BIJBLAD
Anfoortsclie Courant
Stadsnieuws.
van de
No. 8383
uitgave van
N.V. de AMERSFOORTSCHECOURANT
voorheen Firma A. H. van CLEEFF
VAN ZATERDAG 28 FEBRUARI 1914.
Aan het 19e Jaarverslag van «Liefdadig
heid» zij het volgende ontleend
De winter 1912 kenmerkte zich door een
bijzondere zachtheidin het voorjaar en den
zomer was in alle opzichten volop gelegen
heid tot arbeid, zoodat het beroep op steun
door onze vereeniging zich bepaalde tot een
25 gevallen, waarvan wij enkele ter illustratie
laten volgen.
Voor den aankoop van winkelwaren werd
een ruime geldelijke bijdrage gegeven aan
een vrouw die, tijdens een slepende ziekte
van haar man, door een handel in kruide
nierswaren in de behoeften van haar gezin
tracht te voorzien.
Aan een man, die in de gelegenheid was
een water- en vuurnering over te nemen,
werd zulks mogelijk gemaakt door hem een
voorschot van f 30 te verleenen. Dit voor
schot is geleidelijk terugontvangen.
In enkele gevallen werd een gift van f 10
geschonken om personen, die van een kleine
nering bestaan, in staat te stellen hun bedrijf
voort te zetten.
Aan een waschvrouw werden een nieuw
fornuis en een waschketel geschonken, daar
de hare versleten waren en zij onmachtig
was, nieuwe te bekostigen.
Verscheidene gezinnen, die door ziekte
van den kostwinner dreigden te verarmen,
werden ondersteund met wekelijksche bij
dragen in geld of in levensmiddelen.
Dat het Kleedingionds nog dikwerf in
bestaande behoeften voorziet, bewijst het
volgende staatje van afgegeven kleeding-
stukken 6 flanellen, 33 hemden, 34 broeken,
31 borstrokken, 13 luiers, 19 paren sokken
en kousen, «9 nieuwe en gedragen boven-
kleeren, 19 boven- en onderrokken, 6 boeze
roens, 14 boezelaars, 1 paar schoenen, 1 paar
pantoffels, 1 pet, 1 groote beddezak, 6 lakens,
3 dekens, eenige kluwen sajet om kousen te
breien, 2 oude karpetten, lappen goed om
kleeren te maken.
Wij brengen nog eens in herinnering, dat
kleedingstukken gaarne in ontvangst worden
genomen in »Ons Huis«, aan de Kortegracht,
door de beheerderessen van het Kleeding-
fonds, mevrouw Van Dam, Soesterweg no.
12, en mevrouw Bos, Paulus Buyslaan no.
52, terwijl geldelijke gilten of een toezeg
ging van een contributie ten behoeve van
het fonds niet minder welkom zijn.
Spijskaartjes werden ten getale van 1121
door den heer Van de Stadt op de gewone
wijze uitgereikt.
In het Bestuur kwam geen verandering.
Het aantal leden bedraagt thans 189, tegen
196 in het vorige jaar.
De rekening en verantwoording sluit bij
een ontvangst van f631.50 met een saldootje
van slechts f144. Een aansporing voor hen,
die iets gevoelen om stille armen te helpen
of anderen te behoeden voor verval tot
armoede om als lid toe te treden.
Wie Liefdadigheid» steunt, weet zeker,
dat slechts degenen worden geholpen, die
het verdienen en dat hij niet meehelpt aan
kwaadkwekend weldoen.
Een vriendelijke band schrijft ons
Voor een openbare bijeenkomst in de Re-
menstrantsche kerk alhier sprak Dinsdag
avond namens de Amersfoortsche loge der The-
osofiesch vereeniging Nederlandsche afdee-
ling, de heer J.J. Hoogewerff, uit Rotterdam,
over het onderwerp«Theosofie in ons
dagelijksch leven».
Spreker had opgemerkt, dat bij velen die
in aanraking kwamen met de Theosofie en
haar leerlingen, en de waarheden waartoe
deze leiden, tot een schijnbare tegenstelling
komen wanneer zij deze plaatsen naast of
tegenover de waarheden, die zij in het dage
lijksch leven ontmoeten. Het gevolg daarvan
is dikwijls tweërleiöf men komt tot de
conclusiede Theosofie is niet geschikt voor
het dagel'jksch leven, óf men wordt bezield
met het verlangen, de geestelijke waarheden
der Theosofie na te leven, door het leven
zelf ter zijde te laten. Beide gevolgtrekkin
gen zijn onjuist. Om tot een juistere oplos
sing te komen, moet het feit der Universeele
Broederschap, waarvan wij allen deel uit
maken, den grondtoon vormen van de mo
tieven die ons drijven tot onderzoek en
naleving dier waarheden.
Bovendien dient men vooral in 't oog te
houden, dat die schijnbare tegenstelling vooral
daaruit voortspruit, dat men bij deze over
denking te veel dit leven van thans beschouwt
als ons geheele leven, als éen enkel gebeu
ren, terwijl het inderdaad niets meer is dan
éen dag in dat lange leven, dat achter en
Vóór ons ligt. Ziet men dit leven als éen van
een reeks levens, waarin onze evolutie vol
tooid wordt, dan staat men er onmiddellijk
geheel anders tegenover, en dit niet alleen,
maar dan ziet men in, dat handelen, werk
zaam zijn in de richting van evolutie isuit
stel van handelen daarentegen niets geeft,
maar verderfelijk is.
Ieder theosoof heeft haar wel gekend die
zucht om in afzondering het leven van de
ziel uit te leven, doch dat was steeds ver
keerd, want dan zou men geen rekening hou
den met den grootsten factor: zich zelf.
Neen, midden in 't leven zijn de beste
kansen voor de ziel, van de individualiteit
om tot groei te geraken. Want wij menschen
van nu zijn zéér langzaam zich bewust wor
dende individualiteiten. De mensch is niette
vergelijken met een onbeschreven blad papier,
maar hij is iets, een bewustzijn, een karaker
gevormd in vele tijden.
Wat hij is, is het resultaat van ervaringen
in vorige levens. Zoo heeft hij ook in die
levens de tijden doorleefd waarin het kasten
stelsel bestond, het stelsel dat alle menschen
verdeelde in vier kasten, en waarin de eigen
schappen geleerd en de ervaringen opgedaan
moesten worden, resp. van de kaste der
landlieden, der kooplieden, der krijgslieden
en der priesters. Dat dit kastenstelsel nu
voor onzen tijd niet meer geschikt zou zijn,
komt juist daardoor, dat door de ervaringen,
daarin opgedaan, de ziel, ons karakter, reeds
te veel zekere individualiteit heeft ontplooid.
Maar dit principe is in onze phase van
ontwikkeling nog zeer vaag, nog zeer zwak,
en wanneer men mij toevoegt, dat de indi-
vidueele ontwikkeling toch al zéér lang
bestaat en groote vorderingen gemaakt heeft,
en dat bijvoorbeeld als gevolg van het inzien
van de waarde van den mensch de slavernij
nog geen honderd jaar geleden werd afge
schaft, dan vraag ik u aldus spreker is
de hedendaagsche zooveel gunstiger dan de
toenmalige Welk een groot percentage van
alle menschen is nog slaaf van zijn harts
tochten, niettegenstaande de inspanning die
zij aanwenden tot vrijmaking? En als men
dan wijst op die velen, die allen in dat op
zicht als vergevorderden zijn te beschouwen
dan moet ik wijzen op de massa's gedachten-
slaven, conventie-slaven, enz.
Wij leven nu in een phase van de men-
schelijke ontwikkeling waarin begint te
ontstaan het begrip van de groote verant
woordelijkheid voor eigen leven en samen
leving; de individualiteiten zijn aan 't ontstaan,
en daarmede het begrip van eigen keuze van
werkzaamheid. Thans dient er voor gewaakt
te worden, dat het Ik daarbij niet als een
afgescheidenheid, als een oppermachtig Ik
beschouwd wordt.
Want de menscheid in haar geheel is een
deel van de openbaring, een deel van alle
ontwikkeling en aan de krachten (in zekeren
zin de Hoogere machten) die achter elke
openbaring, achter de wereld der verschijnse
len verborgen ligt, kunnen we ons toch niet
onttrekken. Want juist gekomen op het sta
dium van eigen keuze brengt dit er ons toe,
te willen wat die Wil in openbaring bedoelt,
dat is: zich mede verantwoordelijk voelen.
Doch als hoogere machten (krachten) de
openbaring besturen, van waar dan wantoe
standen
De Theosofie leerter was eenmaal een
ideale maatschappijin die oude samenleving
verrichtte ieder, in de kaste waartoe hij be
hoorde, zijn taak met vreugde, de deugden
beoefenend dier kaste. Maar thans vragen
we ons afis een ideale maatschappij, een
uiterlijke, die glad verloopt, zonder fouten?
Neen, wij moeten verder zien dan den
buitenkai.t. En daarom, ondanks alles, is onze
huidige maatschappij er een waarin doel is
geworden «samenleven», dat is ontwikkelen
tot volmaaktheid, en daarom ook moet deze
tijd er een zijn van groote wrijving, bij het
streven naar zelfstandigheid, en toch ook
weer niet ten koste van anderen. Langzaam
gaan we vooruit. Gold een dertig jaren ge
leden nog niet algemeen «de leer van het
overwinnen van de meest geschikte bij die
ren en menschen* met als hoogste wijsheid,
dat de Staat aan alles zoodanig maar den
vr.. -n loop moest laten, en zien wij nu
daarin niet een groote kentering komen
Meer en meer ontwaakt in alle landen het
streven om het onderdrukken der zwakkeren
door de sterkeren tegen te gaan, met de
verplichting tot ingrijpen van de overheid.
Ten opzichte nu van den Theosoof in de
samenleving diene, dat hij zich niet uitslui
tend bezig houde met de geestelijke waar
heden, maar dat het mede zijn plicht is, zich
te bekommeren om die samenleving zelf.
Wij zijn een deel van de maatschappijwij
zijn allen verantwoordelijk voor die maat
schappij zooals die nu is, mede verantwoor
delijk doordat wij haar in vorige levens en
in dit leven opbouwden, en verantwoordelijk
voor wat zij in de toekomst zal zijn. Ont
trekt men zich daaraan dan gaat het verant
woordelijkheidsbesef verloren.
De Theosofische vereeniging, als zoodanig,
houdt zich niet bezig met politiek. Maar wel
schenkt ze haar kracht aan hen, die hun le
ven wijden aan de evolutie der maatschappij.
Elke strooming die ook maar eenigszins
in onze lijn gaat, dienen wij te kennen en
heeft recht op onze sympathie.
Éénmaal zal de tijd komen, dat de stof
felijke maatschappij niet meer onze eerste
krachten vereischt en dat de geestelijke
opbouw hoofdzaak v.ordt.
Maar ook de inrichting daarvan zal ge
schieden door menschen. Hij die dat tot stand
zou kunnen brengen, zou een genie zijn, en
toch zou 't niet goed zijn, dat dit aan een
genie overgelaten werdwij zouden dan
critiek kunnen oefenen.
Aan den opbouw van zulk een maatschappij
moeten allen medewerken, daardoor allen
verantwoording dragende.
Het eerst noodige daartoe zal zijn onder
scheidingsvermogen, dat is goed leeren zien
wat die ontwikkeling belemmert, maar óok
wat haar bevordert. Eerstens is de maat
schappij niet onze vijandin zij is onze beste
vriendin Bouwden wij haar niet zelf op
Wij moeten leeren haar te veranderen.
Daarbij moet het ons gaan als den vogel in
dat oude Indische verhaal, die een schoone
vrucht zag en er heen vloog en telkens weer
andere, nóg schoonere, nóg hooger, tot dat
hij, in den hoogsten top terechtkomende, de
grootste schoonheid kreeg te aanschouwen.
't Is daarom noodig, dat ieder rtiensch ook
het leven, met zijn leed en strijd zooals die
gestreden moet worden, leert kennen als zijn
vriend, en de juiste beteekenis van smart leert
inzien.
Het komt spreker voor, dat wanneer lijden
ons deel is, wij de oplossing verkeerd zoe
ken door te vragen, waarom of hoe kan ik
smart ontgaan.
Ons karakter is opgebouwd uit vele op
gedane ervaringen en moet vele verdere
ervaringen opdoen om andere eigenschappen
aan te kweeken, zoodat in dat karakter op
zeker punt in zijn evolutie nog vele onvol
maaktheden voorkomen, vele leemtenen
wanneer nu de feiten in ons leven, als het
ware contact hebben met die leemten, doet
zich dat kennen als leed. Daarom, als wij
inderdaad wat willen veranderen, laten wij
dan alleen onze houding veranderen, want
veel maatschappelijk leed vindt zijn oorzaak
in de houding van den mensch zelf.
Een ideaal-staat kan alleen bereikt worden
door menschen die bereid zijn, daarin te leven.
Die voorbereiding geschiedt mede door
critiek en aanval. Dit nu zullen Theosofen
doorgaans niet zoo sterk kunnen. Maar zij
zullen sterk symphatiseeren met al hetgeen
den stempel draagt van Geestelijke eenheid
Al hetgeen op eenheid wijst, moeten zij steu
nen en het feit, dat dit bij velen zal geschie
den door middel van de gedachten naden
ken over de oplossing van maatschappelijke
vraagstukken en uitzenden van hulpvolle ge
dachten mag niet onderschat worden.
Wij leven in een phase der menschelijke
ontwikkeling, die de verstandsontwikkeling
genoemd kan worden.
Resumeerende, besloot spreker met er den
nadruk op te leggen, dat wanneer eenmaal
inderdaad in de samenleving sprake zal zijn
van een plaatsmaken voor den geest, dit
alleen te bereiken zal zijn als de jacht naar
stoffelijke verlangens tot het verleden zal
behooren.
Door een der aanwezigen werd gebruik
gemaakt van de gelegenheid tot het stellen
van vragen. Na de beantwoording daarvan
werd de bijeenkomst door den heer Reiman,
President der Amersfoortsche loge, gesloten
met een woord van dank tot den spreker,
en er belangstellenden op wijzende, dat het
adres van het Secretariaat is Utrechtscheweg
1042 en van de boekerij Schimmelpenninck-
straat 40.
De vereeniging «Ambachtsschool voor
Amersfoort en omstrekenvergaderde gister
avond in het gebouw der school onder
voorzitterschap van den heer G. J. B u y s.
Aanwezig waren 14 leden.
Na opening werden de notulen van de
najaarsvergadering gelezen en goedgekeurd.
Vervolgens bracht de heer Van Duinen
namens de financieele commissie verslag uit
en verklaarde de rekening en verantwoor
ding in de beste orde te hebben bevonden.
Den Penningmeester, mr. H. J. M. van den
Bergh, werd decharge verleend onder dank
betuiging. De rekening sluit bij een ontvangst
van f 22 745.03 met een bate van f9.79.
Aan de orde was het Jaarverslag. Het
ledental is teruggegaan van 168 op 157. Het
plan voor een Middelbaar Technische school
zal worden op g»'-, ;ven als aan de Technische
school te Utrecht inderdaad komt oen cur
sus voor metaalbewerking.
Het Bestuur leeft mee met het personeel.
De heeren Ouwerkerk, Huurdeman, Noojen
en Binsbergen, die izl/2 jaar met groote
toewijding zijn werkzaam geweest, ontvingen
een aandenke in enveloppe.
Het bouwplan voor het nieuwe gebouw is
in bewerking, doch nog niet voltooid. Aan
Rijk en Provincie is verhooging van subsidie
gevraagd. Het Rijk heeft f6300 verhoo
ging voorgesteldde Provincie is nog niet
besloten. Toch hoopt het Bestuur, dat het
nieuwe gebouw vermoedelijk in 1914 nog
een feit zal kunnen worden. Mocht dit niet
gelukken dan zijn alle besluiten weer van
de baan en moet de vereeniging in 1915 al
haar pogingen van voren aan beginnen, stel
lig zeer ten nadeele van den goeden gang
van het onderwijs. Het gebouw is te klein
voor de blijvend zeer groote belangstelling.
De lessen werden in April gevolgd door
146 leerlingen, 48 voor timmeren, 7 2 voor
smeden en bankwerken, 18 voor meubelma
ken en 8 voor schilderen38 diploma's zijn
uitgereiktvoor deelneming aan den nieu
wen cursus hebben zich 81 aangemeld, waar
van 62 zijn toegelaten.
Tusschentijds zijn er 21 afgegaan, nl. 3
naar de Ambachtsschool te Hilversum, 4 zijn
weggegaan wegens niet-bevordering, 4 we
gens tegenzin, 6 wegens verandering van
beroep en 3 wegens woonplaatsverandering.
Het verzuim was beperkt, de ijver was
goed en de resultaten zijn bevredigend.
Aan den vakteeken-cursus voor volwasse
nen namen 83 leerlingen deel, n.l. 40 tim
merlieden, 23 smeden en 20 schilders, onder
welken zelfs bejaarden.
Het jaarverslag werd onder dankbetuiging
goedgekeurd en zal gedrukt worden.
Mededeelingen. Zooals reeds verwacht werd,
is de aanmelding voor smid weer toegeno
men, voor machine- en electrotechnisch bank
werker 46.
Dit jaar zal weer een tentoonstelling met
loterij gehouden worden en wel einde Maart.
De trekking zal plaats hebben Maandag 30
en de afgifte Dinsdag 31 Maart.
In de Statenzitting van November was geen
besluit genomen omtrent het verhoogd sub
sidie van de Provincie. Het Bestuur heeft
toen een conferentie aangevraagd met Gede
puteerde Staten en de heeren Buys en Bloem
hebben alles breed besproken.
De aanvraag van f 1200 is ingetrokken
en gebracht op f 2000. Omdat verder niets
gehoord werd, zijn information ingewonnen
bij den Griffier. Het gevolg hiervan is weer,
dat Donderdag hier zijn geweest mr. Bilder-
dijk en mr. Bogaards, beiden lid van Ge
deputeerde Staten. Deze heeren hebben alles
nagegaan en ook het onderwijs gevolgd.
Zij spraken hun buitengewone waardeering
uit. Het Bestuur is nu overtuigd van de
medewerking van Gedeputeerde Staten en
zal niet wachten op het Provinciale subsidie,
maar de spade in den grond steken, anders
kan het gebouw dit jaar niet in gebruik wor
den genomen en dat moet wegens het Rijks
subsidie van f 9300. Dit is wel een groote
verantwoordelijkheid, want het bouwen kan
tegenvallen. Hierom is een bouw-commissie
benoemd, bestaande uit de heeren Kam,
Prins en Zijlstra.
Om de oprichting der school mogelijk te
maken, gaf het plaatselijk Nuts-departement
f 23 000. Dit geld, noodig voor een zuster
vereniging, is thans opgevraagd.
Een tweede moeilijkheid is. dat f80000
voor het nieuwe gebouw te laag is. Zuinig
berekend, zal het f 100 000 kosten.
De heer Van Duinen vroeg naar de resul
taten van den vakteeken-cursus voor volwas
senen. De onderwijzers zijn vol lof, doch een
voorbereidingsklasse is noodig, voor hen die
nog nooit hebben geteekend.
Bij uitbreiding komt er ook een 3-jarige
theoretische cursus, aansluitende aan de Mid
delbaar Technische school of voor latere
voortzetting van ontwikkeling.
Maandagavond de uitvoering ten bate van
het sanatorium-fonds van «Ons Belang», in
de groote zaal van «Amicitia».
Donderdagavond woonden we in >De
Arend» een deel bij van den volksavond,
feitelijk de groote repetitie. Al dadelijk kun
nen we zeggen, dat deze heel veel beloofde
voor de groote uitvoering en dat de onder
officieren hebben gewedijverd om heel veel
en alles heel goed te geven.
In zijn openingswoord deelde de Voor
zitter, de heer K. Tomas, mede, dat het fonds
reeds 26 tuberculeusen steunt. Dat fonds
heeft geen subsidie, doch reeds heeft het
bewerkt, dat de patiënten niet worden ont
slagen uit den dienst, doch verlof krijgen tot
herstel van gezondheid.
Een zeer afwisselend programma. Muziek
van het ie regiment huzaren (in «Amicitia»
de stafmuziek van het 5e regiment infanterie),
gymnastiek van E. M. M. A., marmergroe-
pen van S. S. S., zang van een 12-tal onder
officier, die zelfs het Pilgerchor uit «Tann-
hauser» aandurfden, heel goede voordracht! n
en tot slot de bekende dramatische schets
«De Militaire Willemsorde», zeer vlot ge
speeld.
Vermoedelijk zal een f200 kunnen afge
dragen uit beide avonden aan bet fonds.
Er zijn nog kaarten verkrijgbaar.
Het programma, dat Tilly Koenen aan
staanden Woensdagavond hier ten gehoore
zal brengen, bevat liederen van Schubert,
Hugo Wolf, Arnold Mendelssohn. Bungert
en Weingartner, beide op verzen van Carmen
Sylva, en van Rich. Strauss.
Al weken en weken is een gansche dames-
schare bezig om het goed bedachte plan in
de puntjes tot uitvoering te brengen.