Donderdag 5 fiS Februari 1914. RoNA Cacao jr VANHOUTEN'S No. 8373. 63e Jaargang. COURANT. Eitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD-REDACTEUR F. J. FR2SSRZSI AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zoterdaamond. Abonnement per 3 maanden ft. franco per post f 1.15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenlngs- advertentifin per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar bulten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentlfin van bulten de stad worden de Incaaseerkoeten in rekening gebracht. BUREAU; XOZtTBQILAOHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Zuiderzee en Kanaal. De Zuiderzee-vereeniging heeft een nieu wen bundel het licht doen zien met den een- voudlgen titel »De afsluiting en drooglegging der Zuiderzee*, een boekwerk van 347 pa gina's druks met 2 sprekende kaarten. De laatste 100 pagina's zijn gewijd aan het historisch overzicht, achtereenvolgens in het Nederlandscb, Fransch, Duitsch en Engelsch, zooals dit werd saamgesteld ten behoeve van de E. N. T. O. S. De eerste 250 zijn éen warm pleidooi voor het grootsche werk, waarop ze- kei van toepassing is het woord uit Leegh- water's »Haerlemmer-Meer-boeck<Wie 00- gen heeft, die kan dit wel sien ende bemer- cken sondor verre-kyckf dat nu den rech ten tyt is, om dit groote werck bij derhant te neemen*. Na het voorwoord volgende prae-advie- zen van de heeren A. A. Beekman en A. Plate omtrent den invloed van de droogleg ging op de werkloosheid, met de beraad slagingen dienaangaande de overzichten van het verhandelde in de beide Kamers der Staten-generaal in 1912 en 1913; een be schrijving van de volledige verzameling van bescheiden, betreffende de verschillende ont werpen sedert 1847, bijeengebracht door de heeren W. F. en C. Leemans en in bruik leen afgestaan aan deNed. Heide-maatschappij en de boven genoemde historische overzichten. Eén enkele aanhaling, omdat deze meer speciaal het kanaal betreft, volge hier De droogmaking zou ook nog groote voor deden hebben (enz.) voor de Geldersche vallei. De Geldersche vallei is eeuwen lang het slachtoffer geweest van den naijver tusschen Gelderland en Utrecht. De toestand is nog precies de zelfde zooals ze eenige eeuwen geleden was, omdat de eene Provincie de andere het licht in de oogen niet gunt. De afwatering is zeer on voldoende en de landbouw wordt daardoor zeer gehinderd. Wanneer wij nu eerst de droogmaking van de Zuiderzee hebben verkregen, zou de toestand daar zeer verbeteren en de land bouw veel meer tot zijn recht kunnen komen. Beseft men dit wel in de Geldersche vallei Te oordeelen naar de ledenlijst zou het ant woord beslist ontkennend moeten luiden. Wie er meer van wil weten, vrage het boek aan de Leeszaal, waar het thans ligt voor iedere(n) belangstellende. De flnancieele zijde van Gemeentelijk grondbedrijf. Hoe men toch gewoonlijk mistast. We gingen Dinsdagavond vroeg naar »Amicitia« in de stellige overtuiging, dat, den eigen dag waarop hier 's ochtends werd gebulletineerd, dat Gedeputeerde Staten de Raadsbesluiten tot den grooten grondaankoop hebben goed gekeurd, de zaal tot in de uiterste hoekjes zou zijn gevuld, waar een zóo deskundige als prof. J. G. C. Volmer, van de Technische hoogeschool te Delft, zou spreken over Ge meentelijk grondbedrijf, 't Ware werke"" geen wonder geweest als bij dezen meentelijk grondbedrijf, 't Ware werkelijk geen wonder geweest als bij dezen zóo bevoegden spreker over een zóo ingrijpend onderwerp de deuren reeds lang vóór achten waren geslotendoch het was er zeer verre van de zaal was matig bezet. De Burgemeester, de Wethouders, do Ge meente-secretaris, de Gemeente-architect, de Inspecteur van bouw- en woningtoezicht en vele Raadsleden waren er met enkele ambte naren ter Gemeente-secretarie, eenige dames en op zijn hoogst 150 heeren. Dr. Toxopeus opende te 8.15 de bijeen komst met een kort woord van welkom. Prof. Volmer vroeg vervolgens of het in dezen tijd nog wel noodig is, aandacht te vragen voor een onderwerp, dat volgens Treub is een vérité (acquise, een uitgemaakte "'Orvfmt dot a. flWona« At AilouoJu trwdt vorv mm* Atv ttwr t*v zaak) dat een Gemeente grondbezit moet hebben. Gouverner c'est prévoir (besturen vraagt vooruitzien)een goed bestuurder moet voorzien in komende behoeften. ïntusschen er zijn er nog, die angstig zijn voor de gevolgen, die niet erkennen, dat een Gemeente de hand moet leggen niet alleen op bouwterreinen maar ook op landerijen, enz. die binnen afzienbaren tijd moeten be stemd hetzij voor woonhuizen, hetzij voor verkeerswegen, pleinen, enz. natuurlijk onder beding, dat die Gemeente ze kan ver krijgen tegen redelijken prijs. Grondbedrijf moet bekeken van privaat rechtelijk standpunt, als Zweck Unternemen (doel-onderneming). Het doel van het Grondbedrijf is ver schillend, in de meeste gevallen een samen stelling van motieven, en ontstaat uit den wensch om de waardevermeerdering van den bodem, als nevenverschijnsel van de toeneming der bevolking, ten goede te doen komen aan de gemeenschapuit de nood zaak om de uitbreiding der stad te leiden in de gewenschte richting en haar niet afhan kelijk te doen zijn van enkele grondeigena ren en speculanten en zulks wegens eischen van hygiene en goeden smaak, doch ten slotte eveneens het belang der gemeenschap om te kunnen beschikken over den noodi- gen grond ten einde invloed te kunnen oefe nen op de woninghuur door te gemoet te komen aan den woningnood indisn specu lanten den woningbouw tegenhoudenen ten slotte om industrieën gelegenheid te geven, zich te vestigen. Elk van die motieven is waard, te worden nagegaan. De welvaart der Gemeente, de som van het welzijn der gemeentenaren, wordt ge diend als men het doel met minder offers kan bereiken dan langs anderen weg. Het Grondbedrijf is slechts een middel tot dat doel en daarvoor is noodig, dat bij iederen aanschaf de koopsom niet te hoog is en dat de grond, die niet is bestemd voor publie- ken dienst, zoo vruchtdragend mogelijk wordt geëxploiteerd en dus niet braak ligttot schade van de Gemeente en schande voor haar Bestuur, doch zooveel doenlijk rente- gevend wordt gemaakt. Men heeft vooral na te gaan uit welke oorzaken de aanwas der bevolking voortvloeit er. of die aanwas eenigszins regelmatig is. Dit is te meer noodzakelijk omdat deze factor moet opgenomen in de calculatie. De Monchy wijst er terecht op, dat de waardevermeer dering van den grond is verdisconteerd in de koopsom, hetgeen hierom noodig is omdat moet gerekend van het oogenblik waarop de grond wordt gekocht tot den tijd waarop het bezit rijp 2al zijn. Daarbij doen zich voor deze vragen binnen welken tijd zal het terrein econo misch rijp wezen, wat zal dan de minimum-waarde zijn, hoeveel rente kan gemaakt van het geld, wat zal het terrein in den tusschentijd waard zijn. Men kan dit uitdrukken door de volgende formule kan verdienen. Door deze tactiek te volgen, krijgt de Gemeento al dien grond rond de stad in bezit waaromtrent kans bestaat, dat hij eens wordt bebouwd. De Gemeente wordt niet oud en kan dus wachten, hetgeen een particulier grondspeculant niet kan. Het grootste voordeel is, dat een Gemeente lang zamerhand de geheele stad sluit in een gordel van bezit, waardoor zij meedeelt in elke waardevermeerdering. Er is ook direct financieel belang ver bonden aan bezit en groot-bezit, namelijk door het direct belang om een prikkel te doen uitgaan tot vestiging. Newcastle publi ceert «vestig je hier* Ruhrort, DOsseldorf bieden op zeer aanneemlijkc voorwaarden terrein aan voor industrfeole doeleinden Toronto geeft keurigo kaarten uit, waarop »A1 deze terreinen liggen zeer gunstig voor industrio; wendt u tot het stadsbestuur*. ('+r-^)n waarin e de eindwaarde, n hot aantal jaron tot de grond economisch rijp is, r de rente voet, p de pacht in percenten per jaar. Zoowel e als p en n '.ijn ramingen, die ook bij de grootste omzichtigheid wel eens tegenvallen. Er moet dus, evenals in de particuliere bouwpractijk, oei. compensatie zijn. De factor n is afhankelijk van de snel heid waarmede de bevolking toeneemt en daarin ligt opgesloten het antwoord op de vraag of het gewettigd is, de rentekosten te brengen op de rekening van het Grondbedrijf in plaats van op de middelen der Gemeente. Hoe langer het duurt, dat de grond in exploitatie zal komen des te grooter is de risico, dat men een andere bevolking krijgt. In die zelfde mate moet de disconteering plaats hebben tot een hooger percent. Spr. behoorde vroeger zelf tot het schoone gilde der bouwspeculanten en weet dus, dat men pas tevreden is met een percentage hooger dan 6, vanwege de risico. Nemen we nu tot voorbeeld een boerderij van 1 H. A., gelegen op zekeren afstand van de stad, met een opbrengst van f 100. Die ia dan betaald met f3000. Denk, dat lang zamerhand de stad zich zóo heeft uitgebreid, dat het gewenscht wordt, van de boerderij te maken bouwterrein, dan heeft de grond van die boerderij een waarde gekregen van f36 000. Het ware zeer stellis in strijd met de eerste grondgedachte bij ieder Grondbedrijf als de Gemeente disconteerde tegen belang rijk lager percent, want ook voor een Gemeente geldt, dat zij op de eerste plaats voorzichtig moet zijn bij haar inkoopen. Zij moet nooit optreden als willig koopster, die maar koopt tout prix, doch zij behoort steeds met overleg te koopen, haar kansen waar te nemen en af te wachten tot men haar iets aanbiedt, maar dan ook toe te tasten. Iedere beperking van den omvang van het Grondbedrijf is uit den booze. Het gaat er niet om, veel dan wel weinig grond te hebbenhet gaat er om, het gevaar te ont- loopen, dat men niet dien grond heeft, wel ken men noodig heeft en waaraan men veel ïntusschen moeten alle Gemeenten dit voorbeeld niet volgen. Enkelen hebben lie ver welstelden, die aan schoone omgeving, gezellig samenzijn en de voordeelen eener grootstad plus die van buitenwonen de voor keur geven in tal van Duitsche tijdschriften vindt men de aanbevelingen voor dezulken van tal van stadsbesturen mooie omgeving, goed onderwijs, lage belastingen vormen daarbij schering en inslag. Iedere Gemeente moet die inwoners zien te trekken, die voor haar het best zijndoch zij moet niet rustig zitten afwachten, anders gaat men haar deur voorbij. Wie een Grondbedrijf Inricht, moet weten waar hij heenstuurt, moet zich een vaste baan hebben gedacht en moet hot bedrijf in die baan zien te leiden. Reclame is een eenvoudig en onmisbaar werfmidcel. dat moet gebezigd. Een Gemeentebestuur, dat een Grondbe drijf wil opzetten, moet zich eerst afvragen of de bloei der Gemeento is van toevalligen dan wel van blij venden aard. Denk aan Bloemendaal, dat in trek is als mooie plaats, aan Deventer, dat wordt gezocht als fabrieks plaats, maar ook aan Ede. waar bij toeval groote kazernes werden gebouwd. Dergelijke toevallen kunnen gevaarlijk zijn voor het Grondbedrijf en daarom moet na gespeurd het dynamisch motief voor den aanwas der bevolking en worden nagegaan of dit motief ook kan worden vergroot. Naast het financieele, het zuiver commer- cieele belang staan andere eischen, welke een goede grondpolitick kan dienen en wel die om het verkeer te bevorderen of betere woningstoestanden te scheppen. De verkeerseischen in plaatsen als Londen of Berlijn zijn ontzettend geworden de breed ste straten zijn nog te smal. Te Amsterdam echter is de ceintuurbaan bij uitnemendheid (de grachten) nog ruim in staat om het ver keer te bevredigenals Heerengracht of Keizersgracht eens werden gedempt, zou men daar verkeerswegen verkrijgen, die de mooi ste en beste Ringstrasse verre achter zich zouden laten. Doch stellig voldoen Leldsche- straat, Utrechtse host raat en Vijzelstraat niet meer aan de eischen van hot huidig verkeer. Ware het nu goed gezien geweest als Amsterdam in 1630 al zijn straten zesmaal zoo breed had gebouwd De rentelast en het onderhoud in die 250 jaar zouden zeker het 10-voudige hebben gevorderd van hetgeen thans de verbrccding zal kosten. Niemand kan dus de beheerders van die dagen er een verwijt van maken, dat zij deze straten niet veel wijder lieten bouwen. Trouwens eerst in den allerlaataten tijd wordt het verkeer in die straten bemoeilijkt door vracht-auto naast handkarwc leven nog in een overgangstijdperk, waarin het vracht verkeer nog niet is verboden in sommige straten of in die straton op sommige uren van den dag. ïntusschen hebben breede straten ook het voordeel van grooter luchttoevoer, waar eehter weer tegenover staat, dat het pittorerk- gezellige er in verloren gaat. Juist is ook ten deze de uitspraak van de onlangs verschenen brochure «Kultur und

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1