Donderdag 22 fjjf October 1914.
No 8483.
64e Jaargang.
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „l)e Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFD-REDACTEUR
P. J. FBSSSHZSS.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per j maanden /1.—
franco per post /1.15. Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officleêle- en ontelgenlngs-
advertentiën per regel 15 cent Reolamos 1—5 regels 1.25. Bewijsnummers naar bulten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de Incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
ZOBTSGIUOBT 9.
Postbus 9.
Telefoon 19
KENNISGEVINGEN.
De Burgemeester van Amersfoort
Gezien artikel 41 der Gemeentewet,
Brengt ter kennis vnn de ingezetenen, dat de
Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins
dag 27 October aanslaande, 'a middags twee uur.
Amersfoort, 22 October 1914.
Do Burgemeester voornoemd
Van RANDWIJCK.
WERKVERSCHAFFING.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
noodigen de ingezetenen uit, bij het opdragen
van werk iu de eerste plaats te denken aan
hunne medeburgers, daar voor de vluchtelingen
voldoende gezorgd wordt.
Amersfoort, 22 Octdjer 1914.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VEENSTRA.
Oewurm.
Zoowel de «Saterday review» als de
«Spectator» hebben de door hen beloofde
vervolgstukken, waarvan we het eerste bij
uittreksel medeelden, terug gehouden.
De Engelsche Regeering heeft hun onver
antwoordelijk geschrijf openlijk gedesa
voueerd.
Zij krijgt nieuw werk.
Want de «Times», een niet minder aan
zienlijk Engelsch blad dan beide genoemde
weekbladen, stelt thans niet meer of minder
voor dan de Noordzee te sluiten langs een
lijn van de Shetlandsche eilanden naar de
Noorsche kusten, met, zoo noodig, een
smallen doorgang naar het Skagerak.
Kras is, dat de man, die dit bedacht, er
weet bij te voegen, dat de sluiting van de
Noordzee reeds in overweging is genomen
door de Engelsche Regeering.
't Schijnt sommigen heel moeilijk, Neder
land niet verder te verontrusten.
Historisch-religieuse
beschouwing over den oorlog.
Voor een ongedacht talrijk gehoor sprak
Dinsdagavond prof. dr. B. D. Eerdmans,
hoogleeraar aan de Rijks-universiteit te
Leiden, in de eerste bijeenkomst der' plaat
selijke afdeeling vati den Ned-Protestanten
Bond over bovenstaand onderwerp.
Toen spr. in het begin van den zomer dc
uitnoodiging ontving, dacht hij evenmin als
iemand van de aanwezigen, dat thans, door
de geweldige gebeurtenissen in de oude
wereld, zóo veel moeilijkheden in het ver-
eenigingsleven zouden zijn gekomen.
Een wetenschappelijk congres, als in 1912
te Leiden gehoqden, zou thans niet kunnen
plaats hebben, omdat de geesten thans be
letten, samen te komenevenmin als het nu
mogelijk zou zijn, drie eere-doctoraten te
verleenen wegens verdiensten voor den vrede,
gelijk verleden jaar plaats had; en evenmin
als het vredes-congres.
Hetgeen nu is gekomen, gaat regelrecht
In tegen hetgeen waaraan men bezig was
zóo bijvoorbeeld de door prof. Van Vollen
hoven uitgedachte toekomst-werkelijkheid,
stellig een belangrijke gebeurtenis.
Weinig is zóo treffend geweest als het
plotseling verloop der sociaal-democratie,
welke de toenadering beoogde van de ver
schillende groepen en volkeren. In een week
is totaal weggevaagd haar pogen om toe
nemende krijgstoerusting en om vijandschap
tusschen de menschen te keeren.
Onder den indruk van de dingen, die ons
verschrikken en ontzetten, is het heel gemak
kelijk, verontwaardiging uit te sprekendoch
dat geeft niets.
Hetgeen gebeurde, is niet gebeurd op
zich zelf, doch een voortzetting van het
element, dat reeds sedert de oudste tijden
in den mensch werkt. Zoolang men niet de
macht heeft om zijn wil ten deze door te
zetten, baat alle theorie niets.
Wij hebben te bedenken, dat de oorlog
heeft bijgedragen tot de vorming van onze
maatschappij, dat zij wel degelijk is een
factor in de menschelijke ontwikkeling, een
zeer krachtig Staats-apparaat.
fe'.En wij mogen niet over 't hoofd zien de
redelijke oorzaak, het historische. Reeds uit
de 12de eeuw dagteekent een spreekwijze
volgens welke de eene mensch van nature
vijandig is aan den ander (homo homine
lupes). De grondslag ook van onze huidige
samenleving is het gezin, bij uitbreiding de
familie. Oorspronkelijk was er alleen een
band van verwantschap, een band des bloeds
menschen van de zelfde stam stonden en
staan nog dichter bij dan die van een
andere stammenschen van de zelfde groep
deden en doen nog elkaar geen kwaad.
Elke familiegroep had haar bestaansnooden
zij moest bijvoorbeeld leven van jacht en
visscherij. Zag ze, door haar sterkte, de kans
schoon om wild of visch van een andere
groep te nemen, dan deed ze dat zoodra
het noodig wasaldus het beginsel van den
krijg.
De groepen groeiden, de geheelen werden
grooterdoch te gelijk groeiden de behoeften
en de krijg kwam vaker voor en werd ge
streden tusschen een steeds grooter aantal
personen.
Nog heden ten dage vindt ge dat. In de
streek ten Zuiden van Jeruzalem, bij Mekka,
wonen Bedoeienen, die leven van de op
brengst hunner kudden, waarvoor zij echter
geen voeder kunnen verbouwen, omdat het
land niets opbrengt. Aan de grenzen van
hun land dwingen zij veevoeder af, in den
vorm van een tribuutwordt dat voeder niet
goedwillig gegeven, dan nemen ze het en
vechten er om. Hun buren hebben dus
belang bij orde en veiligheid, opdat zijzelven
iets hebben aan hun oogst dien zij met zoo
veel moeite trachten te winnen, en daartoe
is een deel hunner soldaat.
Sedert de oudste tijden is de wereld be
zaaid met Rijkjes, sommige een 'heuvel
met wallen omgeven en van een oppervlakte
van :6o bij 300 Meter wier Vorsten
menschen in dienst hebben, die zorgen voor
veiligheid en rust.
Wie onder dergelijke Vorsten de sterksten
waren maakten misbruik van de gelegenheid
om hun gebied te vergrooten. Oorlog is als
't ware een natuurverschijnsel. In het Boek
Samuel immers lezen we, dat zoodra de
lente gekomen en de oogst rijp was, de
koningen ten oorlog gingen.
Zóo ontstonden de grootere Staatjes; bijna
om de twee jaar was er een oorlogde
tochten werden hoe langer zoo verder uit
gestrekt.
Daardoor breidde zich echter tevens uit de
grens de samenleving en werd deze, door
de gedwongen combinatie, van liever lede
gebracht tot óen groot geheel, hetgeen onder
meer ten goede kwam aan den handel, die
veilig moet kunnen worden gedreven en dus
recht heeft op een soort beschermd terrein.
De beteekenis van den oorlog is dus van
zeer groot gewicht voor het cultuurleven.
Er zij echter gezwegen van de wreedheden,
de moorden, de brandschattingen en andere
verschrikkelijkheden.
Als we heden ten dage in nu weer ver
laten en onvruchtbaar geworden landen over
blijfselen vinden van een zeer hooge cultuur,
van zeer hoogstaande kunst (men denke aan
de ruines van den circus, even groot als het
Collyseum, aan de piramiden, waarvan éen
steen zoo groot is, dat er van zou kunnen
gemaakt een muur om heel ons land ter
hoogte van 1.30 M.) dan hebben we te be
denken, dat die cultunr daar niet kan zijn
geweest zonder het instituut van een ver
dediging, die allengs offensief werd.
Op de zelfde wijze is de samenleving in
ons land ontstaan en als ook ons klein land
groot is geweest dan was het dit in den
tijd der oorlogen (denk aan den bloeitijd der
Oost-Indische compagnie). Op de zelfde wijze
is van de vele kleine Duitsche Staatjes ge
worden de éene groote macht van het
groote Duitsche Rijk.
Spr. kon niet prijzen hetgeen we thans
zien gebeuren, want wanneer wij zijn ge
komen tot den huidigen staatkundigen vorm
door het verleden met al zijn schokkende
gebeurtenissen dan meent spr. dat dit vol
doende is en we geen nieuwe geheelen
behoeven te scheppen om een betere maat
schappij te verkrijgen. De groepen moeten
niet te groot worden, gelijk men ziet aan
het Russische Rijk, waar niet kan zijn éen
centraal gezag en dus binnenkomt en wc
kert de corruptie der plaatsvervangende
ambtenaren.
Bij den omvang, die dc Staten thans heb
ben verkregen, schijnt het welzijn der men
schen niet gebaat te wezen door de ver
grooting van éen dier Staten.
Die Statenvorming heeft ons echter niet
gansch en al heengebracht over de moraal
van vroeger, welke ophield bij de grens van
het land. Het »Gij zult niet dooden< werd
slechts als eisch gesteld voor de volksge-
nooten; iemand van anderen stam mocht
vrijelijk worden gedood. Het Christendom
bracht ons in een wereld In welke alle men
schen broeders en zusters zijn, niet gebonden
door de landgrenzen.
Thans beleven we opeens een terugslag,
door den krijg, dien we doormaken.
Hoe moet een herhaling worden voor
komen
Voor het gewone leven toch is de vrede
het normale. Sinds jaren her zijn orde en
vrede het eerst-noodige, gelijk thans weer
is gebleken toen de wereldbrand plotseling
oplaaide. Even plotseling stond alles stil;
de Beurzen werden gesloten, voor de levens
middelen moesten vaste prijken gesteld, de
geheele ondergrond der samenleving was
ontwricht. Een en ander werd hierdoor ver
oorzaakt, doordien bij het internationaal ver
keer de onderlinge afhankelijkheid zóo groot
was geworden. Wij, bijvoorbeeld, voorzien
niet in al hetgeen wij behoeven, doch ruilen
ons te veel over zeëen en bergen. Nu deze
schok kwam, ging de machine stoppen.
We kunnen niet meer terug; het is on
mogelijk, de treinen te doen loopen tot de
grenzen des lands, we kunnen de Beurzen
niet sluiten, we kunnen niet minder vee en
meer graan telen. Het leven is veel meer
internationaal dan we weten en wij hebben
mede er voor te waken, dat orde en rust
niet wederom worden verstoord. Wie den
vrede verbreekt, zet alles stop.
Hoe bereiken we den vrede, hoe leeren
we den oorlog voorkomen Geen beter
middel dan ons te laten leiden door de
lessen der Geschiedenis. Deze Iccren .ons
de oorzaak der verstoring van rust en orde.
Vrede onderstelt orde en gezag; vandaar,
dat in de Oudgeid de cultuur zoo heeft
kunnen bloeien juist in den tijd der ver
overingsoorlogen. In onzen Oost vindt men
vele Arabieren uit de nabijheid van Hadra-
mautzij bewoonden ccn zeer vruchtbaar,
doch tevens hoogst onveilig schiereiland en
weken daarom uit. Vrede steunt op een
centraal gezag. De dreiging van den bur
gerkrijg, die we dezen zomer hebben gezien
in Engeland, is niet meer van onzen tijd,
nu Hattem niet ineer strijdt tegen Zwolle
of Hoorn tegen Enkhuizen.
Professor Van Vollenhoven heeft cenigen
tijd geleden het denkbeeld geopperd van
van een leger, dat de dwingende macht zou
zijn van het Hof van arbitrage. Die dwin
gende macht is onontbeerlijkimmers het
moet niet kunnen gebeuren, dat er na een
arbitrale uitspraak ook maqr éen zegt: ik
doe het niet.
Doch dergelijke samenvoeging van eenige
legers en eenige vloten kan niet krachtig
genoeg zijn, omdat men heeft te rekenen
met den naijver tusschen de volkeren en
omdat er niet is éen centraal gezag. De
mogelijkheid is intusschen niet uitgesloten,
dat iets dergelijks bereikbaar is voor een
gedeelte der samenleving, al zijn we er
thans ook nog even verre van' als van de
vorming der Vereenigric Staten van Europa.
Vooralsnog is in de Oude wereld niet tot
stand te brengen éen centraat gezag, gelijk
dat in de Nieuwe wereld mogelijk is geweest.
De beweging der volkeren is seder: his
torische tijden geweest van het Oosten naar
het Westen. Onze voorouder-, van het Kau-
kasische ras, behoorden hier oorspronkelijk
niet thuis. De Rus wil naar het Westen.
Wie in Denemarken of in Zweden woont,
weet, dat de Ros evenzeer een vrijen uit
gang voor zijn handel verlangt in de Oost
zee als door de Dardunollcn. Het russificeerde
reeds Finland. Dat wij dien opdrang niet
bemerken, zit hierin, dat Duitschland voor
ons land een bufferstaat is.
Op het oggenblik wordt het Slavische ras
gesteund door Frankrijk en Engeland, de
meeat democratische rassen in het Westen.
Op den duur zal dat niet kunnen blijven.
West-Europa zal het bolwerk moeten vor
men tegen het Oosten, tenzij hot zijn bescha
ving onderden voet wil laten loopen gelijk de
beschaving vap Rome Is otngcloopen. Slechts
als geheel West Europa sarnmistaat tegenover
Oost-Europa dan zal het Westen blijven be
staan.
De huidige oorlog is ontstaan door de
concurrentie in West-Europa. Er moet
komen éen centrale eenheid, die is bekleed
met de macht over het geheel, gesteund
door een dwingende macht. Zoolang dit niet
is bereikt, is geen vrede duurzaam en de
wereldvrede nog verre.
Er is een tweede zaak, welke blijkt uit
het ontstaan van den tegenwoordigen oorlog
en ook uit dc staatsinrichting, en wel het
parlementaire stelsel, dat zijn de Kroon én
de volksvertegenwoordigers, dte niet overal
gelijk zijn, in Duitschland bijvoorbeeld in de
practijk veel dieper ingrijpen dan in theorie
bij ons.
Bij do invoering van het parlementaire
stelsel is samenwerking tusschen Kroon en
volksvertegenwoordiging bedongen voor de
binncnlandsche zaken, doch niet voor de
buitenlandsche (Grondwet, artikelen 57 en
59). De Minister van Buitenlandsche Zaken
heeft vertakkingen (gezanten) bij vreemde
mogendheden, die rapporten zenden en ook
overeenkomsten aangaan. Enkele van die
overeenkomsten, dc handelsverdragen, worden
ter kennis gobracht van de volksvertegen
woordiging, die er weinig meer van kan
zeggen dun dat het goed is; van andere
hoort zelfs zij niet, dan wanneer het dikwijls
veel te laat is. Als op 't oogenblik Europa
in vuur en vlam staat dan is dit door zulke
tractaten, die noch de Duitsche Rijksdag,
noch het Engelsche House of commons, noch
het Oostcnrijksche Hoerenhuis heeft gewild.
Dc Duitsche Keizer riep zijn volk te wa
pen en dus gingen alle Duitschcrs, zelfs
67-jarige professoren, zelfs groothandelaren
on groot-fabrikanton. Eerbiedwaardig ia, dat
zij gingen gelijk zij gingenzonder lust,
doch met beslisten moed en voorbeeldige
eenstemmigheid om der wille van hun land.
Frankrijk heeft dezen oorlog evenmin ge
wild. Wat Oostenrijk, met al zijn naties,
wilde, weten we niet, evenmin als we de
mecning kunnen kennen van het Engelsche
parlement. Deze oorlog is gekomen door de
diplomatieke bezoeken. Kduard VII van En
geland is een handig diplomaat, die de ge
negenheid van Duitschland tot zich wist te
trekken en tevens Duitschland wist te iso-
leeren.
We zouden veel vorder zijn ais de resul
taten der diplomaticko onderhandelingen
kwamen vóór het forum der parlemorten en
de tractaten werden gesloten door de volks
vertegenwoordiging en niet pas tien of meer
jaar later te hunner kennis werden gebracht.
Wie de verschrikkingen in Europa nagaan,
zullen dit erkennen. Wat staat er in het
tractaat tusschen Duitschland en Italië Is er
een tractaat tusschen Duitschland en Turkije
Welke overeenkomsten hebben wij Waarom