Zaterdag 8
Augustus 1914.
No. 8451.
63e Jaargang.
AMERSFOORTSCHE COURANT.
Eitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff"
HOOFDREDACTEUR
J. FRSDSBZSS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1.— BUREAU*
franco per post fi. 15, Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings- EORTSCBAP5T 9
advertentien per regel 15 cent Reclames 13 regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten A X
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. D
Rl. ,.nn U.iI.AM .».A_.1 A. iHM.H.ut.M.nM 1. .nl.M.}nM mmIihmI.. X OStDUS QA elelOOO IQ.
i advertentien van buiten de stad worden de lncasseerkosten in rekening gebracht.
KENNISGEVINGEN.
Landstormafdeelingen van vrijwilligers.
De Minister van Oorlog,
felet op den prijzenBwaardigen ijver, waarmede
en, die niet tot de militie, de landweer, of
den landstorm bebooren, wenschen deel te nemen
aan de voorbereiding der landsverdediging,
overwegende, dat het gewenscht is, al dadelijk
de vorming van landstormafdeelingen uit vrij
willigers bij den landstorm ter hand te nemen,
heelt bepaald
Art. 1. Met afwijking van art. 53 van het
landstormbesluit kunnen personen reeds nu op
grond ven art. 8, 3e lid, der Landstormwet tot
een vrijwillige verbintenis bij den landstorm
worden toegelaten.
Art. 2. Uit de in art. 1 bedoelde personen
kunnen naar mate van de behoefte gewapende
landstormafdeelingen worden gevormd.
MILITIE. LANDWEER. LANDSTORM.
Vergoeding wegens kostwinnerschap.
De Burgemeester der Gemeente Amersfoort
brengt ter openbare kennis, dat ook tydens
den duur der huidige bijzondere tijdsomstandig
heden vergoeding wegens kostwinnerschap wordt
toegekend aan de achterblijvende familiebetrek
kingen van dienstplichtigen van de militie, de
landweer of den landstorm, die zich gedurende
die tijdsomstandigheden in werkelijken dienst
bevinden.
Ten aanzien van de toekenning defer vergoe
ding geldt o. a. het volgende r
1. De vergoeding wordt toegekend, indien
ten gevolge van het verblijf en werkelijken
dienst van den dienstplichtige voldoende mid
delen tot levensonderhoud ontbreken of zouden
komen te ontbreken:
a. aan zijn gezin; of
b. aan het gezin, waartoe bij behoort of waarin
hij als pleegkind is opgenomen of
c. aan personen, die hem in den sersten of
den tweeden graad van bloed- of aanverwant
schap bestaan (d.i. als kind, vader of moeder
kleinkind, grootvader, grootmoeder, broeder,
zuster, halfbroeder of halfzusterstiefkind,
stiefvader, stiefmoeder, behuwdkind, behuwd-
vader of behuwdmoederstiefkleiokind, stiel-
grootvader, stiefgrootmoeder, behuwdkleinkind,
behuwdgrootvader, behuwdgrootmoeder, behuwd-
broeder, behuwdzuster, oehuwdhalfbroeder of
behuwdhalfzuster).
2. Om de vergoeding te kunnen bekomen,
moet een aanvraag daartoe worden ingediend
in het geval, vermeld onder la.: door de
echtgenoote
in hel geval, vermeld onder lb.door het
hoofd van het gezin;
in het geval, vermeld onder lc.door de
daarin bedoelde personen.
Is de echtgenoote van den dienstplichtige
overleden of is degene, die volgens het hier-
voren vermelde de aanvraag om vergoeding zou
moeten doen, wegens bijzondere redenen niet in
staat, of niet in staat te achten om zeil over
toegekende vergoeding te beschikken, dan moet
de indiening der aanvraag ten behoeve van het
gezin of van de personnen, waaraan of aan wie
vergoeding zou worden toegekend, geschieden
door dengene, die in aanmerking komen kan
voor het in oDtvangst nemen der vergoeding en
daartoe bereid zal zijn.
De vergoedingsaanvraag moet, ten blijke van
instemming met de aanvraag, worden mede-
onderteekend door den dienstplichtige, zoo deze
daartoe niet buiten staat is.
3. In elke aanvraag om vergoeding moeten
worden vermeld het nauwkeurig adres van den
verzoeker (de verzoekster) alsook, indien deze
in het Duitsche Rijk of het koninkrijk België
is gevestigd, de rang en de standplaats van den
Nederlandschen consulairen ambtenaar, binnen
wiens ressort de plaats van vestiging is gelegen.
In de aanvrage moeten tevens worden opge
geven de geslachte- en voornamen van den dienst
plichtige en bovendien
a. zoo hij tot de militie behoort: de naam
der Gemeente, voor welke hij is ingeschreven
(heeft geloot) en wanneer hij is toegewezen aan
de militie te land, het korps en het korpson
derdeel, waarvoor hij is bestemd of waartoe hij
behoort, alsook zijn stamboeknummer en zijn
controlenummer, zoo hem die nummers reeds
bekend kunnen zijn
b. soo hij tot ae landweer behoortde naam
der Gemeente, waar hij in het landweer-verlof-
gangersregiBter staat ingeschreven, het wapen
of dienstvak, het landweer-onderdeel en de
compagnie, waartoe hij behoort, en zijn contro
lenummer
c. zoo hy tot den landstorm behoort: het
jaar en de dagteekening zijner geboortede
naam der Gemeente waar, het nummer van het
model van het landstormregister (model No. 1
of No. 2) waarin en het volgnummer, waaronder
hij voor den landstorm staat ingeschreven.
4. Houden de belanghebbenden verblijf bin
nenslands, dan moet de vergoedingsaanvraag
worden gericht aan den Burgemeester der Ge
meente, waarin xy woonplaats hebben, en ook
bij dezen Burgemeester worden ingediend. Is
de woonplaats van belanghebbenden buitenslands
gelegen, dan moet dit geschieden bij den Bur
gemeester der Gemeente, voor welke hij is inge
lijfd, zoo hij tot de militie behoortbehoort hij
tot de landweer, dan in de Gemeente, waar by
in het landweerverlofgangersregister staat inge
schreven behoort bij tot den landstorm, dan
in de Gemeente, waar hij in het landstormre
gister staat ingeschreven.
5. Het bedrag der vergoeding wordt bepaald
door den Burg'meester.
De vergoeding mag ten hoogste bedragen
a. f 1.voor eiken dag werkelijken dienst,
zoo het een dienstplichtige bij de militie betreft
b. f 1.50 voor eiken dag werkelijken dienst,
zoo het een dienstplichtige bij de landweer be
treft
c. f 1.voor eiken dag werkelijken dienst,
zoo het een tot den landstorm behoorenden
dienstplichtige betreft, die eerst na 1914 27 jaar
wordt
d. f 1.50 voor eiken dag werkelijken dienst
zoo het een tot den landstorm behoorenden
dienstplichtige betreft, die eerst na 1914 32 jaar
wordt en niet valt onder c;
e. f 2.voor eiken dag werkelijken dienst,
zoo het een tot den landstorm behoorenden
dienstplichtige betreft, die in 1914 32 jaar wordt
of geworden is of dien leeftijd reeds eerder heeft
bereikt.
De vergoeding mag voorts niet te boven gaan
bet bedrag aan inkomsten, dat wordt gederfd
wegens de afwezigheid van den dienstplichtige,
verminderd met de kosten van diens eigen levens
onderhoud.
6. Toegekende vergoeding wordt uitbetaald
ter Gemeente-secretarie, tegen voldaanteekening
op een daarvoor bestemden staat.
Houden rechthebbenden op de vergoeding
verblijf buitenslands of zijn zij na de toekenning
der vergoeding in eene andere Gemeeente gaan
wonen, dan wordt hun het vergoedingsbedrag
per postwissel overgemaakt, nadat de Burge
meester een hun gezonden ontvangstbewijs voor
voldaan geteekend heeft terugontvangen.
Ook indien rechthebbenden wegens ziekte of
soortgelijke omstandigheden niet persoonlijk ter
Gemeente-secretarie kunnen verschijnen, wordt
hun het vergoedingsbedrag gezonden na terug
ontvangst van zulk een ontvangbewijs.
Amersfoort, 6 Augustus 1914.
De Burgemeester,
VAN RANDWIJCK.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
brengen ter openbare kennis dat de Rekening
van inkomsten en uitgaven der Gemeente over
het dienstjaar 1913 vanaf heden gedurende veer
tien dagen voor een iedsr op de Secretarie der
Gemeente ter lezing ligt.
Afschrift der rekening is tegen betaling der
koeten verkrijgbaar.
Amersfoort, S Augustus 1914.
Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort.
De Burgemeester,
VAN RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving
van den heer Commissaris der Koningin in de
Provincie Utrecht, ter kennis van belanghebben
den, dat in de Gemeente Zuilen een geval
van vlekziekte is voorgekomen.
Amersfoort, 6 Augustus 1914.
De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
De Burgemeester van Amersfoort
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat,
blijkens schrijven van don Commissaris der Ko
ningin in deze Provincie van den 3 Augustus
1914, 4e Afdeeling, no. 2647, in de Gemeente
Amerongen een geval van miltvuur is voorge
komen.
Amersfoort, 8 Augustus 1914.
- De Burgemeester voornoemd,
VAN RANDWIJCK.
Nuttig werk te doen.
Hoeveel maal ik in de laatste dagen wel
heb gehoord: >o, ik wou, dat ik maar wat
doen kon; weet u niet iets?* kan ik niet
benaderen.
En samen peinsden we en piekerden we,
wat het wezen kon, om tot de slotsom te
komen, dat er zoo weinig dadel ij k-nuttigs
te verrichten was.
Maar vanochtend viel me plots wat in
te bevoegder plaatse even geïnformeerd
«prachtig; dat kunnen we best gebrui
ken; heel graag*.
Uit duizenden gezinnen zijn een of meer
manlijke leden opgeroepen om hun militaire
plichten te gaan vervulle.i.
Er is reeds voor gezorgd, dat zij uitstekend
worden verpleegd in geval zij ziek worden.
Behalve het militaire hospitaal zijn de nood
ziekenhuizen van het Ned. Roode Kruis
geheel gereed om de patiënten te ont
vangen beroeps-verpleegsters en verplegers
en gediplomeerde helpsters en helpers zullen
hun alle denkbare zorgen wijden.
Maar gij, vrouwen en meisjes, kunt er veel
toe bijdragen om te voorkomen, dat
«onze jongens* ziek worden.
Voorkomen, is altijd beter dan genezen.
Voor duizenden soldaten, die thans in de
polders zijn, voor anderen die lange dag-
marschen te maken hebben, zal het een wel
daad wezen, zich de weelde te kunnen ver
oorloven, de stukgeloopen en doorweekte
sokken te kunnen verwisselen tegen een paar
heele en droge.
Ieder meisje heeft geleerd, de breipen te
hanteeren elke vrouw, die haar thans, wel
licht na jaren rust, weer ter hand neemt,
doet daarmee een weldaad aan de zonen des
vaderlands.
Het meest welkom zijn wollen sokken,
donker grijs.
Elke andere kleur is echter óok goed.
Ik heb zoo'n paar legersokken eens duch
tig bekeken, 'n Deskundige was zoo vrien
delijk me in te lichten, dat ze gebreid zijn
van vierdraads sajet.
De meest gangbare maat is om ze te breien
op grootte van
boordwijdte 74 steken
lengte boord 46 toeren
lengte been 60 toeren (32 naadjes)
hiel 28 toeren (14 naadjes)
kleine hiel in verhouding
voet 76 toeren (38 naadjes)
teen in verhouding
Wanneer men een niet te vaste of te
losse hand van breien heeft, dan vallen de
sokken bepaald goed uit.
Maar misschien is 't nog gemakkelijker,
wanneer ik er bijvoeg, dat de 46 toeren,
waaruit het boord van de modelsok be
staat, een lengte geven van 13.5 c.M.
Nu kan ieder zien of haar «hand van
breien* een meerder of minder aantal toeren
vordert, ten einde de vereischte lengte te
bekomen en daarmee rekening houden bij
het «verdere beloop* van de sok.
Ziezoo, datzaakje komt nu, dunkt me, zoo
wel in orde, want ik stel me voor, dat er
heel velen zullen zijn, dio eenige uren van
haar tijd en de luttele kosten er voor over
hebben om ten minste éen paar sokken te
zenden aan mevrouw Van Reede, Olden-
barneveldtlaan 46, of aan mij (Kortegracht 9),
opdat wij binnen niet al te langen tijd een
respectabel bergje van die hoogst nuttige en
onmisbare voetbekleedsels kunnen deponeeren
bij de militaire autoriteit.
Suze Frederiks
Van Cleeff.
Amersfoort, 7 Augustus 1914.
l)e oorlog.
DE TOESTAND
Generaal-majoor b. d. jhr. Van der Goes
schrijft onder dagteekening van 6 Augustus:
De door Engeland aan Duitschland gedane
oorlogsverklaring heeft den toch reeds zoo
gecompliceerden toestand nog in hooge mate
vertroebeld. Een paar zinsneden in het bericht
omtrent de rede door Minister Grey in het
Lagerhuis uitgesproken, verdienen onze bijzon
dere aandacht. Ze zijn deze:
«De kleine Staten in dat deel van Europa
hier worden in het zinsverband der rede
bedoeld Nederland en België wenschen
niets anders dan met rust gelaten te worden.
Hetgeen zij het meest vreezen, is niet zoo
zeer een inbreuk op hun neutraliteit, dan wel
een inbreuk op hun onafhankelijkheid*
en voorts:
«Engelands belangen zijn in de hoogste
mate gemoeid met het handhaven der neu
traliteit van België*.
Het komt ons voor, dat Engelands over-
wegingen over het al dan niet ingrijpen in
hoofdzaak hebben geloopen over het belang
van Engeland om Frankrijk voor totalen
ondergang te behoeden en zulks om, door
het doen eerbiedigen van België's neutrali
teit, Frankrijk's Noordoostgrens te behoeden
tegen een inval van Duitschland, omdat
Frankrijk, vertrouwende op België's neutrali
teit, daar geen versterkingen heeft, en voorts,
om Frankrijk's Noordelijke en Westelijke kus
ten niet over te laten aan een aanval van de
overmachtige Duitsche vloot.
Het bericht, dat Duitschland aan België
den oorlog had verklaard en er van een doen
eerbiedigen der neutraliteit geen sprake meer
was, en dus evenmin van het behoeden tegen
den aanval over Frankrijk's Noordoostgrens,
heeft Engeland geen keus meer gelaten,
tenzij het kalm de vernietiging van Frank
rijk had willen toelaten door zijn oorlogs
verklaring aan Duitschland wenscht Enge
land thans te beproeven of het althans het
zoozeer gevreesde optreden der Duitsche
vloot kan verhoeden.
Waar nu voorts Minister Grey zeide«Daar
wij tot dusver ons n->t hebben verbonden
om een landingsleger uit te zenden, op grond
der overweging, dat onze ontzaglijke ver
antwoordelijkheid in Indië en andere deelen
der wereld ons noodzaakt, met groote voor
zichtigheid te werk te gaan*, daar is het
duidelijk, dat van het uitzenden van een
landingsleger in de eerste dagen geen sprake
kan zijn, en nu het motief «doen eerbiedigen
van België's neutraliteit* vervallen is, kan
eventueel zulk een leger slechts nut hebben
tot steun van de Belgische of de Fransche
troepen. \foor beide gevallen zou een landing
van Engelsche troepen in Zeeland geen zin
hebben.
Sedert Brugge zeehaven is geworden, is
deze plaats met Ostende het aangewezen
landingspunt op de Belgische kust, en al is
het vaarwater vóór Ostende—Zeebrugge niet
bijzonder voordeelig voor het aan wal bren
gen van troepen, de Noordzee biedt daar ter
plaatse ruimte en water genoeg aan het
dekkingseskader, zoodat de transportvloot
geen gevaar loopt, terwijl de landingstroepen
met open armen in België zullen worden
ontvangen.
Een landing van een Engelsch leger op
Walcheren zou als bedreiging van Duitsch
land slechts waarde hebben, indien het on
gestoord en ongedeerd over de eilanden en
door Noord-Brabant de Maas kon bereiken
en deze bij Roermond kon overtrekken, om
van daaruit druk te oefenen op de lijn
Essen—KeulenAken, thans een strategische
operatielijn.
Daargelaten of een landing van een En
gelsch leger te Vlissingen, of elders op
Walcheren, meer of minder kans van slagen
zou hebben, is het zeker, dat wij Engeland
onmiddellijk den oorlog zouden verklaren,
ons leger bij elkaar trekken en het Engel
sche op een voor ons gunstig terrein tot een
veldslag zouden dwingen.
Hier de kansen van zulk een veldslag te
overwegen, is om verschillende redenen niet
geoorloofd, maar onze lezers mogen gerust
op gezag aannemen, dat Engeland de weder-
zijdsche verhoudingen genoeg kent om zich
aan een dergelijk avontuur niet te wagen.