Stadsnieuws. De Berg verkocht. We hebben de oude jaargangen van onze courant, 1873 cn 1S74, eens opgeslagen en vonden daarin, dat het aanstaande Dinsdag het 40 jaar geleden zal zijn, dat de Raad be sloot tot verkoop van den Berg. In de vergadering van 20 October 1S73, in welke onder meer werd behandeld de Ge meente-Legrooting voor 1874, werd met 13 tegen 2 stemmen besloten, te beleggen met platte keien de Utrcchtschestraat, de Slijk straat (thansBergstraat), de Langestraat en de Kampstraat, allen over hare geheele breedte, en met een spoor van 3 Meter breedte het Singel vanaf de Kamperbinnen poort tot de Triesjesstraat en die straat, voorts de Zevenhuizen, over den Hof. de Lavendelstraat, het Havik tot de Bloemen- dalsche binnenpoort en verder de Bloemen- dalsche straat*. De kosten van die bestrating, geraamd op f 44 000, zouden worden bestreden uit den verkoop van bosschen en heidegronden, aan den Amersfoortschen berg gelegen en in eigendom aan de Gemeente behoorende, en, voorzooveel noodig, door het aangaan van een geldleening van f 12 000. Do Burgemeester, de heer A. G. Wijers, en het Raadslid de heer C. Scheltus ver zetten zich met hand en tand tegen het voor stel. Eerstgenoemde, hoewel zeer het denk beeld toejuichende de bestrating te verbeteren, kon zich »geenszins vereenigen met de wijze waarop men de uitgaven wil dekken name lijk door het verkoopen van onroerende Gemeente-eigendommen, met andere woor den door de waarde van vastgoed te ver anderen in keijen*. In de Raadsvergadering van 23 Maart 1873 werd met algemeene stemmen aange nomen het besluit tot verkoop van den Gemeente-eigendom op den Berg. De heer Scheltus was bij die vergadering niet aan wezig. Op Zaterdag 21 Maart 1874 werden door de destijds hier resideerende notarissen mr. J. de Louter, G. A. van Werkhoven en A. H. Drijfhout van Hooff, verkocht ruim H. A. grond 97 H. A. beplant met eiken hakhout en sparrenbosch, 60 H. A. heide cn 5 H. A. bouwland alles eigen dom van de Gemeente Amersfoort, gelegen ter wederzijden van den Utrechtschen straat weg tusschen het Zeister spoor en den Ouden Utrechtscheweg en aan de Vlasakkers, voor samen f 34 600. De bestrating cischte dringend verbetering. Wie zich nog van een jaar of vijftien terug de bckeiïng van de Varkensmarkt herinnert, de puntige veldkeien, die alle gaan onmo gelijk maakten, zal dit toegeven. En men liet er ook geen gras over groeien. Want reeds 16 Maart 1S74, en dus voor de ver- kooping, die nog f4600 meeviel, werd aan besteed de levering der eerste Niedermen- diger keien, 403000 heele en 15000 zooge naamd anderhalve, waarvan de levering werd gegund voor 129841.29. In Februari 1875 werden weer bazalt keien geleverd, 20 000 heele cn 600 anderhalve, tot een gezamelijk bedrag van f 1451.35. En voor die ruim f 31 000 had men, be halve in de lange as der stad, een keistrook van slechts 3 Meter. Geen wonder dan ook, dat het bod van het Rijk om voor f6045 het Vildersbosch te koopen juist van pas kwam en de Raad 22 Februari 1876 met algemeene stemmen en zonder eenigc discussie besloot, op dat voorstel in te gaan. Het Vildersbosch is onlangs weer Ge meente-eigendom geworden. Met de Berg staat dit, menscheüjkerwijze gesproken, ook weder spoedig te gebeuren. De Minister van Financiën is bereid, een wijziging tc overwegen van de Personeele belaiting ter wegneming van de bekende bezwaren der kornehuishouders en restaura teurs. Hij zal aan deze aangelegenheid zijn aan dacht schenken, zoodra de bemoeiingen met betrekking tot de voorstellen nopens ver sterking der Rijks-inkomsten zullen zijn af- geloopen. of er althans uitzicht bestaat, dat zij eerlang zullen afloopen. De Minister hoopt in den loop van het volgend jaar te kunnen overgaan tot indie ning van toegezegde, w.o nopens de classi ficatie der Gemeenten voor de Personeele belasting. De Rcgccring heeft den Centralen gezond heidsraad om advies verzocht in zake het adres van de heeren mrs. jhr. Van Ilolthe tot Echten, Van Houten en prof. Van Hamel, strekkende tot toelating van de vrije uit oefening der geneeskunst. Dc algemeene maatregel van bestuur, be doeld in de Pensioenwet voor de Gemeente ambtenaren 1913. >s titans verschenen en bevat o.a. de bepaling, dat dc Gemeentelijke betrekkingen, waaraan uitzicht op pensioen op 55-jarigen leeftijd is verbonden, de vol gende zijnagent van politie, veldwachter, nachtwaker, commandant van en brandmeester, brandwacht of kraandraaier bij een beroeps brandweer. havenloods, wegwerker, straat maker, machinist en stoker bij eenigen tak van dienst, ontsmetter en helper bij een ontsmettingsdienst, scheikundige, bacterioloog, vroedvrouw, verpleger in een ziekenhuis of' in een krankzinnigengesticht, ambtenaar voor den dienst van kantoren en lijnen van een gemeentelijken telefoondienst. De pensioenen van ten hoogste f 600 wor den in maandelijksche, die van meer dan f 600 in driemaandelijkschc termijnen betaald. Provinciale Staten hebben gister zonder hoefdolijke stemming goedgekeurd de sub sidie-aanvragen ad f4000 voor het onderzoek naar do electriciteits-voorziening in deze Provincie, ad f1170 voor de Handelsschool te Amersfoort, en ad f60 voor den cursus in landbouwhuishoudkunde der plaatselijke afdeeling van het U. L. G. Dc vierkante stuivers worden morgen in omloop gebracht. Het schrijven van 8 December waarin Bur gemeester en Wethouders den Raad voor stellen, het Armwezen laatstelijk geregeld den 9 November 1863, te reorganiseeren, luidt in zijn geheel Krachtens art. S9 der Armenwet moeten de reglementen van de burgerlijke instellin gen herzien en in overeenstemming gebracht worden met de beginselen der nieuwe wet. In verband hiermede hebben wij de eer u hierbij aan te bieden een ontwerp-reglement voor het Burgerlijk Armbestuur. Voorzoover zulks met het oog op het vast te stellen reglement van belang is, volge hieronder een kort overzicht van de voor naamste bepalingen der wet, ten einde in hoofdtrekken te doen zien het verschil in beginselen tusschen de oude en de nieuwe wet. De Wet van 1854 steunde vooral op deze beginselen I. het overlaten van de ondersteuning der armen aan de kerkelijke en de bijzondere instellingen van weldadigheid; II. de burgerlijke Armenzorg mag een ar me slecht dan onderstand verleenen, wanneer hij dien niet van kerkelijke of bijzondere in stellingen van weldadigheid kan verkrijgen III. de burgerlijke Armenzorg mag slechts bij volstrekte onvermijdelijkheid ondersteu nen. Het >overlaten* van de Armenzorg be- teekende niet alleen, dat aan de kerkelijke en de bijzondere instellingen de beslissing werd gelaten aan wie zij hulp wilden ver leenen of weigeren, maar beteekende boven dien, dat geen poging van overheidswege werd gedaan om het gemis aan samenhang te verhelpen of om eenige orde te brengen in de ondersteuningen door de tallooze lief dadige instellingen, welke zonder eenig on derling verband een arme helpen. In de nieuwe wet is dit beginsel beperkt door het scheppen der mogelijkheid om in eene gemeente een centraal lichaam in het leven te roepen, waarin de verschillende in stellingen van Armenzorg voeling met el kaar kunnen houden, en dat na organisatie van een Centralen inlichtingsdienst bedrog onder de armen kan weren. Aangaande dit onderdeel willen wij vol staan met de mededeeling, dat plannen in voorbereiding zijn om ook in deze Gemeente een dergelijk centraal lichaam, den z.g. iAr- menraad* in het leven te roepen. Uit het tweede beginsel blijkt, dat de bur gerlijke Armenzorg een subsidair karakter droeg, zelfs gold het absoluut verbod om te ondersteunen indien gebleken was, dat een kerkelijke of bijzondere instelling zich den arme had aangetrokken. Het subsidair karakter is ook in de nieuwe wet gehandhaafd, e<~' *er is in overeen stemming met de reeds lang gevolgd wor dende practijk, het recht tot z.g. dubbele bedeeling erkend. Het beginsel der onvermijdelijkheid kwam hierop neer, dat de hulp ecner burgerlijke instelling slechts zoover mocht gaan als noodig was om te voorkomen, dat een arme zich vergreep aan de samenleving of den honger dood stief. Dc consequente toepassing hiervan bracht mede, dat nimmer pogingen werden aangewend om een arme uit zijn toestand van hulpbehoevendheid op te heffen of hem weder voor het maatschappelijk leven geschikt te maken. Ten opzichte van de samenleving was dus het uitgegeven geld vrijwel nutteloos besteed. In de practijk werd echter dikwerf bedeeld buiten de grens van het ovcrmijdelijke, het-, geen evenwel niet steeds gepaard ging met een onderzoek of degene, die om ondersteu ning vroeg, haar inderdaad waardig was of behoefde. Een stelselloos geven had dikwerf plaats, hetgeen het dcmoralisecrond karakter, hetwelk iedere bedoeling in eenige mate met zich medebrengt, verhoogde. Om tot betere toestanden op het gebied van Armenzorg te geraken, heeft dc wetgever het beginsel van onvermijdelijkheid laten varen en geëischt, dat in het reglement van het Burgerlijk Armbestuur worden opgenomen voorschriften betreffende het onderzoek, dat aan de toekenning van een ondersteuning moet voorafgaan, en aangaande het toezicht op uitbestede personen, terwijl de wetgever geregeld heeft den vorm en de mate, waarin de ondersteuning moet worden verleend, en den tijd, gedurende welken. Een scherp onderscheid is gemaakt tus schen twee soorten van ondersteuning ie. ondersteuning aan armen, die, wat men ook voor hen doet, voortdurend arm lastig blijven. 2e. ondersteuning aan armen, die slechts tijdelijke hulp behoeven, daar verwacht kan worden, dat ze later, mits goed geholpen, zelf weer in hun levensonderhoud zullen kunpen voorzien. Voor de eerste groep mag de ondersteu ning het bedrag, onvermijdelijk voor het levensonderhoud, niet te boven gaan. Voor de tweede groep moet de onder steuning in zoodanigen vorm en zoodanige mate verstrekt worden als met het oog op de behoeften en de persoonlijke eigenschap pen, in verband met de omstandigheden van den arme, het meest gewenscht is om hem wederom in staat te stellen in het onderhoud van zich en zijn gezin te voorzien. De hierboven besproken beginselen, waar van het laatste voorzeker het belangrijkste is, zijn belichaamd in het u aangeboden ont werp-reglement, waarbij in hoofdzaak ge volgd is, het concept-reglement, hetwelk door het Burgerlijk Armbestuur is ingediend. Slechts hier en daar zij., eenige meer of minder belangrijke wijzigingen aangebracht. Voorzoover noodig hebben wij naast de artikelen van het ontwerp-reglement een korte toelichting gegeven eenige hoofdzaken wenschen wij echter hier meer breedvoerig te bespreken. De tijd is voorbij, dat men alle armen be schouwt als behoorende tot de zelfde catego rie, als menschen dus, die gebrek hebben aan het noodige, zich niet voor elkander behoe ven te schamen en die men dus allen op de zelfde wijze kan behandelen. Behalve zij, die op de grenslijn der armoede leven, die zonder schaamte plaats nemen in de rij der bedeelden, is er een categorie, voor wie de eerste aanvraag, het eerste onderzoek naar de omstandigheden en bovenal het zich voegen bij de groep van bedeelden, die de ondersteuning »afhalen«, in hooge mate pijnlijk is. De hulp welke aan deze laatste categorie verleend wordt, zij aldus de Minister van Binnenlandsche Zaken in zijn Memorie van toelichting materieel en ideëel, omvatten de wat het materieele betreft, het noodzake lijke levensonderhoud, niet meer en niets minderwat het ideëele betrefttoezicht raad en bijstand. Of deze eischen tot hun recht zullen komen, zal dus in hoofdzaak afhangen van de orga nisatie van de burgerlijke Armenzorg, van haar wijze van werken. Art. 14 en van het ontwerp-reglemert dragen aan het Burgerlijk Armbestuur op het onderzoek naar de noodzakelijkheid van de ondersteuning en het toezicht op de on dersteunden. Dit onderzoek en toezicht zullen dus de leden persoonlijk kunnen uitoefenen, dan wel kunnen overlaten aan daarvoor aange stelde personen. De taak van deze personen strekt zich dus verder uit dan een vooronderzoek naar den welstand van het gezin, dan het, verza melen van gegevenszij zuilen hun taak ook van den ethischen kant moeten bekijken. Het ligt voor de hand, dat dit arbeidsveld niet door een bode of politiebeambte be werkt kan worden. Artikel 9 van het ont werp-reglement opent daarom de mogelijk heid, het Burgerlijk Armbestuur te doen bij staan door éen of meer Armverzorgers, wier bezoldiging in verhouding zal moeten staan tot de eischen, welke men bun stellen moet. Hoewel het Burgerlijk Armbestuur zal kunnen volstaan met de hulp van éen bezol digden Armverzorger, spreekt het ontwerp van éen of meer Armverzorgers, om de mo gelijkheid niet uit te sluiten, dat naast een bezoldigde éen of meer vrijwillige onbezol digde Armverzorgens worden aangesteld. Voor de aanstelling van een dergelijk ambtenaar bestaat te meer reden, nu wij ook in andere opzichten een reorganisatie van het Armwezen wenschelijk achten. De Gemeentelijke Armenzorg toch omvat meer dan de zorg voor het bedrag, dat de Gemeente jaarlijk als subsidie beschikbaar stelt. De Gemeente-begrooting bevat posten zooals kosten van geneesmiddelenkosten van ziekenverplegingreisgeld aan arme passantenkosten van het begraven der lijken van onvermogenden welke inder daad evenzeer onder Armenzorg vallen. Wel bracht in de laatste jaren de practiik mede, dat het administratieve gedeelte zooals het uitbrengen van adviezen, het be handelen der verzoeken om verpleging in ziekenhuizen, ook in verband met de te be talen bijdragen in de kosten in handen was van den Secretaris-penningmeester van het Burgerlijk Armbestuur, doch eenige financieele verantwoordelijkheid omtrent ge noemde begrootingsposten had deze ambte naar niet. Wij achten dan ook gewenscht, dat ge noemde onderdeelen tot den werkkring van het Burgerlijk Armbestuur gebracht worden. Het jaarlijksch verslag, uit te brengen door dat college, zal dan meer dan tot dusverre een beeld geven van het Armwezen in deze Gemeente. De beoordeeling, of bij opneming in zieken huizen het gezinshoofd de kosten gedeeltelijk zelf kan betalen, ot op eenigerlei wijze van Gemeentewege hulp noodig is, eischt dikwijls een onderzoek ter plaatse. In dat opzicht zal een bezoldigde Armverzorger, staande ten dienste van den Voorzitter en den Secretaris penningmeester, die de dagelijksche leiding van zaken hebben, van veel nut zijn. Een hiermede verband houdende wijziging van de Begrooting der Gemeente en van die van het Burgerlijk Armbestuur zullen wij U te zijner tijd aanbieden. Art. 1 van het ontwerp-reglement bepaalt, dat het Burgerlijk Armbestuur bestaat uit minstens 5 en hoogstens 7 leden. Deze twee leden meer or.i een vrouw te kunnen be noemen. Art. 5 bepaalt, dat het college een Voor zitter kiest uit zijn midden. Hierdoor vervalt het imperatieve voorschrift, dat een der Wet houders moet fungeeren als Voorzitter. Art. 11 opent de gelegenheid om een valieden arme te steunen door voor hem passenden arbeid. Art. 16 geeft gelegenheid om de onder steuning te doen uitreiken ten huize van hem of haar wien steun wordt verleend. Art. 17 beoogt de bevordering der samen werking met andere instellingen van wel dadigheid. Het uitkeeren der ouderdomsrente, dat gister voor 't eerst plaats had aan het Post kantoor, ging zeer geregeld in zijn werk en zonder stoornis voor den overigen dienst. Nochtans worden maatregelen overwogen om stagnatie in den dienst te voorkomen als beschikt zal zijn op alle aanvragen. Tenzij de wet zeer wordt verscherpt, ver wacht men met een paar jaar 100 rentetrek- kenden per dag, een aantal veel te groot om aan het éene loket te kunnen worden geholpen. De heer A. Smeitink, lid van het Hoofd- j bestuur van den Ned. Slagershond, is be- j noemd tot lid van het comité van actie uit dien bond, dat zal trachten te komen tot den invoer van levend vee en varkens, af schaffing van den accijns op het geslacht, en het bevorderen van Regeeringswege van de aanfokking van slachtvee. Luitenant F. F. Vervat, van het lóeregi- j ment infanterie, zal weldra overgaan naar de infanterie van het Oost-Indisch leger. j De bij de korpsen in dat garnizcen nieuw- benoemde reserve-officieren worden aanstaan- den Zaterdag beëedigd. Bij de od 20 December a. s. in werking treding van de herziene rechtspleging bij de I landmacht, zal de samenstelling van den nieuwen krijgsraad te Arnhem als volgt zijn President mr. Th. Evekinkleden de I kapiteins J. A. Snijder en A. Kaptijn en de 1 ie luitenants J. J. van Santen en mr. dr. J. j S. Barbas; Secretaris de ie luitenant R. K. Lankenauofficier-commissaris de kapitein P. C. Meijer auditeur-militair mr. W. F. van Meurs. j voor de degen» Officieren Scherm] vallen aan luitenai reg. veld-artillerie, winnen, kampioen' Luitenant J. d< veld-artillerie, woi gewonnen partijen 4e reg. veld-artili wonnen partijen; 4e reg. huzaren', wonnen partijen. In 't geheel nau ujn kampii gehouden. Aan de kaasmai voerd 9 wagens n De prijs was va De handel was In het vorig nm met een enkel wé) dagmiddag rond k apothekersknecht 1 den Berg door eq Het geval heeft gen. De auto, komeni Soesterberg, hield rechts van den weg, eveneens in wegovergang. Dei wielrijder den App signaal, waarop <j links uitweek, c' De chauffeur rt zittenden, luitenant Van Heyst, trachte wielrijder nog te 1 te houden, waarto Men kon niet voor aangereden en dei kervoorwiel van d< wiel en het flesschen De chauffeur had 2 auto binnen de 4 terrad den wielrijdi Men hielp den g stelde een onderzot zoek van de officie brengen, waar blee een rib gebroken 1 Zoowel Zaterdag ter bezochten de he verpleging zij gehe toestand heden gel De politie stelde aal, die in beschot in arrest tot van trouille hem onder Schrik bij uw moeite. De moeite De tentoonstelling van Kunstbeschouwin gen* werd ongewoon druk bezocht. Verkocht werden 4 etsen van Van der Valk en 4 heel mooie stalen van het kunstnaaldwerk van Mejuffrouw Margaretha Meijboom. De gelukkige winners van de prachtige, fijngevoelde ets en den heel mooien ketting van houten koralen waren no. 10 en no. 55. Men verzoekt ons mee te deelen, dat Dins dag 30 December a.s. in de Sociëteit »Amicitia*, alhier, een kinder-matinee zal gegeven wor den door de bekende kinderschrijfster Christine Doorman en de dames Hilly Tibo, sopraan en Jacoba Repelaer van Driel, alt. Mej. Kitty Pape, pianiste, zal de liederen begeleiden. Veel succes heeft mej. Doorman overal met deze matinées, die uitmunten door een fijn en beschaafd kunstgenot, zoo wel voor de kinderen als de volwassenen. De Pathé-courant van het bioscoop-theater aan de Langestraat geeft onder meer de onthulling van het standbeeld van Cavour, een voorstelling in het Théatre de la Renais sance, te Parijs, het eeuwfeest der universiteit van Upsala en de verwoesting van Cerbére door stortregens. Het groote nummer is »Het geheim van het kasteel van Richmond*, het spannend verhaal van een berooid jongmensch, dat plotseling verneemt, door erfenis meermalen millionair te zijn geworden. Het mooiste nummer is ontegenzeglijk de verfilming van Lafontaine's fabel »Dekrekel en de mier*, een prachtstuk van kirio-kunst, door een Russische Maatschappij in scène gezet voor den Czarewitchzeldzaam mooi en uitermate interessant. Na hevigen kamp is de zilveren wissel beker, door Zweedsche officieren geschonken Agenda voor d van den Raad der Vrijdag 19 ÏDeceml 2 ure. 1. Benoeming 1 de commission weg 2. Benoeming school E. 3. Voorstel var leenen van eervol A. Baron van Itt den Burgerlijken S vacature, waarvoor heer P. J. de Grot 4. Voorstel vac leenen van verlof school F, A. Elzicj 5. Voorstel r nen van eervol onl aan school B, A. i 6. Voorstel van van jaarwedden en| leeraren bij het Ho derwijs. 7. Voorstel va; van een rooilijn aa 8. Voorstel van van een rooilijn weg, ten Oosten 1 9. Voorstel van van een naam aan Bothstraat en aan 1 van de Paulus B; van den naam der 10. Voorstel va gaan tot splitsing school A en aans leerkracht. 11. Voorstel leenen van een su vereeniging »Am« bouwwintercursus 1 12. Voorstel geving van een lo aan de vcrcenigi' voor het houden vi leenen van eerste li 13. Voorste! va- ling van het beslui Stoomtram Maat#» ning wordt verleen een tramweg over hoorende gronden. 14. Voorstel va- boomen op verscBT Gemeente.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1913 | | pagina 2