Zaterdag 10 JgBI Januari 1914. No. 8362. «L?üli3 63e Jaargang. BIJBLAD. AMERSFOORTSCHE DOURAIT. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Conrant, Voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEURVerschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden fu— RTT R F A TT franco per post ƒ1.15. Advertentien 1—6 regels $0 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- RC,AU P J V&SCSBTSfl abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleSle- en ontelgenlngs- advertentien per regel ,5 cent ReOlamo. 1-5 regel. f, ,5. Bewij.nnmmer. nai buifen KOHTBOBAOHT 9. AMFRSFflflRT worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentien van buiten de stad worden de Incasseerkosten in rekening gebracht Postbus 9. Telefoon 19. Dij dit nnmmer behoort een Een jubileum. Heden is het vierhonderd jaar geleden, dat de eerste uitgave van het Grieksche Nieuwe Testament verscheen. Met deze voor den toenmaligen tijd koene daad werd de eerste schrede gedaan tot de critische be handeling, tot een dieper begrip en grootere verbreiding van den Heiligen tekts. Welis waar zou het nog ruim tweehonderd jaar duren voor de tekst-critiek op den Griek- schen Bijbel zich bevrijdde van de klassieke phylologie en een eigen, zekeren weg in sloeg; maar daarom mag de roem van hen, die de eerste schreden op dezen moeilijken weg aflegden, niet worden miskend. Deze roem komt toe aan de Spaansche geleerden, die onder leiding van kardinaal Frans Xi- menos de Cisneros, aartsbisschap van Toledo, het groote z.g. Complutensische Bijbelwerk verrichtten, waarin voor het eerst het Griek sche Testament werd opgenomen. Tot grondslag voor dit laatste werd ge nomen het Kopenhaagsche handschrift, waar schijnlijk de eenig bekende bron. Het Complutensiche Bijbelwerk bevat ver der een Heebreeuwschen tekst van het Oude Testament, de Latijnsche Vulgata en een Chaldïesche paraphrase. In 1517 was de volledige uitgave gereed. Deze oer-uitgave van het Nieuwe Testa ment vond spoedig een concurrent in de uitgave van Johan Proben, een boekdrukker te Bazel, die gebruik wenschte te maken van het feit, dat de Paus het werk van den Spaanschen kardinaal nog niet had goedge keurd. Onze beroemde Rotterdamsche theo loog en humanist Erasmus heeft deze uit gave bewerkt. Door zijn uitgever tot groo- ten spoed gedrongen, heeft Erasmus met de eerste editie weinig eer ingelegd. Een latere, veel verbeterde uitgave heeft zijn roem ech ter vergroot. Deze beide uitgaven, de Complutensische en die van Erasmus, zijn de eigenlijke bron nen voor de latere Bijbel-uitgaven geworden. Ook Luther is aan de hand van deze boe ken te werk gegaan. Ook in bibliografische kringen mag dit jubileum wel worden herdacht. Ziekentransport. Bij de moderne behandeling van vele ziek tegevallen is een welingericht ziekenhuis een noodzaak geworden en in de grootere steden wordt het meer en meer gewoonte, ernstige zieken naar zulk een goede inrichting te brengen. Maar reeds daar brengt het trans port zijn eigenaardige bezwaren mee, groot dan wel minder groot, al naar gelang van den aard der ziekte, den toestand der pa tiënten en ook de inrichting van het huis waar de patient vertoeft. Dezer dagen nog moest een ernstige zieke hier te lande met hijschwerktuigen, op een baar, uit het ven ster eener derde verdieping worden neerge laten om haar per brancard te kunnen ver voeren naar het ziekenhuis. Over het algemeen geldt een goede bran card als het beste middel voor ziekenver- voer. In de jongste Algemeene vergadering van »Het Groene Kruisc is dit ook door een groote meerderheid van deskundigen aan vaard. Zonder moeilijkheden brengt men er den zieke doorgaans mee van zijn eigen bed op dat in een ziekeninrichting en langs den weg waarborgt het gemakkelijk te hantee- ren wagentje de keuze van den vlaksten, dus besten weg. Maar de afstand tusschen het hui van den patient en het ziekenhuis jkan soms in de stad al groot wezen, laat staan dus als deze van het platteland nog eerst naar de stad moet worden gebracht. Wel laat zoo'n brancard zich ook heel gemakkelijk met spoor, boot of tram vervoeren, doch die rijden of varen met groote tusschenpoozen, j zoodat reeds daardoor een vertraging van uren kan intreden tusschen het besluit van j vervoer en dat vervoer zelf, terwijl dan bovendien elke onverwachte stoornis, soms van een een paar minuten slechts, het op j tijd vertrekkend vervoermiddel doet mis- sen. Vandaar, dat men de auto als middel voor het vervoer van zieken van het dorp naar de stad is gaan gebruiken en dat vrij algemeen de opvatting leeft, dat zulk een auto inderdaad het meest ge- wenschte vervoermiddel voor patiënten is. Evenwel de feiten hebben het anders geleerd en de groote meerderheid der artsen, die over ervaring hieromtrent beschikken, j zijn tegen het vervoer van ernstig zieken per auto, Is het dan onmogelijk om een zieke per i auto goed te vervoeren Niet heelemaal maar het bezwaar is, dat dit te veel kost. Om overmatige slijtage der wielbanden te verhinderen, worden deze keihard opge pompt en daardoor heffen zij het schokken, door den slechten weg ontstaan, maar in zeer geringe mate op. Rijdt men echter met tot op de helft verminderde spanning in de banden, dan breken deze de sOhokken veel beter doch ze zijn binnen enkele uren totaal versleteniets, dat dan op een goede paar honderd gulden komt te staan. Bovendien echter zou zelfs in zulk een geval een uiterst bekwaam den wagen volkomen kennend chauf feur aan het stuurwiel moeten zitten, wilde het resultaat beantwoorden aan de verwach ting. Men begrijpt vanzelf, dat op die wijze het vervoer van zieken per auto zich moet be perken tot die gevallen, waarin spoed alles is, waarin het dus geldt een erop- of eron der, en voorts daar waar wat ruw vervoer den patient niet zal schaden. Blijven altijd nog de zeer hooge kosten. Het vervoer van zieken per welingerichte motorboot is een uitstekend dingmaar er zijn daaraan voorshands nog vele bezwaren verbonden, niet het minst omdat er niet overal goede waterwegen zijn. Over het algemeen kan men dus zeggen, dat bij al wat er bezwaarlijk aan is een goede brancard ook voor het platteland vooral nog gelden kan als het meest ge schikte middel van ziekenvervoer, omdat aan een ambulance-wagen de zelfde bezwa ren kleven als aan een auto, zonder de voor deden daarvan. Alleen zal de arts ten platte- lande, wetend hoelang het vervoer van den patiënt kan duren, wat spoediger een beslis sing hebben te nemen over de noodzakelijk heid van de overbrenging naar de stad. Natuurlijk is er een compleete transport dienst te denken met auto-ambulancewagen en brancard, maar zelfs al richtten hier en daar kringen van Gemeenten zich zoo in dan zal het nóg de vraag wezen of de groote kosten zich kunnen loonen. Een arts, die alle mogelijkheden nauwkeurig kent, zal door gaans wel in staat wezen, zijn maatregelen zóo te treffen, dat de patiënt door de afge legenheid van zijn woning geen al te groot nadeel lijdt. Doch er kunnen zich op 't alleronverwachtst gevallen voordoen, die ook door den meest bekwamen en meest zorgzamen arts niet vooruit te zien zijn en die een onmiddellijke overbrenging van den patiënt naar een zie kenhuis noodig maken. Overal kan men beschikken over twee rij wielen en nu is het de groote verdienste van dr. J. Nord, dirigeerend officier van gezond heid 2e klasse te Utrecht, dat hij een kop peling voor rijwielen heeft bedacht, die van twee rijwielen óok al zijn ze niet precies van de zelfde hoogte of uit de zelfde fabriek een alleszins betrouwbaar vierradig voer tuig maakt. Die koppeling is nog veel te weinig bekend en wordt daardoor veel te weinig toegepast en tevens verdrongen door werkelijk zeer ingenieus uitgedachte koppelingen voor twee rijwielen achter elkaar verbeeldt U, dat een der wielrijders slipt of zeer kostbare driewielige rijwielbrancards, die óok zoo licht kunnen omvallen. Het zou zoo zeer gewenscht wezen, dat in elke Gemeente zoo'n koppeling ware gesta- tionneerd, bijvoorbeeld bij den veldwachter in grootere Gemeenten aan het hoofd bureau van politie ten gebruike voor ziekentransport. Voegt men er dan ook aan toe een zie- kenraam-De Mooij dan is er geen deur zóo smal, geen trap zóo nauw of de meest ernstige patiënt, mits door deskundigen op de door de koppeling-Nord tot ziekenwagen getransformeerde rijwielen gelegd, kan zonder eenigen hinder worden vervoerd. De aanschafkosten zijn niet zoo groot en naast de dure metalen koppeling, voor welke de rijwielen eigenlijk behooren ingericht, is er een houten, die veel eenvoudiger en dus practischer en ook goedkooper is. Wie zijn medeburgers een zeer belangrij ken dienst wil bewijzen Groene Kruis en Roode Kruis mogen 't óok doen, doch hun kas Iaat het veelal niet toe - schenke zoo'n koppeling aan de Gemeente zijner inwoning. Ik ben gaarne bereid teekeningen en na dere inlichtingen omtrent den prijs te ver schaffen. FREDERIKS. Voor de poort. Mevrouw 11 a 1 i e—V an Embden sprak Donderdagavond in de eerste der reeks van 5 sociale lezingen, welke dezen winter hier in »Amicitia* zullen worden gegeven, voor een veel te klein publiekeen 60-tal, meest dames. In zijn openingswoord zeide dr. T o x o- p e u s, dat wel allen weten, wat wordt be doeld met sociale lezingen, die geenszins zijn socialistische lezingen, doch lezingen die ons orienteeren in de maatschappij te midden waarvan we staan en leven en die dus maat schappelijke vraagstukken behandelen. Hier worden zeer veel cursussen gehouden; doch naast die, welke het verleden behan delen, hebben ook die, welke zich bepalen tot het heden en de naaste toekomst onge twijfeld óok recht van bestaan. Mevrouw Italië noemde haar onderwerp »Vóor de poort*. Laat ons hopen, dat bij dezen sterken regen en dit gure weder, zij ons zal brengen in en ook achter de poort. Mevrouw Italië, alsnu het woord ver krijgend, was eenigermate verrast toen ze het programma zag van hetgeen in deze serie lezingen zal worden behandeld, doch achtte het nog niet zoo kwaad, dat zij de reeks spreekbeurten mocht openen. Spr. wilde dan haar gehoor brengen vóór de groote poort der eeuwen om te doen zien hoe de vrouw daar vóór stond, vóór de groote poort der donkere, massale, granieten eeuwen, voor welke in de Oostersche tijden nog bijna onbewust duizenden vrouwen lagen in win terslaap, die bijna doodslaap leek. Toen zij ontwaakten, voelden zij hoezeer ze waren gesmaad en vernederd, bekluisterd door de rotsharde muren van miskenning en van achterstelling bij den man, wiens grootere physieke kracht in die tijden wel den doorslag moest geven. In tal van uit spraken vinden we nog vastgelegd die zoo genaamde minderwaardigheid der vrouw, die immers slechts was het eigendom van den vader, denechtgenoot, soms van den zoon. Toen Christus het licht deed gloren, richtte ook de vrouw zich op (de Samari- iane, de overspelige vrouw). Doch de navol gers van Christus konden niet staar., waar Hij stondzij hadden te veel de oude opvat tingen in het bloed en zoo verduisterde zelfs in den tijd der apostelen de vrijheidszon voor de vrouw weder en vinden wij bij de kerk vaders en in het kanoniek recht van dien tijd weer tal van spreuken vol pessimisme. Lang nadien kwam de renaissance, die voor een tijdje de boeien weer losser maakte. Als een dorstende in de woestijn kwam de vrouw toegeloopen op deze bron en in dien tijd ontmoeten we dan ook tal van beroemde vrouwen. In 1377 echter verbood de universiteit van Bologna weer, dat de vrouw mocht studee- ren, een achteruitzetting die weldra werd overgenomen door alle hoogescholen in Zuid- Europa en die zelfs doordroppelde naar het Gildewezen, bij welke het heette, dat wer ken voor de vrouw oneervol is. Weldra ge loofde de vrouw, dat dit inderdaad het ge val is. Toch bleef, als een goudadertje tusschen modder en slib, het licht bij enkelen bewaard. Zóo bij Anna Maria van Schurman, in ons land, de Ster van het Westen, de parel harer eeuw, die de colleges van Voetius volgde zij het achter een gordijn doch die haar zeer groote begaafdheid niet wist te concen- treeren, die voor de vrouw het recht der studie opeischte, doch dit in den avond van haar leven herriep. Zóo bij Christine de Pisare, in Frankrijk, die zelfs het medezeg genschap en de vrijburgerschap der vrouw opeischte in haar »Cité des dames*. En ook madame De Gourmé. Dan, na weer eeuwen, de Fransche revo lutie, die wilde de rechten van den mensch, dus óok van de vrouw. Het waren juist de vrouwen, die bij het begin der omwenteling hun preciosa brachten aan den Koning, evenals in 1813 de Duitsche vrouwen, op aanstichting van Koningin Luise, hun siera den offerden op het altaar des vaderlands. Toen alles nog theorie was, werden de vrouwen opgenomen in de mannenclubs doch weldra werden deze weer voor haar gesloten en ging de opwaartsche beweging schijnbaar te gronde. Daarna kwam de reactie en haalde de reuzenvuist van een genie als Napoleon de te zeer ontspannen veer weder vast. Zijn wetboek ontleende hij aan de Romeinen en zoo werd de vrouw weder eigendom van den nan; het onderzoek naar het vaderschap weder verboden, enz. En dit juist na een tijd waarin het mondelinge recht veel was ver zwakt bij het geschreven recht en o.a. madame De Sévigné en haar dochter, als groot-grond- bezitsters, lid waren geweest van een soort Provinciale Staten. Napoleon's reuzenvuist drukte niet alleen op geheel Europa, doch had zelfs invloed op de vrouw in Engeland en werkt in vele landen nog nain ons land bijvoorbeeld in het huwelijksrecht, niet te onrechte genoemd het roofrecht op de vrouw. Door de Kinderwetten mag eerst thans de Nederlandsche vrouw voogdes zijn, althans over andere dan eigen kinderen. Doch zij mag alléén getuigen in strafzaken. Hierin staat ons land thans gansch alleen. In ons land loopt de politieke machine buitengewoon stroef er, drabbig, al is er in de laatste paar maanden ook wat olie in gebracht, Veel erger dan de wetten knellen echter de zeden. Wetten verouderen wel eens, heb ben wel eens wijde mazendoch de zeden maken tal van vrouwen tot ingeknelde mum mies. Het is nog niet zoo heel lang geleden dat de vrouw niet buiten mocht werken, niet mocht wandelen dan alleen 's Zondags, niet mocht schaatsenrijden, behalve dan in het Noorden des lands, niet mocht fietsen, al droeg de club ook den naam »Hony soit qui mal y pense*. De vrouw moest thuis zitten wachten op een man. Werd ze een >niet in de levensloterij*, een vaatje zuur bier* dan was haar leed nog grooter dan onder haar jaloersche zusters en door de vrees om afhankelijk te worden van broers of neven. Mina Kruseman beschreef dit zoo juist In haar »Bekentenissen* en »Ze waren met hun vijven* en Anna de Savornin Loh- man schetst dit zoo juist als zij van den na ijver en de kuiperijen der jongedames in de aristocratische kringen van den tegenwoor- digen tijd een kijkje geeft. Daar is het heden ten dage nog als in den tijd, dien Wolf en Deken zoo heel juist gispten.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1