Woensdag 30 April 1913. Cacao No. 8255. 62e Jaargang. BIJBLAD. Ouderdom en Jeugd "drinken VAN HOUTEN S Stadsnieuws. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. h. van Cleeff". HOOFDREDACTEUR F. J. FHSDEHZZI AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f i. franco per post /1.15. Advertentien 16 regels 00 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten In rekening gebracht. BUREAU: KOETE5RACHT S. Postbus 9. Telefoon 19. Bij dit nummer behoort een K E N N IS G E T I N G F. N Burgemeester en Wethouders van Amers foort, maken bekend, dat het Bureau van den Burgerlijken Stand op Hemelvaartsdag voor het publiek geopend zal zijn des voor middags van half negen tot 9 uur, uitsluitend tot het doen van aangiften van geboorte of overlijden. De hiervoor noodige aanvrage moet ge schieden aan het Gemeentehuis, mondeling of schriftelijk, uiterlijk tusschen 8 uur en kwart over acht des voormiddags van dien dag. Amersfoort, 28 April 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, VAN RANDWIJCK. De Secretaris, J. D. WERKMAN. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat gedurende eene maand, te rekenen van heden, op de Secre tarie dezer Gemeente voor belanghebbenden ter inzage is nedergelegd een ontwerp-besluit van de Staten der Provincie Utrecht tot vaststelling van een nieuw bijzonder reglement voor het Waterschap Isselt, hetwelk gelegen is in de Gemeente Soest, doch, ingevolge art. 1 van het ontwerp, zich voor een niet onbelangrijk deel in deze Gemeente zal uitstrekken, en dat eene kaart, waarop de nieuwe grenalijn ia aangetee- kend, ter Provinciale Griffie ligt, en dat even tueel tegen het ontwerp aan de Staten te richten bezwaarschriften, zooveel mogelijk Linnen den in den aanhef dezes gestelden termijn van eene maand aan hun college moeten worden ingediend. Amersfoort, 2G April 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, H. W. van ES VELD, Weth., loco-Burg. De Secretaris, J; D. WERKMAN. Het (louden feest der Wet op het Middelbaar onderwijs. (INGEZONDEN.) De Vereeniging van leeraren bij het Middelbaar onderwijs, die bijna alle bij dit onderwijs werkzame leeraren omvat, zal den 3den Mei a. s. op feestelijke wijze het vijf tigjarig bestaan van de Wet op het Middel baar onderwijs herdenken. De herdenking zal plaats hebben in den vorm van een buitengewone algemeene ver gadering, op genoemden datum des namid dags te half drie in het gebouw »Diligentia« te 's-Gravenhage te houden. De voornaamste punten der agenda dezer vergadering zullen worden gevormd door de redevoeringen van twee >outsiders< van het Middelbaar onder wijs, n. 1. de heeren prof. dr. H. Burger, te Amsterdam, en dr. D. Bos, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Niet alleen door deze beide redevoeringen, doch ook door de aanwezigheid van tal van autoriteiten op onderwijsgebied en van mannen, die op wetenschappelijk gebied vooraan staan, be looft deze vergadering zeer belangrijk te worden. Het zij mij vergund, hier ter plaaste eenige woorden te wijden aan de belangrijke ge beurtenis, die voor de bovengenoemde ver eeniging de aanleiding tot deze feestelijke bijeenkomst is geweest. De Wet op het Middelbaar onderwijs, ge geven den 2den Mei 1863, is het is een algemeen bekend feit het werk van Mi nister J. R. Thorbecke, Een juiste, nauwkeurige definitie van wat onder M i d-d elbaar onderwijs dient te worden verstaan, geeft de wet niet; er wordt in uitgedrukt, dat het omvat het onderwijs in de vakken, die gegeven worden aan de Burgerscholen, de Hoogere Burgerscholen, de Landbouwscholen en de Polytechnische school, Van deze verschillende scholen wil ik in het onderstaande alleen de Hoogere Burger scholen iets uitvoeriger bespreken. De be stemming, door den vader der Wet oorspron kelijk aan de Hoogere Burgerscholen gege ven, heeft hij neergelegd in de volgende bewoordingen»het Middelbaar onderwijs omvat de vorming van die talrijke burgerij, welke, het Lager onderwijs te boven, naar algemeene kennis, beschaving en voorberei ding voor de onderscheidene bedrijven der nijvere maatschappij tracht» waaraan nog wordt toegevoegd dat het »»de nijvere maatschappij* niet enkel in hare rigting op landbouw, fabrieksvlijt of handel, tnaar in den meest uitgebreiden zin genomen, daarbij blijkbaar om kennis der tegenwoordige wereld en om toepassing op economische en technische diensten te doen is«. De geschiedenis der Hoogere Burgerscho len leert, dat deze scholen niet alleen hebben voldaan aan hetgeen Thorbecke zich daarvan had voorgesteld, doch dat zij bovendien ge schikte opleidingsscholen bleken te zijn in vele gevallen, waar dit door hem niet bedoeld en evenmin vermoed werd. Ik herinner daartoe aan het feit, dat krachtens de Wet van 25 December 1878 de voorbereiding van hen, die voor arts of apotheker willen stu- deeren o. a. aan de Hoogere Burgerscholen kan geschieden. In deze wet van 1868 werden meerdere mogelijkheden aangegeven om zich voor de bedoelde studiën voor te bereidendeze zijn echter in den loop der tijden alle vervallen alleen de voorbereiding door de Hoogere Burgerscholen is behouden gebleven. Dat dit oorspronkelijk door Thorbecke in 't ge heel niet werd bedoeld, blijke uit de vol gende aanhaling uit de Memorie van toe lichting der wet, waarin wordt gezegd »Gaat men dus het onderwerp in zijnen aard, de stoffe en de bestemming van het onderwijs na, dan zal opnieuw blijken, dat daarvoor bijzondere instellingen, anders in- gerigt en van een andere strekking, dan die welke naar de universiteiten voert, wor den vereischt» alsmede uit de volgende »Voor hen, die de militaire geneeskundige school wenschen te bezoeken, zal een goed ingerigt Gymnasium de meest geschikte ge legenheid tot voorbereiding zijn, evenzeer als voor hen, die hunne geneeskundige stu diën aan een Iloogeschool of aan een Kli nische school willen volbrengen*. Om nog éen voorbeeld te noemen, zij er op gewezen, dat sedert eenige jaren het eind-diploma der Hoogere Burgerschool aan zijn bezitter den weg naar de Koninklijke Militaire Academie en naar het Instituut voor de Marine opent. liet aantal artsen en apothekers, die langs de Hoogere Burgerschool de Universiteit zijn binnengegaan, is legio. Hunne presta- tie's tijdens hun verblijf aan de Academie hebben gemiddeld nooit achter gestaan bij die van hen, die een anderen opleidingsweg hebben gevolgdde hoogste, voqt deze takken van wetenschap te bereiken, ambten zijn door meerderen hunner bereikt, en toch blijft hunne opleiding aan de Hoogere Bur gerschool hun gedurende hun ganschen studietijd als een Kaïnsteeken op het voor hoofd geschreven. Zij worden aan de Uni versiteit geduld, maar in geenen deele als gelijkgerechtigd beschouwd met diegenen, die langs andereu weg den tempel der we tenschap zijn binnengetreden. De oud-Hoo- gere Burgerscholier mag geen academische examens doen, hij doet Staats-examensen wat veel ergerlijker is, de Universiteit keurt hem den doctors-titel niet waardig. Hij moge de bekwaamste en knapste medicus ter we reld zijn, het behalen van den doctors-bul is voor hem niet weggelegd. Wil hij zich deze verwerven, dan dient hij zich in den vreemde te verschaffen, hetgeen zijn eigen vaderland hem, trots al zijn bekwaamheid en al zijn kundigheden, niet geven wil. Reeds sedert hunne oprichting hebben de Hoogere Burgerscholen een voortdurende sympathie gevonden bij een groot deel van het Nedcrlandsche volk het is een niet te weerleggen feit. dat het Middelbaar onder wijs voor ons volksbestaan in den loop der tijden bijna even onmisbaar is geworden als het Lager onderwijs. Hiervoor mogen o.a. enkele cijfers en fei ten als bewijs dienen. Er bestaan thans in ons land 49 Hoogere Burgerscholen met vijfjarigen en 26 met driejarigen cursus, alle door Rijk of Gemeente opgericht en in stand gehouden. Het totaal aantal leerüngen der eerstgenoemde scholen bedraagt meer dan 9000, dat der op de tweede plaats genoemde ruim 3500. Het aantal jongelieden, dat het eind-exa men der Hoogere Burgerschool met vijfjari gen cursus aflegde, bedroeg in het jaar 1910 het getal 1317; een cijfer, nog in geen enkel jaar voor dien bereikt. Opmerkelijk is het, dat het aantal candidaten voor het eind-exa men met den loop der jaren sedert de op richting der Hoogere Burgerscholen regel matig toeneemt. Na verwerving van het eind-diploma staan voor de oud-Hoogere Burgerscholieren de meest verschillende wegen open, o.a.'de Technische Iloogeschool, de Universiteit voor arts, apotheker en tandarts, de Hoogere land- en tuinbouwschool, de Koninklijke Militaire Academie en het Instituut voor Marine, ambtenaars-betrekkingen, het nota riaat, handel en nijverheid, de Veeartsenij school, voor adspirant-landmeter, voor hoo gere Indische Bestuursambtenaren, enz. enz. Uit deze cijfers en feiten moge blijken, dat het onderwijs, aan de Hoogere Burger scholen gegeven, door tal van Nederlandsche ouders voor hunne kinderen wordt verlangd, en dat dit onderwijs den weg naar velerlei ambten en beroepen opent. Als men dit alles bedenkt, dan zal het zeker bevreemding wekken, wanneer men daarmede vergelijkt het resultaat waartoe de Staats-commissie tot reorganisatie van het onderwijs, ingesteld bij Koninklijk besluit van 21 Maart 1903, no. 49, blijkens het door haar in 1910 uitgebrachte rapport is geko men. In dit rapport wordt o. a. beweerd Het tegenwoordige Middelbaar onderwijs kan dus slechts in zeer beperkten zin alge meen-ontwikkelend worden genoemd het is evenzeer vak-onderwijs, wel niet voor éen enkel vak, maar dan toch voor een groep van vakken*. Hoe groot deze groep van vakken is, moge blijken uit het boven opgesomde lijstje Algemeene ontwikkeling* is een vage term en wordt heel vaak gebruikt als een dik woord en als een dooddoenerdoch ik zie onze artsen, officieren, notarissen, en zoovele anderen, toch wel vreemd opkijken, wanneer hun wordt toegevoegd, dat ze óf niet alge meen ontwikkeld óf dit slechts in zeer be perkten zin zijn, zoo ze hunne voor-opleiding >maar< aan een Hoogere Burgerschool heb ben genoten. De bedoelde Staats-commissie is tot de conclusie gekomen, dat de Hoogere Burger school dient te verdwijnen, om plaats te maken voor het lyceum een inrichting, die o. a. van de Hoogere Burgerschool daardoor zal ver schillen, dat al hare leerlingen een cursus van minstens twee jaren in de Latijnsche taal dienen te volgen. Het is hier niet de plaats om verder op de plannen der Staats-commissie in te gaan vermeld dient alleen te worden, dat in de kringen van de leeraren bij het Middelbaar onderwijs deze plannen hoegenaamd geen weerklank hebben gevonden. Het zou een stap achteruil zijn in de ontwikkeling van ons onderwijs, zoo ooit de ideeën der Staats commissie te dezer zake tot wet mochten worden. Moge daarvoor ons Nederlandsche volk bewaard worden, en moge het de Hoogere Burgerscholen gegeven zijn, nog lange jaren het hare bij te dragen tot de ontwikkeling, den bloei en den voorspoed van ons vader land. Waar er hier in deze Gemeente sedert 1871 een Hoogere Burgerschool met vijfjari gen cursus bestaat, die zich mag .beroemen op een groot aantal oud-leerlingen, thans op de meest verschillende wijzen in de maat schappij nuttig werkzaam, daar kwam het mij gewenscht voor om ook in de hier ter plaatse verschijnende bladen de aandacht der lezers op het Gouden feest der Wet op het Middelbaar onderwijs te vestigen. dr. P. G. TIDDENS. Amersfoort, 28 April 1913. I11 de Remonstrantsche kerk wordt aan staanden Zondagochtend om half tien een godsdienstoefening gehouden van jongelieden van 9 tot 14 jaar en om elf uur de gewone dienst voor de gemeente, beide onder voor gaan van ds. Hooykaas. liet kan geen kwaad, te herinneren, dat morgen op de openbare middelen van ver voer de zomerdienst begint en tevens er op te wijzen, dat op den Hemelvaartsdag slechts enkele treinen loopen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1