BIJBLAD
Amersfoortsclie Courant
Stadsnieuws.
van de
No. 8427
uitgave van
N.V. de AMERSFOORTSCHECOÜRANT
voorheen Firma A. H. van CLEEFF
VAN ZATERDAG 13 JUNI 1914.
Aan de gister gehouden twaalfde veiling
der Centrale eierveiling werden aangevoerd
26475 kipeiereen, die golden f 4.15 totf 5.35
De eendeieren deden f 4.30 tot f 3.40 de
kalkoeneieren f 10 per honderd.
De handel was vlug en er was veel vraag,
zoodat flinke prijzen werden besteed.
Bij de ten overstaan van notaris J. Bolk
gehouden veiling werd het heerenhuis met
tuin en boomgaard van resident H. A. de
Groot, aan den hoek van Utrechtscheweg en
Paulus Buyslaan en groot opgehouden voor
f 26 560.
Bij de ten overstaan van den majoor-inten
dant der 4e divisie gehouden aanbesteding
voor de levering van aardappelen voor de
soldaten menages gedurende het tijdperk
van 16 Juni tot 31 October werd ingeschreven
als volgtfirma G. bosch Co., te Amsterdam,
f 2.43 D. H. Terpstra, te Appeldoorn, f 2.03
A. Wagenaar, hier f 1.92 en A. B. Dieker-
hof, hier, f 1.86 per H. L.
Gegund onder het gewone voorbehoud.
Omdat gaandeweg, en vooral bij de laatste
groentenveiling, ten duidelijkste bleek, dat de
ruimte ln het veilingsgebouw te klein is,
heeft het Bestuur van de Tuinbouwvereeni-
ging Amersfoort tot Burgemeester en Wet
houders het verzoek gericht om op het tegen
woordige terrein meer ruimte beschikbaar te
stellen.
Met groote ingenomenheid vermelden wij
dit, omdat daaruit zonneklaar blijkt, dat de
veilingen groote levensvatbaarheid bezitten,
hetgeen ook gelukkig van de Centrale eier-
veilingen alhier geconstateerd kan worden.
Waar betrekkelijk kort geleden niets van
dien aard hier bestond, terwijl er nu reeds
op gunstige resultaten kan worden gewezen,
daar bestaat de gegronde hoop, dat de vei
lingen in niet meer verre toekomst belang
rijke voordeelen voor stad en bewoners zul
len opleveren.
Morgen is ,hier alleen geopend de apo
theek van den heer D.H. G. Ittmann, Lange
straat 7.
Nieuwe telefoonaansluitingen
de heer J. A. baron van Heeckeren van
Molecaten, Soesterweg 1, met no. 340.
»Treekerbergje» met no. 333.
De lantaarns van auto's en rijwielen moeten
volgende week uiterlijk acht minuten voor
negenen, die van de overige voertuigen op
't aller laats acht minuten vóór half tien zijn
aangestoken.
Even voor twaalven gistermiddag ging,
door het achteruitloopen van het paard, de
wagen van Van Ginkel, uit Woudenberg, op
den Zuidsingel bij de Kamperbinnenpoort te
water.
Van Ginkel kwam er af met den hevigen
schrik en een nat pakhet niet-verzekerde
paard, dat onder den wagen was gevallen,
werd levenloos opgehaald.
Luitenant-aviateur L. T. E. C. gaat in be
roep bij het Hoog militair gerechtshof van
het vonnis van den Krijgsraad te Arnhem,
waarbij hij werd veroordeeld tot een hech
tenis van twee maanden en een geldboete
van f25, subs. 5 dagen hechtenis, wegens
het veroorzaken van lichamelijk letsel door
schuld en het te hard rijden, op 13 Decem-
j.l. hier ter stede gepleegd.
Gevonden en aan het politie-bureau voor
de rechthebbenden terug te bekomen een
passer en een zakmes.
Achting en minachting komen daarin
overeen, dat men met beide hoogst omzich
tig moet wezen.
De Memorie van toelichting, behoorende
bij het adres der onderwijzers luidt in zijn
geheel
De te lage salarieering van de onderwij
zers betokkent groote nadeel aan het on
derwijs hier ter stede. Immers de onderwij
zers hier kunnen met geen mogelijkheid vol
doen aan de eischen, die het leven aan
een onderwijzer, een opvoeder der jeugd,
mag en moet stellen. In verschillende opzich
ten moeten zij zich, wat hun materieele be
hoeften betreft, bekrimpen, terwijl zij zich
veel op geestelijk gebied moeten ontzeggen,
veel wat voor beschaafde en ontwikkelde
menschen, waartoe de onderwijzers behooren,
eigenlijk onontbeerlijk is. Dat alles drukt de
onderwijzers en het zou van zegenrijken in
vloed zijn op hun werk in de school, als zij
zich financieel wat vrijer konden bewegen,
als zij niet voortdurend door geldelijke zor
gen werden gekweld.
Maar behalve de financieele moeilijkheden
ie er nog iets, dat de onderwijzers neerdrukt
en hen tot bitterheid stemt. Dat is het ge
voel, dat ieder kwelt, die zich onbillijk voelt
behandeld, die zich achtergesteld ziet bij an
deren, die zijn gelijken, zijn minderen zijn
die zijn werk geldelijk niet zóo ziet ge
waardeerd als waarop hij terecht meent dat
het aanspraak mag maken.
Zoo is 't hier te Amersfoort gesteld en het
is daarom, dat we in het belang van het on
derwijs een dringend beroep doen op u, op
dat eindelijk den onderwijzer een wat zon
niger verschiet worde geopend, en een einde
worde gemaakt aan de grievende achterstel
ling, waarvan hij de dupe is.
Het zij ons vergund, met enkele cijfers
den toestand der onderwijzers hier te mogen
toelichten.
Nemen wij als voorbeeld een- onderwijzer
van 35 jaar. In den regel heeft deze niet
meer dan 16 dienstjaren. Zijn salaris (de f50
volgens de Kindertoeslagwet, die niet mee
tellen voor pensioen, buiten rekening gelaten)
is dan volgens de verordening f 1050; indien
hij gehuwd is f 1100. De pensioenstorting
van 7 pCt. daarvan afgerekend, blijft er over
voor den gehuwden onderwijzer f 1023 plus
f 25 (bijdrage van de Gemeente voor de
pensioenspremie) is f 104S per jaar, of f 20
per week. Neemt men dan den te Amers
foort sterk stijgenden woningnood in aan
merking, waardoor woningen, geschikt voor
onderwijzers, minstens op f 225 huurprijs
komen, terwijl het bedrag der verschillende
belastingen wel op f 60 gesteld kan worden,
dan springt het duidelijk in 't oog, dat dit
salaris te eenenmale onvoldoende is. Met het
resteerende bedrag f 763, moet hij, die als
onderwijzer een zekere positie in de maat
schappij bekleedt, zien rond te komen.
Welke hoogst bescheiden, al te bescheiden,
eischen voor zich en zijn gezin, moet een
onderwijzer aan voeding, kleeding. lectuur,
ontspanning, kortom aan alles stellen, om
niet in de schuld te geraken.
Hij is dan een man op middelbaren leef
tijd, in zijn vak gerijpt door ervaring, be-
kleedende de eervolle betrekking van op
voeder der jeugd, maar in zijn salaris veel
lager geschat dan bijv. een commies ter
Gemeente-secretarie (maximum f 1600), in
specteur en hoofdinspecteur van politie en
andere Gemeente-ambtenaren. En met deze
ambtenaren, speciaal in onze Gemeente, kan
en mag een onderwijzer, met ervaring in de
school, minstens gelijk gesteld worden, èn
wat kennis èn wat de waarborgen betreft,
door examens geeischt.
De geschiedenis van de salarisactie in 1 v 3
schijnt een betoog als het bovenstaande bij
na overbodig te maken. Blijkens de verkla
ringen van den heer Wethouder van Onder
wijs bestond bij hem de overtuiging, dat de
onderwijzers-salarissen onvoldoende zijn. Op
verschillende gronden meende onze organi
satie, die in verband met den toen minder
gunstigen toestand der Gemecnte-financiën
haar wenschen, tot het hoogst noodzakelijke
had beperkt, te mogen verwachten, dat die
minimale wenschen, door haar aan den heer
Wethouder van Onderwijs kenbaar gemaakt,
toen verwezelijkt zou worden.
In de zelfde vergadering van uwen Raad
echter, waarin een commissie benoemd werd,
wier taak het was, voorstellen te ontwerpen
voor een betere loonregeling der Gemeente
werklieden, werd op het adres onzer organi
satie afwijzend beschikt, waardoor in onder
wijzerskringen een diepe teleurstelling en
een gevoel van terugzetting werd gewekt.
Waar nu onlangs de loonen der Gemeen
te-werklieden aanmerkelijk zijn verbeterd, en
de gelden voor een deel nog op de Begroo
ting van 1914 gevonden konden worden, mag
dus met recht de conclusie worden getrok
ken, dat het motief, dat het vorig jaar tot at-
wijzing van ons adres heeft geleid, vervallen
is.
De verwachting lijkt niet ongegrond, dat
het ruimer vloeien der Gemeente-inkomsten
het mogelijk zal maken, de salaris-regeling
der onderwijzers op een wijze te regelen,
meer afdoende dan de in c-s vorig adres,
onder bijzondere omstandigheden geopen
baarde, wenschen beoogden. Deze wenschen
toch werden toen kenbaar gemaakt onder
een betrekkelijk ongunstiger toestand der
Gemeente-fïnanciën en in de verwachting,
dat bij een zoo bescheiden mogelijke formu
leering, destijds een algeheele inwilliging
kon worden verwacht.
Het streven onzer organisatie is óok het
opheffen van de beslaande wanverhouding
tusschen het salaris der onderwijzers en dat
der hoofden van scholen.
Een 30, 40 tal jaar geleden, waren die ver
schillen al niet verdedigbaar, zelfs al was toen
de onderwijzers-betrekking een overgangs
betrekking naar die van hoofd der school.
Sedert is echter een gansch andere toestand
ln de school gegroeid.
En nu is er zeker geen enkele redelijke
grond meer te vinden, waarop die groote ver
schillen verdedigd kunnen worden. Toen kon
de meerderheid der onderwijzers promotie
maken, hadden zij kans op bevordering; nu
is dat voor de overgroote meerderheid uit
gesloten. wat blijkt uit de volgende cijfers:
In 1881 behaalde in ons geheele land slechts
78 onderwijzers de hoofdacte, terwijl er 152
vacatures waren.
Van 1881 tot en met 1883 was het totaal
der geslaagden voor de hoofdacte 455, dat
der vacatures voor hoofd 511.
Maar in de daaropvolgende jaren is de ver
houding steeds ongunstiger geworden voor
de onderwijzers.
Zoo was o.a. in 1894 het aantal geslaagden
voor de hoofdacte 573, het aantal vacatures
voor hoofd der school slecht 151.
Het aantal onderwijzers, dat de hoogste
bevoegdheid bezit, zonder ooit in de rechten
te kunnen treden die bedoelde bevoegdheid
geeft, is dan ook hoe langer zoo grooter
geworden.
Bevordering bestaat dus voor hen bijna
niet, zoodat de beteekenis van het salaris voor
hen een gansch andere is, dan voorheen.
In onze Gemeente bezitten ruim 30 onder
wijzers, ongeveer de helft van het personeel,
de bevoegdheid om aan het hoofd een er
school geplaatst te kunnen worden terecht
mag dan ook gezegd worden
De tijd, waarin de „bovenmeester" in ont
wikkeling boven de ondermeester stond, ligt
ver achter ons. Thans zijn er vele onder
wijzers, die geen hoofd eener school kunnen
worden omdat er geen plaats is, maar niet
temin met de hoofden van scholen in be
voegdheid gelijk staan.
Het is dus billijk en rechtvaardig, dat aan
de onderwijzers een hooger salaris worde
toegekend, om het verschil in salaris tot
kleinere afmetingen terug te brengen.
Ook de wet op het Lager onderwijs kent
niet zoo'n groot verschil als hier ter stede
bestaat. ïemotiveerd zou het zijn, wanneer
het hoofd, tevens klasse-onderwijzer, voor de
hem buiten zijn schooluren opgelegde admi
nistratieve taak. een toelage ontving van
bijv. f 300 per jaar. Een verschil echter zoo
ais hier ter stede bestaat, met onderwijzers
met hoofdacte f 675 en met onderwijzers
zonder hoofdacte f 800 verschil, lijkt ons zóo
ongemotiveerd, dat we alleszins vrijheid
meenen te mogen hebben, U te verzoeken
het maximum van alle onderwijzers en onder
wijzeressen aanmerkelijk te verhoogen.
In geenen deele achten we het wensche-
lijk, dat het verschil in maximum-salaris voor
onderwijzers zonder en met hoofdakte grooter
worden gemaakt dan het hier ter stede is.
Te betreuren valt het, dat het verschil hier
al grooter is dan de wet voorschrijft, terwijl
verdere vergrooting van dat verschil in strijd
is met de practijk van het schoolleven. Deze
leert, dat onderwijzers met en zonder hoofd
akte als gelijken in de school werken. Beide
categorieën doen in de school volkomen den
zelfden dienst en 't is dus billijk, dat het ver
schil in maximum-salaris voor beide cate
gorieën niet worde vergroot.
Waar tot nog toe de regeling te Amers
foort op een goeden grondslag berustte, zou
een vergrooting van dezen toeslag voor de
hoofdakte beslist een stap terug zijn. Lang
zamerhand, voornamelijk door het werken
van onze organisatie, begint het bewustzijn
door te dringen, dat men de opleiding van
den onderwijzer zóo moet inrichten, dat hij
volledig bevoegd in de school als onderwijs
kracht moet optreden en dat men hem dan
verder niet moet afleiden van zijn taak. Hij
moet zich dan geheel aan zijn klasse kunnen
wijden en zich aan studie en voorbereiding
kunnen geven, die van nut is voor zijn leer
lingen. Aktenstudie en diploma-jagerij trek
ken hem van zijn leerlingen af.
Daar komt nog bij, dat het examen voor
de hoofdakte een van de ongelukkigste exa
mens is, die er bestaan. Het programma is
zeer uitgebreid, zeer rekbaar, de studie er
voor in de hoogste mate afmattend en zeer
dikwijls hopeloos. Op zeer weinige uitzon
deringen na hebben alle onderwijzers er voor
gestudeerd en zijn de afgewezenen eenvou
dig de slachtoffers van de ongelukkige exa
men-inrichting, van de ongunstige salarieering
(gebrek aan boeken) en van het ontbreken
van degelijke, ruime opleidingskrachten.
Er zijn tal van gevallen in onze Gemeente,
dat onderwijzers 10 keer en meermalen, zich
aan dit martelend examen onderwierpen.
Het verbazingwekkende van de zaak is,
dat ze het eene jaar een uitstekend examen
aflegden in een vak, waarvoor ze bij een
andere gelegenheid als totaal onvoldoende
werden afgewezen, zoodat achtereenvolgens
hun kennis omtrent elk vak in het bijzonder,
nu eens schitterend en dan weer totaal on
voldoende werd bevonden.
Men moet niet vergeten, dat bij andere
examens de examinatoren menschen zijn in
hun vak doorkneed en die zeer ver boven de
leerstof staan. Bijv. bij de Academische exa
mens, bij die van Hoogere Burgerschool en
Gymnasium. De onderwijzer wordt in den
regel geëxamineerd door zijn collega's, die
niet boven, maar diep in het vak zitten,
waarin zij moeten examineeren, die soms
afhankelijk zijn van een nieuwen druk van
een leerboek, terwijl de examinandus door
zijn financieele onmacht beperkt was tot een
ouderen druk. (Getuige de rubriek Gevraagde
en aangeboden boeken in »de Vacatures»).
Is nu bij het behalen van de hoofdakte
soms na een jarenlange studie (men ziet 30-
en 4ojarigen aan de examens deelnemen) de
lijdensgeschiedenis van den onderwijzer afge-
loopen In geenen deele. »Hij heeft immers
slechts alleen de hoofdakte» en is nog lang
niet »bevoegd» voor zijn taak. Hij moet alles
weten en alles kennen.
Bekend is toch, dat de eischen, aan een
onderwijzer gesteld, als elastiek worden ver
groot. Hij wordt achtervolgd tot in het on
eindige met akten voor de talen, voor de
wiskunde, voor gymnastiek, voor schoon
schrijven, voor slöjd, voor spelleider, enz. enz.
Wat vragen echter de onderwijzers zelf?
Zij wenschen na een degelijke opleiding, na
atlegging van èen theoretisch en practisch
examen, bevoegd in de school geplaatst te
worden om zich verder geheel ongestoord
aan hun taak te kunnen wijden. Zij wenschen
een behoorlijk salaris, dat hen daartoe in
staat stelt en hen niet noodzaakt, te jagen
naar allerlei bijbetrekkingen, die op hun
eigenlijke taak een slechten invloed uit
oefenen.
Dan zullen zij zich, omdat zij met hun tijd
meeleven, en uit liefde voor hun leerlingen,
geheel uit eigen drang op sportgebied oefe
nen en niet omdat een mogelijke functie als
spelleider hun armzalig salaris weer iets ver
beteren kan.
Dan zullen zij zich kennis van een of meer
moderne talen eigen maken, omdat zij die
noodzakelijk achten voor hun eigen ontwik
keling, en niet omdat het behalen eener akte
alweer f 100 verhooging geeft. Dan zullen
zij zich geheel aan hun klasse kunnen wijden,
van de leerlingen studie kunnen maken en
eigen geest kunnen verfrisschen, iets wat hun
onderwijs aantrekkelijker moet maken.
Daarentegen zullen alle pogingen om hen
af te brengen van den weg, die volgens hen
voert naar een betere schoolorganisatie, bij
de onderwijzers op sterk verzet stuiten. Daar
om wenschen zij den onderwijzersstand éen
en niet verbroken in verschillende rangen,
waardoor zij in half-, driekwart- en heel be
voegden zouden worden verdeeld.
Plaatst de overheid hen in de school en
vertrouwt zij hun de kinderen toe, dan zijn
ze bevoegd en dienen als volle krachten
aangemerkt te wordenzoo niet, dan is het
onverantwoordelijk, hen in de school te
plaatsen.
Op deze gronden acht onze organisatie
elke vergrooting van de toelage vonrho'fd-
of belooning voor andere acten te tien
male verkeerd.
Ten slotte nemen we de vrijheid uwe aan
dacht te vestigen op bijlage II. Daarin wordt
berekend, hoeveel de Gemeente meer ont
vangt van het Rijk voor de onderwijzers
salarissen volgens de wetswijzigingen van
1905 en 1907. Deze vermeerdering van sub
sidie bedraagt f 13 596 en dekt bijna de
vermeerdering der uitgaven van al de sala-
risverhoogingen na 1905.
De hoogere uitgaven toch door deze sa-
larisverhoogingen bedragen f 16 150. Het
aandeel van de Gemeente Amersfoort in de
verbetering der salarissen is dus t 2553.41,
of ongeveer f 32.50 per leerkracht.
PREDIKBEURTEN.
Zondag 14 Juni.
Evang. I.uthersche kerk.
Voorm. io'/jj uur, dr. Toxopeus.
Remonstrantsche kerk.
Voorm. io"a uur, dr. C. E. Hooykaas,
uit Vlaardingen.
Doopsgezinde kerk.
Geen dienst.
Gereformeerde kerk (Langegr.)
Voorm. 10 uur, ds. Donner.
Avond 5l/2 uur, ds. Donner.
Gereformeerde kerk (Amicitia).
Voorm. 10 uur, ds. Teerink.
Avond 5V2 uur> ds. Teerink.
Chr. Gereformeerde gemeente,
Voorm 93/4 uur, godsdienstoefening.
Avond 5'/4 uur, godsdienstoefening.
Vrije Gereformeerde gemeente.
Voorm. 9Yj uur, godsdienstoefening.
Avond 5 uur, godsdienstoefening.
Hersteld Apostolische gemeente.
Voorm. 10 uur, godsdienstoefening.
Avond 5 uur, godsdienstoefening.
Burgerlijke Stand van Amersfoort.
van 5 tot en met 11 Juni.
GEBOREN:
Geertruida Helena, d. van Hendrik Broek
en Johanna Elisabeth Groenewegen. Wil
lem, z. van Hermanus Donderwinkel en
Catharina Maria Plugers. Jacobus Louis,
z. van Willem Pegtol en Trientje Bijlsma.
Helena Theresia, d. van Leonardus Hen-
dricus Ravestein en Gerarda Elisabeth van
Oven. Klaasje, d. van Hendrik Knip en
Geertje van Soeren. Albertus, z. van
Albertus van den Berg en Froukje de Vries.