1
recht, tc elschen, dat de eigenaren meewerken.
Het leidingwater is uitstekend, beter dan
Norton water.
De perceelen, ook de oude, worden ver
beterd op kosten van de Gemeente. Ik denk
aan het Sasjc, aan Noordstraat, Dalstraat,
enz., die ten onrechte den naam straat dra
gen, doch meer gelijken op een mestvaalt.
Verbetert de Gemeente de straat dan vor-
hoogt de Gemeente dc waarde der huizen
en nu is het volstrekt niet onbillijk, van de
eigenaren te vorderen, dat zij een klein
beetje bijdragen door het Gemeentebedrijf tc
steunen.
Als iemand oen Nortonpomp heeft en die
liever gebruikt dan een leidingkraantje, wel
nu dan late men zoo'n eigenwijze zoo'n pomp
behouden.
Het is de plicht der Gemeente, te zorgen
voor dc volksgezondheid.
De Voorzitter: Er is nóg een mach
tige factorde publieke opinie. Ik meen, dat
geen eigenaar het daar tegen zal kunnen
uithouden, als de huurders vrrgen om lei
dingwater.
De heer Van Achterbergh: Dat
klinkt alles heel fraai in theorie, doch in de
practijk is het gansch anders. De huizen op
het Sasjc zijn van verschillende eigenaren
en dc wegen behooren weer aan anderen
toe. Hoe wilt u nu in dien buitengewonen
toestand verandering brengen
Dc Voorzitter: Er staat voorzoover
de huizen hem toebehooren*. Aan het on
mogelijke is niemand gehouden.
De heer Van Achterbergh: Aan
vele buitenstratcn liggen boerderijen waarin
leidingwater veel te duur is Voor het bedrijf.
De heer Veis Heyn: De eigenaren
mogen, tegenover het reusachtig voordeel
dat de Gemeente hun aanbiedt, best wat mee
werken. Wij verplichcn niemand, voor het
gchccle bedrijf leidingwater tc gebruiken.
De Voorzitter: Er staat>de aan de
straat gelegen woonhuizen*. Een boefdcrij
ligt niet aan een straat.
De heer Van Achterbergh: Die
staat er m. i. wel degelijk aan.
Het voorstel-Van Achterbergh wordt nu
verworpen met 13 tegen 4 stemmen (vóór
de hecren Koning, Oosterveen, Leinweber
en dc voorsteller.)
Het voorstel van B. en W. wordt hierop
aangenomen met 15 tegen 2 stemmen, die
van de heeren Van Achtenbergh en Lein
weber.
Dc Voorzitter: Dan is nu aan de
oude ontwerp besluit 11.
De heer Van Achterbergh: Wor
den nu ook ingetrokken dc bepalingen om
trent de levering van gas aan buiten
gemeenten Er staata 11 e andere beslui
ten worden ingetrokken.
DeVoorzitter:De hier bedoelde voor
waarden zijn niet de algcmcene voorwaar
den.
Het besluit wordt goedgekeurd z. h. st.
12. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tcc het overnemen van grond voor
den aanleg van een straat ten Oosten van
de Pieter Bothstraat.
Aangenomen z. d. of h. st.
13. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders inzake het rooien van boomen aan
de Lange Beekstraat.
Aangenomen z d. of h. st. Mededoeling
omtrent dit voorstel wordt niet gedaan.
Vermoedelijk worden de boomen om den
andere gerooid.
14. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders inzake wijziging van de Verordening
tot regeling van de jaarwedden van de amb
tenaren ter Secretarie.
De heer Leinweber: Ik kan mij niet
verecnigen met het voorstel. B. en W. heb
ben in hun voorstel niet gerept over art.
136 Gemeentewet. Ik won het advies in
van twee vakbladen, de «Gemeentestem* en
het 1 Weekblad voor burgerlijke administra
tie*. Ik weet niet of B. en W. mijn voorstel
zullen aannemen, doch stel me voor, in be
roep te gaan bij de Kroon (beweging).
Dc Voorzitter: Noch in uw voorstel
van 28 Januari, noch in uw nader voorstel
hebt U gewag gemaakt van art. 136, dat
dc Raad regelt en niet dat hij bepaalt
zooals dc «Gemeentestem* schrijft de
bezoldiging van alle plaatselijke ambtenaren.
Ik voor mij zou den strijd gaarne aan
vaarden en het verheugt me, dat een lid
van dezen Raad het advies inwon van deze
vakbladen.
De heer Van Achterbergh: Is't
wel practisch, dat we het doen Is 't niet
beter, dat B. en W. hun voorstel terugne
men, nader advies uitbrengen en bij de aan
staande Begrooting een nieuwe regeling
voorstellen
De V- o o r z i 11 c rDe zaak gaat over
een heel anderen boeg nu juridische wegen
worden bewandeld. Ik zou thans, ook als
jurist, heel juist gaarne zien, dat het beroep
op dc Kroon werd gedaan.
B. en W. deden het voorstel om de ge
legenheid te hebben, een bijzondere kracht
te kunnen verbinden aan den dienst der Ge
meente. Laat ons zorgen, dat we weer eens
200'n buitenkansje kunnen krijgen.
Het voorstel van B. en W. wordt aange
nomen z. h. st.
15. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging van het Werklieden
reglement.
De heer Van Achterbergh: Toen
ik 19 Juni hierover interpelleerde en zeide,
dat ik de regeling niet billijk achtte, werd
mij van verschillende zijden toegeroepen, dat
alles al lang was geregeld buiten mij om.
Wij zien nu eens hoe goed het werd geregeld.
Ik heb mij verwonderd over dit voorstel,
dat met zichzelf in strijd is. In art. 17 is uit
drukkelijk sprake van het vaststellen van
oon rooster, die niet is vastgesteld. In alinea
3 wordt daartegen al gezondigd, evenals in
al. 4.
Nu weet ik wel, dat B. en W. uitzonde
ringen kunnen maken, doch de menschen
moeten dan worden betaald.
Nog is er de moreele quaestie.
In categorie F is éen werkman en deze
kan dus geen toerbeurt verrichten en is dus
altijd gebonden.
Ik stel voor, aan art. 1 toe te voegen
onverminderd het bepaalde bij art. 24.
Dc heer J o r i s s e n Als men een ver
gissing bemerkt, is het toch gewoonte, B. en
W. te voren in to lichten,
De Voorzitter: Wordt het amende
ment-Van Achterbergh gesteund
De heer Leinweber: Ja, M. de V.
De Voorzitter: Is het uw bedoeling,
dat zij 100 pCt. extra krijgen
De heer Van Achterbergh: Ja,
voor de onderbreking van de 30 vrije uren.
De Voorzitter: U las het niet juist.
Zij verrichten werk volgens en niet buiten
den rooster.
Juridisch hebben zij geen enkele aanspraak
op belooning, maar de Commissie van bij
stand achtte het billijk, het loon te verhoo-
gon met
De heer Van Achterbergh: De 2e
alinea van art. 18 bepaalt, dat zij onafgebro
ken 30 vrije uren moeten hebben.
De Voorzitter: Er staatindien het
bolang van den dienst het meebrengt, kun
nen B. en W., enz.
De zaak is zoo eenvoudig mogelijk.
Dc heer Van Achterbergh: Voor
mij niet. Waar blijven dan die onafgebroken
30 vrijon uren
Als dc menschen 's Zondags arbeid ver
richten, moet m. i. art 24 wel degelijk toe-
gepast.
De Voorzitter: De menschen doen
om beurten een enkel uurtje dienst, heusch
geen zwaren arbeid, en worden daarvoor be
taald.
Ik acht de zaak voldoende toegelicht.
Het amendement-Van Achterberg wordt
nu verworpen met 15 tegen 2 stemmen, die
van den heer Leinweber en den voorsteller.
Het voorstel van B. en W. wordt hierop
aangenomen z. h. st.
De Voorzitter: Ik breng in behande
ling de wijziging der artikelen.
De heer Van der Wal: Ik acht 25 jaar
tc jong voor een lid van het Scheidsgerecht,
waar zaken van groot belang kunnen aan
hangig gemaakt worden en ik stel voor,
daarvoor te lezen30 jaar.
De heer Van Achterbergh: Geen
werkman is zóo gek, dat hij iemand afvaar
digt, die zijn belangen niet goed voorstaat.
Menig 25-jarige doet dit beter dan een 7 o-ja-
rigc.
Dc Voorzitter: Verlangt iemand
stemming
Geroep: Het wordt toch weer 15 tegen 2
De heer Jorissen: Ik verzoek stem
ming, M. de V.
Het voorstcl-Van der Wal wordt aange
nomen met 9 tegen 8 stemmen (tegen de
hecren Leinweber, Oosterveen, Van Kalken,
Gerritsen, Van Achterbergh en de drie Wet
houders).
De heer Van Achterbergh: In art.
39 sul. b wordt voorgesteld, twee loden en
hun plaatsvervangers te doen benoemen door
den Raad uit een voordracht van acht per
sonen, opgemaakt door de vaste werklieden.
Ik stel voor, weg te laten de woordenvan
acht personen. Te Utrecht hebben we gezien,
dat dc lastigen worden thuis gelaten door
den Raad.
De Voorzitter; Waarom dan 4 per
sonen Er is veel vóór, de keuze zoo uit
gebreid mogelijk te doen zijn.
De heer Jorissen: Een ding heeft me
gefrappeerd, namelijk, dat de heer Van Ach
terbergh heeft gewezen op Utrecht. Hoe weet
hij, dat juist die zijn genomen Ik zou dit
graag bewezen willen zien. Als hij het niet
kan bewijzen, is het gewoonweg weer een
praatje, net als den vorigen keer.
De heer Van Achterbergh: De
heer Jorissen begint weer een klein beetje
hatelijk te worden, doch dat laat me evenals
den vorigen keer koud. Laat de heer Jorissen
het tegendeel bewijzen.
De heer Jorissen: Het is niet aan mij,
doch aan den beer Van Achterbergh om te
bewijzen, dat waar is hetgeen hij zeide.
De Voorzitter: Het debat gaat weer
op zijwegen. Alleen is aan de orde het
amendement-Van Achterberg.
Wij moeten hebben een voordracht van
ten minste tweemaal vier; anders is het geen
voordracht.
De heer Krot s: Het is er den heer Van
Achterbergh juist om te doen, den Raad uit
te schakelen.
De heer Jorissen Laat de heer Van
Achterbergh consequent zijn en voorstellen,
dat de werklieden zelf kiezen.
De Voorzitter: Het reglement is pas
in werking. Moeten we het nu al gaan ver
anderen, ook waar de werklieden zei ven
nog niet hebben geklaagd?
De heer Van Achterbergh: Het
wordt pas om de vijf jaar herzien.
De heer Kroes: Ik zou den heer Van
Achterbergh op den man af willen vragen
is U dit door de werklieden verzocht
De heer Van Achtenbergh: Ja,
omdat het kantjeboord is gebeurd, dat niet-
gewenschten zijn benoemd.
De heer Oosterveen: Ik wil opmer
ken, dat de wijziging, die de heer Van
Achterbergh voorstelt, moeilijk kan aan
vaard, want dan benoemt de Gemeenteraad
niet meer.
De Voorzitter: Ik acht de zaak vol
doende toegelicht.
Het amendement- Van Achterbergh wordt
nu verworpen met 15 tegen 2 stemmen,
die van den heer Leinweber en den Voor
steller.
Het voorstel van B. en W. wordt hierop
aangenomen z. h. st.
16. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot vaststelling van een Verorde
ning op het beheer der Gasfabriek en Water
leiding.
Aangenomen z. d. of h. st.
De V o o r z i 11 e rIk wil niet nalaten,
een woord van dank te brengen aan den
ontwerper, den heer Veenstra (applaus).
17. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot verlenging van het buizennet
der Gasfabriek in den Utrechtschen straatweg.
De heer Van Achterbergh: Ik kan
me heel goed vereenigen met dit voorstel,
do«h herinner tevens, dat in Juni 1904 een
dergelijk adres met 85 handteekeningen werd
ingezonden en daarna nog meermalen en 2
December 1912 weer een van den Bisschops-
weg met 31 maal meer handteekeningen.
Ik verzoek B. en W. beleefd, met den
zelfden spoed ook dit adres te behandelen.
De Voorzitter: De heer Van Achter
bergh is langzamerhand buiten de orde ge
gaan. Dit was meer voor de rondvraag.
B. en W. zullen zijn verzoek overwegen.
18. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders inzake de toekenning van een sub
sidie voor de viering van de Onafhankelijk
heidsfeesten.
Het voorstel strekt om een subsidie van
f 1000 te verleenen.
De heer Oosterveen: Ik ben dankbaar,
maar niet voldaan. Zal het plan der com
missie geheel worden uitgevoerd, dan zal
er nog een tekort zijn.
De burgerij bracht een flink bedrag samen,
ruim f 1700.
De heer Jorissen interrumpeert.
De heer Oosterveen: De burgerij
doet meer en geeft groote bijdragen voor
de straatversieringenwel een bewijs, dat
men zich voorstelt, het feest luisterrijk te
vieren. In aanmerking nemend.dat deOranje-
vereeniging dit jaar geen geld heeft aange
vraagd
De Voorzitter; Dit is een vast be
drag van f 200, dat zij onmiddellijk kan
toucheeren.
De heer Oosterveen: Is zij óok ge
machtigd, het te storten in de algemeene
kas? Zoo niet, dan zou het gewenscht zijn,
voor een klein bedrag deel te nemen in het
garantie-fonds, dat wordt gevormd tot dek
king van een mogelijk tekort, dat niet zal
ontstaan als het weer meewerkt en er dus
weer een flink bedrag aan entrees wordt
febeurd. Ik stel voor, dat de Gemeente voor
200 deelneemt aan het garantie-fonds, of
de f 200 der Oranje-vereeniging ter beschik
king stelt van de algemeene commissie.
De heer Jorissen: Daarover hebben
wij niets te zeggen.
De Voorzitter: De heer Oosterveen
stelt dus voor, dat, bijaldien de Oranje-ver
eeniging haar vast subsidie niet toucheert,
de Gemeente deze f 200 beschikbaar stelt
voor het garantie-fonds.
De heer Kroes: Ik geloof, dat de heer
Oosterveen te bescheiden is geweest en zou
in overweging willen geven, de f 200 van
de O. V. te geven aan de algemeene com
missie.
De Voorzitter: Dat mag niet. Het
is een Begrootingspost.
De heer Jorissen: Het is een voorstel,
waarover we niet kunnen stemmen.
De heer Oosterveen zeide, dat de burgerij
een groot bedrag heeft gegeven maar het
is geen groot bedrag, het is slechts f 1700.
En zou de Gemeente er nu f 1200 bij doen
Wij hebben er niets mee te maken. Ik vind
dit zeer précair vaor de Gemeente.
De heer Gerritsen: Naar mijn gevoelen
is de zaak wel wat opgeschroefd. Er werd
al besloten, geen feest te vieren nu wordt
er weer wel feest gevierd. Verschillenden
zijn al uit de commissie getreden.
Ik hoop, dat er geen feest wordt gevierd.
We gaan tegen de kermis en den winter en
de menschen kunnen zich thans ruimschoots
buiten de Gemeente vermaken.
Ik zal tegen de f 1000 stemmen.
De heer Oosterveen: Nu ik heb ge
hoord, dat de O. V. haar f 200 kan touchee
ren, gevoel ik, dat mijn voorstel niet meer
noodig is en trek ik het in.
Uittreden uit het comité is alléén geschied
door overplaatsing en zelfs is éen der heeren,
die werden overgeplaatst, nog lid gebleven
en komt hij telkens hierheen om de verga
deringen bij te wonen.
De Voorzitter: De heeren kennen het
standpunt van B. en W. De commissie heeft
juist door die overplaatsingen te kampen ge
had met veel tegenspoeden, doch in den
laatsten tijd gaat het tamelijk vlot. Ook heb
ben zich vele buurt-comité's gevormd en
daarnaast behoort een centraal-comité.
Het voorstel van B. en W. wordt nu
aangenomen met 15 tegen 2 stemmen, die
van de heeren Gerritsen en Houbaer.
19. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot wijziging der Begrooting, dienst
I9,3*
20. Voorstel van Burgemeester en Wet
houders tot het verleenen van afschrijving
van inkomstenbelasting, dienst 1911, wegens
vertrek of overlijden.
Omtrent beide voorstellen wordt geen
mededeeling gedaan. Zij worden aangenomen
z. d. of h. st.
De Voorzitter: Er is nog een voor
stel.
B. en W. hebben indertijd zien ingewil
ligd een crediet f12500 voor den verbouw
der kantoorlokalen van de gasfabriek. Bij
de aanbesteding besomde de laagste inschrij
ver echter f 14 758. B. en W. vragen thans
verhooging van het crediet.
De heer Kroes: Ik wil dit eenigszins
toelichten. De Gemeente-architect maakte
zijn begrooting verleden jaar Augustus. Na
dien zijn de prijzen der materialen en dc
loonen zeker met 15 pCt. gestegen. Het
spijt den architect zeer, B. en W. daarop
niet intijds te hebben gewezen. Ik heb de
berekening van den laagsten inschrijver
nagegaan eu weet, dat hij aan het geheele
werk slechts f800 verdient. Er is dus niets
ongewoons.
De Voorzitter: B. en W. stellen voor,
het crediet te verhoogen met f 2200.
Aangenomen z. h. st.
De Voorzitter: M. Van Traa heeft
aan de Gemeente ter overneming aange
boden een strookje grond ter diepte van 50
c.M. over de volle breedte van zijn nieuw
te bouwen perceel aan den Utrechtscheweg
de kosten van overdracht voor zijn reke
ning.
B. en W. stellen voor, den grond te
aanvaarden.
Aldus besloten z. h. st.
Aan de orde is de rondvraag.
De heer Van der Wal: Naar aanlei
ding van de in de vorige vergadering gehouden
bespreking en een artikel in de «Amers-
foortsche Courant* omtrent het ter visie
leggen van dc adviezen der Commissie van
toezicht op het Lager onderwijs zou ik wil
len vragen hoe B. en W. hierover denken.
Verder is geschreven, dat de Wethouder
van Onderwijs nog nooit een vergadering
dier Commissie heeft bijgewoond.
Ik zou willen vragen of dit is overeen te
brengen met een goeden gang van zaken.
De heer Rijkens, Wethouder van
Onderwijs: Ik ben bereid, de vragen van
den geachten interpellant te beantwoorden.
Dit is evenwel ge^n antwoord op eenig
Ingezonden stuk iri een courant. B. en W.
hebben wel wat anders te doen dan in te
gaan op courantengeschrijf.
De vraag of het van goeden smaak ge
tuigt, dat de Voorzitter der Commissie van
toezicht op het Lager onderwijs, in plaats
van zich tot den Wethouder van Onderwijs
te wenden, in een courant gaat schrijven, is
gelukkig niet gesteld en dus behoef ik haar
niet te beantwoorden.
De werkkring der Commissie van toezicht
op het Lager onderwijs is duidelijk omschre
ven in de a'-tt. 96 en 97 van de Wet op het
Lager onderwijs (spr. doet daarvan voorlezing
en vervolgt:) zooals men ziet, een zeer ruime
werkkring; maar nergens staat geschreven,
dat zij is een commissie van advies. Als zij
advies geeft, is dit een geheel vrijwillige
daad, evenals bet een vrijwillige daad van
B. en W. is, haar advies in te winnen. B. en
W. winnen nochtans gewoonlijk haar advies
in en deelen ook gewoonlijk de conclusie er
van mede. Doch als men den eisch stelt, dat
het geheele advies moet meegedeeld dan ia
dit niet gegrond op de wet.
flet tweede deel der vraag beantwoord ik
bevestigend, behalve wat betreft de woorden
«nog niet*, want den eersten keer, dat de
commissie zou vergaderen, ben ik er heen
gegaan. Die vergadering kon echter geen
voortgang hebben omdat de leden niet aan
wezig waren. Ik heb toen den heer Wolter-
beek ik moet thans zijn naam wel noemen
verzocht, den leden mee te deelen, dat
ik de vergaderingen niet zou bezoeken om
dat naar mijn overtuiging mijn positie daar
valsch was.
Is een Wethouder van Onderwijs een
krachtige figuur, dan zal hij onwillekeurig
zijn meening opdringen aan de commissie
en krijgt hij dus als 'twaie in haar advies
zijn eigen inzicht k.
figuur dan doet 2
wellicht later mo»
allicht den schijQ
draaier te zijn.
Ik heb terstond
in de vergadering
best zijn gediend <u
Nu valt de Voor»
er van op de hoo.
beginsel-quaestie
de vergaderingen dj
en doet het vooA
behandel met groot
bedrijf wensch ik jj
De heer Gerri
toelichting. Ikzelf
missie. Ik wensch t
volle kan vereenig
houder van Onder»
Jorissen, die met 1
zal zich herinnert!
wonen juist de gj
hebben gehad en
geklaagd.
De heer V a n
De heer V elj
heer Van der Wal,
gesteld. Mij is nui
om de Wethouda
bijwoonde. Ik ha
waarin ik den Voor
waarom de huidig,
de gewoonte van
kreeg toen ten ant
het niet wist.
W ethouder]
niet te zeggen, dj
mate verbaast, dat
overgebracht, te m
den dag den heer
op mijn standpunt
reid tb zijn te kom
teeken op de convi
heid werd gewensi
Slechts éen maal
ontvangen, doch ik
komen als ik het i
vergadering.
De heer Gerri;
gadering heb ik 1
midden gebracht 0
naar aanleiding van
school B.
De Voorzitter va
zicht zegt, dat ik 1
die ik niet kan va
A in discrediet bn
Aangezien dat?
gewend ben, de
nadeelen, heb ik;
goede zaak er op
nog eens duidelijk
het gaat. Hiermed
ik in het vervolg 1
zal ingaan want irij 1
gezegd hebben, <i«jM
van hebben. Bjjl
De V o o r zittewB
in discussie zoudea
zouden wij nooit a
is ons aller lot. Ii
gen niets aan.
Zóo toen ik hier
voorgenomen, nooi
geschrijf. Ik hoop
voorbeeld zullen
Ik heb overigs
pers. Dit mogen
hooren.
De heer Gerri
autoriteit, de Ven
toezicht, die het
alsof de Meisjessd
voor Hoogere Bu
is en het loopt jii
Aan het eind 1
Juni heb ik den 1
toegevoegd, dat il
lust mocht hebbt
dat werkelijk wor
eischen.
Dat waren ges
was een uitvloeit
aanleiding van id
jaren.
School A geef
tueel óok te k«
dingsschool. De 1
wordt, is die v#
geheel anders dal
sluitend wordt ops
gerschool en Gy
regelmatige iveg,
school A een ja
regel voor Wista
worden.
Dat is mijn h
was het mijn b<
kammen.
Vandaar gaf ik
hun kinderen vef
kinderen naar sci
regelmatig gaat.
eens herhalen.
Doen zij dat
worden gedesillu'
jes óf niet óf een
zonder ik uit de
er dan ook van