Zaterdag 25 April 1914. No. 8407. 63e Jaargang. B IJ B L A D. Stadsnieuws. AMEBSFOOBTSGHE COURANT. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff" HOOFDREDACTEUR p. j. raisiRias. AMERSFOORT. Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post ƒ1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incosseerkosten in rekening gebracht Postbus 9. BUREAU: zortegraoht 9. Telefoon 19. Bij dit nummer behoort een KENNISGEVINGEN. De Burgemeester van Amersfoort, gezien artikel 41 der Gemeentewet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins dag den 28 April aanstaande, des avonds ten 8 ure. Amersfoort, 25 April 1914. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. TOELATING VAN PAARDEN, BESTEMD VOOR DE CONCOUR8-HIPPIQUE TE 'e-GRAVKNHAGE EN TE BERGEN-OP-ZOOM. De Burgemeester van Amersfoort, Gelezen het schrijven van den Commissaris der Koningin in de Provincie Utrecht van 14,22 April 1914, 4e Afdeeling, no. 1199/1200, Vestigt de aandacht van belanghebbenden in deze Gemeente op de onderstaande gemeen schappelijke beschikkingen van de Ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Finan ciën De Ministère van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Fi Gelet op de Koninklijke besluiten van 22 Juni 1890 (Staatsblad nn, 98) en 27 Juni 1900 (Staatsblad no. 185) Mede gelet op de gemeenschappelijke beschik kingen van de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Financiëu van 21 Mei 1901 (Nederlandsche Staatscourant van 20, 27 en 28 Mei d. a. v. no. 121) en van de Miuisteis van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Finan ciën van 3/7 Augustus 1900 (Nederlandsche Staatscourant van 10 Augustus d. a. v., no. 190); Brengen ter kennis van belnnghebbenden.dat ten aanzien van den invoer van paarden, be stemd voor het vanwege de „Vereeniging tot bevordering der paardenfokkerij in Nederland", in Juni e. k. te 'e-Gravenbage en het vanwege de „West-Brabantsche harddraverij- en concours- hippique-vereeDiging" den 1 Juni e. k. te Bergen- op-Zoom te houden internationaal concours- bippique afwijking van de verbodsbepalingen, vervat in bovenaangehaalde ministerieele be schikkingen, wordt toegestaan onder voorwaarde a. dat aan het eerste kantoor worde overgelegd een door den Secretaris, gedelegeerd commissaris, van het concours-hippique afgegeven bewijs, dat de paarden voor genoemd concours-hippique bestemd zijn b. dat de paarden, voor zooveel zij na afloop van het concourB-hippique hier te lande moch ten blijven, niet in het verkeer worden gebracht, dan na door den districts-veearts te Leiden of te Breda of éen hunner plaatsvervangers te zijn gekeurd en gezond bevonden. 's-Grnvenhage, 27 Maart/3 April 1914. De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, (get.) VERSTEEG. De Minister van Financiën, Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, (get.) DE JONGE. Amersfoort, 24 April 1914. De Burgemeester voornoemd, Van IUNDWIJCK. Verbetering van den volkszang. De Commissie, benoemd door den «Bond ter behartiging van de belangen van het kind», de Ned. vereeniging «Schoonheid in opvoeding en onderwijs», en de »Tucht-unie< heeft een enquête ingesteld tot voorbereiding eener algemeene actie voor verbetering van den volkszang en daarover een rapport uit gebracht, dat thans in druk is verschenen. Dit rapport is bewerkt door mejuffrouw A. G. Dyserinck, toonkunstenaresWouter Hutschenruyter, dirigent van het Utrechtsch Stedelijk Orchest en Voorzitter van de Natio nale vereeniging voor den volkszangden heer J. M. van Hoogstraten, Onder-yoorzitter van de Tucht-unie; en dr. C. te Lintum, leeraar Middelbaar onderwijs. Het herinnert, dat reeds sedert jaren meer dan wel minder krachtige pogingen zijn ge daan om den volkszang te verbeteren, pogin gen, die alle ongetwijfeld hun nut hebben gehad, doch nog niet tot het gewenschte resultaat leidden. Op die pogingen is thans voortgebouwd en de volgende hoofdvragen, onderverdeeld in détail-vragen, zijn daar om gedaan wat werd door u gedaan in het belang van den Nederlandschen volkszang b. wat kan worden gedaan tot verbetering in dien zang? c. beschikt ons land over een voldoend aantal liederen uit verschillende tijden, ge schikt om door het volk te worden gezongen; kunt gij een opgave doen van de liederen in den volkstoon, die gij voor dat doel het best acht Van de ruim 300 vragenlijsten ontving de commissie er 113 minder dan wel meer vol ledig beantwoord terug; ieder onderdeel der vragen telde gemiddeld een veertigtal ant woorden; deze duizenden antwoorden zijn door de rapporteurs saamgevat, zonder critiek te oefenen; en zoo ontstond een boekje van 53 pagina,s druks met twee bijlagen van 13 en 4 pagina's, onderscheidenlijk vermeldend een naamlijst van componisten en uitgevers met opmerkingen omtrent de liederen en hoe en waar deze worden gezongen, en een naam lijst van hen die de vragenlijsten hebben be antwoord. De commissie heeft buiten dat rapport in in het licht gegeven een reeks conclusies en voorstellen, welke hier volgen; 1. Aan het Staatsbestuur worde met den meesten aandrang verzocht het examen-pro gramma voor de akte, bedoeld in art. 81 van de Wet op het Lager onderwijs zoodanig te wijzigen, dat practische kennis van zingen en van de behandeling der stem worde ver plicht gesteld. Daarnaast worden speciale exa mens ingesteld voor het zangonderwijs op de Lagere school. 2. Aan de autoriteiten, belast met toezicht op het Lager onderwijs, worde van Staats- en Gemeentewege opgedragen, te zorgen, dat het zangonderwijs in handen van daartoe door eenakteofaanteekening voor zang bevoeg- d e personen, bij voorkeur onderwijzers en, zoo dit niet mogelijk is, vakzangonderwijzerskome. 3. Bij Gemeentebesturen worde aange drongen op de volgende punten in verband met de school Het zangonderwijs worde opgedragen aan daartoe bevoegde krachten. Bij benoeming van hoofden en onderwij zers gelde bekwaamheid in het geven van zangonderwijs als aanbeveling. De scholen worden voorzien van eenvou dige doch goede instrumenten, bij voorkeur piano's, ter begeleiding, en begeleiders wor den van Gemeentewege aangesteld tot hulp bij het zangonderwijs. Speciale zangakten of diploma's worden extra gesalarieerd. Bij den scholen-bouw worde gerekend op een voor het zingen geschikt lokaal. De Gemeentebesturen benoemen in hun schooltoezicht enkele musici of goede dilettan ten, die op de hoogte zijn van de eischen, welke aan goed zangonderwijs kunnen wor den gesteld. Van Gemeentewege worden zang- en spreek- cursussen voor de onderwijzers, zoowel van Fröbel- als van Lager onderwijs opgericht of gesubsidieerd. Deze cursussen moeten staan onder leiding van hiertoe bevoegde personen. 4. De opleiding van aanstaande onderwij zeressen) voor het vak zingen» worde ver beterd. 5. Er worden maatregelen genomen, dat het zingen in de Fröbelscholen meer alge meen onder leiding sta van onderwijzeressen, die daartoe bevoegd zijn; de opleiding worde in verband daarmede verbeterd; het verkrij gen van een aanteekening voor dit vak op het diploma voor Fröbelonderwijzeres worde bevorderd. 6. Het zingen worde bevorderd en inge voerd op inrichtingen van Middelbaar en Hooger onderwijs hetzij als verplicht of als facultatief leervak hetzij door het oprichten van vrijwillige Zangkoren onder goede lei ding buiten de schooluren. De commissie meent, dat, tot verwezen lijking van deze wenschen, het aanbeveling verdient, adressen te doen zenden door alle vereenigingen die belang hebben bij hetgeen in deze punten vermeld is, aan de desbetref fende autoriteiten van Staat en Gemeenten. 7. Met medewerking van kweekscholen, muziekscholen en spraakleeraren worde het goed en zuiver spreken, en het hygiënisch gebruik van de stem bevorderd in het alge meen, doch in het bijzonder bij aanstaande onderwijzers. Op de muziekscholen worden opleidings klassen ingericht voor hen, die een akte voor het geven van onderwijs in zang aan de kweek- en normaalscholen wenschen te be halen. 8. liet zingen worde bevorderd en inge voerd in de militaire scholen en het leger. Hiervoor zou men een adres kunnen rich ten aan de Ministers van Oorlog en van Marine en de hulp en medewerking kunnen inroepen van de militaire en stedelijke mu ziekkorpsen en van de weerbaarheidsver- eenigingen. y. Het streven voor eenheid in den volks zang worde gesteund, waarvoor men samen werking zou kunnen cvrekcii met net comité in zake «Eenheid in den volkszang». 10. Er worden krachtige pogingen in het werk gesteld tol verbetering van het gees telijk lied, in 't bijzonder van het zingen der gemeenten in de kerken. De medewerking van allen, die daarop invloed kunnen oefe nen, worde hi-.rtoe ingeroepen, met name die van godsdienstige genootschappen, de Neder landsche organisten-vereenigingen, predikan ten en geestelijken. 11. Met medewerking van kunstcritici, solisten, zangers, muziekscholen en muziek onderwijzers, en allen die daartoe iets kunnen bijdragen, worde het zingen en de Neder landsche toonkunst in het algemeen gesteund. 12. De verspreiding van goede Nederland sche liederenbundels worde bevorderd, ook en vooral onder studenten, in hotels, bios coop-theaters, en dergelijke. 13. Bevorderd worde de organisatie van volksbijeenkomsten, zoowel in de open lucht als binnenshuis, waar goede volksliederen aan het publiek worden geleerd, in dier voege, dat de liederen door een geoefend zanger eenige malen worden voorgezongen, waarna het publiek de liederen nazingt, zoo mogelijk met begeleiding van een orkest of instrument, of gesteund door een k Er worde gezorgd, dat het publiek den tekst der liederen in handen heeft. 14. Het dichten van teksten en het com- poneeren van melodieën van volksliederen worde bevorderd doof het uitschrijven van prijsvragen en het doen zingen en versprei den van de bekroonde liederen. 15. De oprichting en de goede leiding volkskoren (ook straatkoren) worde zooveel mogelijk bevorderd. 16. Met medewerking van muziekscholen en koorvereenigingen worde de vorming van goed onderlegde koordirigenten bevorderd. 17. Het zingen van enkele volksliederen bij gelegenheid van vergaderingen worde j aangemoedigd. Evenzoo het goed zingen op marschen, wandeltochten, schoolreisjes, pad- vindersoefeningen, enz. I 18. Het spelen van volksliederen door carillons, harmonie- en fanfare-korpsen worde bevorderd. j 19. De controle op straatorgels, straatzan- gers, café-chantants e. d. worde verscherpt 1 of, voor zoover nog niet aanwezig, ingevoerd. Een ruim veld van actie kunnen hier vinden in het bijzonder alle vereenigingen, die zich J speciaal op het gebied van de toonkunst en van den volkszang bewegen, terwijl voor het sub 17 genoemde ook de aandacht van an dere vereenigingen moge gevraagd worden en voor punt 15, o. a. wat den straatzang betreft, de hulp van organisaties als de Leeuwardensche straatzangers en de koren van de Evangelisatie-vereeniging »Het visch- net» te Rotterdam. 20. De algemeene belangstelling worde bevorderd met medewerking van de pers, door het stelselmatig schrijven en verspreiden van artikelen over volkszang en liederen in den volkstoon. Hiervoor kan de pers belangrijken steun geven, De commissie geeft in overweging, dat een comité wordt benoemd tot het redi- geeren en verspreiden van een reeks arti kelen in de dag- en vakbladen, ongeveer op de wijze als de Vereeniging voor vereen voudiging van examens dit gedaan heeft voor onderwijsbelangen Ook verdient aanbeveling het houden van besprekingen over den volkszang, zoo mo gelijk met demonstraties, aan te moedigen en te organiseeren. Ten slotte geeft de commissie in over weging een vergadering of conferentie uit te schrijven van allen, die zich voor de enquête hebben geïnteresseerd en daar het rapport en de voorstellen te doen bespreken. In deze bijeenkomst kan dan een beslissing genomen worden, omtrent de hoofdzaken, in deze voorstellen vervat en er kunnen dan een of meer commissies benoemd worden, die zich met de uitvoering belasten. De drie initiatief nemende vereenigintren. hierboven wnnpmii zijn oereid, subsidie te geven voor de te voeren actie en noodigen voorts de samen werkende vereenigingen en belangstellenden uit, een bijdrage te geven. De classis Amersfoort der Gereformeerde kerk heeft den heer E. J. van Voorst, theo logisch candidaat te Renswoude, na prépa ratoir onderzoek beroepbaar verklaard. De Tweede Kamer heeft gister met 47 tegen 5 stemmen aangenomen het wetsontwerp tot heffing van opcenten op de Vermogens- en op de Bedrijfsbelasting. Er waren maar 48 Kamerleden absent. Aan het plaatselijk telefoonnet zijn thans de volgende aansluitingen tot stand gebracht no. 192 luitenant P. J. Loman, Van Meche- lenstraat 2. no. 261 de heer A, van Vreumingen, siga- renhandel, Langestraat 52 (firma Van Dorssen). no. 257 de heer H. Schimmel, handels agent, Vati Mechelenstraat 12. no. 300 de heer H. M. Hilvers, Groote Koppel 9. no. 331 de heer J. W. Hamel, veehande laar, Oldenbarneveldtlaan 8. no. 332 Van Lent's glazenwasscherij, Val kestraat 29. no- 335 pompstation der Gemeente-water leiding, Hoogeweg 45. no. 336 de heer H. van de Griendt, Regen- tesselaan 15. no. 338 de heer H. R. Visser, slagerij, Langestraat 133. no. 339 herstellingsoord het Treeker bergje, van de Maatschappij «Zandber gen», Leusderweg, De heer T. T. T. Calon, kommies der Rijks-belastingen, wordt van hier overge plaatst naar Amsterdam. De heer A. Th. Vis, te Abcoude, is be noemd tot onderwijzer aan de R. K. jon gensschool in het Soesterwegkwartier. Luitenant J. G. Haremaker wordt 1 Sep tember overgeplaatst van de Eerste school voor verlofs-officieren der infanterie hier naar de Cadettenschool te Alkmaar. De proefsectie motor-mitrailleurs, onder commando van luitenant J. P. Bolten, van het 16 regiment infanterie, zal volgende week

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1