Dinsdag 4 Augustus 1914. No. 8449. 63e Jaargang. Stadsnieuws. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff" HOOFDREDACTEUR F. J. FRSSSRZZS. AMERSFOORT. Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.— franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleële- en onteigening*- advertentiën per regel 15 cent Reclames 1—5 regels fx.25. Bewijsnummers naar bulten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. p Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten In rekening gebracht. rostbus 9. BUREAU SORTBQRAOHT 8. Telefoon 19. KENNISGEVINGEN. ALGEMEEN*! BEKENDMAKING. II. M. de Koningin heelt beslist, dat er oorlogs gevaar bestaat in den zin van artikel 168 der Grondwet. In verband biermede wordt ter algeraeene kennis gebrach, dat de kolonel G. A. van der Brugghen, Territoriaal bevelhebber in Over ijssel, enz., ter Btandplaats Zwolle, in de provin cie Overijssel, in de provincie Gelderland ten Noorden van den Neder-Rijn en in de Provincie UTRECHT Oostelijk van de Oostgrens der Nieuwe Hollandsche Waterlinie, belast is met de uitoefening van bet militair gezag. De Bevelhebber voornoemd brengt ter kennis van de ingezetenen in genoemd ambtsgebied het navolgende: 1. Nu het oproepingstelegram voor militie en landweer verzonden is, kunnen in geval van be paalde noodzaak onroerende goederen op last van den hoogsten militairen commandant ter plaatse bij wijze van onteigening in bezit worden ge nomen, op grond van art. 73 van de Onteige ningswet (Wet van 28 Augustus 1851, Staatsblad No. 125) regelende de onteigening ten algemeenen nutte. 2. In het thans aanwezige geval van oorlogs gevaar rust op de Gemeenten en hare inwonerB de verplichting tot het doen van leveringen van allerlei aard ten behoeve van den krijgsdienst, zulks op grond van art. 32 der Inkwartieringiwet. 3. Aan de militaire commandanten is bevolen om in geval dat particulier eigendom moet wor den aangetast, hetzij voor noodzakelijk geoor deelde opruimingen, hetzij om dit voor de uitoefening van den militairen dienst in gebruik te nemen, voor zooveel mogelijk den Burgemeester te voren hiervan kennis te geven. Op die wijze zal door den militairen comman dant, in overleg met den Burgemeester of met een door dezen aangewezen deskundige, de van Rijkswege uit te keeren schadeloosstelling kun nen worden bepaald. De militaire conmandanten zijn bevoegd om, bijaldien zulks wordt verlangd, op de schade loosstelling voorschot te verstrekken. 4. Een ieder is verplicht, gevolg te geven aan den aanroep van een schildwacht of van een patrouille. Hij, die aan een zoodanigen aanroep geen ge volg geeft, stelt zich bloot aan lijfsgevaar; immers, wanneer aan den eenmaal herhaalden aanroep geen gevolg wordt gegeven, moet de militair van zijn vuur-of blanke wapens gebruik maken. Mede stellen zich bloot aan lijfsgevaar zij, die het aanroepen van schildwachten of patrouil les onbeantwoord laten, die niet voldoen aan bevelen, welke door schildwachten ingevolge de hun verstrekte consignes worden gegeven, die geen gehoor geven aan de aommatiën, door de bevoegde autoriteiten gedaan, of die tegenwoor dig zijn bij samenscholingen, waarbij een aanval op de militaire macht geschiedt. Zwolle, 1 Augustus 1914. De Territoriaal Bevelhebber voornoemd, G. A. van beu BRUGGIIEN. ARBEIDSBEURS. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort maken bekend, dat er een instelling in het leven is geroepen om hen, die door deze ernstige tijdsomstandigheden buiten werk zijn geraakt, in aanraking te brengen met hen, die werk krachten noodig hebben. Zij doen een dringend beroep op allen die werkkrachten voor veldarbeid, of welken arbeid ook, zoeken, zoowel in deze Gemeente als in den omtrek, om van deze instelling eeu druk gebruik te maken. Een ieder zij indachtig, dat het plicht is om naar krachten mede te werken, den bestaanden nood te helpen lenigen. Het Bestuur dezer instelling zetelt ten Stad- huize van Amersfoort van 's morgens half negen tot half elf ure en 's namiddags van half twee tot half drie ure, behalve Zaterdags en 's Zondags. Voor vrouwen 's Maandags, 's Woensdags en 's Vrijdags des namiddags van half twee tot half drie ure. De Burgemeeeter, Van RANDWIJCK. delijkheid van de biljetten, door de Neder landsche Bank uitgegeven, is ontstaan, en dat vermoedelijk door een misverstand aan eenige postkantoren biljetten niet in betaling zouden zijn aangenomen, brengt ter openbare kenis, dat h'aarf na ^onderzoek is gebleken, dat de soliditeit der biljetten der Neder- landsche Bank boven eiken twijfel is verheven, en| dat de Regeering aan al hare bureaux en kantoren de Bankbiljetten, tot de volle waarde in betaling aanneemt. De Regeering heeft onmiddellijk maatrege len genomen om aan het hierboven bedoelde misverstand aan enkele postkantoren een einde te maken. Ik heb het van belang geacht, deze mede- deelingen algemeen ter kennis van het publiek te brengen. Amersfoort, 2 Augustus 1914. De Burgemeester van Amersfoort, Van RANDWIJCK. OPKOOPEN VAN LEVENSMIDDELEN. Wij zijn gemachtigd mede te deelen, dat door de Regeering buitengewone maatrege len worden voorgesteld, waardoor zoowel het opkoopen van levensmiddelen door han delaren en particulieren als het vragen van buitensporige prijzen onmogelijk wordt ge maakt door direct ingrijpen van de overheid. In verhand daarmede wordt de -•.andacht van het publiek er op gevestigd, dat het geen nut heeft, thans bijzondere groote voorraden in te slaan, daar deze toch in be slag kunnen worden genomen, en het zeker valt af te raden, buitengewone prijzen te betalen, aangezien dit tot niets anders dan tot yerlies voor den kooper aanleiding kan geven, zonder hem eenig voorrecht ten aan zien van het gebruik van de waren te verschaffen. Ik heb het van belang geacht, deze mede- deelingen algemeen ter kennis van het pu bliek te brengen. Amersfoort, 2 Augustus 1914. De Burgemeester van Amersfoort, Van RANDWIJCK. BUITENGEWONE ARBEIDSBEURS. Ten Stadhuize kome a. wie hulpkrachten noodig heeft; b. wie zich beschikbaar stelt, voor welk doeleinde ook. De Burgemeester, Van RANDWIJCK. En wij BANKBILJETTEN. De Nederlandsche Regeering, vernomen hebbende, dat op verschillende plaatsen in het land eenig wantrouwen tegen de deug 7.00 is dan over ons gekomen, wat wij nog geen week geleden^ons dachten als onmo gelijk van gebeuren. Zoo hebben dan eergisteren en gisteren en heden reeds duizenden het leed doorstaan te zien henentrekken hen, die hun zoo dier baar zijn en die hen tot steun waren. En morgen en wie weet wanneer hoe spoedig wellicht zullen nog meer "duizen den de pijn doorleven van de afscheidsure. Laat me niet vertellen van het wee, dat ik reeds hoorde uitsnikken, van den zonder lingen blik in de oogen van het dier, toen het zijn meester zag hen en gaan. Ik zie nog dien ouden boer, die daar Zaterdag op den Zuidsingel zijn schimmel in de lange rij viervoeters zijn plaats deed innemen; ik hoor nóg zijn'gestamel»Mien best, braaf beestjen ik had veUedocht, dat jie mien, maor nooit, dat ik joeTzou weg brengen Ik zal nimmer vergeten, hoe een blond, vier jarig meisje, zich aan haar vader klemde en maar aldoor riep >niet weggaan, pappie, niet weggaan* maar laten we niet uitrafe len zóo veel harteleed. 't Is er te heilig voor. Staren we hen, die henen trokken, na met een innig »God behoede u«. Zij gaan hun plicht vervullen. En wij Wij sluiten ons eng aaneenwij nemen het als een eereschuld tegenover de vertrok kenen op ons, elkaar te steunen, met elkaar te dragen al hetgeen in deze zware tijden ons zal worden opgelegd. Vóór alles: laat ons kalm zijn, anderen tot kalmte aanmanen, het hoofd koel hou den, opdat het hart warm blijve. B1 ij v e Want o, in de eerste dagen hamert het op ons in, dat we helpend, steunend met raad èn daad moeten optreden. Din is geen offer ons te groot, geen werk ons te zwaar of te gering. Maar als het lang, heel lang duurt Geen onzer vermag, zelfs bij benadering, te schatten hoe kort of hoe lang deze periode van onzekerheid zal durenwelke afmetin gen het leed, dat de zekerheid ons onver mijdelijk brengt, zal aannemen. En vader Tijd, de meedoogenlooze, die zoo spoedig zijn doodend stempel van ge woonte en sleur op alles drukt, en daardoor zoo gauw aan enthusiasme al haar warmte en innigheid ontneemt, hij zal óok niet na laten zijn werk te doen, zelfs in deze dagen van beproeving en angst. Daarom, laten we van den beginne af hen, die noggrooter leed, angstiger spanning, nij pender zorgen te dragen hebben dan wij, zóo ter zijde staan, dat wij hen kunnen b 1 ij v e n steunen. Practisch dus en wèl overlegd. Het doet zoo goed, te kunnen constateeren, dat zoo heel velen, van eiken stand en iede- ren leeftijd, hun diensten komen aanbieden, vooral aan het Roode Kruis. Ze zijn bereid om hun willen en hun kunnen vol toewijding te geven. Daar zijn echter ook tal van flinke meis jes en kranige jongens, die ook ander werk wiilen verrichten. Het klonk zoo eerlijk en trouwhartig van een aardig blauwoogje gis terochtend: >Ik munt in niets uit, maar ik wil alles graag aanpakken En van ochtend, dat elfjarig baasje, zoontje van een officier»Ik kom me melden voor allerlei licht werk vader is weg nu moet ik dubbel aanpakken, zegt moeder*. Maar tóch de meesten lokt het Roode Kruis. In de eerste dagen echter en God geve nog lang uitstel in dien zin, dat onze jongens daarginds zoo lang mogelijk valiede blijven valt er in die richting nog niet veel voor hen te doen. Maar is er bovendien niet meer-dadelijk nuttig werk te verrichten? Ik geloof het wel. Om maar iets te noemen: zouden er niet heel, heel veel moeders zijn, die, o zoo graag, hun kinderen zagen bezig gehouden en aan de straat onttrokken, waar zij zelf, het hart vol leeds, het hoofd vol zorg, daartoe den lust en de energie zoo heel begrijpelijk thans missen Zou 't niet kunnen, dat een paar volwas senen, bijgestaan door wat grootere meisjes en jongens, met een troepje kinders een flinke wandeling naar buiten maakten of hen bezig hielden in een groot lokaal Of vertelmiddagen arrangeerden, afgewis seld door het doen van allerlei spelletjes Het vooruitzicht op een prettigen middag, houdt ze 's ochtends reeds stil. Komt, moeders, en gij allen die dag aan dag met dat kleine goed omgaat, werkt dat plannetje eens uituw eigen meisjes en jon gens, zoo vol vuur om de handen uit de mouwen te steken, zullen u zeker graag helpen. En als daar in bosch en veld vroolijke stemmetjes zullen schallen, blijde kinderlach en kinderzangen zuilen weergalmen,dan zullen ze ondanks de somber-ernstige tijden ons niet als dissonanten in de ooren klinken, omdat we weten, dat hun vaders, die daar ginds pal staan voor ons aller belangen, geen anderen, beteren dank wenschen dan dat we hyn kinderen blij maken, de zorgen hunner vrouwen verlichten. Zóo vinden ons de komende dagen, wat leed en kommernis ze ons ook mogen brengen, kalm en moedig, gesterkt door liefde te geven en te ontvangen. Suze Frederiks Van Cleeff Amersfoort, 3 Augustus 1914. De Regeering deelt mee, dat bet publiek zich'niet ongerust behoeft te'maken over de voorraden van de meest noodzakelijke le vensbehoeften. Voor geruimen tijd is er vooral aan meel en rijst meer dan voldoende. De Presidenten van de Nederlandsche Bank en van de Nederlandsche Handel maatschappij hebben vergaderd met de Mi nisters van Financiën, van Justitie en van Landbouw. Algemeen was men het er over eens, dat er niet de minste reden is tot bezorgdheid wat den algemeenen financieelen toestand betreft. De Minister van Financiën deelde mede, dat de Rijks-munt druk bezig is, specie te slaan, zoodat spoedig door het geheele land baar geld overal te verkrijgen zal zijn. De positie van de Nederlandsche Bank is op dit oogenblik sterker dan ooit. Hedenochtend kwam hier eeu auto met baar geld aan, echter nog slechts rijksdaal ders. Indien, ondanks de tijdig genomen en zeer uitstekende maatregelen om militairen onder te brengen in schoolgebouwen, er inkwar tiering noodig mocht zijn, mag men er wel aan denken, dat volgens de Inkwartieringi wet moet worden verschaft: bij inkwartiering zonder voeding A. voor een onderofficier of soldaat huisvesting, een zindelijk strooleger met twee bedlakens, een deken, een tafel, een stoel of bank, gelegenheid tot reiniging met waschgereedschap en, zoo noodig, vuur en licht of plaats bij vuur en licht, ter keuze van den inwoner B. voor een officier: een kamer, voorzien van de noodige meu belen, als: tafel, stoelen, een ledikant of bedstede met een gevulden stroozak en een matras of een vederen bed, een hoofdpeluw of een hoofdkussen, twee bedlakens en een deken, alsmede het noodige waschgereedschap en, zoo noodig, vuur en licht of plaats bij vuur en licht, ter keuze van den inwoner. voor een opper- of hoofdofficier behooren, zoo mogelijk, twee kamers te worden ver schaft, waarvan éen tot slaapvertrek is ingericht; bij inkwartiering met voeding moet, boven en behalf hetgeen hierboven aan gaande de huisvesting is vermeld, worden verschaft op den dag van aankomst en verder voor iederen dag van verblijf; A. voor een onderofficier of soldaat: een voedzame maaltijd, bestaande in aard appelen en groenten of droge peulvruchten, en voorts in vleesch, spek en visch en daar enboven 0.75 K.G. goed gebakken brood, tweemaal per dag thee of koffie en verder het noodige drinkwater. B. voor een officier: voor zoover voor hem geen gelegenheid bestaat, zich tegen betaling behoorlijke voe ding te verschaffeneen voedzame maaltijd, bestaande in vleesch of visch, groenten en aardappelen benevens 0.75 K.G. tarwebrood en 0.20 K.G. boter, tweemaal per dag thee of koffie of 0.5 Liter bier en verder het noodige drinkwater Niet elkeen kan zijn land dienen met de wapenen, doch ieder kan het toch on schatbare diensten bewijzen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1914 | | pagina 1