September 1913. No. 8319. 63e Jaargang. Stadsnieuws. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortscho Conrant, voorheen Firma A. H. van CleefT". HOOFD-REDACTEUR p. j. rsEDzaiza AMERSFOORT. Verschijnt Dtnsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post A.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleële- en onteigening»- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—3 regels ft.2$. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. p Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Postbus 9. sortsgbacbt 9. Telefoon 19. KENNISGEVINGEN. De Burgemeester van Amersfoort, gezien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins dag den 30 September aanstaande, des avonds te 8 ure. Amersfoort, 26 Septemter 1913. De Burgemeester voornoemd, Van RANDW1JCK. De Burgemeester en Wethouders van Amers foort, Gelet op artl. 6 en 7 der Hinderwet, brengen ter kennis van het publiek, dat een door dr. P. K. DROSSAART LULOFS inge diend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot het oprichten van een chemisch laboratorium, waarin te plaatsen een maalmachine, gedreven door een gasmotor van l'/4 P.K., in het perceel alhier gelegen aan de Kleine Nachtegaalstoeg No. 1, bij het Kadaster bekend onder Sectie B, No. 914, op de Secretarie der Gemeente ter visie ligt, en dat op Vrijdag den 10 October aan staande, des voormiddagB te half elf uren, ge legenheid tenRaadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van hel Gemeentebestuur of vanéén of meer zijner leden, bezwaren tegen het op richten van de inrichting in te brengen. Tot het beroep, bedoeld in art. 15, le lid der Hinderwet, z\jn volgens de bestaande jurispru dentie alleen zij gerechtigd, die overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeente bestuur of éen of meer zijner leden zijn ver schenen, teneinde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Amersfoort, 20 September 1913. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, Van RANDWIJCK. De Secretarie, A. R. VEENSTRA, 1. 8. Do Burgemeester van Amersfoort brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de Gemeente Hoogland een geval van milt vuur is voorgekomen. Amersfoort, 27 Septenber 1913. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. Voor ouden van dagen. Het spreekt wel vanzelf, dat velen die om en bij den 70-jarigen leeftijd hebben bereikt, zich wenden tot de zoogenaamde Tusschen- personen er zijn er ook, die dit niet goed durven en die toch o! zoo gaarne in het genot zouden worden gesteld van de ouder domsrente. Vooraf zij gezegd, dat allen, die mcenen in de termen te vallen, zich gerust kunnen wenden tot de Tusschenpersonen, die hen met de meest mogelijke voorkomendheid zullen inlichten en hen zonder eenige kosten behulpzaam zullen zijn. Een heel duidelijke en wel voor ieder be grijpelijke samenvatting der wet geeft »De Nederlander». Het blad dan schrijft, na eenige woorden ter inleiding Eerst stellen wij de vraag: Wie heeft recht op die rente? En dan kan het ant woord kort luiden: alleen maar menschen, die op 3 December a.s. 70 jaren oud zijn of ouder. Al is iemand nóg zoo invalide en nóg zoo behoeftig, maar hij heeft op 3 Decembor aanstaande den zeventig-jarigen leeftijd niet bereikt, dan kan hij krachtens art. 369 van de wet nog geen pensioen krijgen. Dit is dus wel duidelijk. Dit pensioen of deze rente is alleen maar voor personen, die op 3 December 1913 al 70 jaar oud zijn of nog ouder. Te oud kan men er niet voor zijn. Iemand van 90 jaren kan gerust deze rente aanvragen. Hebben nu alle menschen die de 70 jaren al achter den rug hebben recht op deze rente? Volstrekt niet. Alleen zij, die van hun 60e tot hun 70e jaar te zamen 156 weken loonarbeid voor een ander hebben verricht, tegen een loon van minder dan f 1200 per jaar; of, en dat is óok goed, in de tien jaren, die verloopen zijn van December 1903 tot 3 December 1913. Daar mag men dus uit kiezen. De meeste oudjes zullen den termijn tusschen hun 60e en hun 70e jaar jaar kiezen. Maar soms komt het ook voor, dat zij liever den tijd tusschen 3 December 1903 en 3 December 1913 nemen. Dat staat volkomen vrij. Kunnen zij uit die laatste 10 jaren hun 156 weken loonarbeid aanwijzen, dan hebben ze daartoe volkomen het recht. En wat die 156 weken aangaat, die be hoeven nog niet aan éen stuk vast te zitten; heeft iemand in dien tijd bij A twee jaar gewerkt, daarna bij B een half jaar en na een heelen tijd van rust bij C ook nog eens een jaar, dan heeft zoo iemand zijn 156 weken al meer dan vol en kan hij met een gerust geweten de rente aanvragenmits hij niet meer dan f 1200 per jaar verdiende in dien tijd. En mits hij niet in de Vermogens belasting was aangeslagen of in de Bedrijfs belasting voor een inkomen van meer dan f 2000. Want de jaren, die hij in die beide of in een van beide belastingen was aange slagen, tellen niet mee. Over die 156 weken is nóg iets te zeggen. Het behoeven geen volle weken te zijn. Als een werkvrouw bijvoorbeeld alle Vrijdagen uit werken gaat van haar 60ste tot haar 63ste jaar of langer, dan gelden die Vrijdagen voor volle weken. Een waschvrouw of een oppasser, die eenige jaren na hun 60-jarigen leeftijd eens of twee keër per week bij iemand hun arbeid verrichtten tegen loon, die kunnen daaraan hun recht op de rente ontleenen. De arbeid behoeft niet in vasten loondienst te zijn verrichtiemand, die nu eens een of meer dagen in dienst van A dan weder eenige dagen in dienst van B, C of andere werkgevers heeft gearbeid, kan op grond van dezen arbeid recht op de rente laten gelden. De soort van arbeid komt er niet op aan. Iemand, die kantoorbediende is geweest, zoowel als hij, die arbeid verrichtte als timmerman, fabrieksarbeider, dienstbode of iets anders, kan de rente aanvragen. Als iemand gedurende 156 weken een avond per week tegen loon in dienst van een winkelier schrijfwerk heeft verricht, kan hij zich voor deze rente aanmelden. En ook deze diensten behoeven niet op elkaar te volgen. Ze mogen over de tien jaren verdeeld zijn. En als die arbeid dan in het buitenland werd verricht? Ja, dan zou hij alleen maar in aanmerking kunnen komen, indien die arbeid was gedaan in dienst van een in Nederland gevestigde onderneming en door een persoon, die in Nederland woont. Als iemand uit Amsterdam, voor een firma uit Amsterdam, in Duitschland of in Engeland bijvoorbeeld machines heeft gemonteerd, dan zou die arbeid kunnen gelden. Het zal nu wel duidelijk zijn voor wie de rente krachtens art. 369 der wet is be stemd. Iiet is voor oude menschen, die de zeventig al gepasseerd zijn en die in een van de beide genoemde tijdvakken 156 weken loondienst hebben verricht, tegen minder dan f 1200 per jaar. Alleen valt dit nog op te merken, dat onder »loon« óok valt te verstaan fooien, huisvesting, levensmiddelen, kleeding, brand stof, enz. Het loon behoeft niet in geld te bestaan. Wanneer nu vaststaat, wie recht op deze rente kan doen gelden, valt nog te bespre ken wat de oudjes nu te doen hebben. Van zelf krijgen ze 't niet. Er moet iets voor gedaan worden. Maar de Minister heeft dat gemakkelijk genoeg gemaakt. In elke Gemeente zijn namelijk aangesteld een of meer personen, aangewezen om de oude menschen te helpen. Weet men niet welke personen dat zijn, dan vraagt men dat op het postkantoor of op de Gemeente-se cretarie. Daar kunnen ze u gemakkelijk in lichten, wie in uwe Gemeente de Tusschen personen zijn. En bij zulk een Tusschenper- soon moet men zich aangeven en hem alle inlichtingen verschaffen, die hij u vraagt. Het kon echter eens gebeuren, dat men door ziekte of door zwakte verhinderd is, zelf te gaan, dan is het óok wel goed, dat een familielid of een goede vriend den Tus- schenpersoon waarschuwt; die wil dan zeker wel bij u thuiskomen om daar zelf de in lichtingen te vragen, die hij noodig heeft. Hij zal u vragen uw naam, uw leeftijd, uw woonplaats, uw geboorteplaats en of ge arbeid bij anderen hebt verricht in een van de genoemde tijdvakken, en hoe lang en bij wien. En dan zult ge van dit laatste een verklaring moeten zien te krijgen, van den persoon, bij wien ge gewerkt hebt. Ge zult uw 156 weken loondienst niet hebben te bewijzen. Dat zou moeilijk gaan. Maar ge zult aanneemlijk moeten maken, dat ge ze verricht hebt. Dat wil zeggenge moet het zoover brengen, dat én de Tus- schenpersoon èn de rentecommissie ón de ambtenaren van de Rijks-verzekeringsbank, die deze zaak hebben te behandelen, in de overtuiging komen, dat ge waarlijk die 156 weken loondienst hebt verricht. En hoe zal dat nu beter gaan dan door een verklaring van uw vroogeren patroon, bij wien ge ge werkt hebt We raden alle belanghebbenden aan, zich in deze zaak te laten leiden door de aanwij zingen, die de Tusschenpersoon geeft. In sommige commissiën bestaan gedrukte for mulieren voor deze verklaringen. Het lijkt ons verstandig, zoo mogelijk een dergelijk formulier te gebruiken. Trouwens, de Tus schenpersoon zal u wel inlichten hoe de verklaringen ingericht moeten zijn. Hebt ge deze verklaringen alle naar waarheid afge legd en zijn ze door den Tusschenpersoon ingevuld op een aanvraagbiljet, dan hebt ge dat biljet maar te teekenen en dan verder af te wachten. Kunt u niet meer schrijven, dan is het plaatse.» van een kruisje onder het aanvraag biljet óok voldoende. Verder valt er niets te doen. Komt de Tusschenpersoon of een lid der rente-commissie later nog bij u om een inlichting, dan hebt ge die te geven. Ver der niets meer. Mocht het zijn (men weet soms niet) dat men het beter oordeelt, zelf zijn aanvrage in te vullen, zonder hulp van een Tusschen persoon, dan is dat geoorloofd. De formu lieren ervoor kan men aan het postkantoor bekomen. Maar in verreweg de meeste ge vallen is dat niet aanbevelenswaardig. Als man en vrouw beiden den vereisch- ten leeftijd hebben en de 156 weken loon dienst hebben verricht, dan kan men voor beiden de rente aanvragen. Voor éen per soon bedraagt ze f 104 per jaar. Vragen beiden ze aan, dan zou het voor elk f 78 zijn. Wordt de rente toegestaan, dan is ze het eerst te innen 9 December aanstaande en dan kan ze geïnd worden in het post kantoor. De «Staatscourant»bevat het besluit waarbij de heer H. B. Hylkema, zuivel-consulent in Utrecht, met ingang van 1 October wordt benoemd tot Rijks-consutcnt. De Directeur van hot post- en telegraaf kantoor verzoekt ons mee te deelen, dat de dienstregelingen van zijn kantoor voor hot winterhalfjaar met ingang van morgen u 11- sluitend worden verkrijgbaar gesteld aan het loket voor den vorkoop van frankeer zegels en dus niet meor door het bestellend personeel aan de woonhuizen of de kantoren ten verkoop zullen worden aangeboden. De tot commies-titulair bevorderde klerk ie klasse der posterijen en telegrafie H. Lu cas wordt met ingang van 1 November over geplaatst naar ZaTt-Bommel. De aanboveling ter benoeming in de Raads vergadering ven hedenavond tot leeraar in Natuurkunde aan het Gymnasium en de Hoo- gere Burgerschool bestaat uit de heeren dr. H. M. Plas, te Winschoten, on S. W. Vis ser, te Leiden. Laatstgenoemde wordt alleen aanbevolen voor een tijdelijke benoeming. Onder voorzitting van don heer IJ. van H a s e 1 e n werd gisterochtend hier weer een vergadering gehouden van do commissie voor de kaasmarkt uit de Kamer van Koophandel en Fabrieken met groothandelaren en kaas makers. Volgens de presentie-lijst waren 30 belanghebbenden tegenwoordig. De Voorzitter opende even na elven de vergadering on sprak er zijn vreugde over uit, dat zoo velen gevolg gaven aan de uitnoodiging voor deze bijeenkomst, vooral belegd om middelen te beramen voor de winter-campagne. De aanvoer op 22 September heeft spr. eenigszins ontmoedigd; zes wagens met 6200 pond kaas was al bijzonder weinig. Middeler wijl heeft hij vernomen, dat de reden van dien geringen aanvoer niet zit in mindere belangstelling, doch in de feesten, die in den omtrek werden gehouden. De aanvoer van heden, ^3 wagens met 12 400 pond kaas, bewijst, dat hij zich te vroeg ongerust maakte. De markt bestaat nu ongeveer 6 maanden en een werkelijk verblijdend verschijnsel is, dat de aanvoeren vrijwel constant en de prijzen hoog zijn. De opkoopers, die meenden hier koopjes te kunnen halen, hebben thans ingezien, dat dit niet het geval is, en dut zij hooge prijzen kunnen besteden omdat de kaas zelfs van zeer goedo qualiteit is. Toch zou de aanvoer grooter kunnen zijn, als enkele producenten hun eigenbelang maar wilden inzien en niet moer aan huis verkoch ten of ter wille van een zeer klein verschil dat later zal blijken nadeel in plaats van voordeel te zijn elders gingen markten. Spr. bond den aanwezigen kaasmakers op het hart, hun collega's er toch van te over tuigen, dat verkoop aan huis zoowel als markten elders nadoel brengt in plaats van voordeel. In ieder geval is bewezen, dat een kaas markt te Amersfoort reden van bestaan heeft en dat het in het belang der kaasmakers is, die markt in stand te houden. Spr. wilde nu den belanghebbenden vragen of de marktplaats goed on het tijdstip van aanvang juist is, dan wel of dit laatste voor de wintermaanden dient gewijzigd. De heer Van der Most van Speik betuigde sympathie met deze vergadering, die zóo spoedig en zóo te juister tijd is be legd, verklaarde enthusiast te zijn over hot drukke bezoek en gaf de verzekering, dat de groothandel er zeer prijs op stelt als de markt hier blijft. Ten behoeve van de handelaars zou spr. willen vragen, de markt met ingang van t October te doen aanvangen om :o uur; zulks in vorband met den winterdlenst op de middelen van vervoer.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 1