als Roode Kruis-arts in den eersten Balkan
oorlog.
Spr. gaf een kleine geschiedkundige inlei
ding, noodig om een juisteren blik te doen
slaan in hetgeen daar geschiedde en binnen
afzienbaren tijd moet gebeuren en herin
nerde, dat reeds ten tijde van Herodotus, dus
5 eeuwen vóór onze jaartelling, de Balkan
werd bewoond door Thraco-Illiriërs, wier
directe afstammelingen zijn de huidige Alba-
neezen, wier blauwe oogen en blond haar
wel zeer opvallen. De afkomst van al deze
Slavische volkeren uit éen oerstam blijkt wel
uit hun talen, die zóo veel overeenkomst
hebben, dat zij elkaar verstaan. Opvallend is
ook, dat Montenegrijnen, Serven, Bulgaren
geenszins zijn halfwilde volkeren, doch dat
zij ontzaglijk veel goeds hebben en slechts
leiding noodig hebben om te geraken uit hun
staat van achterlijkheid bij de overige Euro-
peesche volkeren. Het lijkt wel of hun bescha
ving een 500 a 600 jaren achter staat bij die
der bewoners van West-Europa. Samen vor
men zij éen reusachtig Servisch-voelende
bevolking, die absoluut staat tegenover de
Germanen. Een gevolg hiervan is, dat 60
pCt. van het Oostenrijksche leger onbetrouw
baar is en dat Oostenrijk in den jongsten
oorlog een half millioen van zijn beste troepen
moest gebruiken om te voorkomen, dat de
Slavische elementen der Donau-monarchie
zich mengden in den krijg.
Spr. deed vervolgens meedeeling van en
kele typeerende eigenschappen der Monte
negrijnen, zooals hun bloedwraak, hun
zonderlinge opvattingen omtrent eerlijkheid,
hun verfoeien van den arbeid (behalve dan
als zij buiten hun land zijn, bijvoorbeeld in
Noord-Amerika, en zich zelfs zeer vaardige
handwerkslieden toonen). De eenige taak der
mannen is vechtende vrouw produceert.
Vooral na den oorlog van 18761878
heeft de huidige Koning, Nicolaas I, veel
gedaan voor zijn volk, dat hem als alge-
meenen vader beschouwt en als 't ware da
gelijks raadpleegt of met de zelfs allerzon
derlingste verzoeken tot hem gaat in het
zeer eenvoudige paleis of, als 't mooi weer
is, op het plein daar vóór.
Het spreekt wel vanzelf, dat bij het uit
breken van den oorlog van een militair-ge
neeskundigen dienst geen sprake was. Toen
de moderne vuurwapenen zoo geweldig veel
gewonden maakten, deed de Montenegrijn-
sche Regeering een beroep op beschaafd
Europa, dat zich haastte gehoor te geven
aan die ernstige bede en zich schitterend
heeft gekweten van zijn taak van mensch-
lievend hulpbetoon.
Die taak was niet licht in een land waar
discipline, intendance, transportmiddelen en
zelfs goede wegen nog onbekende zaken
zijn en de Westerlingen met groote achter
docht werden toegelatenniet ontvangen.
Want in den oproep werd slechts gevraagd
om hospitaal-materieel en niet om dokters en
verplegend personeel. En dit, waar in heel
het land slechts éen hospitaal was van 40
bedden.
Zeer hartelijk was de ontvangst niet. Het
eenige hotel te Antivari, waar alles even
vies en slecht was, rekende f8 per dag en
de tusschenkomst van den Minister van
Buitenlandsche Zaken was noodig om te
zorgen, dat er eenigermate behoorlijk mid
dageten kwam. Brandhout kostte f500 per
maand; lucifers waren in geen drie weken
te koop.
En bij dergelijke tegenheden de zonder
linge omstandigheden waarvoor de artsen
af en toe werden geplaatst. Zoo werd een
lijntrekker ontslagen uit de Czechische am
bulance, Hij begaf zich naar den Koning,
deed daar zijn beklag en werd op diens last
gezonden naar de Nederlandsche ambulance.
Het kostte heel wat moeite, hem aan het
verstand te brengen, dat de Koning wel een
vadertje des volks doch geen dokter was.
Schier ontelbaar was het aantal simulanten
en het hield dikwijls heel wat in, de reuzenke-
rels, die zich als kinderen gedroegen, tot
rede te brengen. Nu eens drongen ze rond
een patiënt terwijl deze een ernstige opera
tie moest ondergaandan weer krakeelden
zij omdat de een in het hospitaal wat mooier
wollen hemd had gekregen dan een ander.
Toch waren ze niet bang voor het ontleed
mes, was de chloroformkap zelden noodig
en was een plaatselijke verdooving meestal
voldoendezelfs een, wien het geheele
scheenbeen moest opengebijteld, gaf daarbij
geen kik.
De Montenegrijnsche bataljons dragen
geen nummers, doch heeten naar de plaats
waaruit de officieren zoowel als de man
schappen afkomstig zijn. Een nadeel daar
van is, behalve de gevolgen der bloedwraak,
voor zulk een dorp of stadje een reuzen-
verlies aan volwassenen.
De vaandeldragers zijn uit éen stam en
worden steeds omringd door hun kinderen
of althans familieleden, opdat het vaandel
onmiddellijk kan worden overgenomen. On
gewapend gaan zij vóór de bataljons uit en
geen wonder is het dan ook, dat in een der
gevechten zeven vaandeldragers van éen
bataljon achtereenvolgens sneuvelden.
Spr. Het nu rondgaan een uniformpet van
mooie groengrijze stof en het typische
schoeisel, wederom huis-industrie der vrou
wen, waarmede de soldaat de even scherpe
als steile rotsen beklimt. Vóór den oorlog
zond Rusland 40 000 ovetjassen, moderne
geweren, munitie, hoogst practïsche 30 mans
tenten, baar geld en staf-officieren.
Toen spr. 13 December 1912 te Cettinje
kwam, vond hij daar 50 gewonden en 63
zieken, doch geen instrumenten of verpleeg-
middelen. Pas 14 dagen later kwam het
materiaal van het Ned. Roode Kruis en
weer 14 dagen later kwamen 3 Russische
verpleegsters aan.
Hoe het ging eer de verschillende ambu
lances waren aangekomen Een gewonde,
die zich niet zelf kon redden, vond zijn dood
in de sneeuw.
Middelerwijl was, onder voorgaan van de
beide Prinsessen, de Cadettenschool ingericht
als hospitaal en het Parlementsgebouw als
fabriek van verband- en verplegingsmateriaal
en door het een en het ander was het mo
gelijk, op den duur 131 chirurgische geval
len te behandelen.
Toen volgde 7 Februari de algemeene
aanval op Skutari en werd door andere
ambulances aan spr. om 2000 snelverbanden
gevraagd. Hij kon er slechts 1000 afstaan.
Spr. toonde nu de Nederlandsche snelver
banden en een Zwitsersch verbandpakje, in
blik, dat een driekante doek bevat en bui
tengewoon practisch is.
Het wondverloop was over 't' algemeen
zeer gunstig. Opmerkelijk groot was het
aantal schotwonden in de linkerhand en door
de linkervoet (knielende houding) terwijl niet
minder opmerkelijk was, dat sommigen meer
malen (een jongen zelfs elfmaal) werden ge
troffen.
Spr. zette nog uiteen hoezeer het eerste
verband het wondverloop bepaalt en van hoe
onzegbaar groot nut de raderbaar-De Mooij
ook in dezen oorlog is gebleken. Spr. had
er een middels een paar leege kisten in ge
bruik als operatie-tafel.
Nadat door een stadgenoot een der cou
pletten van het Montenegrijnsche volkslied
op zeer verdienstelijke wijze was gezongen,
werd gepauseerd.
Na de pauze werden middels de electrische
lamp van de bioscoop »De Arend* een 60-
tal photo's geprojecteerd, die het gesprokene
toelichtten, een goeden kijk gaven op land
en volk en een juist deenkbeeld van het
lijden der gewonden, die door een zóo rots
achtig terrein soms uren achtereen en over
hoogten van 600 M. zich moesten voortslee-
pen eer zij hulp konden vinden. Van de
eigenlijk alle heel belangrijke photo's her
inneren we aan die van het tot hospitaal
ingerichte Gymnasium en het hospitaal-perso
neel, den man met de granaatkartets-wonden,
het moderne geschut, de Russische tenten,
de rots van Bardanjol die gedurende drie
etmalen moest bestormd eer deze sleutel tot
Skutari door de Turken werd overgegeven,
en van Bardanjol, waar het thans weer spookt.
Dr. J o r i s s e n dankte ten slotte als
Voorzitter van het comité voor Amersfoort
en omstreken van het Ned. Roode Kruis
dr. Koppeschaar voor den leerrijken en ge
notvollen middag, dien hij zoo welwillend
was, te geven. Ook wenschte hij hem geluk
met hetgeen hij heeft gedaan voor de lij
dende menschheid, hetgeen niet sprak uit zijn
woorden, doch des te duidelijker bleek uit
de beelden. Spr. wekte de aanwezigen, die uit
woord en beeld het werk van het Roode
Kruis hebben leereu waardeeren, op om, zoo
zij nog geen lid waren, toe te treden tot
die vereeniging, hetzij als werkend, hetzij
als contribueerend lid.
Onder het afdrukken wordt ons mede
gedeeld, dat dr. Koppeschaar thans een
uitnoodiging ontving van de Servische Re
geering om naar Belgrado te gaan.
Zoo spoedig mogelijk vertrekt hij naar
het terrein van den nieuwen krijg.
Van de vierde groep leerlingen der Hoo-
gere Burgerscholen met 5-jarigen cursus in
deze Provincie zijn er 19 van de 21 geslaagd
bij het eind-examen, van welke uit Amers
foort J. H. Druif, D. van Kolfschoten, R.
Koudijs en J. Mulder.
De fruit- en groentenveiling, welke nu ge
regeld tweemaal 's weeks bij de halte Kleine
Koppel wordt gehouden, slaagt uitstekend.
Er is steeds flinke aanvoer en de koopers
uit Amersfoort en van elders betalen flinke
prijzen.
Zoo blijkt dan de nieuwe instelling veel
levensvatbaarheid te bezitten en koopers en
aanvoerders toonen zich voldaan over den
gang van zaken.
Laten nu de tuinders zich eens ernstig
gaan toeleggen op hun bij eenig overleg zoo
loonend bedrijf. Groote aanvoer van vroege
producten; daar moet het heen. Voor over
productie behoeft geen vrees gekoesterd te
worden.
Elders brengt de oordeelkundig gedreven
tuinbouw velen tot welvaart.
Dat kan hier óok.
Als de betrokkenen maar ernstig willen.
De heer H. M. G. Bron Verkerk heeft
zich bedacht en in plaats van een stadsge
zicht, waaraan hij hier en daar nog een toon
wilde verbeteren, in ValkhofPs kunst-vitrine
geëtaleerd een stilleven en boschgezicht,
die er beide weer mogen wezen.
In tegenwoordigheid van het college van
Regenten en Regentessen van het St. Pie-
ters- en Bloklandsgasthuis, het Dagelijksch
Bestuur der Gemeente, leden van de Rijks
commissie voor de monumenten van kunst
of geschiedenis en andere genoodigden, be
nevens de heeren Ad. Muller, den Rijks
bouwmeester; architect H. Kroes, leider van
deze herstellingswerkenen Van Daal en
Van Eibergen, uitvoerders van dat werk,
werden hedenmiddag bezichtigd de herstelde
Kapel en de Mannendeel van het gasthuis
aan den Westsingel.
De heer A. M. Tromp van Holst
sprak een welkomstwoord en herinnerde,
dat 19 Februari 1907 »de Amersfoortsche
Courant* berichtte, dat ter wille van den
bouw van het nieuwe gesticht dit hoogst
belangrijk bouwkundig monument zou wor
den afgebroken en dat het nog intijds is
mogen gelukken, de Gasthuiskapel en de
mannenzaal niet alleen te behouden, doch
ook zooveel mogelijk in hun oorspronkelij-
ken staat te doen herstellen. Het Rijk droeg
daartoe de helft der kosten bij, het Gast
huis gaf een bijdrage en een onbekende
verschafte het ontbrekende, dat lang niet
meeviel omdat de kosten verre werden over
schreden.
Het Gasthuiskerkje ziel er thans weer
keurig uit. Zooveel mogelijk is alles met
het nog aanwezige materiaal hersteld en
hetgeen vernieuwd moest worden, is met
groote zorg nagebootst.
Spr. bracht een hartelijk woord van dank
aan allen, die tot deze herstelling hebben
meegewerkt, meer in 't bijzonder aan de
Regeering, aan den Commissaris der Ko
ningin als Voorzitter der financieele commis
sie, aan den Rijks-bouwmeester, aan archi
tect Kroes en aan de uitvoerders.
Na de kapel te hebben bezichtigd, begaf
men zich naar de eveneens met groote zorg
gerestaureerde mannenzaal met haar 22
typische slaapplaatsen, veelal zeer fraaie
kleedingkisten en eigenaardig gerief. Zij
heeft nog slechts haar dubbelgangster te
Beaune (Frankrijk).
Aan den achterwand prijkt een familie
portret van de Vaneveld's, door Bor, een
doek, dat jhr. mr. B. W. Th. van Riemsdijk
aanstonds wilde aanvaarden voor het Rijks
museum te Amsterdam. Zeer bezienswaardig
zijn daar óok de koffie- en eetserviezen van
de Regenten uit den ouden tijd, met veel en
stevig tafelzilver en een bijzonder fraai
W edg wood-ser vies.
In de kape! zelve zijn de naamborden der
Regenten van het Bloklands- en van het
St. Pieters-gasthuisaan den achterkant het
bekende mooie wenteltrapje en het bordesje,
benevens eenige goed bewaarde fragmenten
die bij den verbouw te voorschijn zijn ge
komen.
Voor belangstellenden zijn toegangskaarten
te bekomen bij den custos van het Museum
der oudheidskundige vereeniging »Flehite«.
Eer men scheidde, herinnerde de Burge
meester, dat de heer Tromp van Holst
had gesproken van een onbekende, die er
heel veel toe heeft bijgedragen, dat de
restauratie op zóo afdoende wijze kon ge
schieden. Dien grooten onbekende thans
in den goeden zin des woords wilde spr.
hartelijk danken voor zijn royaliteit, waar
door èn het Gasthuis èn de Gemeente een
belangrijke bezienswaardigheid rijker zijn
geworden.
Onnoodig te zeggen, dat de aanwezigen
hartelijk instemden met dezen welverdienden
lof aan den bescheiden man, die steeds op
zoo kiesche wijze zoo heel veel doet voor
Amersfoort.
De O. L. Vrouwe-stichting zal thans op
een groot terrein bij de St. Henricus-kerk
een huis doen bouwen voor de kinderen, die
zij verpleegt.
Morgen is hier alleen geopend de apotheek
van den heer C. M. M. Vermolen, aan de
Varkenmarkt.
Bij de gister ten Raadhuize gehouden
aanbesteding voor den verbouw der kantoren
van de Gemeente-gasfabriek werd ingeschre
ven als volgtfirma Wildeman Fijnenberg
f 19 985 firma Renes Van Berken
f 16 999; W. van Genderingen f15 890; J.
Boshuizen f15 740; firma Lensing Van
de Vijzel f15 300; G. van Nes f15 180;
G. C. Blanken f14 900; A. C. Beijer
f14 846; firma Van Kalleveen Vos
f14 811.50; en L. J. Hemels f14658.
De gunning is in beraad gehouden.
De lantaarns van auto's en rijwielen moe
ten volgende week uiterlijk vijf minuten
vóór half 1 egen, die van de overige voer
tuigen op 't allerlaatst vijf minuten vóór
negenen goed helder branden.
Te Amsterdam circuleeren valsche bankjes
van f 100 met de letters Q U en den datum
November 1911.
Uitkijken.
De officier van justitie bij de Rechtbank
te Utrecht vorderde 6 maanden tegen den
20-jarigen recidivist van hier, een bekend
van waschgoed, den 24 Juni gepleegd; en
4 maanden tegen den 56-jarigen drinkebroer
van hier, die zijn patroon voor een waarde
van een goede f35 aan dakramen, bouten,
kettingen, enz. bestal.
Uitspraak 31 Juli.
Leer bescheidenheid van een parapluie.
Ook deze toont zich pas in volle grootte als
het er op aankomt.
TJit den Omtrek.
Te Baarn worden op 31 Juli en 1 Augustus
Floralia-feeslen gehouden en tevens het her
stel van Nederland als onafhankelijken Staat
herdacht.
De Gemeenteraad van Barneveld besloot
gister het nieuw te zetten gebouw voorden
cierhandel, waarvan de kosten zijn geraamd
op f13 000, te vergrooten met een over
dekte inpakplaats, waarvan de kosten zijn
geraamd op f3000.
Als bijzonderheid wordt vermeld, dat met
de jongste Bedevaart naar Lourdes de
10 000 ste zieke uit ons land is meegegaan.
De extra-trein uit Roozendaal vervoerde
244 patiënten.
Een reeks jeux de mots, die slechts in
waarde zouden verliezen als zij werden vei
taald.
Quel est le plus profond des écrivains fran
cais? Racine.
Le plus noir? Corneille.
Le plus carabïné? Flaubert.
Le plus coulant? La Fontaine.
Le plus joueur Descartes.
Le plus tempérant Boileau.
Le plus avisé Le Sage.
Le plus habile a l'escrime? Prévost.
Le plus rasant Barbier.
l.e plus incomplet? Thiers.
Le plus champêtre? La Bruyère.
I.e plus sonore? Chamfort.
Le plus fin? Renard.
Le plus pion Lemaitre.
Le plus serré? Lavisse.
Le plus pacifique Ollivier.
Le plus négligé? Sales.
Le moins bien :onservé Hervieu.
Le plus coquet Mirbeau.
Le moins cher? Donnay.
Inhoud iWereldkroniek* 26 JuliEen
reis om de wereld in 35 dagen Open
stelling van het wandelbosch >Groenendaal«
te Heemstede De Tsarenfamilie Het
slot Elgg, in Zwitserland, met 7 afbeeldin
gen De Macedonische oorlog De on
afhankelijkheidsfeesten te Vlaardingen
Het 30-jarig jubileum van den A. N. W. B.
Caricaturen en humor uit het buitenland.
Padvinders-
hoekje.
Uit het P. Y-kamp
bij Midsliuul
op Terschelling.
Dinsdag j.l. gingen we
's ochtends met den och
tendtrein uit Amersfoort
het weer was dreigend,
zoo nu en dan een buitje. Te Harlingen was
't echter mooi weer en gingen we, na de
laatste inkoopen gedaan te hebben, onder
enorme belangstelling van de bevolking
aan boord. Direct buiten de haven begon
het te schommelen en kwam er een enkel
zeetje over, met gejuich van onzen kant be
groet. Geen sprake was er van schuilen
beter nat en veel pleizier dan droog en stil
in de kajuit te moeten zitten. De kleine Fek,
onze korpshond, was direct dikke vrinden
met den commandant en den machinist en
was nu in het stuurhuisje, dan in de machine
kamer, waar men dan al heel gauw zijn
schelle stem hoorde kraaien.
Na een leuke reis kwamen we op West-
Terschelling aan. De muziek voorop (man
doline en 2 guitaars) ging het door 't dorp
en naar Midsland, waar we dien nacht zou
den blijven slapen in een schuur, want de
wind was overgegaan in een storm, waar
door de tenten waarschijnlijk van de ha
ringen zouden zijn geslagen.'t Schuurtje was
lekker droog en warm en het beviel ons er
zóo goed, dat we verlof vroegen aan den
boer om er te mogen blijven. Na zijn toe
stemming verkregen te hebben, werd er
direct begonnen, het kamp zoo gerieflijk
mogelijk te maken. Op 't oogenblik hebben
we al een pakkamer, een slaapzaal en een
kombuis. De laatste is 't particulier domein
van den kok met zijn helpers. Om de 3
dagen hebben we een nieuwen menage-mees
ter (een der leiders) die iederen dag twee
helpers aanwijst, die hem in alles moeten
bijstaan.
Na afloop van het diner mogen de lui een
half uurtje uitpuffen en dan moet de vaten
gedaan worden.
Gisteravond hebben we een muziekuit
voering gegeven in 'tdorp en al heel gauw
zong de heele bevolking met ons mee.
Vooral het Terschellingsche volkslied klonk