Zaterdag 14
Maart 1914.
No. 8389.
63e Jaargang.
BIJBLAD.
kosteloos-
Stadsnieuws.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff'
HOOFD-REDACTEUR
F. J. FUSSSHZEa
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post f 1.15. Advertentlën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en ontelgenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. Postbus 9.
BUREAU:
lORTEQRAOHX 9.
Telefoon 19
Bij dit nummer behoort een
Wie zich met ingang
van 1 April doet in
schrijven alsabonné,
ontvangt de tot dien
datum verschijnende
nummers
KENNISGEVING.
De Burgemeester van Amersfoort
Brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
op 18 Maart en zoo noodig op 19 Maart a. s.
eeue schietoefening met geschut zal worden ge
houden nabij Spakenburg aan de Zuiderzee en
vanaf een standplaats, ongeveer 400 M. bewesten
de haven van Spakenburg, in Noord-Oostelijke
richting.
Gedugende deze schietoefening zal onveilig zijn
een sector van 30 graden, waarvan 15 graden
ter weerszijden van de schoots-inrichting, tot op
een afstand van 7 K.M.
Op den dag dat gevunrd zal worden, zal vanaf
het Noord-einde van de haven van Spakenburg
een roode vlag waaien, die drie uur vóór het
begin der oefening halfstok en éen uur vóór den
aanvang geheel voorgeheschen wordt.
Amersfoort, 12 Maart 1914.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJCK.
Meeleven.
Onze tijd is er een van meeleven met,
meevoelen voor anderen minder gelukkigen,
minder bedeelden, zwakken en verdrukten,
kortom voor ieder, die steun en hulp noodig
heeft, voor ieder, die zich niet alleen kan
redden. Tal van vereenigingen zijn daar, om
door hun bestaan en hunnen arbeid aan te
toonen, wat er in dit opzicht gedaan wordt
in de maatschappij. Wie geld heeft, steunt
zulk liefdewerk met stoffelijke middelen
wie dat niet bezit, geeft zijn beste krachten
van hoofd en van hart, om menigeen te hulp
te komen, die zonder die hulp wellicht red
deloos zou ten onder gaan.
Maar om die hulp en steun te kunnen
bieden, moet men gevoel hebben, begrijpen
hetgeen den ongelukkige ontbreekt, hem
vatten, zijn levensomstandigheden eenigszins
kennen en weten hoe hij in zijn ongeluk-
kigen toestand is geraakt. Om met succes
zoo iemand te helpen, moet men zelf een
vast karakter en ondervinding hebben, de
verschillende maatschappelijke toestanden
kennen en geloof en vertrouwen kunnen
inboezemen. Waar de helper begint met ge
loof en vertrouwen te stellen in hem, dien
hij wil helpen en oprichten, komt bij dezen
ook het geloof en het vertrouwen in de hem
toegestoken hand en dit geeft groote kans
op slagen,
Wat mij echter dikwijls verbaast, is dat,
bij zooveel medegevoel van volwassenen voor
de minderbedeelden, de jeugd zoo weinig
of niet voor anderen gevoelt. Zelfs onder
kinderen van het zelfde gezin gebeurt het
vaak, dat de een voor den ander niets over
heefthoe willen zij dan later, als op hen
de plicht rust, minderbedeelden bij te staan
in den levensstrijd, iets gevoelen voor wie
buiten hun kring staan.
Vanwaar toch dit verschijnsel, heb ik me
dikwijls afgevraagd, dat de jeugd zoo weinig
gevoelt voor iemand anders dan zich zelve,
voor iets anders dan wat haar belangen,
wenschen of plannen betreft. Ligt het aan
de hedendaagsche opvoeding, waardoor de
jeugd te hoog wordt opgevoerd, te veel aan
haar wenschen en begeerten tegemoet ge
komen wordt en daardoor in eigen oogen
te veel een persoon van gewicht is?
In bemiddelde gezinnen brengt delevens-
wijze het mee, dat het den kinderen aan
niets ontbreekt, noch wat hun ontwikkeling,
noch wat hun behoeften op allerlei gebied
betreft. Integendeel, al hun wenschen kun
nen er bevrediging vinden. Waar eenvoudi
ger moet huisgehouden worden, zijn de
kinderen, als van zelf spreekt, meer beperkt
in hun begeerten, maar wordt toch volkomen
in hun behoeften voorzien, al kost dat ook
soms ontzaglijk groote opofferingen aan de
ouders, oneindig grooter dan de kinderen
zeiven kunnen beseffen.
Zou men er niet toe komen om te denken,
dat onze tegenwoordige opvoeding niet een
voudig genoeg isdat de jeugd te veel wordt
verwend en daardoor te veel behoeften voor
zichzelve heeft of maakt, waarvan zij geen
afstand kan of wil doen, zonder zich in haar
rechten te kort gedaan te meenen. Steeds
ziet zij naar hooger en meer, en denkt zich
achtergesteld bij anderen. Zien en begrijpen,
dat zoo menig kind het minder heeft dan zij
zeiven, dat kunnen onze jongens en meisjes
niethun speeltijd er aan te geven of zelfs
maar te verkorten om een ander van dienst
te zijn, te helpen of een vriendelijkheid te
bewijzen, daarmee moet men bij hen niet
aankomen. Bewijst dit alles niet, dat het
ons tegenwoordig jong geslacht, de hope
des vaderlands, ontbreekt aan medegevoel
voor en meeleven met anderen
En dan, hoe te denken over hetgeen me
dikwijls heeft getroffendat, als verkeerde
dingen waren gedaan en daarover ernstig
werd onderhouden, dat onderhoud werd aan
gehoord, zonder dat er een enkel woord van
spijt, vraag om vergiffenis of belofte van
beter op volgde Voelen zij dan hun ver
keerdheden niet; begrijpen zij dan volstrekt
niet wat hun past, of vinden zij het ernstig
onderhoud al genoeg straf voor de begane
fout Hoe zal men het kind tot recht besef
brengen van hetgeen het gedaan heeft
Moet men hier denken aan gebrek aan ge
voel en is dat gebrek aan gevoel misschien
ook de oorzaak van het weinige ontzag, dat
zich in de geheele maatschappij vertoont
tegenover ouderen en hooger geplaatsten
de oorzaak tevens van de weinige piëteit,
die gevonden wordt tegenover ouders, opvoe
ders en ook tegenover de minder door het
lot begunstigden.
Ik weet niet of er onder de lezers ook
zijn, die mijn ondervinding deelen. Maar mijn
hartelijke wensch is, dat we er in mogen
slagen, onze jeugd tot ernstig nadenken te
stemmen en haar gevoel op te wekken voor
zoo heel veel en voor zoo heel velen, wien
dat gevoel zoo ten goede zou komen, zoo
weldadig zou zijn en in de eerste plaats een
groot geluk zou brengen aan onze kinderen
zei ven.
A. I.-S.
een belastingplichtige tot toelichting eener
aangifte herhaaldelijk uit zijn werk wordt
geroepen.
Volgens »De R.K. Middenstander* is thans
door mr. Aalberse bij de Tweede Kamer
ingediend een wetsontwerp tot bestrijding
van de oneerlijke concurrentie.
Met ingang van aanstaanden Maandag zal
ten Postkantore het middelste loket (poste-
restante) worden gebruikt voor de zaken
betreffende de Rijks-verzekeringsbank, de
Invaliditeitswet en de terugbetalingen Rijks
postspaarbank.
In het begin der week deelden we mee,
dat door het telegraafkantoor hier in 1913
werden verzonden 18713, ontvangen 23 132
en overgenomen en verder geseind 5815
telegrammen, totaal dus 47 660.
Het kantoor werd 6 Januari 1862 in gebruik
genomen. In dat jaar werden verzonden 1148
en ontvangen 1025 telegrammen, totaal 2173
nu 50 jaar geleden onderscheidenlijk 1608
en 1524, totaal 3123.
Als men nu nagaat, dat inmiddels óok de
telefoon werd gebezigd tot het snel over
brengen van berichten, dan blijkt wel, dat
van den electrischen weg hoe langer zoo
meer wordt gebruik gemaakt.
Het Gemeentebestuur is door de Utrecht-
sche Waterleiding Maatschappij gedagvaard
wegens het in exploitatie brengen eener eigen
waterleiding.
De heer P. F. M. Visser, sedert 25 Augus
tus 1908 klerk-teekenaar bij den dienst van
Openbare werken hier, is met ingang van
1 April benoemd tot opzichter-landmeter bij
Publieke werken te Rotterdam.
Aan het plaatselijk telefoonnet is nog aan
gesloten met
no. 328 W. Tabemal's rijwielhandel, Smal-
lepat 1.
Van den Bond van gepensionneerde en
eervol ontslagen militaire officieren in moe
derland en koloniën en hun weduwen heb
ben zich of worden afdeelingen ge
vormd te Amsterdam, Utrecht, Arnhem, Breda
en Apeldoorn.
Wanneer te Amersfoort
De Minister van Financiën heeft in de
Eerste Kamer meegedeeld, dat hij geenszins
het voornemen heeft om ook een voorstel te
doen tot heffing van Rijks-opcenten op de
Grondbelasting.
Hij is bereid, een voorstel te doen tot ver
laging van de Personeele belasting naar den
grondslag >huurwaarde< ten aanzien van
restaurants en koffiehuizen en hoopt dit on
derwerp spoedig ter hand te kunnen nemen.
Hij is voorshands niet overtuigd, dat afschaf
fing van de belasting naar den grondslag
»haardsteden« wenschelijk zou zijn.
Tegen betaling van belasting per postwis
sel of aangeteekenden brief maken de ont
vangers der directe belastingen geen bezwaar,
mits behoorlijk blijkt, welke belasting de
betaling betreft.
De Minister is bereid, de belastingambte
naren door middel van een circulaire aan te
sporen, zooveel mogelijk te vermijden, dat
Bij Kan. Besluit is bepaald, dat een mili
tair, of een militair geëmployeerde, in het
genot van de verhooging van jaarwedde als
gehuwde, wiens echtgenoote komt te over
lijden zonder hem een kind of kinderen na
te laten, in het genot dier verhooging blijft
gehandhaafd tot en met het einde der derde
maand na die, waarin het overlijden plaats
vond.
Mijlpalen* laat zien een stuk evolutie van
de laatste halve eeuw, vertoont de wijzigin
gen, die ontstaan zijn in de begrippen om-
treut de verhouding tusschen ouders en kin
deren, en op sociaal en industrieel gebied
tusschen i860 en thans. De auteurs hebben,
om dat in beeld te brengen, drie momenten
gekozen, spelende in i860, 1885 en 1912, en
zij hebben daarmede een keus gedaan, die
niet alleen de verdienste heeft van het on
gewone, maar tevens aanleiding is tot het op
het tooneel brengen van drie tijdbeelden,
onderling zeer verschillend en toch aan elkaar
verbonden, omdat ook hier bewaarheid wordt,
dat »de geschiedenis zich herhaalt*, hoe de
uiterlijke omstandigheden zich dan ook mogen
wijzigen. Dat zich herhalen van de geschiede
nis loopt als een draad door de drie taferee-
lende «botsingen van 1860 herhalen zich in
1885 en treden weer op den voorgrond in
1912. De jonge generatie van i860, geper
sonifieerd in den energieken, van frissche
ideeën doortrokken John Read, komt in bot
sing met de conservatieve denkbeelden van
het hem voorgaande geslacht. In 1885, als
John een man van middelbaren leeftijd is
geworden, beschuldigt het geslacht, waartoe
I zijn kind behoort, hem van conservatisme
in 1912 zijn de denkbeelden van de generatie
van dan weer in botsing met die van de
menschen, die in 1885 jong waren. Zoo is
het steeds gegaan en zoo zal het steeds blij
ven gaan. Wat eenmaal zich dacht drager
van den vooruitgang, wordt de personificatie
van het conservatismeJohn Read, die in i860
een verwoeden strijd heeft te voeren, omdat
hij een voorstander is van het bouwen van
ijzeren schepen, werpt in 1885 het aanwenden
van staal voor den scheepsbouw verre van
zich. Hoe subliem was zijn»Jawel, jawel
straks vertel je me nog, dat er een idioot is,
die een vliegmachine uitvindt*.
De hier met een paar woorden aangegeven
denkbeelden, die het stuk in hoofdzaak be-
heerschen, werden den toeschouwer voor
oogen gesteld in een vorm, die vol is van
charmeerende distinctie, en waaraan het bui
tenissige ontbreekthet stuk werd vertoond
in drie milieus, die door de goede zorgen van
Willem Royaards en mejuffrouw Nel Bronger
een juiste afspiegeling waren van den tijd,
waarin zij spelen.
In i860, een kamer, rustig en stil, een
warm interieur, aan de eene zijde een groen
gordijn, aangekleed met smaakvolle, met
groen bekleede meubelen, zonder overlading,
prettig bewoonbaar gemaakt door een aantal
smaakvolle ornamenten, aangenaam verlicht
door moderateur-lampen en kaarsen.
Daarin leven twee generaties van menschen:
de oude mevrouw Read met haar kinderen
en de kinderen van den compagnon van haar
man. En daarin ontwikkelt zich het eerste
conflict, waar John Read, met zijn vooruit
strevendheid, in botsing komt met het con
servatisme van zijn compagnon. Daar zien
we de onderworpenheid van de vrouw aan
den man, de gehoorzaamheid van de kinderen
aan hun ouders, de angst van de oudere
generatie voor nieuwe denkbeelden, de ver
bazing van de moeder als haar zoon iets doet,
dat hij haar niet vooruit heeft gezegd en met
haar heeft overlegd.
In 1885 is de smaak veranderd; dezelfde
aristocratisch-deftige kamer van het eerste
bedrijf is een schreeuwerig, druk milieu
geworden, waar het oog geen punt vindt om
rust te zoeken. Leelijke oleographieën sieren
den wand, de meubelen vormen een alle
gaartje van kleur en stijl, de sobere versiering
is veranderd in een onesthetische. En ook de
menschen zijn veranderdJohn is nu conser
vatief in de oogen van zijn al vrijwel geëman
cipeerde dochter, die Ouïda niet meer lezen
wil en eenige verwarde begrippen van socia
lisme er op na houdt, maar die thans de
plaats inneemt van de vorige generatie, waar
het conflicten betreft met haar ouders. Een
meisje wil zich nu wel laten vallen in de
armen van een man, met wie haar huwelijk
nog volstrekt niet vaststaat, terwijl haar
moeder zich, nadat ze zich verloofd had, niet
anders dan een kus op het voorhoofd liet
drukken. Maar de tyrannie van de ouders is
gebleven de vader verzét zich nu evenzeer
tegen een huwelijk van zijn dochter, dat hem
niet aanstaat, als zijn ouders het vroeger
deden. Alleen de kinderen zijn veranderd;
nu immers dreigt de dochter met wegloopen
al» ze haar zin niet krijgt.
Dan in 1912 een modern, voornaam
milieu. Een paar schilderijen in eenvoudige
lijst op het effen behang, electrisch licht, ge
makkelijke meubelen. We zijn in den tijd,
waarin de kleinkinderen op de gouden brui
loft der grootouders wegblijven, waarin een
jongmeisje haar verloving aan haar familie
meedeelt als >fait accompli*, waarin hetjon-
gemeisje van 1885, nu moeder geworden,
zich óok weer verzet tegen het huwelijk van
haar kind, maar waarin de revolutie zich zóo
ver heeft baan gebroken, dat het jonge ge
slacht zijn zin doordrijft. We zijn in den tijd
van het nuchtere gezond verstand, waarin
het materieele sterker op den voorgrond
treedt dan het ideeële. John Read is nu de
oer-conservatief geworden in de oogen van zijn
kinderen en kleinkinderen, zoo goed als de
laatste hun ouders beschouwen als belach-
lijke, ouderwetsche, erg achterlijke menschen.
En John geeft het dan ook op, den baas te
blijven in eigen huis. Bij deze mijlpaal in