Donderdag 22
Mei 1913.
No. 8264.
62e Jaargang.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
F. J. FHSDEKZE!
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post /T.15. Advertentién 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieöle- en ontelgenlngs-
advertentifin per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiön van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
ZORTEGEAOHT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19
KENNISGEVINGEN.
INLEVERING REKENINGEN.
Burgemeester en Wethouders var Amersfoort
brengen ter algemeene kennis, dat hot geble
ken ie, dat declaratiën ten laste der Gemeente
menigmaal geruimen tijd 11a afloop van een
dienstjaar worden ingezonden.
Aangezien zulks voor een geregelde admini
stratie een ernstige belemmering oplevert, her
inneren zij nogmaals allen, die iels van de
Gemeente hebben te vorderen, hunne declara
tion, net dienstjaar J912 betreflende, in te
dienen uiterlijk 1 Juni 1913.
Ten aanzien van hen, die in gebreke mochten
blijven, hieraan te voldoen, zal ernstig worden
overwogen of er alsnog bijzondere redenen be
staan om hen in het vervolg voor het doen van
leverantiën aan de Gemeente in aanmerking te
brengen.
Amersfoort, 19 Mei 1913.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWI.K K.
De Secretaris,
J. D WERKMAN.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter openbare kennis, dat gedurende
eene maand, te rekenen van IC April j.l., op de Se
cretarie dezer Gemeente voor belanghebbenden ter
inzage is nedergelegd een ontwerp-besluit van
de Staten der Provincie Utrecht tot vaststelling
van eon nieuw bijzonder reglement voor bet Wa
terschap ISSELT, hetwelk gelegen is in de
Gemeente SoeBt, doch, ingevolge art. 1 van het
ontwerp, zich voor een niet onbelangrijk deel
in deze Gemeente zal uitdtrekken, en dat eene
kaart, waarop de nieuwe grenslijn is aangelee-
kend, ter Provinciale Griflie van Utrecht ter
inzage vau belanghebbenden ligt, en dat even
tueel tegen het ontwerp aan de Staten te richten
bezwaarschriften, zooveel mogelijk biimen den
in den aanhef dezer gestelden termijn van eeDo
maand aan hun ecl'.ege moeten worden ingediend.
Amersfoort, 20 Mei 1913.
Burgemeester eD Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWrJCK.
De Secretaris,
J. D. WERKMAN.
(Herplaatsing wegens misstelling.)
ZITTING VAN DEN KEI"ItINGSRAAD
VOOR DE MILITIE.
De Burgemeester van Amersfoort
maakt bekend, dat de zitting van den Keu-
ringsraad voor deze Gemeente zul plaats hebben
te Amersfoort in hel voormalig schoolgebouw
Koestraat op Maandag 2 Juni, Dinsdag 3 Juni,
Woensdag Juni en Donderdag 5 Juni 1913,
telkens des morgens om half tien.
De meting en het geneeskundig onderzoek
naar de geschiktheid voor den dienst geschieden
door den Keuringsraad, behoudens de hierna
vermelde uitzonderingen.
Ieder ingeschrevene, die niet bij onherroepe
lijk geworden uitspraak van den dienst, hetzij
voor goed of tijdelijk is vrijgesteld, hetzij voor
goed of voorloopig is uitgesloten, is verplicht
op den bepaalden tijd voor den Keuringsraad
te verschijnen en zich aldaar aan een onderzoek
naar zijne lichaamslengte en, zoo noodig, aan
een geneeskundig onderzoek te onderwerpen,
llij verschijnt voor den bem aangewezen Keu
ringsraad in de Provincie of in het district,
waarbinnen h\j voor de militie is ingeschreven.
De Commissaris der Koningin in de Provincie
kan op verzoek van den ingeschrevene bepalen,
dat het onderzoek zal plaats hebben voor een
anderen Keuringsraad.
Deze verplichting geldt niet voor de inge
schrevenen
1. die doen blijken door ziekte of gebreken
buiten staat te zijn, voor den Keuringsraad te
verschijnen
2. die zich in verzekerde bewaring bevinden
of die verpleegd worden in eene Rijks-werk-
inrichting, een Rijks-opvoedingsgesticht of eene
tuchtschool
3. die verpleegd worden in een krankziuni-
gen-, idioten-, doofstommen- of blindengesticht;
4. die hun beroep maken van de buiten
landse! e zeevaart of van de zeeviaacherij buitens
lands
5. die woonplaats hebben of verblijf houden
in het buitenland
G. die zich in vrijwilligen militairen dienst
bevinden.
De ingeschrevenen bedoeld ODder 1 en 2 wor
den onderzocht op de plaats, waar zij zich be
vinden, mitB deze binnen het Rijk gelegen zij.
Zij zijn verplicht, zich aan dit onderzoek te
onderwerpeu.
Voor cle onder 3 genoemden wordt door de
zorg van de gestichtsbestuurders eene genees
kundige verklaring gezonden aan den Keurings
raad.
De ingeschrevene, die zijn beroep maakt van
de buitenlandacbe zeevaart of van de xeevisscherij
buitenslands en hiervan ten genoegen van den
plaatselijke- of garnizoenscommandant in een
der garnizoenen, waar een officier van gezond
heid is, of van den commandant der afdeeling
mariniers te Rotterdam doet blijken, wordt op
vertoon van zijn bewijs van inschrijving voor
de militie tot en met 15 Mei van het jaar,
voorafgaande aan dat der lichting, waarvoor hij
ingeschreven is, eenmaal in de gelegenheid ge-
atele, zich te onderwerpen aan eene meting en,
zoo noodig, aan een geneeskundig onderzoek
omtrent zijne geschiktheid voor den dienst, in
dien bij zich op een werkdag, des voormiddags
9 uur, bij een dier commandanten aanmeldt en
ten 1 minste een dag te voren daartoe, hetzij
sciir Lelijk, hetzij mondeling, aanvraag heeft
gedaan.
De ingeschrevene, die zijn beroep maakt van
de bnitenlandsche zeevaart of van de zeevisscherij
buitenslauds en die van deze bevoegdheid geen
gebruik maakt, zoomede de ingeschrevene, die
woonplaats heeft of verblijf houdt in het bui
tenland, kan zich bij den Keuringsraad onder
werpen aan een meting en, zoo noodig, aan een
geneeskundig onderzoek.
De ingeschrevene, die woonplaats heeft of
verblijf houdt in het buitenland, kan, indien
hij door ziekte of gebreken buiten staat is, voor
Jen Keuringsraad te verschijnen, bij dien raad
v6or de sluiting zijner zitting eene verklaring
inzenden, die voldoet aan de vereisebten, hierna
omschreven.
Uit de verklaring moot blijken
1. dat de ingeschrevene met geslachts
naam, voornamen en leeftijden aan te duiden
-- wegens ziekte of gebreken buiten staat is,
voor den Keuringsraad te verschijnen
2. dat de ingeschrevene door hen, die de
verklaring hebben afgegeven, ongeschikt voor
den dienst wordt geoordeeld;
3. de aard en de graad van de zirkte of het
gebrek, op grond waarvan de ong achiktheid
aanwezig wordt geacht, zoomede de bezwaren,
door de ziekte of het gebrek veroorzaakt.
De verklaring moet na 1 Mei zijn afgegeven
door twee geneeskundigen, die ter ,.laatse van
afgifte bevoegd zijn tot uitoefening van de ge
nees- en heelkunde. In de Nederlandsche kolo
niën mag de verklaring door enksl dokters-dja-
wa echter alleen dan worden afgegeven, wanneer
ter plaatse geen ander geneeskundige is, en mag
zij door een dokter-djawa met een ander genees
kundige alleen dan worden afgegeven, wanneer
ter plaatse niet meer dan éen ander genees
kundige is.
De handteekening van hen, die de verklaring
hebben afgegsven, moeten behoorlijk voor echt
zijn verklaard, onder bijvoeging, dat zij, door
wie de handteekeningen zijn gesteld, ter plaatse
bevoegd zijn tot uitoefening van de genees- en
heelkunde, dan wel dokter-djawa zijn. Zoo het
stuk is onderteekend door dokters-djawa of
raede-onderteekend door een dokter-djawa moet
bovendien blijken, welk der hiervoren omschre
ven gevallen aanwezig is.
De Voorzitter van den Keuringsraad vraagt
eiken voer dien raad verschenen ingeschrevene,
die geschikt is verklaard, af, of hij wenscht te
worden bestemd voor de zeemilitie, voor een
bereden korps of voor de administratietroepen
en voorts, zoo noodig, aan welk korps eD aan
welk garnizoen hij zich het liefst zou zien toe
gewezen. Wenscht de ingeschrevene aan de zee
militie te worden toegewezen, dan vraagt de
Voorzitter hem tevens, of hij voorkeur heeft
ten opzichte van een der voor de zeemilitie be
paalde inlijvingstijdvakken, en, zoo ja, voor
welk. Voor zooveel noodig verstrekt hij den
ingeschrevene daarbij inlichtingen.
Van de wenschen van den ingesc'.revene
wordt in het alphabetisch register eene beknopte
aanteekening gesteld. Tevens wordt daarin aan-
geteekend, voor welken dienst of voor welk
wapen of korps do ingeschrevene naar het oor
deel van den Voorzitter het meest geschikt is
en, voor zooveel noodig, op welke gronden dit
oordeel steunt.
Schriftelijke verklaringen, welke den Voorzitter
worden aangeboden ten bewijze, voor welk vak
of voor welken arbeid de ingeschrevene bijzon
dere geschiktheid bezit, worden door den Voor
zitter in ontvangst genomen.
Amersfoort, 20 Mei 1913.
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
Karakter.
Dat in ons leven fouten en misslagen wor
den begaan, zoowel door volwassenen als
door het jongere geslacht, komt te dikwijls
voor dan dat men aan de waarheid dezer
bewering zou kunnen twijfelen. Maar even
dikwijls gebeurt het, dat men die fouten en
misslagen en verkeerdheden zoekt la ver
goelijken en te verontschuldigen. Somtijds
geeft men een ander de schulddan weer
volgt de bewering, dat men niet wist iets
verkeerds te doen ook heetcn vaak de om
standigheden oorzaak van de begane fout,
of wel men moest toegeven aan een macht
en een kracht, waartegen geen verzet hielp.
Altemaal verontschuldigingen, die niets an
ders bewijzen dan gemis aan verantwoorde
lijkheidsgevoel, of het verlangen om de
verantwoordelijkheid zijner daden van zich
te schuiven. Toch bewijzen al die veront
schuldigingen, dat het gevoel van verant
woordelijkheid wel aanwezig is.
In ieder mensch, en ook in ieder kind,
spreekt een inwendige stem, die hem zegt
wat goed, wat niet goed of wel wat kwaad
is, wat hij moet doen, maar ook wat hij moet
laten. Wanneer die stem hem waarschuwt,
dit of dat niet te doen en hij luistert er niet
naar, dan doet hij kwaad. En als hij dan dat
kwaad zoekt te verontschuldigen, of mooi te
praten, dat kwaad niet als zoodanig wil er
kennen. dan doet hij dubbel slecht door,
tegen beter weten in, dat kwaad goed te
willen noemenzou hij er anders veront
schuldigingen voor zoeken Of is het vrees
voor de gevolgen zijner verkeerde daad,
welke hem die verontschuldigingen op de
lippen legt en wil hij die gevolgen ontdui
ken door zich niet schuldig te bekennen
Zou de vrees voor de gevolgen eener daad
zóo groot zijn, dat men die daad loochent,
vergoelijkt en een leugen uitspreekt om zich
voor straf te vrijwaren Want het wil er bij
mij niet in, dat de dader zelf gelooven kan,
dat men hem voor onschuldig houdt.
Valt het dan zóo moeilijk, een begane fout,
of misslag of verkeerde daad te bekennen,
dat maar weinigen er voor durven uitkomen
En toch, de schuld bestaat en blijft bestaan,
voor wie een eerlijk hart heeft en waarlijk
spijt en berouw er over gevoelt. Hoe zou
het hem opluchten, als hij tot bekentenis
durfde komen, terwijl hij door een ontken
ning of verontschuldiging een tweede schuld
bij de eerste voegt. Is hij bang, dat een eer
lijke bekentenis hem in anderer oogen zou
verlagen verlaagt hij zich dan niet in eigen
oogen, en moet dit hem niet meer hinderen en
kwellen. De inwendige stem zegt hem, dat
hij verkeerd gehandeld heeft en verzwijgt
niet, dat zijn verontschuldigingen tegenover
anderen hem niet baten hoe kan dit ook,
daar hij zelf er niet aan gelooft. Wie iets
verkeerds durft doen, moet ook de gevolgen
daarvan durven dragen, de verantwoordelijk
heid dus van zijn naden. Die verantwoorde
lijkheid, gewekt door de gevolgen van zijn
handelingen, moet hem helpen, niet weer in
de zelfde fouten te vervallen en op zich
zeiven te letten en op zijn daden en ge
dachten.
In onze dagen wordt veel gedaan voor
het jongere geslacht, vooral wat betreft de
ontwikkeling en verzorging van verstand en
lichaam. Kennis is machteen ontwikkeld
kloek verstand is een middel om vooruit te
komen in de wereld, nog te meer als dat
verstand huist in een krachtig, gezond lichaam.
Maar hoe gelukkig die richting van onzen
tijd ook werkt, ze geeft toch niet al hetgeen
onze jongelieden noodig hebben en let veel
te weinig op een belangrijk deel van hun
opvoeding, onthoudt hun daardoor iets, dat
hun als een recht toekomt en dat is: de
vorming van hun hart en gemoed, waardoor
zij opgevoed worden tot menschen van
karakter.
Menschen van hart en karakter zijn meer
noodig en oefenen oneindig meer invloed uit
ten goede dan menschen, die alleen uit
munten door verstand en lichaamskracht.
Om het hart en het karakter der jonge
lieden te vormen, is het noodig, dat de op
voeder zelf man van hart en karakter is
hij moet een voorbeeld zijn voor wie aan
zijn zorgen zijn toevertrouwd. Leeringen
wekken, maar voorbeelden trekken, is een
oud, doch waar bevonden spreekwoordvan
het voorbeeld hangt veel, zoo niet alles af.
Een jeugdig karakter te leiden, te vormen,
is de moeilijkste, maar tevens de schoonste
taak, die er bestaat, en daarmede kan niet
te vroeg begonnen worden. Het kind moet
niet alleen besef krijgen van hetgeen het
verkeerd doet, maar ook een diepen indruk
van de gevolgen zijner daden en van het
geen daaruit voortvloeit, zoowel voor hem
zelf als voor anderen. Hem moet duidelijk
gemaakt worden hoe verkeerde daden vlek
ken kunnen worden, die moeilijk, soms in
het geheel niet, kunnen worden uitgewischt.
Hem moet geleerd worden, op zich zelf te
passen, vooral ingeprent worden het gevoel
van verantwoordelijkheid voor al hetgeen
hij doet of nalaat.
Jonck rijs is te buigen, maar geen oude
hoornen, zeide Vader Cats zoo juist. Gewen
daarom reeds het kind aan zelfbeheersching,
zelfverloochening en vooral beziel het met
liefde voor anderen, voor minder bedeelden,
voor ongelukkigen. Leer het met zachtheid
oordeelen over hen, die vielenleer het, hen
helpen op te staan, de helpende hand uit
steken naar wie struikelden en met een
liefdevol hart de redding beproeven van hen,
die een warm, hartelijk woord kan terug
voeren op den goeden weg.
Zijn er talenten en begaafdheden geschon
ken. meer nog een verstandig, liefderijk
hart, een rechtvaardig, eerlijk karakter, gij
hebt deze gaven niet voor u zei ven alleen
ontvangen, maar om ze te gebruiken ten
dienste van anderen. Hoe meer en hoe be
ter gij er mee woekert, des te grooter en
rijker worden zij.
Laat u niet ontmoedigen, als uw pogingen
niet zoo spoedig slagen, als gij wel ge-
wenscht en gehoopt hadt. Blijf volharden
wat gij gezaaid hebt en naar uw beste we
ten goed gezaaid hebt, moet goede vruchten
dragenzijn de vruchten in het eerst ook
weinige, eenmaal kunnen zij tot een honderd-
voudigen oogst worden. Alle grond draagt
niet even mild en even spoedig. En mocht
ge soms meenen, dat ge de mislukking van
den oogst bij u zeiven moet zoeken, och,
beproef dan of ge mogelijk een beteren weg
kunt vinden om op het gemoed te werken
van hem, dien gij zoo gaarne tot een goed
mensch zoudt willen vormen. Met ernst,
liefde en verstand moet ge volhouden, vol
harden in uw pogingen om de goddelijke
vonk aan te blazen, die in iedere menschen-
ziel smeult, om de gaven en talenten te
ontwikkelen, die in ieder kind, in ieder
mensch zijn besloten, in den een meer, in den
ander minder.
Denk aan uw eigen verantwoordelijkheid
ook met uw gaven en talenten moet gij
woekeren; hoe meer gij ze gebruikt, des te
meer zegen kunt gij om u heen versprei
den, des te grocter, rijker geluk kunt gij
anderen brengen. Versaag niet in uw heer
lijk werk tot menschen, gelukkige menschen,
te maken de jeugd, die u is toevertrouwd,
dan zal uw eigen geluk ook steeds toene-