Donderdag 30 Juli 1914. No. 8447. 63e Jaargang. Op reis. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Conrant, voorheen Firma A. H. van CleeiT" HOOFDREDACTEUR F. J. FBSDSHZZ! AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post f 1.15. Advertention 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieele- en ontelgenings- advertenti6n per regel 15 cent Reclames 15 regels f 1.25. Bewijsnummersnaar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU: KORTEGRACHT 9. Postbus 9. Telefoon 19. Aan onze abonné's die tijdelijk elders, binnen- dan wel buitenlands, vertoeven, wordt op aanvrage, en met duidely ke opgave van adres, de courant eiken ver- 1 schijndag tegen vergoeding van porto toegezonden. Ook niet-geabonneerden (medelezers) kunnen op de zelfde wijze de geregelde toezending van de „Amersfoortsche Cou rant" tijdens hun uitstedigheid zich ver zekeren. KENNISGEVINGEN. De Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht, Gehoord het namens den Minister van Oorlog gedaan verzoek, Maken bekend, dat, tengevolge van het inbrengen van eenige schotbalken in den Krommen Rijn bij de Lunet ten te Utrecht met het doel den waterstand te verhoogen tot ongeveer 0.70 M. boven N. A. P., het scheepvaartverkeer tusschen de Gemeenten langs den Krommen Rijn gelegen en de Ge meente Utrecht te beginnen met Donderdag 30 Juli, a.8., des voormiddags te acht ure tot nadere aankondiging zal zijn gestremd. Utrecht, 29 Juli 7914. Namens de Gedeputeerde Staten voornoemd, F. D. SCHI MME LPENNÏNCK Voorzitter. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter openbare kennis, dat bij hun be sluit van 12 Juni 1914, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Utrecht den 13 Juli 1914, de vereeniging „Kinderzorg" in het pro vinciaal ressort Utrecht der Nederlandsch Her vormde kerk is geschrapt van de Lijst van de instellingen van weldadigheid, bedoeld bij art. 3 der Armenwet, in deze Gemeente, daar bedoelde instelling is gevestigd te Utrecht. Amersfoort, 29 Juli 1914. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, De Burgemeester, VAN RANDWLJCK. De Secretaris, A. R. VEENSTRA. In oorlog. De eerste van de twee gevaarlijke moge lijkheden, die Europa bedreigden, is werke lijkheid gewordenOostenrijk-Hongarije lieeft Servië den oorlog verklaard. Aan de min waardige overweging, dat deze verklaring niet noodig zou zijn, omdat Servië niet behoort tot de onderteekenaars van het Haagsche protocol, is niet vast gehouden. De dubbel monarchie beeft door den Keizer-koning op 28 Juli het besluit laten nemen, dat er ge vochten zou worden, en daarna is een oor logsverklaring tot de Servische Regeering gericht. De tweede der gevaarlijke mogelijkheden blijft dreigen: deze namelijk, dat uit de botsing der oorlogvoerende partijen een Europeesche oorlog ontstaat. Laten we even constateeren, dat een lid van het Drievoudig Verbond, hetwelk den Europeeschen vrede en het Europeesch even wicht beweert te behoeden, voor de tweede maal binnen zes jaar een daad doet, waardoor de lont dicht naar het Europeesche kruit wordt geschoven: in 1908 de Oostenrijkscli- Hongaarsche staatsgreep in Bosnië en Herze- gowinathans de overinachtspolitiek ten opzichte van het kleinere Servië. In 1908 heeft Duitschland zijn bondgenoot gerugsteund, nadat deze de uittartende mede- deeling had gedaan, dat hij geen bemiddeling zou dulden en het tractaat van Berlijn, dat door den Staatsgreep werd geschonden, voor Bosnië en de Herzegowina als niet geschreven beschouwdethans heeft Duitschland het Oostenrijksch optreden niet verhinderd. Of het nu ook als in 1908 de toezegging heeft gegeven van steun onder alle omstan digheden, mag betwijfeld worden. Het schijnt, dat de alle grenzen van toe laatbaarheid overschrijdende ultimatum-ei- schen, welke Oostenrijk-Hongarije aan Ser vië stelde, niet in haar geheel bij Duitschland bekend waren en dat in het bijzonder de strengste dier eischen niet aan de Duitsche Regeering werd overgelegd. Ware dit wel het geval geweest, dan mag niet maar zoo verondersteld worden, dat daaraan Duitsch- land's goedkeuring zou zijn gehecht. Inmiddels blijft de vrees bestaan, dat mocht onverhoopt de nu begonnen oorlogs toestand Rusland's gewapend optreden uit lokken Duitschland >seine verfluchte Pflicht* ten aanzien van zijn bondgenoot Oostenrijk-Hongarije ten volle zal betrachten en hem zal steunen. Dat zou de groote catastrophe zijn waarbij Europa voor tientallen jaren ontwricht, ver zwakt, in ellende gedompeld wordt. Zal het daartoe komen Niemand kan met 'eenigen grond van recht daaromtrent iets voorspellen. Men jnag gissen, men mag ho pen, men mag wijzen op lichtpunten verder kan men niet gaan. Wanneer in een kruithuis een ontp'offing plaats vindt, is de kans op andere ontplof fingen groot. De lichtpunten zijn o.i. deze, dat de ge weldige ernst van het oogenblik zoowel te Parijs als te Berlijn, te Londen als te Pe tersburg wordt gevoeld. Dat het volgens de jongste verklaringen Oostenrijk-Hongarije niet te doen is om gebiedsverovering, noch om dynastieke veranderingen te brengen in Servië, zoodat, willen de mogendheden speciaal Rusland naar Duitschland's wensch den oorlog >localiseeren* tusschen de thans in oorlogstoestand zijnde volkeren, zij den krijg, die nu gestreden zal worden, moeten beschouwen als een correctief door Oosten rijk-Hongarije aan Servië toegediend, of wil men een plastischer beeld als een afram meling, een forsche afstraffing voor den ge- pleegden moord op den Oostenrijkschen troonopvolger en diens gemalin en de daarna gebleken aansprakelijkheid van vele, zelfs tot officieele kringen behoorende, Serviërs. En dan willen we onder de lichtpunten vooral niet vergeten, het belang dat Italië, Oostenrijk's bondgenoot, er bij heeft om den grooten Europeeschen oorlog te vermijden. Het zou mèt Oostenrijk zijn zoogenaamden vriend, doch in werkelijkheid op den Balkan zijn vijand moeten strijden tegen zijn eigen belangen! Van Italië moet in deze dagen een ern stige kracht ten goede uitgaan, óok te Ber lijn en te Londen, en zoo is -.vellicht in deze misère van openlijke en bedekte vijand schappen de dubbele positie van Italië als bondgenoot en tegenstander van Oostenrijk- Hongarije een der grootste factoren, die in vredelievende richting kannen werken. Niet Frankrijk ook dit zij nog even uitgesproken niet het Gallische ras is nu de stokebrand. Mocht Europa in vlammen opgaan, dan is de brandende fakkel geworpen uit het Germaansche kamp. De Balkan-po litiek van Oostenrijk-Hongarije, in 190S zoo krachtig voor litgeschoven en sedert zoo streng volgehouden, is de aanleiding tot de hoogst ernstige crisis, welke we thans door maken en waarvan het einde wellicht het ineenstorten kan zijn van het met een wa pening a outrance tot dusver bewaard even wicht van Europa. Er is maar éen wensch voor wie gezond verstand en een gezond hart heeft, namelijk, dat zulks niet gebeure en dat er een tijd na dere, waarin we verlost mogen worden van de zoogenaamde bewakers van den vrede in pantser en met de wapens in de vuist. De vraag »Op welke wijze kan Rusland daadwerkelijke hulp verleenen aan Servië* wordt door generaal jhr. L. F. A. van der Goes als volgt beantwoord in de »Arnhem- sche Courant* Indien een Staat een anderen, die door een overmachtigen vijand wordt aangevallen, daadwerkelijk wil helpen, dan kan hij een leger naar het aangevallen Rijk zenden, ten einde met diens strijdkrachten vereenigd tegen den aanvaller te ageeren op het eigen lijke oorlogstooneel, of hij kan zijn leger naar de grens van des aanvallers gebied doen oprukken, ten einde dezen te dwingen, zijn strijdkrachten te verdeelen en daardoor zijn bondgenoot te ontlasten. Het spreekt vanzelf, dat, naarmate deze bedreiging krachtiger is, de aanvaller ge noodzaakt zal worden een grooter deel van zijn leger af te zonderen om aan de be dreigde grens op te treden. Wil Rusland Servië met een leger te hulp komen, om het te vrijwaren tegen een ver nietiging van zijn strijdkrachten door het overmachtige Oostenrijk-Hongarije, dan zou het, om het Servische oorlogstooneel te be reiken, zijn troepen over Rumeensch of Bul- gaarsch grondgebied moeten vervoeren, waardoor de onzijdigheid van een of van beide dezer Rijken, met al de daaraan ver bonden gevolgen, zou worden geschonden. Tot deze wijze van hulp bieden zal Rusland dus niet komen en schiet alzoo slechts over de door ons boven aangegeven tweede wijze. De grens, welke Rusland en de Oosten- rijksch-Hongaarsche monarchie gemeen heb ben de strekt zich uit langs de Noord- en Oost grens van Galicië, van Krakau nabij de Pruisische grens tot Czernowitz aan de Rumeensche grens, d. i. over een lengte van ongeveer 800 K.M., zijnde ruim 4 maal den afstand van Arnhem tot Groningen. Tegen over deze grens liggen op Russisch gebied de groote steden Warschau op 150 tot 200, Brest-Litowsk op 150, Rowno op :oo en Proskurow op 50 K.M., van welke steden spoorlijnen naar de Oostenrijksch-Hongaarsche grens leiden en deze overschrijden, wat de beide eerste betreft bij Granica, van de tweede een zijtak bij Toinaschow, de derde bij Brody en de vierde bij Wolotschïsk; de Russische hoofdoperatiebasis zal waarschijn lijk dus loopen over Warschau, Brest-Litowsk, Rowno en Proskurow. Warschau en Brest-I.itowsk liggen respec tievelijk aan de groote strategische lijnen Petersburg—Wilna—Warschau en Moskou Smolensk Brest Oostenrijksche-Hongaar- sche grens, terwijl Rowno spoorwegverbin ding heeft naar het Noorden en Oosten en Proskurew naar het Zuid-Oosten. De grens van Galicië wordt van Sawichsto in Oostelijke richting grootendcels gevormd door de Weichsel. In dit gedeelte neemt deze rivier de zijriviertjes Dunadjee, Wistoka en San op, terwijl de rivier de Bug langs Brest-Litowk stroomende, ten Noorden van Sokal de grens van Galicië overschrijdt deze rivieren vormen in het Noordelijk ge deelte van Galicië dalen, die gemakkelijke toegangen geven tot de steden Krakau, Tarnow, Rzeszow, Debica, Jaroslaw en Lem- berg en verder Zuidwaarts. Aan de Oost zijde van Galicië wordt de grens in de Zui delijke helft gevormd door de rivier de Sbruez, een zijrivier van de Dnjestr. In dit gedeelte liggen weliswaar de steden Brody, Tarnopol en Czernowitz zeer blootgesteld, maar de Karpaten bemoeilijken den opmarsch van een leger van Oost naar West in hooge mate. Mocht Rusland er toe overgaan, aan Oos tenrijk den oorlog te verklaren, dan zal het beginnen met zijn leger samen te trekken I aan de Oostenrijk-Hongaarzche grens, ver- i moedelijk de hoofdmacht ten Oosten van de 1 Weichselhet biedt dan echter zijn rechter- 1 tlank aan Duitschland en zal die dus met een zeer sterk leger moeten dekken in de richting WarschauLodz—Krakau. I Aan een oprukken van een Russisch leger I in Galicië zijn alzoo groote bezwaren verbon den en het zal nog zeer de vraag zijn of Rusland er toe zal overgaan, dien stap al dadelijk te doen, en zich niet liever zal be perken tot het aannemen eener afwachtende houding in zijn aanvankelijk in te nemen opstelling. Aannemende, dat Rusland hiertoe 14 le gerkorpsen bestemt, dan zal het daarmede toch reeds bereiken, dat Oostenrijk re kening houdende met den steun der bond genootschappelijke Duitsche troepenopstelling in Silezië minstens 8 van zijn 16 leger korpsen van het Servische oorlogstooneel zal moeten verwijderen, hetgeen voor Servië van zeer groot belang zou zijn. Her valt echter niet te ontkennen, dat aan een daadwerke lijk ingrijpen voor Rusland groote gevaren zijn verbonden, Immers, afgezien van hetgeen Rusland aan troepen zal moeten bestemmen voor de handhaving van inwendige rust en orde, komt het ons niet denkbaar voor, dat, zelfs een in getalsterkte overmachtig Russisch le ger, opgewassen zal blijken tegen de zooveel beter georganiseerde Duitsch-Oostenrijksche troepen. Hierbij komt voor Rusland het gevaar voor zijn Oostzeevloot. Ofschoon het ons niet bekend is, in hoeverre de ia wording zijnde vloot reeds in slagvaardigen toestand verkeert, is het wel zeker, dat zij niet in staat is, een strijd te aanvaarden met de overmachtige Duitsche vloot, thans de tweede van de wereld, en dus aan totale vernieti ging zal zijn prijs gegeven, terwijl een waar schijnlijk gevolg dezer vernietiging zou zijn, dat de Duitsche vloot Kronstadt met zijn talrijke in de Kronstadter bocht gelegen bat terijen zou vernielen. Weliswaar is het vaar water nabij het eiland Kronstadt niet diep genoeg voor de grootste slagschepen, maar zoowel in het Noord- als in het Zuid-kanaal staat io M. water, en schepen van minder dan 10 M, diepgang knnnen daar de ver sterkingen tot op een afstand van 5 'K. M. naderen. Al moge het vernielen dezer versterkingen materieel van geen groot belang zijn, moreel zou er een belangrijk effect mede verkregen worden en het zou vooral in Rusland's hoofd stad een diepen indruk maken. Spreken wij ten slotte de hoop uit, dat Rusland zich niet daadwerkelijk in den strijd mengen, maar zich tot diplomatieke actie be perken zal, vertrouwende op de verklaring van Oostenrijk, dat het aan Servië geen grondgebied zal ontnemen en de dynastie ongemoeid zal laten, dan zal een Europeesche oorlog met al zijn verschrikkingen en ellende mogelijk nog kunnen vermeden worden. Rust on onrust. Is het voor een deel toe te schrijven aan de zucht tot navolging, die behoort tot de eigenschappen, waarmede ons geslacht is begiftigd, dat het maatschappelijk leven in de tweede helft der zomermaanden zekere afwijkingen vertoont, er zijn toch ook andere oorzaken voor te vinden. Een ant woord op de vraag hoe het komt, dat in den laatsten tijd de vacantie-verschijnselen zich met toenoemende sterkte openbaren, is niet moeilijk te geven. Wordt er niet geklaagd over de rnsteloo- ze vloeiing van het bedrijfsleven, waarin allen zich voelen voortgejaagd, als volgde de drijver hen op de hielen met immer op geheven zweep Hoog zijn de eischen, die de vooruitgang stelt aan de werkkrachten, niet het minst aan de geestelijke, waarvan de inspanning niet gezien wordt, wijl zij geen zweetdroppelen te voorschijn roept onder feilen zonnegloed, en die alleen den lichame- lijken druk als maatstaf hebben. En het is niet slechts de tot volle ontwikkeling geko men werker, wien het>schiet op onop houdelijk wordt toegeroepenook de voor bereiding tot den werkkring, die van de maatschappelijke opvoeding een voornaam deel uitmaakt, eischt een gestadig voortgaan in den tredmolen der dagelijksche plichten. Het onvermijdelijk gevolg van dien toe stand is een vroeg of laat intredende staat van uitputting, die door trouw in acht nemen van nachtrust en van Zondagsrust wel k*n worden uitgesteld, maar toch niet geheel voorkomen. Wie onafgebroken doorgaat, betrapt zichzelf op stemmingen, waarin de

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1