Dinsdag 14
April 1914.
No. 8402.
63e Jaargang.
Uitgave van de Naainlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant., voorheen Firma A. H. van Cleeff"
HOOFDREDACTEUR
F. J. FHBBERIE S,
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden fx.
franco per post ƒ1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieêle- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
SOKTSGZUCBT 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
Gezondheid.
De Ouden hadden een spreuk beati bene
nati (gelukkig de welgeborenen). Zij bedoel
den daarmee die menschenkinderen, die
lichamelijk welgeschapen, met een lichaam
zonder gebreken en een gezond gestel ter
wereld kwamen hetzij dan in een konings-
palies, of in een plaggenhut. Destijds waren
over het algemeen de menschen nog gezon
der, en de meeste ziekelijk geborenen ruim
den reeds spoedig na hun verschijnen weder
de plaats, omdat men in de kunst en in het
streven, ook zwakkelingen en misvormden
in het leven te behouden, nog niet zoo ver
gevorderd was als tegenswoordig. Maar niet
temin besefte men reeds klaar, hoezeer be
voorrecht de welgeborene zijn aardsche wan
deling aanvaardt.
Wij, Modernen, wijken in ons denken en
voelen op vele stukken van de Ouden af
maar toch, wie ook in onze dagen nog de
welgeborenen gelukkig prijst, wie beweert
>gezondheid is de grootste schat*, loopt niet
veel gevaar van tegenspraak. Ja, wij gaan
nog verder. Zóózeer zijn wij van de opperste
waarde der gezondheid overtuigd, dat wij
dien grootsten schat niet alleen onszelven,
maar ook onzen medemenschen toewenschen,
In dit éene opzicht althans zijn wij zeer
humaan, zeer braaf, bijna christelijk. Rijk
dom, fortuin, roem en eer, onderscheiding
en macht, titels en ridderorden gunnen wij
onzen nabuur nietmaar van alle wereldsche
dingen het zoogenaamd beste, een volm akte
gezondheid, die gunnen wij hem, die wen-
schen wij hem oprechtelijk toe.
Nóg meer! Bij gunnen en toewenschen
laten wij 't niet. De Ouden maakten niet
zelden hun misvormd of ziekelijk geboren
kinderen af, of, in bet beste geval, lieten zij,
hoe eerder zoo liever, de zwakkelingen ster
ven. Wij echter beijveren ons en trachten
immer nog veel méér ons te beijveren in de
tegenovergestelde richting. In steê van onze
lichamelijke misdeelden kortweg als onbruik
baar materiaal te verwijderen, of hen aan de
ongenade eener meedoogenlooze Natuur prijs
te geven, kweeken wij hen zorgvuldig op,
om toch zoo goed mogelijk hun leven te
verlengen. En wat doen wij verder al niet
om de gezondheid te bewaren voor onszelven
en onze huisgenooten, ja deels uit eigen
belang, deels ook uit oprechte humaniteit
voor het gansche menschdomWat al voor
zorgen, wat al maatregelen, wat als wetten,
wat al offers van geld en moeiteEr moet
voortdurend worden acht geslagen op het
voedsel dat wij eten, op het water dat wij
drinken, op de lucht die wij ademen. Er
moet worden toegezien op de inrichting van
woningen, op de reiniging van straten, op
den afvoer van vuil, op wassching en klee
ding, op krankenverpleging en ziektebestrij
ding, op het noodzakelijke evenwicht tus-
schen arbeiden en rusten. Alles brengen wij
onder het microscoopoveral binden wij den
strijd aan tegen bacillen; niets mag meer
ontsnappen aan Hygiëa's waakzaam oog.
Dit en nog veel meer in dien koers achten
wij en te recht verplicht aan ons zei
ven, aan onze omgeving, aan de maatschappij I
en aan ons nageslacht. Want leven te be
houden, ook nog het jammerlijkste, geldt ons
als hoogste wet. en gezondheid voor al het
geen leeft als het beste!
Gezondheid het beste Ik hoor het u zeg
gen. en ik zie aan uw gelaat, dat gij niet
anders dan instemming verwacht. Maar
met uw verlof is het toch wel zoo onbe-
over microben en smetstoffen,
i allen zou en op de borst het asthma. Maar wanneer
gaan maken tot verachtelijke lafaards, die men hem beklaagde, placht hij te zeggen
■*"- 1A»Och nu ja dat is allemaal nog zoo erg niet
als men maar gezond is». Eens wierp de
jeugdige Peter onbedacht een steen naar de
liever een half uur omloopen dan te gaan
langs het huis van een goeden vriend, wiens
kinderen aan roodvonk liggen, en die min-
der gaarne de hand van dien vriend in de bank op welke de oude Zat. »Heb ik je ge-
hunne zouden drukken dan de hand
een Judas
Overigens, indien lichamelijke gezondheid
raakt, Sep?* vroeg de knaap berouwvol.
Neen neen, Peterken*, kwam het goedige
antwoord. »Mij heb je niet geraaktmaar
de grootste schat ware, dan zou het tegen- j enkel mijn schouder*. Hij bedoelde name
lijk, wanneer hij van zichzèlven sprak, niet
zijn lichaam, maar zijn zieleleven. Leed enkel
maar zijn lichaam pijn, dan lag het kwaad
buiten zijn eigenlijke zelf. En welgemoed
strompelde hij dan weer den weg op, met
zijn eenvoudige en toch zoo diepzinnige
»Ja ja, ziet ge alle smarten en ge
breken van het lichaam laten zich verdragen
als men maar gezond is*.
Weet gij, lezers hoe Franciscus van Assisi
een dor edelste figuren in de geschie
denis van het religieuse leven, de man van
wien Reman heeft gezegd, dat hij door zijn
hooge goedheid in innigste gemeenschap met
het universeele leven, het meest op Jezus
geleek weet gij hoe hij zijn eigen lichaam
noemde
Hij noemde hetmijn broeder Ezel.
Ik bid u, peins over dit woord eens na,
om de diepte er van te beseffen.
Uw lichaam, dat is slechts uw broeder
Ezel, die het pak heeft te dragen en voor
wien gij behoorlijke voeding en stalling en
verpleging schuldig zijt, zoolang hij u dient.
Uw ware Ik echter, dat is die broeder
Ezel niet. Dat is uw geestelijk Zelf dat
is uw onvergankelijke Wezenskern dat
is wat gij noemt nw Ziel.
Pas op en zorg allereerst, dat die gezond
blijve
deel er van, lichamelijke ziekte, de grootste
armoede beteekenen en het grootste ongeluk.
En toch weet elke levenservarene, dat dit
niet opgaatdat kranken vergenoegder, be
ter geluimd kunnen zijn dan gezonden, en
dat lijders aan een ongeneeslijke kwaal, ge-
kluisterden aati een rolstoel, niet zelden een
kalmere en klaardere, een meer berustende,
zelfs blijmoedige levensopvatting aan den
dag leggen, dat, die gelukkigen, die daar
rijden en rossen en ten dans gaan en van
hun gansche bestaan éen onafgebroken feest
kunnen maken.
Hoe dit mogelijk is Wel, eenvoudig hier
door, omdat de mensch in zulk een ziek, veeg,
ellendig lichaam nog iets anders heeft, dat
méér is dun bet lijf. En of gij dit iets nu
geest* dan wel »ziel* wilt noemen om
het even zoo gij slechts leert erkennen,
dat het u, over elke krankheid nog kan heen
zetten en opheffen wat het nimmer ver
mag te doen voor den kranken hond, die
daar neerligt en dof, hulpeloos, redeloos zijn
genezing verbeidt, of zijn sterven.
Er loopt nog een andere dwaling rond,
volgens welke een gezonde geest slechts zou
kunnen wonen in een gezond lichaam een
axioma, dat ingaat tegen alle ervaring, al
bestrijdt men niet, dat een storing der licha
melijke functiën ook die van den geest, kort
of lang en in mindere of meerdere mate,
kan verstoren, evenals een defect aan den
telegraaftoestel de functie van den telegrafist
verstoort, of een defect aan een orgelpijp
de functie van den organist. Verstaat men
onder den term gezonde geest* slechts den
normalen (dat is den meestal recht ba-
De kleine keffer.
Nederland doet grootscheeps mee aan de
groote politiek hoewel het, wat zijn oor
logsvloot aangaat, uiterst kleinscheeps is.
Eerst Nederlandsche officieren naar Albanië,
denkelijk waar
een weinig oppassen, dat deze zorg voor onze j die ons de kracht geeft om ook ziekte ge-
stoffelijke gezondheid, voor ons lichamelijk duldig te dragen en den moed om zoo noodig
welzijn en lelfbehoud, niet onvoorwaardelijk lijfgevaar te trotseeren en de bereidvaar-
onze hoogste zorg wordedat zij in ons niet digheid om tot anderer hulp het eigen lijfs-
ontaarde tot een ellendig samengroeisel van behoud ter zijde te stellen, een waardig
angstvalligheid, kleinhartigheid en egoïsme, sterven te verkiezen boven een laffe veilig-
ziekelijker dan alle ziekte en doodelijker heid.
dan de dood Moeten wij niet er tegen waken. I Peter Rosegger vertelt uit zijnjeugd van
dat deze gezondheidshoede ten slotte, onder een ouden bedelaar, die in zijn buurt door
de inwerking van een onophoudelijk en veel- 1 het land ging. Deze stakker was half lam
al onwetenschappelijk gepraat en geschrijf en half blind, had in zijn gebeente de jicht
nal en) geest die aan de practischeeischen waar zij te vechten hebben tegen Mohamme-
des levens voldoet en 111 den regel boven de difi hun loof verdedigen. En dit
alledaagscbheid des levens geen duimbreed I tefwijl -n Qnze kofoniën alles vermeden moet
uitsteekt, dan mag het wel als waarheid worden om den Moslim aanstoot te geven.
Daarna een beweging om den Czaar van
Rusland te dwingen de politieke gevangenen
beter te behandelen. Alsof de behandeling
der gevangenen in Nederland zelf geheel
in orde is.
Te Gent zullen Nederlandsche studenten
ter eere van het Groot-Nederlandsch Stu
dentencongres gaan aandringen op de stich
ting van een Vlaamsche universiteit in België.
Thans zoowaar moet het groote Neder
landsche volk zijn almachtige stem doen
hooren om de Denen in Sleeswijk, een
Duitsche provincie, te sterken in hun verzet
tegen het aanleeren van de Duitsche taal.
Zullen wij morgen niet een oproep vinden
om de protestantsche Ieren van Ulster de
sympathie te betuigen van orangistisch-pro-
testant Nederland
Van waar al die al te grooi-Nederlandsche
bemoeizucht in het huis van den ander, ter
wijl wij in het eigen huis nog niet zooveel
invloed hebben om de trekhonden minder
wreed te doen behandelen, de paarden te
verlossen van opzelteugel, oogkleppen en
haverzak, die het ademen bezwaart.
Wat te doen als morgen Engeland ons
een vertoog zendt over de mishandeling van
onze trekhonden Duitschland over de on
toereikende voeding in onze gevangenissen
Rusland over het gebrek aan politieke rech
ten van de inlanders in de Nederlandsche
koloniën
Wat te doen Op eens van al te groot
Nederland, al te klein Nederland worden en
in een hoekje kruipen van het fort te Vlis-
singen
Aldus vraagt B. C. in de »Zwolsche Crt.c
En hij slaat den spijker precies op den kop.
gelden, dat deze slechts met een
lichaam overweg kan. Drijft men daarentegen
het begrip van geest* iets hooger op, dan
komt men tot een geheel andere beschou
wing. Het zou toch niet moeilijk vallen, een
lange lijst op te maken van sterke, groote,
uitmuntende geesten, die in ziekelijke of wan
schapen lichamen huisdenterwijl aan den
anderen kant de dagelijksche ervaring ons
leert, dat de lichamelijk meest bevoorrechten,
de forsche vlegels, de athleten en sporthel
den, de menschen aan wie geen medicijn
meester ooit een stuk droog brood verdient,
nu niet juist zich altijd onderscheiden door
buitengewone intelligentie. Terwijl juist ziekte
ontzegging, lichamelijk lijden het niet zel
den /ijn, die den geest verfijnen en verscher
pen, hem voor de inwerking van hoogere
machten ontvankelijk maken, hem als met
een hooger leven reeds in voeling brengen.
Gezondheid is de grootste schat des
lichaamseen schat dus, die, hoe noodzakelijk
ook tot een geoorloofd levensbehagen en tot
onze plichtsvervulling jegens de maatschappij
en ons gezin, toch te duur verworven wordt,
indien hij wordt gekocht ten koste van ons
i n n e r 1 ij k leven, ten nadeele van onze
leering en opleiding als menschen. Een nog
veel grootere schat, een schat van onver-
Moeten wij niet óok j gankelijkneid, is de gezondheid des geestes,
J. E. N. baron Schimmelpenuinck
van .der Oye van Hoevelaken, f
In het vorige nummer konden we slechts
met een enkel woord vermelden het ver
scheiden in bijna 78-jarigen ouderdom van
den heer J. E. N. baron Schimmelpenninck
van der Oye, Heer van Hoevelaken, Kamer
heer en adjudant i. b. d. van H. M. de
Koningin, Voorzitter van de Eerste Kamer
der Staten-Generaal.
Jan Elias Nicolaas baron Schimmelpenninck
van der Oye van Hoevelaken werd 12
Augustus 1836 geboren te Brummen. Op
«Schoonoord*, de eenmaal beroemde kost
school van den heer B. L. W. Mensing te
Rijswijk, werd hij opgeleid voor de Kon.
Militaire Academie te Breda, waar hij in 1852
werd geplaatst als cadet voor de genie hier
te lande en welke hij in 1856 verliet als
luitenant-ingenieur. In 1862 kwam hij bij
den Generalen staf, in 1867 werd hij bevor
derd tot kapitein-ingenieur en in 1870 be
noemd tot commandant der Grebbe-linie.
In 1872 werd hij eerstaanwezend ingenieur
te 's-Gravenhage, in 1876 majoor en eerst
aanwezend ingenieur te Amsterdam, in 1878
commandant der genie in de 2e stelling te
Naarden, In 1882 luitenant-kolonel bij den
Grooten staf en adjudant van Koning Wil
lem UI.
Zijn militaire loopbaan werd in 1884 af
gebroken door zijn verkiezing tot lid van de
Tweede Kamer voor het district Utrecht,
later voor Amersfoort. Op nonactiviteit werd
hij in 1886 bevorderd tot kolonel bij den
Grooten staf en in 1895 tot generaal-majoor;
in 1899 werd hij als luitenant-generaal
gepensionneerd.
In 1894 werd hij voor Gelderland lid van
de Eerste Kamer, die hem in 1902 als op
volger van mr. Van Naamen van Eemnes
koos tot haar Voorzitter, in welk ambt bij
zich onderscheidde door zijn onpartijdigheid
en uitnemende leiding. Hij was aangesloten
bij de Christelijk-historische partij.
Als lid van de Tweede Kamer heeft hij,
eerst alleen, later in vereeniging met den
heer Pyttersen, een wetsontwerp ingediend,
tot instelling van Kamers van Arbeid. Met
zijn medeafgevaardigden W. Rooseboom en
E. B, Kielstra heeft hij ook een ontwerp in
gediend tot wijziging van de bepalingen be
treffende de militaire desertie, welk ontwerp
tot wet werd verheven.
Na de reorganisatie van het Hooger tech
nisch onderwijs werd de heer Schimmelpen
ninck benoemd tot President-curator van de
Technische Hoogeschool te Delft. Ook was
hij een van de oprichters van den Anti-
opiumbond, die zich als eersten stap de
vervanging van de pacht door de regie ten
doel heeft gesteld.
In 1S9S, bij de troonsbestijging van Konin
gin Wilhelmina, werd hij adjudant i. b. d.
van H. M.
Hem viel ten deel de buitengewone on
derscheiding, te worden begiftigd met het
grootkruis in de orde van den Nederland-
schen Leeuw.
Hij schreef opste.len in de «Militaire
Spectator* en brochures over militaire onder
werpen.
Wat hij heeft gedaan voor Hoevelaken,
waar hij steeds een groot deel van het jaar
doorbracht, is niet in weinige regels op te
sommen. De tijding van zijn zoo on verwacht
heengaan, heeft daar groote verslagenheid
gewekt.
Om zooveel mogelijk te handelen in den
geest van den overledene, zal de begrafenis
met zoo weinig mogelijk uiterlijk vertoon
en in allen eenvoud geschieden. 1
Heden werd een lijkdienst gehoudenuoor
dr. Van Gheel Gildemeester, aan het sterf
huis te 's-Gravenhage, echter in intiemen
familiekring,
De bijzetting zal geschieden morgenmiddag
te Hoevelaken. Geheel volgens de in de
familie heerschende traditie zal deze plech
tigheid te voet geschieden. De familie-graf
kelder is gelegen bij de kerk, ongeveer 5