Zaterdag 21
Maart 1914.
No. 8392.
S3e Jaargang.
BIJBLAD.
kosteloos-
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff".
HOOFDREDACTEUR
P. J. F RE DE RIKS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.
franco per post fi.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenlngs-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels f1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten In rekening gebracht.
BUREAU:
KORTECJRAOST 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
Bij dit nummer behoort een
Wie zich met ingang
van 1 April doet in
schrijven alsabonné,
ontvangt de tot dien
datum verschijnende
nummers
KENNISGEVING.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
doen te weten, dat door den Raad dier Ge
meente in zijne vergadering van 27 Januari 1914
is vastgesteld de volgende verordening, regelende
de verdeeling der Gemeente, de nummering der
gebouwen en de verplichtingen als inwoner.
VERDEELING DER GEMEENTE IN STRATEN
EN NUMMERING DER GEBOUWEN.
Artikel 1.
De Gemeente wordt verdeeld in de straten,
wegen, pleinen en stegen, vermeld op den bij
deze verordening behoorenden ötaat.
Art. 2.
De namen dezer straten, wegen, pleinen en
stegen en der wateren en bruggen worden door
den Raad, de nummers der gebouwen door
Burgemeester en Wethouders vastgesteld.
De namen worden aangeduid door naambor
den, aan beide einden der straten, wegen, plei
nen en stegen, te plaatsen.
De nummering der huizen vangt aan bij het
begin van de straat, weg, plein of steegde
oneven nummers aan den rechter-de even num
mers aan de linkerzijde.
Zy worden geplaatst aan den voorgeve) of
hoofdingang der gebouwen ter hoogte van ten
minste 2 M.
De modellen van naamborden en huisnum
mers worden door Burgemeester en Wethouders
bepaald.
Art. 3.
Iedere eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder
van een gebouw is verplicht, te gedoogen, dat
het nummer van Gemeentewege op het gebouw
wordt gesteld en te zorgen, dat het steeds zicht
baar en in goeden staat verkeert.
Hij is mede verplicht, te gedoogen, dat het
naambord eener straat, enz. aan het gebouw
wordt aangebracht of vastgehecht.
VERPLICHTINGEN ALS INWONER.
Art. 4.
Wie binnen de Gemeente van woning ver
andert, is verplicht, daarvan binnen acht dagen
aangifte te doen ter Secretarie.
Dezt verplichting rust op het hoofd van het
gezin ten aanzien van verhuizing binnen de
Gemeente van leden van zijn gezin, van bij
hem inwonende dienst- of werkloden of van
andere personen.
STRAFBEPALING.
Art. 5.
Overtreding der bepalingen van de artt. 3 en
4 wordt gestraft met een geldboete van ten
hoogste tien gulden.
O VERG ANGSBKPAL1NGEN.
Deze verordening treedt in werking op den
derden dag na dien der afkondiging, als wau-
neer alle voorschriften betreffende dit onder
werp vervallen.
Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde
Staten van Utrecht volgens hun bericht van den
9 Maart 1914, 3e Afdeeling, no. 593, in afschrift
medegedeeld.
En ia hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 17 Maart 1914.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgen-oester,
Van RANDWIJCK.
l)e Secretaris,
A. R. VKENSTRA.
Delft, zijn daarna over het dak het zieken
huis binnengedrongen, alwaar zij den boel
op stelten hebben gezet, waardoor zieken
zijn wakker geworden. De verpleegsters wer
den lastig gevallen. De politie, telephonisch
gewaarschuwd, maakte proces-verbaal op
wegens huisvredebreuk en vernieling en zette
de studenten buiten het gesticht*.
Aldus het bericht, dat sedert Donderdag
avond de vaderlandsche pers ontsiert en
wellicht ook naar het buitenland is gezonden.
Dat «studenten alevel altijd wat raars*
hebben, is reeds lang geleden geschreven
door een onzer beste auteurs, een die het
studentenleven kende en die de zon heel goed
in 't water kon zien schijnen.
Doch zóo iets! Rustverstoring in een zie
kenhuis
Enkele couranten zetten boven het berichtje
Studentenjoolsommige, iets anders.
Wat zoudt gij, lezer, wel het meest juiste
kopje achten
Schunnig is, dunkt ons, nog lang niet
krachtig genoeg.
t
»In den nacht van Woensdag op Donder
dag hebben een aantal studenten zich toegang
verschaft tot de Hoogere Burgerschool te
Einiel Hullebroeck.
Tineke van Heule is hier nu wel bij ieder
bekendPissuisse introduceerde haar in
»Amicitia», Willem Galesloot, de varende
zanger, stelde haar voor as- dien veel groote
ren kring, welke de plaatselijke afdeeling
der R. K. vereeniging tot verbetering van
den volkszang reeds heeft weten te bereiken.
Maandagavond zullen we nu werkelijk ook
leeren kennen Emiel Hullebroeck, den
Vlaamschen zanger, den toondichter van
«Tineken* en zooveel meer leutige liedjes,
die zoo geweldig inslaan, zóo hevig, dat het
ons volstrekt niet zou verwonderen als zelfs
het deftige »Nut« zich liet verleiden, althans
de refreinen mee te zingen.
Eerst zal hij spreken over Vlaamsch leven
en leute, vertellen van Gent, zijn geboorte
plaats van stoeten en feestvieringen, waar
van men in Vlaanderenland ozoo veel be
grip heeftvan den Vlaamschen leeuw, van
Gildevieringen, van de Franskillons, van de
kermissen en van Reuzen en reuzeliederen
daarna zal hij zijn eigen liederen zingen
niet alle natuurlijk, want zelfs aan deze
voordracht moet een eind komen, doch hij
zal zijn publiek laten kiezenhetgeen den
avond alweer interessante! maakt.
Hullebroeck is een zeer merkwaardig man.
Hij ziet er uit als een Waal, doch is Vlaming
in hait en nierenhij is 't meest bekend
door zijn volksliedjes, waarvan reeds de
veertiende reexs ter perse is en menig bun
deltje al herhaalde malen moest herdrukt, doch
hij componeerde ook een concert voor viool
en cello, schreef voor alle speeltuigen en voor
koren en legt thans de laatste hand aan een
liederen-opera hij is zanger, doch heeft nooit
zangles gehad en zijn stem zelf gevormd.
Zijn doel is tweeledigde veelal gepeperde
Fransche liedjes en de Duitsche operetten-
wijsjes te verdringen door de Vlaamsche
volksliederen, die van geslacht op geslacht
overgingen en zullen overgaan, langer nog
dan ze 't reeds dedenen hij steunt als
volbloed Flamingant de mooie Vlaamsche
beweging. Hij weigerde o. a., zonder veel
bedenkens, een zeer groot honorarium, dat
een Fransch uitgever hem bood voor een
bewerking van zijn liederen in het Fransch.
Zijn kracht is het volksliedals slechts
hoogst enkelen, beter dan theoretisch wellicht
oneindig bekwameren, gelukt het hem de
melod'e volkomen aan te passen bij de woor
den en daardoor juist geeft hij het lied aan
het volk en dat lied is altijd blij, lustig en
joviaal, zoodat zij inderdaad alle een blijden
glimlach tooveren op het gelaat der hoorders,
terwijl die van bijvoorbeeld Speenhoff, onzen
Noord-Nederlandschen volkszanger, zekeren
spotlach wekken.
Naast heel veel ernstigs, dat hij zal ver
tellen van den geweldigen strijd, dien »Arm
Vlaanderen* nog altijd te strijden heeft tegen
de Walen, zal Hullebroeck zingen, ten bate
van den strijd, dien hij niet anders wil be
schouwen dan als strijd voor de taal, die
gansch het volk is.
Eén teekenend staaltje, uit de allerlaatste
dagen, van de wijze waarop die strijd wordt
gestreden.
De dichter Richard de Cneudt sprak in
zijn feestrede bij het jubelen van mevrouw
Van der Wiele, in de rol van Monna Vanna
in den schouwburg te Gent, van onzen
wereldberoemden Maeterlinck en vervolgde
>Ik zeg «onzen* omdat hij toevallig in
Vlaanderen geboren werd en 't dus niet
verhelpen kan, dat hij ook behoort «tot dat
vieze, lompe, onbeschaafde ras van domine
vlegels* dat men Vlamingen noemt. Zoo gij
(mevrouw Van der Wiele) het werk koost van
dien stellig zéér grooten onder de kunstenaars
van alle landen, die zich met zulk een voor
name smadelijke domheid over zijn volk en
diens taal heeft uitgelaten, dan is het enkel
om te bewijzen, met de breede verdraag
zaamheid aan alle waarachtige kunstenaars
eigen, dat ook ons «jargon vaseux* en onze
lompe menschen in staat zijn om aan het
hoogstaand werk van een groot schrijver, al
is het ook een beschaamde Vlaming, een
waardige vertolking te bezorgen*.
Als een andere Conscience trekt hij door
Noord- èn door Zuid-Nederland, tot zelfs
onder de Walen, die hij in 't Fransch toe
spreekt, doch voor wie hij zijn liedekens
zingt in 't Vlaamsch.
Hij is een zeer merkwaardig man en stel
lig zullen Maandagavond heel velen kennis
met hem gaan maker..
't Is waar, slechts de leden van het depar
tement hebben toegang, met hun huisgenoo-
ten en hun logees van elders; doch ieder
kan zich nog aanmelden voor het lidmaat
schap.
En daatdoor helpt hij tevens het nut van
het Nut bevorderen.
T. B. C.
Onder voorzitting van gravin Van Rand-
w ij c k werd Donderdagavond in hotel
«Reichmann* de 9de jaarvergadering gehou
den van de Amersfoortsche vereeniging tot
bestrijding der tuberculose,
j De Voorzitster heette in haar ope
ningswoord in het bijzonder welkom den
j nieuwen Secretaris, den heer J. D. Rei-
1 man Jr.
De notulen van 24 Februari 1913 werden
gelezen en ongewijzigd vastgesteld.
Hierna was aan de orde het jaarverslag.
Daaraan zij het volgende ontleend.
Het afgeloopen jaar was voor de vereeni
ging een jaar van groote zorg, vooral omdat
het Rijks-subsidie, dat op f 860 begroot was
bij nadere berekening echter op f623
niet werd uitbetaald op grond, dat geen
aanvrage daartoe door H. M. de Koningin
werd ontvangen. Wel waren de verschillende
staten en het jaarverslag bij den Secretaris
penningmeester der Centrale vereeniging
ingekomen, maar de eigenlijke aanvrage,
hoewel niet vergeten, geraakte op de eene
of andere wijze in het ongereede. Er bestaat
evenwel hoop, dat de Minister alsnog het
subsidie zal doen uitbetalen, hoewel op het
einde van het vereenigingsjaar hieromtrent
nog geen zekerheid is verkregen. Het gevolg
van deze financieele zorgen is, dat de plannen
tot aankoop van een nieuwen lighal niet tot
verwezenlijking zijn gekomen. Toch werd in
de Bestuursvergadering van 12 November
1913 in principe besloten, zoodra de geld
middelen het toelaten, over te gaan tot het
stichten van een bouwfonds om te komen
tot de oprichting van een eigen gebouwtje
der vereeniging, waarbij ook de lighallen
zullen geplaatst worden.
De heer W. H. E. Vrijdag bedankte als
Bestuurslid wegens woonplaatsverandering;
de heer W. C. Oosterman nam ontslag als
2e Secretaris om drukke bezigheden. Zij
werden vervangen door de heeren M. van
Heioma en J. D. Reiman Jr.
Tot ons leedwezen verzocht mej. Romijn
tegen 1 Januari 1914 ontslag als enquêtrice,
omdat zij de Gemeente ging verlaten. Zeer
zeker verdient zij den dank van het Bestuur
voor haar ijverige plichtbetrachting en voor
de tactvolle wijze waarop zij de gezinnen
wist te wijzen op de eerste eenvoudige regels
der hygiëne in de omgeving van tuberculose
patiënten.
Door de ijverige en persoonlijke bemoeiin
gen der dames-bestuursleden werd het aan
tal contribuanten vermeerderd, terwijl een
uitvoering der Amersfoortsche Tooneel Ver
eeniging een niet onbelangrijke versterking
onzer geldmiddelen bracht, n.l. f 198.70. Ook
de opbrengst van de Emma-bloem was be
langrijk, n.l. f 480.75, tegen f 287 in 1912.
Het uitgebreide dames-comité, speciaal met
de regeling van dezen verkoop en met de
bekendmaking er van belast, moge ook hier
bijzonder worden herdacht.
Het consultatie-bureau, onder leiding van
dr. Snel werd, evenals in het vorige jaar, in
het St. Elisabeth's-gasthuis gehouden, iederen
Maandag en Donderdagmiddag om 4 uur.
De aangroeiende toeloop van patiënten be
wijst ook dit jaar weder het goed recht van
bestaan der vereeniging.
Vele malen kwam het voor, dat de zich
aanmeldende patiënten niet aan tuberculose
bleken te lijden.
Het aantal der nieuw ingeschreven pa
tiënten bestond voor ruim de helft uit kin
deren.
Het consultatie-bureau heeft blijkbaar het
vertrouwen der patiënten, zoodat aan velen
raadgevingen konden worden verstrekt op
hygiënisch en sociaal gebied, welke, voor
zoover kon worden nagegaan, slechts door
het kleinere deel werden in den wind ge
slagen.
Dr. Snel ondervindt van de zijde van het
Ziekenhuis steeds de meest mogelijke mede
werking en evenals vorige jaren mogen wij
ook daarom thans niet verzuimen, een woord
van dank aan het Bestuur dier inrichting
te brengen.
Sedert half December ontvangen de patiën
ten in de lighal in den tuin van het Zieken
huis een eenvoudig warm maal. De vereeni
ging kan dit doen zonder te groote onkosten
ten gevolge van de hulpvaardigheid der
Moeder-Overste.
Van de nadeelen der strijdwijze tegen de
tuberculose, zooals die door de T. B. C.-ver-
eeniging in practijk wordt gebracht, werden
wij niet veel gewaar. Waar het streven der
ve-eeniging is, de belangen van de patiënten
te behartigen, is wel getracht hen aan werk
te onttrekken, dat voor hun gezondheid
minder geschikt werd geacht, terwijl ook
enkelen aan lichter werk werden geholpen.
In dit jaar werd vrij geregeld het sputum
der patiënten tot onderzoek opgezonden aan
het Centraal-laboratorium te Utrecht, althans
wanneer dit sputum te verkrijgen was.
In den zomer zijn door de vereeniging een
tiental kinderen uitgezonden naar een va-