Dinsdag 3
Maart 1914.
No. 8384.
63e Jaargang.
Stadsnieuws.
Uitgave van de Naamlooze Yennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFD REDACTEUR
F. J. FHEDEEIZS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden ft.
franco per post f 1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiSn per regel 15 cent Reclames 1—5 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. p
Bij advertentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Postbus 9.
BUREAU:
KORTEGRACHT 9.
Telefoon 1 9
KENNISGEVING.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving
van den heer Commissaris der Koningin in de
Provincie Utrecht, ter kennis van belanghebben
den, dat in de Gemeente Zegveld een geval
van miltvuur is voorgekomen.
Amersfoort, 28 Februari 1914.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJCK.
Een zevende leerjaar
In >Het Nieuws voor Baarn en omstreken*
lezen we:
De plaatselijke Commissie van schooltoe
zicht alhier dat is dus te Baarn heeft
haar aandacht geschonken aan een tweetal
vragen van zeer groot onderwijsbelang, welke
zoowel voor Gemeentebesturen, leeraren, on
derwijzers, alsook voor de ouders van toe
komstige Gymnasium- en Hoogere Burger
school-leerlingen van het grootste gewicht
zijn te achten.
ie. Is de tegenwoordige toestand, waarbij
de voorbereidende scholen voor Gymnasium
en Hoogere Burgerschool een zes-jarigen cur
sus hebben en de leerlingen dus veelal op
circa twaalf-jarigen leeftijd afleveren, bevre
digend, of heeft de practijk geleerd, dat de
jongeren meer blijven zitten dan de ouderen
2e. Zouden op Gymnasium en Hoogere
Burgerschool betere resultaten zijn te ver
wachten, wanneer de Lagere school, in zeven
jarigen cursus, de leerlingen niet vóór hun
dertiende levensjaar afleverde
Ten einde een deskundige beantwoording
dezer vragen te verkrijgen, heeft de com
missie zich gewend tot de rectoren en direc
teuren van Gymnasia en Hoogere Burger
scholen, gevestigd in de Gemeenten, welke
gelegen zijn in de omgeving van Baarn.
De rector van het stedelijk Gymnasium te
Utrecht antwoordde o. m.:
Nooit is mij de behoefte gebleken aan een
verlenging van den leertijd der Lagere school.
Wanneer de leerlingen op ruim zes-jarigen
leeftijd onderwijs gaan genieten op de Lagere
school en, met goede vermogens voorzien,
deze school in zes jaar afloopen, zijn ze op
ruim twaalf-jarigen leeftijd rijp voor het
Gymnasiaal onderwijs.
»Het spreekt van zelf, hoe ouder de leer
ling is die met de klassieke talen begint,
hoe meer bevattingsvermogen hij zal bezit
ten. Doch de behoefte aan een zeven-jarigen
cursus, om daardoor beter het onderwijs te
kunnen volgen, is nooit gebleken. Ik acht den
tegenwoordigen toestand bevredigend, behou
dens den algemeenen wensch van het ver
schuiven van het tijdstip der beroepskeuze.
Ik zou geen groot nut zien in het toevoegen
van een zevende leerjaar*.
De rector van het Chr. Gymnasium te
Utrecht schreef o.m.
»Zeer zeker blijven in de klassen I en II
meer leerlingen (percentsgewijze) zitten dan
in de hoogere, maar dit euvel ondervangt
men niet door de Lagere school zevenjarig
te maken. Dan ware het eerder in een
andere richting te zoeken, door bijvoorbeeld
eerst in klasse III van het Gymnasium te
beginnen met het docceren van oude talen.
»Van verschillende hoogst betrouwbare
onderwijzers, van wie ik goede resultaten
heb gezien, heb ik herhaaldelijk gehoord,
dat de Lagere school best de leerlingen
na zes jaren kan brengen waar Gymnasium
en Hoogere Burgerschool ze hebben moet.
Ook 't Fransch kan er zeer goed bij*.
De rector van het Gymnasium te Amers
foort deelde bij zijn antwoord mede, dat
over de jaren 19031913 de gemiddelde
leeftijd van de leerlingen de eerste klasse
was: 38 pet. 12 a 13 jaar33 pet. 13 a 14 jaar
21 pCt. 14 a 15 jaar; 7 pet. 15 a 16 jaar.
Aan dit Gymnasium werden in de jaren
19041913 van de 132 leerlingen der eerste
klasse niet bevorderd: 8 leerlingen van 12
a 13 jaar; 9 leerlingen van 13 a 14 jaar:
12 leerlingen van 14 a 15 jaar, totaal 29
leerlingen.
Uit deze cijfers leidde de rector af, dat
ouders en onderwijzers met den aanleg en
de begaafdheid en ontwikkeling hunner kin
deren of leerlingen rekening houden en hen
nog liever een paar jaar op de Lagere
school laten, zoo zij niet voor zoover dat
mogelijk is van hun succes op het Gym
nasium verzekerd zijn.
Het onderwijs op het Gvmnasium is zóo
ingericht, dat kinderen van twaalf jaar, be
hoorlijk voorbereid, het kunnen volgen. Wat
hem betreft, acht hij den bestaanden toe
stand, dus Lagere school met zesjarigen cur
sus, bevredigend.
De directeur der Rijks-Hoogere Burger
school te Utrecht deelde mede, dat de jongeren
niet meer blijven zitten dan de ouderen.
Betere resultaten bij aflevering door de
Lagere school in zevenjarigen cursus zijn z.i.
niet te verwachten. De Lagere school, die
opleidt voor Hoogere Burgerschool en Gym
nasium, moet zich bepalen tot goed rekenen
en taal, tot Aardrijkskunde, Geschiedenis,
Fransch, Teekenen en Gymnastiek; Geschie
denis, Aardrijkskunde en Fransch als bij
vakken, vooral wat het Fransch betreft.
De directeur der Hoogere Burgerschool
te Hilversum schrijft
»Een leerling met goeden aanleg, die
behoorlijk onderwijs genoten heeft, is op zijn
twaalfde jaar wel in staat, de lessen eener
inrichting van Gymnasiaal- of Middelbaar
onderwijs te volgen. Voor het groote leger
der middelmatigen acht ik het beter, dat zij
niet vóór hun dertiende jaar, dus na de zevende
klasse, beginnen. Het is intusschen geraden,
in deze een afwachtende houding aan te
nemen. De voorstellen der Aaneenschakelings
commissie zijn thans aan de orde gesteld, en
wat ook het lot van die voorstellen moge
zijn, het is hoogstwaarschijnlijk, dat de cursus
der Hoogere Burgerschool met een jaar zal
worden verlengd. Nu ligt het niet in de
bedoeling, de eischen van het eindexamen
te verzwarenmen wenscht integendeel de
overlading van het programma der Hoogere
Burgerschool tegen te gaan door de leerstof
van thans over zes jaren te verdeelen.
»Het was de wensch van de sub-commissie
voor voorbereidend Hooger onderwijs om de
zóo ingerichte school te doen aansluiten bij
het zesde leerjaar der Lagere school en het
komt mij voor, dat in d'e richting de oplossing
moet worden gezocht*.
De directeur der Gooische Hoogere Burger
school, te Bussum, acht den tegenwoordigen
toestand inderdaad bevredigend. De gemid
delde leeftijd van toelating is reeds twaalf
en een half jaarfeitelijk tegenwoordig reeds
dertien jaar.
Daar de jongeren het in doorsnee beter
maken dan de ouderen, verwacht hij van een
zevende leerjaar op de Lagere school geen
betere resultaten en meent hij, dat gemiddeld
de leerlingen dan eerst op hun veertiende
jaar op de Hoogere Burgerschool zullen
komen.
De directeur der Amersfoortsche Hoogere
Burgerschool oordeelt als volgt
»Wenschelijk zoude het zijn, dat als regel
de dertienjarige leeftijd voor de leerlingen
der eerste klasse werd gesteld. Zulks vooral
met het oog op de omstandigheid, dat alsdan
de middelmatigen en deze vormen toch
de groote meerderheid beter in staat
zullen zijn om de leerstof der eerste klasse,
en later die der hoogere klassen, goed te
verwerken.
»Niet alleen in de lagere klassen, doch
vooral ook in hoogere, maakt éen jaar winst
in verstandelijke ontwikkeling voor de leer
lingen groot onderscheid. Bij gelijken aanleg
zal de oudere leerling meer van het onder
wijs profiteeren dan de jongere.
»Wat betreft de zes- dan wel de zeven
jarige cursus voor de Lagere school, leert
de ervaring, dat een zes-jarige cursus even
goede resultaten geeft als een zeven-jarige*.
Ten slotte de opinie van den rector van
het Gymnasium te Hilversum.
»In het algemeen (er zijn natuurlijk gun
stige uitzonderingen) acht ik een voorberei
ding van zes jaren en een aflevering op
twaalf-jarigen leeftijd niet goed.
»De practijk toch heeft mij geleerd, dat
de jongeren op het Gymnasium meer blijven
zitten dan de ouderen. Ik verwacht dus
betere resultaten op het Gymnasium, indien
de Lagere school in zeven-jarigen cursus de
leerlingen niet vóór hun dertiende levensjaar
aflevert.
»Het is van het grootste belang, dat het
Lager onderwijs in ieder opzicht degelijk is
opgenomen en voor gewone middelmatige
leerlingen acht ik daarom een zeven-jarigen
cursus zeer gewenscht*.
Tegen de publicatie van éen ingekomen
antwoord werd door de betrokken onderwijs-
autoriteit bezwaar gemaakt.
Uit vorenstaande antwoorden blijkt, dat de
overgroote meerderderheid der rectoren en
directeuren zich verklaard heeft vóór behoud
den tegenwoordigen toestand (Lagere
school met zes-jarigen cursus) welke hun
bevredigend voorkomt.
Eén directeur acht het geraden, af *e
wachten, welke de resultaten zullen zijn van
de voorsteller) der Aaneenschakelings-com-
missie.
Eén directeur zou als regel gesteld wil
len zien toelating op dertien-jarigen leeftijd,
doch verwacht even goede resultaten van
een zes-jarigen, als van een zeven-jarigen
cursus d»r Lagere school.
Eén rector sprak zich echter uit vóór een
zeven-jarigen cursus der Lagere school.
De plaatselijke Commissie van schooltoe
zicht te Baarn acht de bij haar ingekomen
antwoorden op de door haar gestelde vragen
van zoodanig gewicht, dat het geven van
bekendheid daaraan in ruimer kring, haar
gewenscht voorkomt.
Op dien grond besloot de Commissie dit
rapport te publiceeren.
De Tabaks-belastingplanuen
vau de Regeering.
In de »Süd-deutsche Tabakszeitung* wor
den besproken de debatten in de Eerste
Kamer, waarbij door den heer Van Kol
werd aangedrongen op invoering van een
tabaksmonopolie en door den Minister van
Financién werd verklaard, dat hij practisch
geen gunstige resultaten van een monopolie
verwacht, doch wel een tabaksbelasting
onder zijn financieele plannen heeft opgeno
men.
Het Duitsche vakblad vestigt er de aandacht
op, dat de invoering van rechten op tabak
in Duitschland in 1879 de Duitsche export-
industrie in tabak en den handel in het ruwe
product zeer ernstig heeft geschaad, ten voor-
deele van Nederland, waar vrije handel op
dit gebied mogelijk bleef. Het blad is van
oordeel, dat een beperking van deze han
delsvrijheid in Nederland, zooals thans op
het programma staat, Duitschland in staat
zal stellen om dezen grooten voorsprong
van Nederland te herwinnen, daar de groote
kracht van Nederland op dit terrein niet ligt
in eenig verschil in de hoogte van de hef
fing, doch juist in het feit, dat men er tot
dusverre van alle formaliteiten er. beslom
meringen ten aanzien van den fiscus ver
schoond is gebleven. Vervalt deze voorsprong,
dan is daarmede ook aan de gunstige strate
gische positie van Nederland ten aanzien
van het Britsche achterland een einde ge
maakt en zal de Duitsche handel zich weder
op kosten van den Nederlandschen kunnen
gaan ontwikkelen.
naar het Stadhuis behoeven te gaan om een
attestatie de vita.
Met 1 Januari 1915 zal een geheel nieuw
systeem betreffende het innen van de pen
sioenen der gepensionneerde Staats-amb-
tenaren worden ingevoerd.
De gepensionneerden zullen de attestatiën
de vita niet meer behoeven over te leggen;
doch hun pensioen zal hen door middel van
chèques worden uitbetaald. Dit zal geschieden
zoowel in de plaatsen waar een betaalmees
ter is gevestigd, als in plaatsen waar een
ontvanger der directe belastingen ressorteert.
De Indische weduwen-pensioenen zullen
vermoedelijk reeds net 1 Juni aanstaande
worden uitbetaald door de Rijkspost.
Nu de werkzaamheden ter uitvoering van
a. 369 Invaliditeitswet belangrijk zijn ver
minderd, heeft de Minister van Landbouw,
Nijverheid en Handel ingetroken de benoe
ming als tusschenpersoon in den kring
Amersfoort vanmej. C. A. J. van Driel,
aldaarinej. E. Middelburg, aldaarVV.
Kuiper, aldaarM. D. Aronson, aldaarP.
J. de Groot, ambtenaar ter Gemeente-secre
tarie van Amersfoort. Baarn H. Kats, hoofd
agent van politie aldaar. HooglandA. van
Dijk, Gemeentebode aldaar. LeusdenB. L.
Peeters, hoofd eener school te Hamersveld
A. A. Verburg, hoofd eener school te Leus
broek. Woudenberg: mej. J. Ph. Dorrestein,
ambtenaar ter Gemeente-secretarie aldaar.
Het ontwerp-Inkomstenbelasting zal, zoo
eenigszins mogelijk, nog in deze maand door
de Tweede Kamer worden afgedaan.
Heuglijk nieuws voor de door het Rijk
gepensionneerden. Zij zullen weldra niet meer
Door de Gemeentebesturen wordt verschil
lend geoordeeld over de vraag of werkvrou
wen, die in abonnement belast zijn met het
schoonhouden, enz. van Gemeente-gebouwen,
Gemeente-ambtenaren zijn in den zin der
gemeentelijke pensioenwetten.
Aan het adviesbureau van den Ned.
Bond van Gemeente-ambtenaren is door het
Departement van Financiën medegedeeld,
dat indien zulke vrouwen een stuk kunnen
produceeren, dat ingevolge de wet als vaste
aanstelling is aan te merken, dan de wet te
haren opzichte van toepassing is. Aangezien
de stukken voor inkoop van diensttijd volgens
de gemeentelijke pensioenwet voor alle Ge
meente-ambtenaren vóór 1 April moeten
worden ingezonden, dient hierop dus ook
door of voor deze werkvrouwen te worden
gelet.
Aan het postkantoor Amersfoort en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren is in
Februari ingelegd bij de Rijks-postspaar
bank f 54 360.71 en daaruit terug gevraagd
f 43 696.21.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 18 564.
Uit den regenmeter werd in Februari
na 6 regendagen afgetapt 37.3 m.M. neerslag.
Te Amsterdam, waar hij sedert 1902
woonde, is Zaterdag in den ouderdom van
bijna 65 jaar overleden de heer Jacques
Schulman, de ook ver buiten onze landspalen
bekende numismaat.
Omtrent 18S0 voegde hij aan zijn destijds
hier gevestigd antiquariaat toe den handel in
munten en penningen en al vrij spoedig was
hij door zijn groote vakkennis de vraagbaak
der verzamelaars van dit even belangrijk als
hoogst moeilijk onderdeel der Geschiedenis.
Zijn korte bulletins eerst, de later steeds
meer uitgebreide catalogi van soms allerbe
langrijkste veilingen zijn boeken van blijvende
waarde.
Herinnerd mag hier worden aan de Amers
foortsche mundvondst van 1894, maar vooral
aan de uitnemende zorgen waarmee nu wijlen
de heer Schulman steeds met groote voor
liefde heeft verrijkt het bij dc meeste Neder
landers wel volkomen onbekende Koninklijke
kabinet van munten, penningen en gesneden
steenen te 's-Gravenhage, een der allerrijkste
en belangrijkste in Europa.
In den ouderdom van 65 jaar overleed
Zaterdag te Kampen kapitein W. Puffius,
vroeger van het 5e regiment infanterie.