Modemagazijn ROBERT LEVY, Bil(ard-concour$. Restaurant „RICHE", Langestraat, [Kiest in Juni alleen TEGENSTANDERS derTABIEFffET. voor Dames ©11 Jongedames Gegarandeerd waterdichte BadmntSPll. Zwembroeken en znenicostiinies voor Heeren en Jongeheeren, Telefoon 103. Langstraat 40. AMERSFOORT. Kiest in Jnni alleen TEGENSTANDERS üer TARIEFWET. Bioscoop De Arend. Kinder- en familievoorstelling, o.a. VOETBALMATCH HOLLAND-BELGIË, Feuilleton. De sphinx. Op 6, 7 en zoo noodig: 8 Mei a.s. zal in de biljafdzaal van een concours gegeven worden inet handicap, oni fraaie prijzen (kunstvoorwerpen) op de beide Wilhelininatat'els. wm~ DE INSCHRIJVING IS VANAF HEDEN OPEN GESTELD in Café-restaurant „Riche", Langestraat. De TARIEFWET schaadt: door bet gevaar voor tariefoorlogen. den HANDEL I Bad- en zwemcostumes in GROOTE KEUZE voorradig. S t De TARIEFWET schaadt: den BURGER door nienie eo hoogere invoerrechten. Een belasting bet zwaarst voor groote gezinnen. Donderdagmiddag (Hemelvaartsdag) 8 uur gehouden Zondag 20 April 1.1. te Zwolle. 25.) Op den toon van iemand, die niet weet wat jaloezie is, antwoordde Paul „Ik weet niets zeker. In ieder geval gaat mijn verwaandheid niet zoover, dat ik verwacht, dat mevrouw Trelowitsj al de maanden van mijn verblijf bij de tegenvoeters in tranen ba dend heeft doorgebracht. Indieu zij een nieuwe verbintenis heeft aangegaan, kan ik haar slechts gelyk geven, vooral wanneer haar keus is geval len op een Engelschman, want die voelen zich op het oogenblik in Egypte thuis en doen niets liever dan er de honneurs waarnemen". Nadat het gesprek op deze manier handig was afgeleid, sprsken beiden nog een tijdlang voort over koetjes en kalfjes. In de hall kwam Geffrain echter op het eerste onderwerp terug. „Ik geloof toch, dat het verstandig zal zijn, indien we ons overtuigen of mevrouw Trelowitsj onze hulp noodig heeft, want, nietwaar, ondanks jou vermoeden zon ze toch wel eens geen reis- geleide ontmoet kunnen hebben, (ia je mee naar het station „Neen, beste jongen. Ik heb alleen dienst tijdens de maaltyden en dan nog alleen, wan neer mijn tegenwoordigheid dringend noodig is". „Goed, dan ga ik alleen" antwoordde Geffrain met een zucht. „Vaarwel voor heden, mijn siësta". Geen zweem van jaloerschheid sprak uit deze woorden en Jacques was er dan ook niet veel wijzer door geworden. Zoodra de eerste bel voor het diner werd geluid, was Jacques in de hall op zijn post; bij had nog niemand gezien en niemand gesproken, doch een blik op het bord, waarop de nieuwe gasten aangeteekend stonden, zeide hem,-dat „mevrouw Trelowitsj met nicht en kamenier" daartoe behoorden. Haar kamers waren in den Noordelijken vleugel, terwijl de beide Franschen, ofschoon op verschillende ver diepingen, hun kamers in den Zuidelijken vleu gel hadden. Deze bijzonderheid ontsnapte niet aan Jacques' aandacht. Op dit oogenblik voegde Paul zich bij hem. Jacques vond, dat de trek van verveling en gelatenheid wat al te natuur lijk was. „Zij zijn er" zei Paul. „Ik heb hun ons plan verteld. Mevrouw Trelowitsj vindt het prachtig. De tafel is al klaar. Ik heb wat bloemen laten halen, die een huldeblijk van ons beiden moeten beteekenen". „Het is om te gierenDus ik geef ook al bloemèn aan de dames! Vandaag of morgen sta ik op als minnedichter „Stil, daar zijn de dames". Een trap afgaan in tegenwoordigheid van een aantal personen lijkt heel eenvoudig, maar toch Btelt dit de ólégance van een vrouw, haar toilet en haar schoonheid op een zware proef. Voor mevrouw Trelowitsj, die honderden malen in de grootste hotels een trap was afgedaald, be vatte deze kunst echter niet meer de geringste moeilijkheid. In een bevallige houding, die haar rok van zwarte kant op zijn voordeeligst deed uitkomen, zweefde zij naar beneden, de toppen van een harer welgevormde handen rustend op de breeds leuning. Haar handschoenen van peau de Suède, slechts versierd door een paar een voudige, doch zeer kostbare armbanden, reikten tot aan den elleboog. Ieder had gelegenheid, de kleine, smalle voetjes te bewonderen, die bij iedere trede even schenen te aarzelen, juist lang genoeg om het oog even te laten rusten op de zwart satijnen schoentjes en op eenige centime ters van een doorschijnende, effen zijden kous. Jacques, die een afwachtende houding had aangenomen, weigerde zichzelf te bekennen, dat mevrouw Trelowitsj een eerste schoonheid was, maar hij begreep, dat iedere vrouw afgunstig moest zijn op zulk een overvloed van prachtig goudblond haar. Op ernstigen toon en zelfs eecigszins uit de hoogte scheen zij, zooal geen verwijten, dan toch eenige minder vriendelijke woorden toe te voegen aan haar nicht, die naast haar de trap afkwam, gekleed in een heel eenvoudig wit japonnetje, aan den hals nauwe lijks eenigszins uitgesneden. De glans der blonde haren was eenigBzins verbleekt sinds den dag waarop Jacques hen had bewonderd onder de oude kastanjeboomen in den tuin van de her togin. Thans hing de schitterende wolk niet meer los neer op de schoudershet meisje van toen was thans een jonge vrouw. Madame Trelowitsj trad op de beide vrienden toe. Haar handdruk was voor ieder van hen volkomen de zelfde. Niemand zou vermoed hebben, dat een van die twee mannen haar al vijftien jaar kende, terwijl de ander haai voor de tweede maal in zijn leven ontmoette, toen zy op luiden toon hun toevoegde: „Wat een geluk, dat ik hier midden in de woestijn twee Parijzenaars ontmoet". Jacques begroette haar met vrij duidelijk zichtbare terughouding. OfschooD hij de wereld genoeg kende om te weten, dat deze bedrieg ster bedrogen wil worden, stuitte het bedrog, vooral met zooveel meesterschap gepleegd, hem toch tegen de borst. Op minder stijven toon hernieuwde hij echter de kennismaking met het jonge meisje, door haar te herinneren aan het „Pardon" bij de hertogin De Guéhénuc. Spoe dig waren zij dan ook in een druk gesprek ge wikkeld. Mevrouw Trelowitsj maakte hieraan een eind door op bevelenden toon te zeggen „Kom, Emma 1 Wil je van avond nog di- neeren Vervolgens zich tot Jacques wendend, ging zij voort „Wilt u ons den weg maar wijzen, want u weet het nummer van onze tafel". Naast elkaar gingen zij naar de eetzaal, ter wijl Paul de jonge Emma in zijn hoede nam. Paul scheen uit zijn humeur en wel in die mate, dat Jacques zichzelf afvroeg„Zou bij soms jaloersch op mij wezen Mevrouw Trelo witsj deed, alsof er geen Geffrain op de wereld bestond ea voerde met Jacques een druk gesprek. Natuurlijk liep dit over het Oosten, dat de mooie I'oolsche tot nu toe nog niet bezocht had. Jacques had dus gelegenheid, nogmaals zijn reeds bekende indrukken mede te deelen. -„Ik stel me voor", merkte mevrouw Trelowitsj op „dat ieder in het Oosten, evenals in de on metelijkheid der zee, vindt, hetgeen hij er in vinden wil. Meen niet, dat ik er u een verwijt van maak, dat u er afwezigheid van allen strijd, van alle vermoeinis hoopt te vinden. II ia een droomer, niet waar „Daar vergis je je in" aldus wist Geffrain zich in het gesprek te mengen. „Droomer is een min der kras woord voor luiaard". „En luiaard" giDg Le Tonturier voort, „is weer een minder krasse uitdrukking voor een ander woord, dat je me ongetwijfeld reeds naar 't hoofd geslingerd zoudt hebben, als we alleen waren, (ioneer je niet, m'n waarde. Vertel ge rust aan mevrouw, dat een egoïst ben. Dat is mijn beroep evenals 't jouwe, in de kolonies te zijn". Mevrouw Trelowitsj keek beiden een oogen blik aan en barstte daarop in een welluidend lachen los, dat de gaBton in de nabijheid ver baasd deed opzien. Paul scheen niet don min- Blen lust te gevoelen, haar v rooi ijk beid te deelen. „Vindt u dat zoo belachlijk vroeg hij. „Ik heb eens gelezen" ai. .woordde de I'ool sche, „dat ons lachen een gevolg is van een onverwacht woord of gebaar. Onder deze cate gorie rangschik ik het verwijt van zeker iemand, die zegt, dat een ander een egoïst is". Haar gelaat had een hooghartige, uitdagende uitdrukking aangenomen en men zag, dat de minste oorzaak voldoende kon zijn om haar op gekropt gemoed tot een uitbarsting te doen komen. Om dit te voorkomen, wendde Jacques zich tot Emma: „En u, juffrouw, mogen wij ook welon, wat u in het Oosten wenscht te vinden „Het geluk", zeide zij zonder zich een oogen blik te bezinnen, alsof zij dit antwoord reeds te voren had bedacht, (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 4