Donderdag 11 Juni 1914. No. 8426. 63e Jaargang. kosteloos- AMERSFQORTSGHE Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff HOOFD-REDACTEUR F. J. FREDERIKS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post /1.15. Advertentien 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en ontelgenlngs- advertentiön per regel 15 cent Reclames 1—3 regels f 1.25. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. EOHTSGRAOHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Wie zich met ingang van 1 Juli doet in schrijven als abound, ontvangt do tot dien datum verschijnende nummers KENNISGEVINGEN. .SCHOUW. I)e Burgemeester van Ainersfoozt brengt ter kennis van belanghebbenden, dal Watergraaf en Heemraden van het Heemraad schap „de rivier De Kern, beken en aauitleve van dien" voornemens zyn, op Maandag, Don derdag en Zaterdag den 22, 25 en 27 Juni 1914 eene schouw te houden over de beken en water leidingen. Schouwplichtigen worden uitdrukkelijk aan- gemuand er voor te zorgen, dat zij alsdan vol daan hebben aun hunne verplichtingen, in de desbetreffende verordening gesteld. Amersfoort, U Juni 1914. De Burgemeester voornoemd, Van ItANDVVlJCK. jcht, De Burgemeester van Amersfoort gezien de nan-ohryving vnn den der Koningin iu de Provincie Uirt Mei 1914, 4e ufdeeling no. 14159, brengt ter kennis van de verlofgangers der Landweer, lichting 1907, dat de wapenen, de kleeding- en uitrusting stukken en h< t ledergoed, zoomede de reglemen ten of dienstvoorschriften, aan hen bij vertrek niet verlof medegegeven of later uiigereikt, inge volge het bepaalde bij hel derde lid van art, 31 der Landweerwet, zooals deze wet is gewijzigd by de Wet van 28 April 1913, Staatsblad 110. 148, door hen zullen moeten worden ingeleverd, dat die inlevering zal moeten geschieden op Dinsdag 7 Juli e.k., des voormiddags te 9 uur, in het Scherm- en gymnastieklokaal der 5e Infanterie Brigade te Amersfoort, door do ver lofgangers der Infanterie, en op Woensdag 8 Juli d. a. v., des voormiddags te 9 uur, te Amersfoort in het Scherm-en gymnastieklokaal van de 5a Infanterie Brigade door de verlof gangers uit deze Gemeente (met uitzondeling van hen. die behooren tot de Infanterie). dat zij bij de inleveiing in burgerkleeding moeten verschijnen, en hun zakboekje moeten medebrengen. Wordende voorts de aandacht van belang hebbenden op de volgende bepalingen gevestigd a. indien een verlofganger der Landweer we gens ziekte, verblijf buitenslands of andere geldige redenen, verhinderd is, persoonlijk te wapenen, de kleeding- en uitrustingstukken, het ledergoed en de regiementon of dienstvoorschrif ten in te leveren, dan is, volgens het bepaalde bij het eerste lid van 3 der Regeling, hierom trent, hij of zijn, bij verhindering zijnerzijds, zijne nabestaanden gehouden, er voor te zorgen, dat de inlevering door een ancler geschiedt. Van de geldigheid der redenen van verhindering, moet blijken uit een bewijs, afgegeven, c.fj. ge legaliseerd, door den Burgemeester en uij de inlevering over te leggen door den persoon, die namens den verlofganger tot de inlevering ver schenen is; b. dat, volgens art. 32 der aangevulde en gewijzigde Landweerwet, strafbaar is, dc verlof ganger der Landweer, die zonder geldige redenen niet. bij het onderzoek verschijnt, die zonder geldige reden de hierboven sub a genoemde voorwerpen, hetzij in hun geheel, hetzij gedeel telijk, niet inlevert, wiens wapenen, ledergoed, kleeding- en uitru.tingstukken, reglementen of dienstvoorschriften, nn inlevering, niet in vol doenden staat worden bevonden of die wapenen, ledergoed, kleeding- en uitrustingstukken, regle menten of dienstvoorschriften, aan een ander behoorende, als do zijne inlevert. Amersfoort, 10 Juni 1914. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. LESSEN. Van het onderricht der ervaringen kunnen wij alle dagen op ieder uur gebruik maken. Geschreven handleidingen, die den weg wij zen naar hetgeen ons te doen staat in de ge wone levensomstandigheden, zijn onnoodig bijna onbewust, zoo goed als automatisch, verrichten wij de bewegingen, die het onder houden van het physiek bestaan vereischen en bezigen wij de middelen, over welke wij te dien einde beschikken. De lessen, waardoor dat alles tot een ge makkelijk te volgen gewoonte is geworden, verkregen wij zonder moeite; dat deel van onze opvoeding heeft dengenen, wien die taak is opgelegd geweest, niet veel hoofdbrekens gekost. Meestal was eenige oplettendheid voldoende, voor het geval zich de cene of andere afwijking vertoonde, welker ontwik keling schade zou kunnen teweeg brengen aan den normalen groei zoowel van de gees telijke als van de lichamelijke krachten. lloe eenvoudig dit ook wezen moge, toch vraagt het een voortdurende waakzaamheid. Terstond wanneer verschijnselen zijn waar genomen, die het ontkiemen van ongewensch- te hoedanigheden doen vermoeden, het post vatten van gewoonten doen vreezen, het ves tigen van onjuiste begrippen, die leiden tot een valsch oordeel, doen verwachten, moet men cr bij zijn; een lichte druk, een kleine opheffing, een weinig diepgaande opheldering is menigmaal voldoende om (le rechte lijn te doen terug vinden. Dat is het, wat in de eerste plaats geleerd moet wordenhet zuiver opmerken ton ein de op het goede oogenblik op gepaste wijze te kunnen ingrijpen, waarmee natuurlijk ge paard gaat de beantwoording van do vraag, óf men het doen zal en hoe. Omtrent de waarde der opvoeding, haar invloed op de zedelijke vorming, haar betce- kenis voor do menschwording van haar voor werp, bestaat meeningsvcrschil. In hoofdzaak zijn het twee richtingen, die zich tegenover elkander stellen. De eene zou men kunnen noemen de theorie van het «blank papier», waarmee de ziel van het pasgeboren kind is vergeleken, omdat men meende daarin alles te kunnen brengen wat goed en nuttig wordt gevonden; dc andere zou dan die kunnen hee- ten die van de bedrukte pagina; wat er op staat, is niet meer te veranderen. Naar de eerste opvatting vermogen de leiding en de lessen van den opvoeder alles de andere ontzegt haar alle waarde voor de inwerking op de moreelo vorming. Noch deze overschatting, evenmin die mis kenning, zouden wij zeggen. liet is waar, teleurstelling blijft ook op dit gebied niet uit. De voorbeelden zijn menig vuldig, waaruit blijkt, dat de resultaten van een weloverwogen en met zorg geleide op voeding niet heeft beantwoord aan de ver wachting. In plaats van op het maagdelijk gewaande blad in fraai letterschrift schoonc gedachten te zien verschijnen, kwam een onooglijk manuscript, kwam do uitdrukking van onreine denkbeelden, kwamen afzichte lijke vlekken te voorschijn, en van (le lessen, te goeder trouw en met behoorlijken ijver gegeven, was heel weinig overgebleven. Ongetwijfeld is een zóo onbevredigend loon voor goed werk in de hoogste mate tc betreuren, en wel is het begrijpelijk, dat zij, wien dat ten deel mocht vallen, met smart zich de vraag stellen, wat van die misluk king de oorzaak mag ziju. En dan komen de apostelen van hetgeen wij het noodlots begrip kunnen noemen, met hun pessimiste beschouwing zooals het kind op het wereld- tooneel verschijnt, zoo is het cn blijft het; al hetgeen van zijn wezen ooit deel zal uit maken, is aanwezig. Product van voorafge gane geslachten, brengt het van deze iets mee, eigenschappen, door bijzondere samen voegingen versterkt of door haar tegenstel lingen onwerkzaam geworden, toch als levende kiemen in den aanleg opgenomen. En nu j kunt gij trachten, met uw lessen, met uw dwang, met wat gij ook beproeven wilt, j van zekere morcelc organen dc opleving tegen te gaan, van andere tc bevorderen de uitkomst zal niet evenredig zijn aan dc moeite, want zoodra begunstigde omstandig heden intreden, die bevorderlijk zijn aan de" groei van hetgeen gij hebt trachten te hou den, zult gij bemerken, dat het aan uw han den ontsnapt. Wij zullen niet ontkennen, dat een ontel bare reeks van feiten zich voordoen, die als bewijsmateriaal voor de juistheid van deze zienswijze kunnen dienenzeker is er alle grond, om die van het «onbeschreven blad» niet tc handhaven. Doch daarmee zijn tal van vraagstukken, die dc ondervinding stelt, niet tot klaarheid gebracht. Iloe indien met nauwkeurige re gelmaat de combinatie van eigenschappen is bepaald, die den aanleg vormen, is het dan mogelijk, dat kinderen van het het zelfde gezin diepgaande verschillen vertonnen, niet slechts in verstandelijke begaafdheid, maar ook in hetgeen wij karakter noemen 't Zij toch hebben precies de zeltde voorouders als erflaters, zonder dat ergens uit blijkt dat aan een yan hen bevoorrechting is geschied een verschil, dat uit geen verscheidenheid van omstandigheden, noch uit verandering van inzicht bij de opvoeders te verklaren is en zich heel dikwijls reeds op jeugdigen leeftijd openbaart. Wij zouden vreezen het verwijt te ver dienen, dat wij mishruik maken van dc ge legenheid om lezeressen en lezers wenken van practische ethiek aan te bieden, zoo wij tradition, dieper ot> deze en aergenjxu vin gen in te gaan, van welke het geldt, dat wie heden meent de oplossing gevonden te heb ben, reeds morgen dien waan moet prijs geven. Laten wij, bij dc bekende grauwheid van alle theorie binnen de grenzen van dc «practijk des gemeenen levens» blijven, die het proefondervindelijk op den voorgrond brengt. liet zij ons dan vergund, op te merken, dat elke verbetering van blijvenden aard van binnen moet komen, moet uitgaan van hem, die er aan wil werken. De man en de vrouw zelf moeten zichzelf lessen geven, in die les sen de leerstof samenbrengen, waarvan de ervaring, dat wil zeggen, de nawerking van alle uitwendig zoowel als innerlijk gebeuren, de verzamelaarstcr is. Alleen door zelfver- edeling kunnen wij onze bruikbaarheid ver- hoogen als opvoeders, zoowel voor onze volwassen omgeving als voor de jongeren, in het bijzonder aan onze verantwoordelijkheid j opgedragen. Dat is de primaire arbeid, zon- j der welken het welslagen weinig is gewaar- j bord. Zou niet een onverdedigbare slordigheid j in het bijwonen der lossen, welke de eigen ondervinding voor ons beschikbaar houdt, j een van de oorzaken zijn waardoor zooveel opvoedingswerk mislukt Ook hier geldt eveneens ton aanzien van dien arbeid aio beroep, clat or bevoegdheid moet zijn. Maar deze is niet, gelijk die an dere, door voorschriften te regelen zelfs niet tot een soort van gewoonterecht te maken. Alleen de «ouderlijke macht» bepaalt haar j cn slechts in uiterste gevallen treedt een an- 1 dere macht reddende en verbeterende op. Dan zegt Meester Staat: «Oho, zulke lessen, dat komt niet te pas». Tuss hen dit geval en hetgeen, bij de enge beperktheid van enze middelen, als een goe de cn voortreflijke opvoeding mag worden aangemerkt, ligt een wijde vlakte, met veel hoog cn laag. Er wordt aangedrongen op de verspreiding van wat juistere begrippen dienaangaande, door voorlichting van des- kundigen. Inderdaad is daar veel voor t« zeggen, want er zijn ouders, die raar met hun kinderen omspringen, in dc meening, dat zij vergeten, dat dc drijfkracht is het gevoel, het gevoel een groote liefde, die niet blind maakt, maar integendeel de oogen wijd ge opend houdt. Gelijk wij, om dc kunst te doon waardcc- ren, schoonheid moeten laten zien en het onschoone uit de omgeving versvijderd die nen te houden, hebben wij den zelfden regel, die op aesthetisch gebied niet betwist wordt, over te brengen op dat van dc ethiek. De methode der Spartanen, die, om hun kinderen aanschouwelijk onderwijs in het matigheidsbetrachten te doen genieten, sla ven dronken maakten, die dan erg leelijk deden, verdient geen aanbevoling. 't Moet zijn voorgekomen, dat do jeugdige toeschou wers hot voor grappenmakerij aanzagen en niet onaardig vonden, misschien wel naiiapten. En nu gebeurt het, dat wij, bij ons opvoe dingswerk, maar at te dikwijls de rol dier slaven zelf op ons nemen. Daar zijn zelfs menschen, die het in letterlijken zin doen, als wilden zij met geweld protesteoren tegen dc matighcidsbeweging cn er hun kinderen ver buiten brengen. Maar figuurlijk'doen het er nog meer. Zij achten zich niet verplicht, geen andere dan heilzame lessen, dan navol genswaardige voorbeelden, waar het toch meest op aankomt, te geven zij ontzien zich niet, zedelijke misvormheid voor het oog van hun kinderen te ontblootenze begrij- j pen met, van iioeveci wuuiul i.-l 1», «wx.. cn moeders beeltenis in stralen liguur mee to doen gaan als een lichtschijn op den vaak I moeilijken weg door het leven. Kan men, dit overwegende, nog zegge dat het opvoedingswerk gemakkelijk is Ons dunk, dat hot'eenige overeenkomst vertoont met hetgeen Victor Hugo zeidc van het ver/onmakon, in antwoord op een hem daarover gedane vraagGemakkelijk of onmogelijk. Gemakkelijk, als het wordt gedreven door een liefdevol hart, onder voorlichting van een gezond verstand. In toenemende mate onmogelijk, als de lessen van hel laatste ontbreken of slap zijn. De arbeid dergenen, die de opvoedkunde beoefenen als wetenschap, verdient hoogc waardeering cn krachtigen steun. Wij mee- tien echter geen voedsel te mogen geven aan de meer en meer zich opdringende ge dachte dat hot zonder kennis van de resultaten der wetenschappelijke waarne ming die behoort te zijn oen rangschikking van teiten cn verschijnselen niet goed mogelijk is, dien arbeid op waardige wijze te verrichten. Honderdduizenden mannen en vrouwen, die in hun eenvoudige levenssfeer mot büjmocdigen ernst medewerken aan dc opkweeking van een boven het onze staand mcnschengc-slacht, getuigen met iets beters dan 'voorden, dat het niet waar is. De lessen, door hen gegeven, voeden de bron onzer nationale kracht. R. N. Middelbaar eil voorbereidend Honger rader* U». Door don hooglccrarcn aan dc universi teiten te Utrecht en te Amsterdam en de Technische Iloogoschool te Delft is aan de Tweede kamer een adres gezonden, waarin zij bezwaren opperen tegen dc voorgestelde regeling van het Middelbaar en voorbereidend Hooger onderwijs. Adressanten vinden een der hoofdbezwaren van het Middelbaar onderwijs en het voor gestelde lyceum het tc groot aantal vakken, waardoor de leerlingen te veel lesuren per het nogal verstandig aanleggen. Ook hier dag krijgen. Ook wordt door de vele lesuren zijn «lessen», aan de volbrenging van de dc lichamelijke opvoeding verwaarloosd, ter taak voorafgaande, niet overbodig. Mits wijl juist in den laatsten tijd een streven en hierop mag wel oven gewezen worden blijkt om meer evenwicht te brengen in de men zich niet voorstelle, dat het om dc the orie alleen te doen is. Zij kan voorlichten, wanbegrippen doen verdwijnen, de gronden voor haar aansporingen bijbrengen; zij is in staat van het gewichtige werk wat «verstand ontwikkeling van geest en lichaam. Dc adressanten wijzen er op, dat éen uniform leerplan voor alle leerlingen aan alle lycea tot gevolg zal hebben, dat de leerlingen veel loeren, dat zij voor hun ver te doen krijgen; maar nooit mag zij doen dere studiï-n niet noodlg hebben. De een

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1