tranen droogt en, in haar niet-begrijpen, de
smart nutteloos vindt. Zij roept het allen
glimlachend toeverovert nn weer het oude
geluk, ziet mij aan en beken, dat het natuur
lijk is, gelukkig te zijn.
Volgen wij de stem, die ons noodt tot
blijde-zijn. Wij zullen er niet te minder be
reid om zijn, als de smarf straks ons -enkt,
om het leed te dragen.
Laat ons met volle teugen genieten van
het jeugdig groen, dat door den regen ge
wasschen en door de zon weer gedroogd
wordt en als een warme frischheid zich aan
biedt van de heerlijke bloemen, die als
wierookvaten hun geuren doen opstijgen
van het lied van den leeuwerik, die hoog
in de lucht zijn hymnes aanheftvan den
nachtegaal, die, diep in het kreupelhout ver
scholen, zijn lied van liefde zingt in aller
zoetste tonen.
Zouden wij niet instemmen met al [die
blijheid om ons heen, niet mee-lachen waar
alles lacht, niet mee-zingen waar alles zingt.
Zouden we, nu de paradijspoort opengaat,
niet vroolijk binnentreden
Ziet, daar zijn al bloemen, die elkander
hun geuren toezenden. De takken der boo
men, weelderig in het middaglicht, omhelzen
elkaar gestaag.
De zon wekt de bloemen ten leven en
haar stralen vergulden en kleuren de bollen
die als vlammen zijn, m bloemen veranderd.
Alles ademt lieflijkheid en vroolijkheid.
Het leven krijgt een aangenanien geur. De
gedachten, die uit den hemel dalen, zijn
zacht als een kinderhandje, dat men kust.
Zelfs de dorre bladeren, welke van den
vorigen herfst zijn overgebleven, jagen, door
den wind voortgezweept, elkaar vroolijk na.
Verblijdt u dan en wederom verblijdt u,
gij menschenkind. Tracht in harmonie te
komen met het jaargetijde.
Daar is iets geruststellends 111 het schit
terend licht.
Waar de beloften zóo vele zijn, waar in
den oneindige» rijkdom rond u de mildheid
van het onuitsprekelijke u tegenlacht, daar
past ons stil geluk, door blij aanschouwen
daar stemt ons harte in met de eerste noten
der groote lente-symphonie, die de wind
deze speelman der eeuwige bruiloft - -- tokkelt
in de takken der boomen, zacht beroerend
de zwellende knoppen, die straks juichend
opengaan.
Arbeidsbeurzen.
Zoodra zaken, die minder uitstel kunnen
lijden, aan de orde zullen zijn gesteld, zal
in den Raad ook ter sprake komen het ver
zoek om ook hier ter stede een Arbeids
beurs op te richten.
In dit verband kan het nut hebben, reeds
thans hier te doen volgen hetgeen mejuf
frouw D. van Oorschot, onder-directrice der
gemeentelijke Arbeidsbeurs van Amsterdam,
meedeelde in de afdeeling Amsterdam van
deti Ned. Bond voor vrouwenkiesrecht.
Het «Handelsblad* deelt daaromtrent mede:
Reeds vroeg en in verschillende landen
vinden we particuliere personen en instel
lingen, die er hun beroep van maken, de
werkgevers in verbinding te brengen met
de werkzoekenden, ten einde zoodoende de
eersten te helpen aan personeel en de laat
ste» aan de eene of andere dienstbetrekking.
Hoewel er zooals we zullen zien
een ernstig streven bestaat om dat soort
bemiddeling te verdringen door de bemoei
ingen van openbare instellingen, zal het
waarschijnlijk nog geruimen tijd duren, voor
dat de particuliere werkzaamheden in deze
verdwenen zijn.
Zoo kennen we bijv. te Amsterdam nog
steeds de zoogenaamde besteedsters en de
verhuurkantoren. De eersten verdienen geen
groot vertrouwen hebben zij haar geld bin
nen, dan houden hun bemoeiingen daarmede
in den regel vrijwel op. Sommigen lokken,
ten einde op die wijze telkens den gods
penning in handen te krijgen, de dienstboden
herhaaldelijk uit hun dienst weg, hetgeen
voor de dames-werkgeefsters natuurlijk min
der gewenscht is.
Verhuurkantoren, hoewel soms den schijn
aannemend, een goed ingerichte administra
tie tc bezitten ze laten soms formulieren
invullen, beweren schriftelijk of mondeling
informaties in te winnen, enz. blijken al geen
grooter vertrouwen te verdienende houder
van een der voornaamste was vroeger houder
van een zoogenaamd rendez-vous; de houdster
van een ander staat bekend als een vrouw
van verdachte zeden een ander van deze
kantoren is een soort van huwelijksbureau.
Dat wettelijke regeling, evenals in het
buitenland, gewenscht is, valt niet te ont
kennen.
In aard en wijze waarop door verschillende
landen is ingegrepen, bestaat intusschcn veel
verschilaan den oenen kant vinden
geheele opheffing en onteigening, aan de
ar.dere zijde controle, gepaard aan betrek
kelijke vrijheid van beroep.
Frankrijk, Duitschland en de Amerikaan-
sene Staat Illinois doen het onderscheid
duidelijk uitkom- In Frankrijk werd de
beroepsbcmiddelu.g opgeheven, door de bu
reaux tc sluiten en de eigenaressen schadeloos
te stellen.
Het tegenovergestelde geschiedde in den
Staat Illinois door de beroepsbemiddelaars
vrij te laten hun beroep uit tc oefenen,
maar ze onder controle te stellen terwijl
Duitschland den middelweg koos, door de
beroepsbemiddeling zooveel mogelijk door
openbare inrichtingen te vervangen. Alleen
met toestemming van het stadsbestuur tnag
daar een bemiddelingsbureau geopend wor
den, indien althans geen openbare instelling
aanwezig is.
In Engeland heeft de Staat zelve hel
bemiddclingswerk ter hand genomen. In
Luxemburg is het aan een anderen tak van
Staatsdienst gekoppeld, nl. aan de posterijen.
I11 de Middeleeuwen was de bemiddeling
in handen van het gildewezen, maar voor
dienstboden, die tot geen organisatie behoor
den, bleek reeds spoedig speciale bemiddeling
noodig, welke door verschillende Duitsche
Staten en steden we vinden In de eerste
1 helft der i<>e eeuw reeds bijzondere veror
deningen daaromtrent geregeld werd.
Ook het Algemeen Pruisische Landrecht,
van 179J, schonk aandacht aan de dienst
bodenbemiddeling.
Terwijl de Gewerbeordnung van 1869 de
voorschriften in zake beroepabemiddeling op
hief met dien verstande, dat verschillende
Duitsche Staten vrij bleven, controle-voor
schriften uit te vaardigen werd re In
1883 door de nieuwe Gewerbeordnung weer
in 't oog gevat.
Een wet van 2 Juni 1910 eindelijk heeft
ten doel de oprichting van openbare instel
lingen van bemiddeling, d. 'ff. z. oprichting
van zoogenaamde Arbeidsbeurzen. In alle
steden van 10000 inwoners of meer nl. moe
ten éen of meer dergelijke Beurzen opge
richt worden. Zijn deze laatste in voldoende
aantal aanwezig, dan kan vergunning tot
oprichting van particuliere bureaux worden
geweigerd. Daar evenwel de uitvoering van
genoemde wet veel tc wenschen liet, heeft
zij niet geheel aan haar verwachtingen be
antwoord alleen de kleine kantoren verdwe
nen.
In Duitschland hebben de openbare Ar
beidsbeurzen, hetzij van Gemeentewege, het
zij van vereenigingen met subsidie, burger
recht verkregende voornaamste zijn die
van Berlijn, Frankfort a/Main, Straatsburg
en Keulen. De eerstgenoemde is de grootste
Arbeidsbeurs van Noord-Duitschland.
Aan de Beurs te Frankfort, door spreek
ster dezen zomer bezocht, werd onder ineer
medegedeeld, dat daar de dienstbodenbemid
deling des middags tusschcn 3 en 6 uur iu
de lokalen der Beurs plaats heeft. Tevens is
aan deze Beurs verbonden een «Mftdchcn-
heim*. Aangaande dc Beurs te Straatsburg
valt op te merken, dat daar de lcerlingbe-
middeling uitstekend is georganiseerd.
Zooals gezegd, is het bemiddelingswerk
in Engeland Rijks-zaak. Het gchcelo land
is verdeeld in 10 districten, in ieder waar
van zich een bepaald aantal Beurzen be
vindt deze laatste zijn weer aangesloten bij
de Centrale Beurs tc Londen. In kleine ste
den en dorpen zijn de postkantoren als
kleine Arbeidsbeurzen ingericht.
Engeland is het eerste land. waar van
Staatswege aandacht geschonken is aan de
leerling-bemiddeling; in 1910 werden voor
de inschrijving aan de Arbeidsbeurzen van
jeugdige werkzoekenden bijzondere verorde
ningen vastgesteld. Het zwaartepunt ligt hier
In de oprichting van commissiën tot het
geven van advies bij de beroepskeuze een
regeling, die wel waardeering verdient.
Wat de Gemeentelijke Arbeidsbeurs van
Amsterdam aangaat, den ten Mei 1909 werd
de vrouwenofdeoling opgericht, en gevestigd
in het zelfde gebouw als de mannenafdeeling,
aan de Barndcsteegbij een zeer gebrekkige
inrichting werd hier gewerkt tot 15 Novem
ber igtz, op welken datum genoemde vrou
wenafdceling verplaatst werd naar den
Singel, waar een veel geschikter gebouw
werd betrokken. Men vindt hier een afdeeling
voor schoonmaaksters, een voor dienstboden
enz., terwijl in 1913 een afzonderlijke derde
onderafdeeling werd opgericht voor handels-
en kantoorpersoneel, huishoudsters, naaisters,
enz.
Aan de eerste afdeeling hccrscht dc groot
stc druktedoch ook aan de dienstboden-
afdeeling hebben de ambtenaren de handen
vol.
Vooral heeft men hier te kampen met
valsche opgaven van de werkzoekenden niet
alleen, maar ook met minder juiste opgaven
van de dames-werkgeefsters. In Duitschland
ontmoet men in dat opzicht minder moeilijk
heden door de zoogenaamde «Dienstbttcher*,
door middel waarvan de meisjes-werkzoeken
den dc juiste gegevens dadelijk kunnen
overleggen.
De derde afdeeling levert minder moeilijk
lieden op. Evenals aan de beide andere
afdeelingcn valt ook hier vooruitgang te
bespeuren. Het aantal plaatsingen neemt
steeds toe.
Door den Directeur van de Amster-