Hangmatten Meursing machinale fabrieken van gebak, Amersfoort. Buitengewone Reclameweek W. CIaAEÜ, Bioscoop 9fDe Arend Plisseer-inrichting. Mode magazijn „Do Vlijt", Laurens J. LUYCX. Kiest ii Juni alleen TEGENSTANDERS der TARIEFWET. VETTER Co., Stoomwasseherij W. G. BURGER, SCHOK Co. Wereldstad-programma No. 28 5. Het geschenk van den Radja. Feuilleton. De sphinx. c. Vanaf Zaterdag 31 Mei tot en met Vrijdag 6 Juni filiaal Langestraat 54, hoek Krommeelraat te AMERSFOORT, in ons van onderstaande artikelen SPECULAAS ran 25 cent voor 20 cent per 5 ons en ner'ons IJSWAFELTJES van 50 cent voor 3o cent per o ous en 7 ctut pe CHOCOLADE-REEPEN van 5 cent voor 4 cent per stuk. MACHINALE Platte plooitjes. Waaierplooien. Rokken met stolpplooi. VRAAGT PRIJSOPGAAF. De TARIEFWET schaadt: den BURGER door nieuw of verhoogd invoerrecht op HUISHOUDE LIJKE ARTIKELEN, als: emmers, pannen, sponsen, zeep, stijfsel, glycerine, schoensmeer, wrijfwas, gom, vaseline, schuurpapier, gareu, baud, naalden, spelden, glas- en aardewerk, borstels, messen, scharen, watten, kippenvoer, hondenhrood, enz. Nieuw Parijs Langestraat 37. in groote keuze. Distill. Wijnen. Likeuren. Lieve Vronwe-kêrkliof, AMERSFOORT. ZEIST. AMERIKAANSCÏ SYSTEEM. Wassehen geheel opgemaakt of droog toegeslagen. GOEDE BEHANDELING. BILLIJKE PRIJZEN. Goederen worden te Amersfoort 's Woensdags franco gehaald en gebracht. PROSPECTUS wordt op aanvrage gratis toegezonden. 10 ct- \iciiti Nieuw 10 ct- 10 ct. Hollaiidsche Haring*. 10 ct. Dagelijks VERSCH gepelde GARNALEN, uit EIGEN pellerij geen zooge naamde huis-industrie. PRIMA, absoluut EERSTE qualiteit, gerookte PALING in prijzen van 40 60, 80, 100 cent en hooger. Versche ZEE- en RIVIERVISCH. ZINDELIJKE, VLUGGE en PROMPTE BEDIENING. Langestraat 11, over den toren. Telefoon 124. lALcji-to Bergstraat 10, bericht de ontvangst der NIEUWE ENGELSCHE STOFFEN, MANTELCOSTUUMS en HEERENKLEEDING. 99 van Vrijdag 30 Mei tot en met Donderdag 5 Juni 1913. 1. PATACHON AI.S RESERVIST, komisch. 2. Het plichtsgevoel van een Deserteur. Spannend drama episode uit den Amerikaanschen Vrijheidsoorlog. 3. ROBINET ALS BOKSER, komisch. 4. FRICOT VERHUIST, komisch. Groot spannend en boeiend drama in 3 doelen en 10 tafereelen. Bij den Radja. Het geschenk. De treindiefstal. 4. Te Biarritz. 5. Rechercheur I-ervieux. 6. Het verlaten eiland. 7. Het re<;u. 8. De afgelegen grot. 9. De worsteling. 1 o. De ontknooping. De afdeeling „Broodfabriek" levert prima brood, beschuit en koek tegen zeer billijke prijzen, en geeft bovendien 10 pCt. dividend. Bedragen tot ongeveer f50 per gezin werden als dividend uitgekeerd. 6.) Samen namen zij plaats in het rijtuig, dat beneden op Hedwig stond te wachtenop hun knieën lag een prachtige krans van roode rozen, waarvoor men, om dezen bijeen te brengen, meer dan éen kas had moeter plunderen. Een heer lijke geur vervulde het rijtuig en steeg Jacques naar het hoofd. „Hindert die geur u niet vroeg hij aan zyn gezellin. „Ik wilde, dat die geur mij kon dooden" ant woordde Hedwig zuchtend „dan hadt u daar boren op het kerkhof niets anders te doen dan de zerk van Paul's graf te verwijderen enzoudt u mij met hem in den dood kunnen vereenigen. Nu zou hij niet meer bang voor mij zyn". Eenige minuten werd er geen woord tusschen hen gewisseldtoen vroeg zij plotseling „Waren er bloemen op zijn kist?" „Neen", antwoordde Jacques. „Onze arme Paul wilde dat niet". „Dan zal ik- nog eenmaal tegen zijn wensoh handelen" mompelde de jonge vrouw, terwijl zij met het hoofd tegen het satijn ran hetcou- peetje rustte. Om naar het graf te gaan, dat door een bleeke winterzon werd bischenen, moest zij op den arm ran Jacques steunen. Toen hij haar den zerk aanwees, dacht hij, dat zy flauw zou val len, doch plotseling richtte zy zich op en terwijl zij met den vinger naar den Bteen wees, barBtte zij woedend los: „Zie eens; zelfs hier ben ik niet de eenige" Nu eerst ontdekte Jacques 'ot zijn schrik een prachtige tuil seringen, die daar, te oordeelen naar de frischheid der bloemen, nog slechts kort te voren moest zijn neergelegd. „Gelukkig, dat dis twee ten minste elkaar niet hier hebben ontmoet", klonk een stem in zyn binnenste. „Van wie zijn die bloemen vroeg ITedwig op een toon, alsof hij de verantwoordelijke man „Op mijn woord, ik weet bet niet" antwoordde bij. Doch hij zou niet gaarne op zijn eerewoord verklaard hebben, dat hij niet vermoedde van wie ze waren, want zijn onderhoud met Marie de Flaignac stond hem nog duidelijk voor den geest. Met trillende neusvleugels en gebalde vuis ten staarde mevrouw Trelowitsj een oogenblik naar het bloemoffer van de onbekende mede dingster. Dan, eer Jacques het haar kon belet ten, wierp zij haar eigen bloemen op den grond en vertrapte zij ze onder den voet. „Dat is afschuwelijk en verschrikkelijk on rechtvaardig, hetgeen u daar doet I" riep de vriend van Paul uit. „Luister toch Bijna stikkend van woede voegde zij hem met heesche stem toe: „Alle woorden van de wereld kunnen er niets aan veranderen. Ik heb het immers gezien Ik arme dwaasVyfhonderd mijlen heb ik half dood van wanhoop afgelegd om hier aan zijn graf te kunnen zeggen, dat ik hem liefheb. En wat krijg ik, nu ik hier ben, te hooren Je komt te laateen ander heeft mij zooeven de zelfde woorden toegevoegdO, dit zwarte kleed 1 Ik wilde, dat ik het in stukken kon scheuren 1" Zij snelde heen. Jacques wilde haar volgen. „Laat mijriep Hedwig hem toe, terwijl zij verdween in het doolhof van paden tusschen de talrijke grafzerken van het uitgestrekte l'ère Lachai8e. Jacques kwam thuis, vermoeid naar lichaam en geest, evenals na het lozen van schokkende gebeurtenissen in den eenen of anderen sensatie roman. Nooit had hij echter gedacht, dat dergelijke scènes ook in de werkelijkheid zouden voorkomen. Verbazing, afkeuring en een gevoel van angst wisselden zich bij hem af, doch dit alles maakte ten slotte plaats voor een soort bewondering voor deze uitbarsting van een hartstochtelijke natuur. Het ging hem als iemand, die voor het eerst een storm aan een zeestrand bijwoont en tegelijk diens kracht vreest en bewondert, wan neer in enkele seconden de woedende golven de zeewering stuk beuben waarover jaren is ge- bonwd. Wat zijn geestelijke verwarring nog grooter maakte, was de onmogelijkheid, waarin hij zich geplaatst zag om met iemund over het gebeurde te spreken. De markiezin De Prevénan bad met belangstelling toegeluisterd, toen hij baar van zijn Odysseus-toeht naar Egypte vertelde, doch nimmer zou hij het in zijn hoofd krijgen, voor een ander de geheimen van zijn vriend en het leed van een vrouwehart bloot te leggen. Toen hij dien zelfden avond Marie de Flaignac ten huize van de markiezin ontmoette, fluisterde zij hem toe „Ik heb bloemen naar z ij n graf gebracht". „Ik weet hetik heb ze gezien", antwoordde hijdoch hij vertelde haar niet, met hoeveel zorg hij de armzalige overblijfselen van andere bloemen had verwijderd, uit vrees, dat een voor bijganger iets zou vermoeden van het drama, dat bij het graf van Paul was afgespeeld. Spoedig zou echter zijn hulp worden ingeroe pen voor het slachtoffer van een anderen storm en wel een, die heel wat meer van zijn zorgen zou eisohen. I)en volgenden ochtend kreeg hij opnieuw bezoek van mevrouw Trelowitsj. Thans was zij gekleed in een elegant costuum, van vroolijke, levendige kleur. „Ik koes afscheid van u nemen", zeide zij met een voorgewende kalmte, die Jacques niet ont ging, .vanavond verlaat ik Parijs, doch mijn bezoek heeft meer dan een reden. Eerstens kom ik u danken. U is heel vriendelijk voor mij geweest. Een tweede motief is de zorg voor mijn goeden naam". „Moet ik U dan nogmaals verzekeren" viel Jacques haar in rede, „dat ik geen oogen blik twijfel Zij begon hardop te lachen, hetgeen nu juist geen compliment scheen te zijn voor de snug gerheid van Jacques. Daarop ging zij voort: „Neen, ik bedoel mijn goeden naam als ver standige vrouw. Indien u openhartig is, zult u moeten toegeven, dat u niet wiet welk een gek kin ik was vóór u mij leerde kennen". „Voor ik u kende" zei Jacques, „wist ik niet wat een vrouw was. Ik had een soort ingeboren wantrouwen voor uw sekse, waardoor ik de vrouw op een afstand hield en dus slechts zeer opper vlakkig kende. Nu is mijn wantrouwen tot af schrik geworden". „Kijk" zeide zy, „dat is nu het verschil tus schen u en Paul de Geffrain. U is niet getrouwd, omdat u de vrouwen haat; hij is niet getrouwd, omdat hij te veel van ze hield". Jacques dacht even na. Daarop antwoordde hij, ter verdediging van zijn vriend „Zoud u bok niet denken, dat het beter is om te zeggen, dat zij teveel van hem hielden 'f Er was iets in hem, dat hen aantrok, vooral jongemeisjes. Zeker was hij een knap man, maar zeifs nadat hij zijn jeugd achter den rug had, bleef hij een groote aantrekkingskracht op de vrouwen oefenen, zelfs op hen, die nu maar niet bereid waren met den eersten den besten te flrten. Ik voor mij zie daarin een bewijs, dat bij een 'zeer bijzondere natuur was". ?,Ik geef het op, van zijn natuur iets te be grijpen" antwoordde zij met een ongeduldige beweging. „Wat betreft zijn invloed op jonge- meisjes, daarvan heb ik gisteren opnieuw het bewijs gekregen. Ik heb namelyk het genoegen fehad, tusschen mijn brieven er ook eenige van .mma te vinden. Klaarblijkelijk rangschikte bij zyn correspondentie naar de families I" (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 4