VU Dinsdag 28 $gj$ ju|j m. Ho 3446 63e Jaargang. Op reis. Stadsnieuws. AMüiik snssam 'nnootscliap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H van cITelr HOOFD-REDACTEUR F. J. 3TREDERIK3. AMERSFOORT. Citgave van de Naamlooze Abonnomont P„ .5. Advortentfun ,-6 regef, 60 cent; elke regel n,ecr,o ÏÏStB recel BUREAU! Verechijnt Tcè. lcleZ'r8 ««"'om- officieel,, en onielginlng.. franco per post/i. en ko«ten ê^o.!l.'7' 7*St 3' naar bulten KOaTIORAOHT 9. abonnement reductie, eve"al" afronderlijke nummers 10 cent. advertentiên per regel ae ,taa worden de 'ncasseerkosten In rekening gebracht. Postbus 9, worden in rekening gebracu Bij advertentiên van buite.. *oor jjet Telefoon Aan onze abonné's die tijdelijk elders, binnen- dan wel buitenlands, vertoeven, wordt op aanvrage, en met duidelijke opgave van adres, de courant eiken ver schijndag tegen vergoeding van porto toegezonden. Ook niet-geabonneerden (medelezers) kunnen op de zelfde wjjze de geregelde toezending van de „Amersfoortsche Cou rant" tydens hun uitstedigheid zich ver zekeren. gewekt, getroost, gesterkt worden u bezielende woord van den prediker, in onderhoud zij niets behoeven bij te dragfe. Als zij tweemaal een cent in een zakje laten vallen maar ook dat is niet verplichtend kunnen ze daardoor bovendien het zalig® I Zoo is het. Niet het hebben, maar het gebruiken beslist omtrent het bezitten. I Wat baat het, of we mlllioenen «bezitten* en ze toch niet kunnen gebruiken Maar omgekeerd, hoe schatrijk zijn we, als 'enieten van het aanwezige. Menig land menig boek, menig museum, menig -- 1 scuap. ?en'8 Seeste''jk verkeer is een gevoel hebben, dat zij de armen en den eere- «tadagezicn. 'evensgenot. De vraag is alleen dienst steunen. En dit gevoeMtunnen z« s z'.C?« _oUdm'\jo van Wieloos liggen, of besteden wc g schap. Een kapitalist. Waarom zou ik het u verzwijgen, ik ben een kapitalist, schrijft mr. Jan in het «Nieuws van den dag* en hij vervolgt: Hoe groot mijn vermogen is, weet ik zelf nietmaar ik geloof wel veel en veel rijker te zijn dan Carnegie. Ik woon in een groote stad. Daar bezit ik een uitgestrekt, prachtig park, nog eenige andere vrij groote en mooie tuinen, verschil lende musea met kostbaar werk van oude en nieuwe meesters, een eigen kerk en nog veel meer óok om maar een paar dingen te noemen een waterleiding en een gas fabriek. Natuurlijk moet dat alles onderhouden en geadministreerd worden. Daarvoor zorg ik dan ook. Maar ik zorg er zóo voor, dat ik er geen zorg van heb. We hebben in onze stad een Gemeenteraad en aan dezen heb ik de hoofdzorg van mijn bezittingen opge dragen. Nadrukkelijk heb ik er echter bij bedon gen, dat ik er geen last van wilde hebben en dat het gansche beheer me maar een .heel luttel bedrag zou kosten. Er zijn In een groote stad altijd genoeg menschen te vin den, die zulk een zorg op zich willen nemen. En zoo ben ik dus zelf van alle lasten en bekommernissen ontheven. Hoe die Gemeenteraad het inricht, kan me niet schelen, maar ik moet erkennen, dat de zaken in orde zijn. Als ik in mijn park wandel, zijn er geregeld mannen bezig om het geboomte en de paden te onderhouden, en als ik mijn verzamelingen van kunstvoor werpen bezoek, ziet alles er steeds keurig inetjes uit. Voor het verzorgen van mijn kerk ik vind, dat een mensch ook gods dienstig behoort te zijn heb ik weer een ander stel heeren bereid bevonden, en ook al weer volkomen belangloos. Ik heb waarom u ook dit te verzwijgen een goed hart. Gaarne laat ik mijn mede- mensch genieten van mijn weelde, en daarom staan mijn kerk, mijn musea, mijn tuinen en ook mijn park voor allen open. Wanneer ik nu zoo in mijn eentje rondwandel, is het een lust om te zien, hoe dankbaar duizenden en duizenden dagelijks van mijn vrijgevigheid profiteered Daar spelen iederen namiddag moeders met kleine kinderen in mijn tuinen. De moeders rusten op banken onder 't dichte loover, praten en snuiven inmiddels de geuren in van het schitterende rozenperk, de kinderen scharrelen in 't grint, zoeken schelpjes, rollen behaaglijk rond. Door het groote park, ik mag het wel een landgoed noemen, dwalen ochtend en middag in alle tijden van 't jaar de natuurminnaars, snellen de fietsers, galop- peeren de ruiters, gl'iden de landauers, snorren de auto's, iedereen geniet er van, rijk en urm, oud en jong, stadgenoot en vreemdeling. En als ik dan, ongemerkt niemand kent me dat zoo in stilte aan schouw, zwelt mijn hart van blijde dank baarheid, dat ik zóo vele menschen gelukkig kan maken. Mijn musea heb ik óok gratis toeganke lijk gesteld, evenals mijn kerken, waarvan ik er meerdere bezit. Volg ik zelf op Zon dagmorgen een godsdienstoefening, vrij in de keuze der richting, dan is het verkwik kend te ervaren, hoe honderden met mij op- óok al verzekeren met het offer van twee maal een halven cent. Het bewonderen mijner kunstschatten kost absoluut niets, in de musea wordt niet eens gecollecteerd, en ik moet erkennen, dat mijn Rembrandts rijkelijk hun rente opbrengen aan kunstgenot. Heerlijk is het, bij te wonen hoe tal van burgerluidjes en arbeiders evenveel en soms nog meer van die doeken genieten dan ik, de schat rijke eigenaar. Een groote ellende, aan rijkdom verbon den, heb ik mij weten te besparen. In de bladen las ik herhaaldelijk, hoe de multi- millionnairs in Amerika gekweld worden door onrust, angst en zorg. Altijd door hebben ze zaken aan hun hoofd, dragen ze de verantwoordelijkheid voor het wel en wee van honderdduizenden, voelen ze zich onveilig. Er wordt geloerd op hun geld, op hun leven, ze zijn omringd door nijd, haat, onbetrouwbaarheid, krijgen brand- en dreig brieven, moeten zich door wachten doen be schermen, zijn nergens volkomen vrij en veilig en onbezorgd. Met al hun millioenen kunnen ze zich geen rustig geluk koopen, zelfs geen ongestoorde nachtrust in een vre- digen slaap. Daartegen heb ik weten te waken, en daarom kan ik mij rijker dan Carnegie noe men. Reeds zei ik, dat niemand me kent. Ik woon in een eenvoudig benedenhuis, ruim genoeg voor ons gezin, daar ik mijn schat ten tóch in andere gebouwen heb verzameld. Een klein tuintje is groot genoeg om er op ieder oogenblik van den dag even rustig van de lucht en het groen te genieten, daar ik wil ik wandelen tóch mijn park in de nabijheid heb. Geen mijner buren ver moedt nu mijn rijkdom, en opdat mijn le- digloopen geen argwaan bij hen zou wekken, heb ik een bescheiden werkkring gezocht. Ik ben op een kantoor dat is Carnegie toch óok en verdien ongeveer f 1200 per jaar. Van dit geld kan ik de mijnen wel onderhouden. Zoo leef ik heel gewoon, nie mand beloert of benijdt me. Na kantoortijd laat ik de zorgen over aan den patroon, die óok geen flauw idee er van heeft, welk een schatrijk kapitalist daar achter een van zijn lessenaars zit, en ga ik mijn bezittingen eens rond, evenals op Zon- en feestdagen. De menschen letten niet op me, mijn naam komt nooit in de kranten, ik word door niemand vervloekt. En toch ben ik eigenaar van al de schat ten, die ik daareven heb opgenoemd. Zeer stellig eigenaar. Een eigenaar zonder zorg. Gij gelooft dat niet. Ge meent, dat ik dan geen uren op een kantoor zou zitten en me niet zou binden in dienstbaarheid. Maar weet ge dan niet, dat Carnegie en zijn gelijke a misschien nog meer uren per dag arbeiden en heel ondergeschikt zijn aan hun eigen zaken, véél meer in dienstbaarheid leven dan ik Ze zijn niet vrij, zelfs niet als ze in hun auto's door de heerlijkste natuur snel len. Hun hoofd zit vol zaken, altijd maar zaken. De vraag is, of ze wel ooit echt ge nieten. En ik Kan iemand van zijn bezit meer genieten dan ik En onbezorgder genieten t Al die natuur, al die kunst, al die geestelijke opbouwing en hoeveel meer nog! mijn oogen, mijn ooren, mijn hoofd, mijn hart, ze kunnen het indrinken, terwijl ik er niet de minste zorgen voor heb en 's avonds mijn hoofd onbekommerd te slapen kan leggen. In een zijner fabels«L'avare qui a perdu son trósor* (de vrek die zijn schat heeft ver loren) spreekt La Fontaine de treffende waar heid uit«I.'usage seulement fait la posses sion* (alleen het gebruik maakt het bezit). Het gebruik alleen maakt het bezit. ijj-awe bet 8°®^ *>nze levensvreugde betiiidienst ÓtaM«t, Maar ook gij zijt t t»eo «enVr Ik ve vrletiu. -he's woord: «Het het, lie '-a Foni**~ ere van Denk Vn*. Gebruikt ge, gen.».. gebruik alU ''cht, het groen, de wandeling, de zon. de I, VM »He «tuften, u de preek, het b. 8» En leen m.« omringen, dan bc. ?o1k din. In ieder ander notarieel uw eigendoms. een hadt ge van dat alles ai. de ellende. Oneerlijke concurre. -•tie. In het jongste nummer van iDc N Wdt. standsbond*, officieel orgaan van den Ned. bond van vereenigingen van den ha ndel- drijvenden en den lnc'ustrieelen middensi '*«id, schrijft de Bondsvoorzitter, de heer J. S. Meuwsen Zoo hebben wij dan, uit naam van Jen geheelen Nederlandschen middenstand, v. oor de zooveelste maal de Nederlandsche F'.e- geering gevraagd, ons eindelijk en ten leste de voor onzen handel en voor onze nijverheid zoo 'onontbeerlijke wetgeving tegen de on eerlijke concurrentie te geven. Wij en met ons de geheele middenstand waren reeds zoo gerust, dat eindelijk onze wenschen in vervulling zouden gaan, nu een regeeringsman als mr. Aalberse zich per soonlijk tot den strijd hadden aangegord, en, fjebruik makende van zijn rechten als Kamer- id, een wetsontwerp bij de Staten-Generaal had ingediend, waarbij met de wenschen van den middenstand was rekening gehouden, betreffende de beteugeling en de bestraffing der oneerlijke concurrentie. Wij waren zoo gerust, zoo vol vertrouwen, dat wij bijna in onzen vroegeren dommel waren geraakt, het aan anderen overlatend, voor onze belangen te waken. Te erger was het ontwaken, nog vóór men in den dommel geraakte. Op het 11 de Congres van den middenstand stond de «oneerlijke concurrentie* nu eens niet op de agendamaar voor een der andere onderwerpen snel en goedkoop recht had de Minister van Justitie zien doen vertegenwoordigen door mr. Collard, die reeds verschillende malen als vertegen woordiger van het Ministerie van Justitie onze beraadslagingen had bijgewoond, Nadat een conclusie over «snel en goed koop recht", door mr, SchUrman gesteld, met algemeene stemmen was aangenomen, ge beurde hot meest onwaarschijnlijke, dat wij voor mogelijk zouden gehouden hebben. Verbeeld U, lezer, men vond voor dit onderwerp zekere strafbepalingen door ie mand uit de vergadering voorgesteld niet noodig en juichte een spreker den Volks vertegenwoordiger voor Dordrecht toe, die met welsprekende 'voorden, doch uitslui tend over «Snei en goedkoop recht" tegen het nemen van strafrechterlijke bepalingen te velde trok, De vertegenwoordiger van den Minister van Justitie was door het applaus, dat op de rede van mr. Schim van der Loeff volgde, in den waan gebracht, dat dit applaus óok toepasselijk was tegen de strafrechtbepalin gen van het Wetsontwerp tegen de oneer lijke concurrentie, en uitte zich op die wijze in zijn officieele speech. Het was toen, dat schrijver het noodig achtte, terstond alle misverstand uit de we reld te helpen, en door den georganiseerden middenstand door de vertegenwoordigers van alle middenstandsvereenigingen Ne derland te laten verklaren, dat mr. Collard een verkeerde conclusie getrokken had. Kort, zakelijk en duidelijk werd aan het Congres de vraag gesteld, of men met de opvatting van mr. Collard>ccoord*ging, cn luide werd het tegendeel daarop betuigd, waarna met ononderbroken langdurig applaus werd ingestemd met onze woorden tot den Vertegenwoordiger der Regeering «dat de Nederlandsche middenstand nog meer dan vroeger aan de Regccring vroeg om een wet op de oneerlijke concurrentie, en zoo spoedig mogelijk het wetsontwerp van mr. Aalberse In behandeling te nemen cn tot wet te yerheffen Mr, Collard beloofde dit grootsche mo ment van eendrachtig en eenparig willen van den middenstand voor een wet, als voorgesteld door mr. Aalberse, aan den Minister van Justitie over te brengen, opdat wederom goen fataal misverstand oorzaak zij, dat de eerlijke handel onbeschermd blijft. Op het Congres gewerd ons'ook het Voor- loopig Verslag van het afdeelingsondcrzoek In de Tweede Kamer, hetwelk nu niet be paald ongunstig is te noemen maar toch zóo veel gezochte critiek bevat, dat wij alle 'ddenstanders opwekken, zoo krachtig als '<»k is bij de Regeering aan te dringen Di. -»og der wet. moge.,, nioct bij de heeren der Volks- op aanncn,. zelve door den ge- Maar vooral middenstand wor- vertegenwoordiging ••nneming'.dezer h e e 1 e n Nederlandsche. den aangedrongen op de a„ '-«n'tetJ, wet. Laten de middenstanders toch beun dat al hebben zij geen dirccten vertege,. woordiger uit; hun midden in de Staten-Ge neraal de Volksvertegenwoordigers ook door hen én met hun stem gekozen worden. Het Nederlandsche volk, waarvoor men wetten maakt, bestaat Toch niet uitsluitend uit een groep van menschen I De midden stand behoort even goed als de arbeidende klasse en andere categorieën tot het volk van Nederland. Een krachtige actie bij de Regeering én bij den Volksvertegenwoordiger in hun dis trict is voor allo middenstands-organisaties gebiedend noodzakelijk Hot gevaar voor een grooten Europeeschen oorlog schijnt minder dreigend te zijn dan gister, nu „de Oostenrijksch-IIongaarsche Regeering heeft doen weten, dat haar nota aan Servië niet als ultimatum is bedoeld. Nochtans *'was het telegraafkantoor hier den geheelen nacht geopend en zijn tal van maatregelen genomen om, zoodra dit onver hoopt noodig mocht worden, onverwijld te kunnen optreden. Alles hangt af van de houding, die het Slavische deel der bevolking van Rusland zal aannemen; de Russische Regcering is voor het behoud van den vrede. Volgens het «Handelsblad* moeten rijwie len, welke dooreen Vnaast het achterwiel aangebracht wiel met motor in beweging kunnen worden gebracht, voor fe aanslags rogcling der Personeelo belasting beschouwd worden als motorrijwielen en zijn zij dus onderworpen aan een'beiastlng naar den 7en grondslag van f6, f 3 of f 1.50 In hoofd som, al naar gelang ze in het algemeen ta rief vallen, uitsluitend of hoofdzakelijk voor het beroep worden gebezigd, dan wel uit sluitend of hoofdzakelijk voor verhuring dienen. Wordt een rijwiel bij afwisseling met en zonder autowheel bereden, dan zal het niet tevens naar den 6en grondslag (rijwielen) maar alleen naar den 7en worden belast. Heeft men echter eerst een gewoon rijwiel in de belasting aangegeven cn schaft men zich voor dit rijwiel in den loop van het jaar een autowheel aan, dan krijgt men bo vendien een aanslag naar den 7cn grondslag.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1