Dinsdag 31
Maart 1914.
No. 8396.
63e Jaargang.
Stadsnieuws.
AMERSFOOBTSCHE
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firm A. H. van Cleeff".
HOOFD-REDACTEUR
F. J. 7RSDSRZSS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f l.
franco per post /1.15. Advertentién 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en ontelgenlngs-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—3 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentién van buiten de stad worden de incasseerkosten In rekening gebracht.
BUREAU:
KORTZQRACBT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19.
De toelichting bij het in het vorig num
mer opgenomen verzoek van den Raad dezer
Gemeente aan den Minister van Binnenland-
sche Zaken om overneming der Gemeente
lijke Hoogere Burgerschool te Amersfoort
door het Rijk, luidt in haar geheel
Gesticht in 1871, heeft de school slechts
de allereerste jaren van haar bestaan in
hoofdzaak gediend voor de ingezetenen der
Gemeente. Succesievelijk nam zij leerlingen
uit Baarn, Barneveld, Blaricum, Bunschoten,
Bussum, Doorn, Elburg, Ermelo, Harderwijk,
Hilversum, Hoogland, Resteren, Leusden,
Nijkerk, Nunspeet, Putten, Renswoude, Rhe-
nen, Scherpenzeel, Soest, Soesterberg, Vee-
nendaal, Voorthuizen, Weesp, Woudenberg
en Zeist. Het aantal Gemeenten, die buiten
leerlingen leverden, moge door stichting van
scholen aan of buiten den rand van den kring
Amersfoort en omstreken iets kleiner zijn
geworden, des te meer is het aantal leerlin
gen uit elk der Gemeenten gegroeid.
Reeds in 1893 bedroeg het aantal leer
lingen, dat dagelijks uit buiten-gemeenten
de school bezocht, 37 pCt. van het geheel,
welk aantal in 1901 gestegen was tot 47 pCt.
Hieronder is niet begrepen het aantal der
zoogenaamde kostleerlingen, dat óok, al die
jaren door, aanzienlijk mocht heeten en ge
middeld 20 pCt. bedroeg.
Het valt niet te ontkennen, dat zich sinds
dien fluctuaties in het aantal der spoorleer-
lingen hebben voorgedaan. Zoo in 1904, toen
dit aantal, in verband met de oprichting van
de Hoogere Burgerschool te Hilversum,
daalde van 42 pCt. in 1903 tot 35 pCt. Deze
daling is echter van geheel tijdelijken aard
gebleken, daar in de jaren 1907'08 en
1908'09 het aantal spoorleerlingen reeds
weder 42 pCt. van het geheel bedroeg.
In 1910 werd, noodgedrongen, besloten
tot de heffing van een verhoogd schoolgeld
van de spoorleerlingen, voor wie voortaan
f 125, en van de kostleerlingen, voor wie
in 't vervolg f 100 per jaar was te voldoen,
in plaats van f 60 als tot dusverdaarbij
kwam in 1911 de opening der Gooische
Hoogere Burgerschool, te Bussum. De da
ling ten gevolge van die twee oorzaken is
nu nog duidelijk waarneembaar. Intusschen
mag uit den gang van zaken, in verband
met de oprichting der Hoogere Burgerschool
te Hilversum, de conclusie worden getrok
ken, dat niet de stichting der Gooische
Hoogere Burgerschool daaraan zoozeer de
schuld heeft als wel de verhooging van het
schoolgeld van leerlingen, wier ouders niet
behooren tot de ingezetenen.
De laatste daling toch is niet enkel merk
baar in de Gemeenten, die bij de opening
der Gooische Hoogere Burgerschool betrok
ken waren, maar ook in de andere buiten
gemeenten.
Voor tal van ouders is het, wegens de
hooge kosten aan schooi-, boeken- en reis
geld, onmogelijk geworden om hun kinderen
thans nog het Middelbaar onderwijs aan de
Amersfoortsche Hoogere Burgerschool te
doen volgen. Ook het aantal kostleerlingen
is sinds de verhooging van het voor hen te
betalen schoolgeld merkbaar afgenomen.
De loop van zaken na de opening der
Hilversumsche Hoogere Burgerschool maakt
het aannemelijk, dat de stroom, ondanks de
stichting der naburige scholen, met onver
minderde sterkte in de richting van de
Amersfoortsche school zou zijn blijven vloeien,
indien de bepaling van het hoogere school
geld voor buiten-leerlingen hem niet had
doen verminderen.
En beschouwt men nu dit resultaat nader,
dan blijkt wel, dat de minder gefortuneerden
in de buiten-gemeenten voor zich den weg
tot het Middelbaar onderwijs versperd zien,
maar niet, dat de financiën der Gemeente
Amersfoort overeenkomstig de verwachting
er mede zijn gebaat geworden.
Inderdaad zijn de kosten, die de Gemeente
Amersfoort jaarlijks aan het Middelbaar
onderwijs besteedt, er niet op verminderd
sedert een verhoogd schoolgeld voor kost
en spoorleerlingen harer Hoogere Burger
school is ingevoerd. Zulks blijkt duidelijk
uit de aan deze memorie toegevoegde bijla
ge I van de kosten van het Middelbaar
onderwijs in de Gemeente Amersfoort in de
jaren 1871 tot en met 1912, en bijlage II,
aangevende de verdeeling van de leerlingen
der school over de rubrieken ingezetenen,
kost- en spoorleerlingen gedurende de jaren
1900 tot en met 1912.
Het verhoogde schoolgeld voor kost- en
spoorleerlingen, ingevoerd in het jaar 1910,
had onmiddellijk een aanmerkelijke daling
van het aantal dezer leerlingen ten gevolge
een overeenkomstige daling in de ten laste
der Gemeente vallende kosten viel niet waar
te nemen. Zoo bedroegen deze laatste in het
jaar 1912 de somma van f 17 816.08 terwijl
het aantal ingezetenen, kost- en spoorleer
lingen gedurende den cnrsus 1911/1912 resp.
bedroeg 81, 39 en 56; hiertegenover staat,
dat gedurende de elf cursus-jaren, te begin
nen met het jaar 1901/1902, het gemiddelde
van het aantal ingezetenen, kost- en spoor
leerlingen resp. was 102, 46 en 107 terwijl
het gemiddelde der jaarlijksche kosten over
de periode 1902—1912 bedroeg f 17 800.
De schoolgeld-verhooging, die ter goed
making van de financieele wanverhouding
waarin Amersfoort door het groote aantal
buiten-leerlingen langzamerhand geraakt is
ten gevolge had moeten hebben, dat het
jaarlijksche totale bedrag der schoolgelden
aanmerkelijk bad moeten stijgen, had juist
de tegengestelde uitwerking.
De inkomsten der Gemeente uit dien
hoofde waren in het jaar 1912 ruim f5000
minder dan in het daaraan voorafgaande jaar,
enkel ten gevolge van de vermindering van
het totaal aantal der leerlingen.
Het hooger bedrag der schoolgelden in de
jaren 1910 en 1911 gaf slechts een schijn
bare verbetering van den toestand aan, door
dien reeds toen aanwezige buiten-leerlingen
ondanks de verhooging van het schoolgeld
gebleven zijn tot zij de school zouden heb
ben afgeloopen.
Bovendien ging de vermindering van het
aantal leerlingen gepaard met die van het
aantal parallel-klassen, en deze laatste had
op haar beurt ten gevolge een daling van
het Rijks-subsidie met f 2000.
Tegenover deze totale vermindering van
inkomsten, ten bedrage van f 7000, staat
een betrekkelijk zeer geringe afneming van
het totaal der kosten van het onderwijs. Im
mers de sterkte van het leeraren-personeel,
dat, wat de vaste leeraren betreft, in den
loop des tijds is aangegroeid tot negentien,
i- bij den minderen toeloop van leerlingen
dc zelfde moeten blijvenalleen een enkele
tijdelijke leerkracht is overbodig geworden.
En zoo blijft de Gemeente dus de lasten
dragen van het feit, dat zij gedurende vele
jaren aan tal van omliggende Gemeenten
tegen luttelen prijs de gelegenheid tot het
ontvangen van degelijk Middelbaar onder
wijs heeft geboden.
Waar zij deze lasten gedragen heeft, niet
ten bate van zichzelve, doch veel meer van
personen, die tot de lasten harer Gemeente-
huishouding niet bijdroegen, daar meent zij
billijkerwijze te mogen vragen, dat het Rijk
vai. baar de taak, die feitelijk nooit de hare
gerekend mocht worden, overneme.
Die lasten zullen nog hooger worden als
de Gemeente het zeer noodige besluit neemt
om een nieuw gebouw te stichten in plaats
van de bestaande Hoogere Burgerschool,
welke niet meer beantwoordt aan matig ge
stelde eischen, o.a. ten gevolge van de ver
deeling der lokaliteiten over verschillende op
eenigen afstand gelegen gebonwen.
De grootte van het gebouw zal natuurlijk
verband houden met het aantal te verwach
ten leerlingen en dit hangt af van het al
dan niet overnemen door het Rijkin het
laatste geval zou de Gemeente zonder lang
uitstel een beslissing kunnen nemen in den
geest van bouw eener niet te groote school.
zulks in verband namelijk met verhooging
yan schoolgeldin het andere geval zal
vermoedelijk de toeloop van buiten-leerlingen
groot worden en dus een grooter gebouw
noodig zijn.
De noodzakelijkheid om tot het verkrijgen
van de thans bedoelde overneming pogingen
aan te wenden bij het Rijk is reeds sinds
tal van jaren levendig gevoeld.
Dat de Gemeente niet lijdelijk in den toe
stand heeft berust, moge blijken uit de in
1892 en in 1900/01 aangewende pogingen
om de school te doen overnemen door het
Rijk. Bij de tweede poging heeft de toen
malige Regeering volledig de billijkheid
van het verzoek der Gemeente erkendde
overneming is ten slotte niet tot een feit ge
worden ten gevolge van omstandigheden
van geheel bijkomstigen aard.
Op de volkomen billijke eischen, voor
overneming door de toenmalige Regeering
aan de Gemeente gesteld, heeft de Raad
destijds gemeend nog iets te mogen afdingen
zaak r
waarop de Regeering den voortgang der
k moest opschorten. Dit heeft ten gevolge
gehad, dat, in verband met een wisseling
van Ministerie, de overneming door het Rijk
voorloopig voor 334 jaar werd uitgesteld
tot zou gebleken zijn of niet de stichting
van de Gemeente-Hoogere Burgerscholen te
Utrecht en te Hilversum voldoende afleiding
zou geven voor den stroom van leerlingen
in de richting der Amersfoortsche Hoogere
Burgerschool.
Nu sindsdien reeds weder een tiental jaren
is verloopen en in dien tijd afdoende geble
ken is, dat de stroom van leerlingen niet af
te leiden, maar enkel te stoppen is geweest,
door een middel, dat de Amersfoortsche
financiën geen baat heeft gebracht en het
verstrekken van Middelbaar onderwijs heeft
belemmerd, doet zich de vraag gelden of het
algemeen belang thans niet dringend eischt,
dat de bestaande toestand vervangen worde
door dien, waarom in het request wordt ge
vraagd.
Aan het request zijn toegevoegd twee
tabellarische overzichten van de kosten, welke
dc Gemeente Amersfoort zich heeft getroost
voor het Middelbaar onderwijs sedert de
opening der school in 1871, en van het aan
tal ingezeten-, kost- en spoorleerlingen.
Uit de eerste tabel blijkt, dat Amersfoort,
na aftrek van Rijks-subsidie en schoolgelden,
in totaal bijpaste f 462 833.73, gedurende
de jaren 1903—1912 samen f 182 871.61 en
gemiddeld per jaar f 18 297.
Uit de andere tabel is af te leiden, dat
in de jaren 1903 1912 de school werd be
zocht door 922 ingezetenen, 409 kostleerlin
gen en 866 spoorleerlingen. Eerst in den
cursus 1911/1912 werd, door de nawerking
der verhooging van het schoolgeld voor
kostleerlingen tot onderscheidenlijk f 100 en
f 125, in plaats van f 60 als tot dusver, de
verhouding 88 kinderen van ingezetenen, 36
kostleerlingen en 57 spoorleerlingen.
In 1912 legde de Gemeente nog toe op
het Middelbaar onderwijs f 17 816.08; mede
een gevolg hiervan, dat het Rijks-subsidie,
dat in 1902 zelfs f 15 000 bedroeg en in
1911 nog f 12 000, voor 1912 werd ver nir
derd tot f 9975.
toestand zal opheffen. En het is ons hoogst
aangenaam U tc kunnen .nedcdeelen, dat
deze meening wordt gedeeld door het Dage-
lijksch Bestuur van Leusden. Het viel daar
om gemakkelijk een regeling te treffen, die
belde partijen bevredigt en die. naar wij
vertrouwen, ook door de Raden der belde
Gemeenten aanneemlijk zal worden gevon
den.
Onder overlegging van de gevoerde cor
respondentie, hebben wij daarom de eer U
hierbij ter vaststelling aan te bieden een
ontwerp-adres aan het College van Gedepu
teerde Staten dezer Provincie, waarin wordt
verzocht, do grenswijziging te willen bevor
deren.
Het spreekt van zelf, dat dient te worden
afgewacht, welke voorwaarden Gedeputeerde
Staten eventueel aan de wijziging zullen ver
binden; uit de correspondentie zal U blijken,
welk standpunt door dc beide Dagelijksche
Besturen is ingenomen.
Het voorstel is vergezeld van de volgende
Memorie van toelichting:
De bevolking, gevestigd in dat deel van
het grondgebied der Gemeente Leusden,
hetwelk zich uitstrekt ten Westen van de
bestaande grens met de Gemeente Amers
foort tot aan den Kalk weg en Doodeweg, is
in de laatste jaren vrij sterk toegenomen;
zij telt thans ongeveer 1550 porton*».
Deze bevolking, die bijna geheel van
Amersfoort afkomstig is en voor het meeren-
deel daar nog werkzaam is, gevoelt zich
geheel éen met die van Amersfoortmot
vrij groote zekerheid mag worden geconsta
teerd, dat de toeneming van de Amersfoort
sche bevolking in dit deel van Leusden
wordt gevonden.
Doordat de Gemeente Amersfoort het
privaatrechtelijk bezit heeft verkregen over
een belangrijk complex gronden, in dit deel
van Leusden gelegen, welke gronden als
bouwgrond worden geëxploiteerd, is het tc
verwachten, dat de bevolking steeds meer
zal toenemen.
Het gevolg daarvan is, en zal dus in steeds
meerdere mate zijn, dat dc Gemeente Leus
den plichten krijgt te vervullen, waartoe zij,
gezien het overigens overwegend landelijk
karakter dat haar Gemeente kenmerkt,
moeilijk in staat zal zijn dat daarentegen
die plichten door de Gemeente Amersfoort
gemakkelijk zijn te vervullen, omdat zij thans
reeds over dc meeste daarvoor noodige
krachten en middelen de beschikking heeft.
Omgekeerd strekt het grondgooied van
Amersfoort zich uit over con terrein, waar
van de bewoners zich geheel een voelen met
de bevolking van Leusdenhet is het ge
deelte, dat is gelegen ten Zuiden van den
Doodeweg tot aan Bavoort.
Dc Raden van belde Gemeenten zijn er
daarom van overtuigd, dat de belangen van
beide Gemeenten een grenswijziging wen-
schel ijk maken.
Burgemeester en Wethouder schreven nog
aan den Raad
Ofschoon reeds sedert enkele jaren d« be
langen van deze Gemeente zich ook uitstrek
ten tot dat gedeelte der Gemeente Leusden,
gelegen ten Westen van de bestaande grens,
zijn in den laatsten tijd de verhoudingen
tusschen de beide Gemeenten, voor wat dat
grondgebied betreft, ingewikkelder geworden.
Door de belangrijke aankoopen van grond wer
den de belangen dezer Gemeente daar ter
plaatse steeds grooter, terwijl door den ver
koop van de terreinen aan den heer Kroes
qq. samenwerking noodzakelijk bleek.
Het oogenblik scheen daarom aangebro
ken, waarop moet worden getracht, grens
wijziging te verkrijgen, die den bestaanden
mg vai
H a s e 1 e n werd Vrijdagochtend hier weer
een flink bezochte vergadering gehouden
van de commissie voor de kaasmarkt uit de
Kamer van Koophandel cn Fabrieken met
dc kaashandelaren en de kaasmakers.
Geconstateerd werd, dat de kaas, welke
in de omgeving van Amersfoort wordt be
reid, zeer goed kan wedijveren met de Hol-
landsche kaas, zoodat dc gedachte »Uit
Amersfoort kan toch niets goeds komen c
door de belangstelling voor de kaasmarkt
volkomen is gelogenstraft. De belangstelling
van den groothandel is boven verwachting
toegenomen en de mooie prijzen, op de
markt gemaakt, hebben z Ifs de afgunst der
landbouwers gewekt.
Nu we aan het begin staan van een nieuwe
periode en de jcudige kaasmarkt dc ziekte
periode van elk jong leven glansrijk heeft
doorstaan, heeft de commissie gemeend, te
moeten beraadslagen wat thans kan gedaan,
vooral nu contracten met zuivelfabrieken, die
verleden jaar velen verhinderden geregeld