STALHOUDERIJ BLOOKER'S CACAO. Ferwerda Tieman. Kiest in Juni alleen TEGENSTANDERS der TARIEFWET. DE HUISHOUDGIDS. Stoomwasscherij W. G. BURGER VETTER Co., FROU-FROU THEEROOS P. A van der ZWAAN SCHIMMEL, TTtrectLtsch.estra.ait 28. Telefoon 64. Amersfoort- Alléén SINGER SINGER-MAATSCHAPPIJ, DAALDERS Feuilleton. De sphinx. Gouden Medaille, Gent 1908. Onder redactie van mejuffrouw N. CARIOT, Leerares in Koken en Voedingsleer te ZWOLLE. Dit tijdschrift verschijnt eiken Zaterdag. Proefnummers gratis en franco verkrijgbaar bij iederen Boekhandelaar en aan het bureau van »DE HUISHOUDGIDS* Burgstraat 65, UTRECHT Z E_I_S T. - AMERIKAANSCH SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen. GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN. Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht. 19" PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden. Distill. Wijnen. LikeureD. Lieve Vrouwe-kerkhof, AMERSFOORT Wijnhandelaren. Gedeponeerd Handelsmerk. AANBEVOLEN MERKEN. Palus de Médoc f 0.65 St. Estêphe Médoc - 0.70 La Rose I.udon - 0.S5 Graves Blanc- 0.85 Witte Bergerac - 1.15 Macon- 0.80 Wachenheimer- 0.80 Niersteiner- 0.90 Hochheimer- i. Oude Roode Port. f 1.20en 1.35 Oudf. Witte Port -1.20 en 1.50 Fine old Gold Sherry. - 1. Madeira- 1.— Spaansche Wijn - 1.20 Oude Malaga- 1.50 Tirano (Italiaansche Wijn) - 0.65 Vermouth Do.m Bellardi - 1.30 Witte Samos- 0.80 Bij atname van minstens 12 11. der bovenstaande merken (ook gesorteerd) en contante betaling 5 pCt. korting. Depot te AMERSFOORT by M. R. N. OOSTERVEEN, Langestraal 46, Arnlieiuschestraat II, telefoon 77. en MÖCCA TRIC TRAC met de „LINDEBOOM liet Succes van den Dag. Firma Wed. B. van DIANA-SPRITS een overheerlijk broos BOTERUEBA K Biscuitfabriek „de Lindeboom". Firma Wed. B. jan DOESBURG, gemerkt Wed. B. van D., Mijdrecht zjjn „DE ECHTE". Overal verkrijgb. in doosjes k 35 cent. BiscHitlabriek „DE LINDEBOOM". Crediet- vereeaiglng Correspondentschap te Amersfoort. mr. H. J. M. van den BEKOH wilhflminasthaat b. te Amsterdam. Zij stelt zich ten doel het verleenen van Credieten onder per soonlijke of zakelijke zekerheid of in-blanco het incasseeren van handelspapier het ontvangen van gelden il déposito rekening-courant. De TARIEFWET schaadt: don HANDEL door minder koopkracht lan de afnemers. voorheen C. Onze machines behoeven geen aanprijzing in winkels met DIT uit- "*31 hangbord zijn de Wij verzoeken slechts er op te letten, dat ze Naaimachines nJf aan het juiste adres gekocht worden. verkrijgbaar. Amersfoort, Westslngel 49 hoek Varkensniarkt. Er is maar één cacao die een ieder roemt: 26.) „Waar zijn de dames?" was Paul's eerste vraag toen hij terugkwam. Jacques, die reeds Oosterache allures begon aan te nemen, vergenoegde zich, met een vinger naar het plafond te wijzen. „Hadden zij zoo'n haast?" „Zy hadden niet zooveel brieven te lezen als jij". „Was mevrouw Trelowitsj uit haar humeur?" „Ik geloof, dat ze verbazend nieuwsgierig is maar ze heeft mij nogal met rust gelaten. Toen jij die deur uitgiDg, ging zy een andere uit, naar het terras. Daarna heeft zij haar nicht laten halen. O, ja, je moet de groeten van haar hebben. Zij dankt je voor den prettigen avond, dien ze door jou toedoen heeft". „Morgen zal ik aan het postkantoor zeggen, dat ik mijn brieven post6 restante wil ontvan gen", antwoordde Paul. „Dat lijkt me een veratandige voorzorgsmaat regel" meende Jacques. „Voor mij is zoo iets echter overbodig. In de eerste plaats schrijft niemand mij en in de tweede plaats reis ik niet in gezelschap van dames. Neen, dank je I En ik geloof ook niet, dat het ooit mijn gewoonte zal worden". De vingers van Paul trommelden een roffel op de armleuningen van zijn fauteuil. „Reis ik dan soms met dames?" „Nu, laten we dan zeggen, dat je ze op reis ontmoet. Dut komt op het /.elfde neer. Zij belet ten je, rustig te dineoren, tellen de kant jes van je brieven, broeien op een formeel standje voor den volgenden dugwaarvan ik misschien mijn deel óok krijg". „Ik heb je immers vooruit gezegd, dat mevrouw Trelowitsj grillig en veeleischend is? Trouwens éen woord verklaart dat; zij is een Poolsche". „Je zult moeten toegeven, dat dit toch mijn schuld niet is. Hnar nicht moet een prettig leven hebben", meende Jacques. „In zooverre, dat zij in gezelschap van haar tante dan (och altijd geen honger behoeft Ie lijden. Zonder die bescherming zou het armo kind, dat van vaders zyde een Frani;aise is. niet weten hoe zij aan den kost moest komen. Vind-je haar niet interessant, nu je haar beter leert kennen?" „Ik ken haar nog niet genoegik weet nog niet eens hoe zij beet". „Kmma d'Esnol. Mevrouw Trelowitsj heeft een jongere zuster gehad, die echter ziekelijk was. Die heeft een huwelijk uit liefde gesloten in den echten zin van het woord, dat wil zeggen, dat zij een doodarmen man heeft getrouwd. Kort na de geboorte van haar kindje is zy gestorven. De arme d'Esnol, die naar Madagascar is gegaan om geld te verdienen, is daarvan nooit terug gekeerd. Je ziet, dat het arme kind je medelijden verdient. Je rnoogt wel wat aardiger tegen haar zijn, dan je tot nu toe was". „Daar heb ik al een begin mee gemaakt. Morgen zal ik de vierde ziin by jullie uitstapje, want het schijnt, dat, als ik niet meega, In t nichtje óok mag thuis olyven. Voor de toekomst bind ik me echter tot niets, vooral niet, wan neer je vriendin nog lang wacht met haar bede vaart naar het Heilige Land. En nu ga ik een sigaret rooken op de Nijlbrug". „Ik ga met je mee" zei Gefl'rain. Bijna zonder een woord te spreken, legden zij den weg naar de rivier, bijna een kwartier ver, af. Midden op de rivier, die daar ongeveer vier maal zoo breed is als de Seine voor Parijs, leunden zij over de ballustrade en staarden zij naar het water, dat kalm onder hen heen stroomde. „Waar denk je aan vroeg Jacques, verwon derd over het langdurige zwijgen van zijn vriend, die auders alles behalve een droomer was. „Ik denk aan de kostschool te Vannes" ant woordde Paul. „Je denkt misschienhoe kom je daarbij Ik weet het zelf niet. Die herinne ringen aan mijn jeugd komen slechts zelden bij mij op. Hoe komt het, dat ik op het oogonblik, bij de gedachte aan Bretngne, dat toch niet mijn geboorteland is, dat ik in geen vijf-en-der tig jaar heb weergezien en waar niets is, dat mij lief is, zou kunnen huilen Misschien om dat ik mij oud voel worden en dit mij afschrikt. Het einde laat nimmer op zich wachten Wat is in dit land een eeuw, die groote tijdruimte voor het menschelijk begrip Met duizendtallen jaren moet men hier rekenen, evenals menden loop van de rivier, die daar onder onze voelen stroomt, met honderden Kilometers moe,t meten. Wat lijkt ons menschelijk leven iemand hier helachlijk kortheden begint het, morgen is het gedaan, en men zou willen schreien, dat men niet meer kan stygen tot de bron, evenals die scheepjes daar morgen zullen doen, wanneer het koeltje hen naar Luksor zal drijven". „liet menschelyk leven is een beekje", ant woordde de Breton op ernstigen toon, „de eeu wigheid is de OceaaD, die geen bron en geen monding kent". „Ja", zuchtte Paul, „maar de oevers van een beekje ziet men, terwijl Hij was het weer, die nn enkele minuten het eerst de stilte verbrak. „Wanneer je bedenkt, dat menschen die pyra- mides hebben nagelaten I Het werk van hun handen zal deze vlakte nog beheerschen, wan neer onze aarde een woestijn zonder leven zul zijn geworden. Ik, ik laat niets achter". Jarqnes antwoorde niet. Ook hij zou immerB geen enkele herinnering nalaten aan zijn kort stondige verschijning op do aardsche vlakte. In zijn later leven zou hij nog vaak moeten terug denken aan dit oogenblik, waarover hij zich tegenover zichzelf had moeten vernederen. IJnks van hen, achter de greote boomen van hel eiland (iczireh, stond de maan op het punt, haar hleeken, gelen sikkel, die een mengeling van goud en z Iver scheen te zijn, onder den horizon te doen verdwijnen. Een Nubisch schip per, die met zijn schuilje lug le wachten tol de brug zou opengaan, om zijn tocht naar Damiette voort te zetten, zong bijna recht onder hen zijn eentonig, droefgeestig lied. Thans voelde nok Jacques zich aangegrepen door die droefheid, waarvoor men geen reden kan opgeven en die een voorbodo schijnt van naderend onheil. Paul stelde voor, naar het hotel terug te keeren. Als in zichzelf hoorde Jacques hem nog eenmaal mompelen: De pyramides IDe Oceuan I".Met een loom gebaar trok hij zijn jas om zich heen, want de nacht was koel. „Kom laat ons gaan", zei hij nogmaals. Even daarna verlieten zy de Kasr el Nil, be waakt door haar mnjeslueuse metalen leeuwen. (Woidt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 4