Zaterdag 7 JU November 1914.
r
No 8489.
64e Jaargang.
Stadsnieuws
itgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorbeen Firma A. H. van Cleeff
HOOFD-REDACTEUR
F. J. FHSB2AZSS.
AMERSFOORT.
KENNISGEVINGEN.
franD,tnsdat''ponderdy;- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden ft.—
ahnnn. ,P /''i15' Advertentien 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
aSvüSI reduct,«. waarvan tarief op aanvraag kosteloos. legale, officle€le- en ontelgenlngs-
w j ,fer. re^ 15.cent, K00*0***0* 15 regels ƒ1.25. Bewijsnummersnaar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
B'j advertentien van buiten de stad worden de Incaaseerkosten In rekening gebracht.
XORTMRAOHT O.
Postbus 9. Telefoon iy.
Uitvoer van paarden.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel ad interim,
Gelet op artikel 2, lid 2, van de gemeen
schappelijke beschikking van do Ministers van
Landbouw, Nijverheid en Handel ad interim en
van Binanciën, dd. 28 October 1914 (Nederland-
sche Staatscourant van 29 October d.a. v., no. 254)
Heeft goedgevonden
te bepalen, dat gelegenheid om voor uitvoer
bestemde paarden, in verband met liet bepaalde
in art. 1 van voormelde beschikking, aan de
veelading van het spoorwegstation Oldenzaal te
doen onderzoeken ook zal bestaan op Dinsdag
10, 17 en 24 November, 1, 8, 15 en 22 Decem
ber 1914, telkens des numiddags te éen uur.
'a-Gruvenhage, 4 November 1914.
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal
VERSTEEG.
De Gedeputeerde Staten van de Provincie
Utrecht
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat
de Rekening der Provinciale inkomsten en uit
gaven over het dienstjaar 1912, bekrachtigd bij
Koninklijk besluit van 28 Augustus 1914, No.
43, en de fiegrooting der Provinciale inkomsten
en uilgaven voor het dienstjaar 1915, goedge
keurd bij Koninklijk Besluit van 21 October
1914, No. 44, ingevolge artikel 100 der Provin
ciale wet algemeen verkrijgbaar zijn gesteld ter
Provinciale grillie van Utrecht, elk legen beta
ling van f 0.-40 per exemplaar.
Utrecht, 2 November 1914.
De Gedeputeerde Staten voornoemd',
VAN LIJNDEN VAN SANDEN'BURG
Voorzitter,
A. van DOORNINCK,
Griffier.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op art. 264 der Gemeentewei,
Doen te weten, dat de
Schoolgeld-koh teren
betredende Gymnasium, Hoogere Burgerschool
er. de openb. Lagere scholen A, B, O en D
over het dienstjaar 1914, goedgekeurd door Ge
deputeerde Staten van Utrecht, in afschrift
gedurende vijf maanden op de Secretarie der
Gemeente voor een ieder ter lezing liggen.
Amersfoort, 7 November 1914.
De Burgemeester voornoemd,
Van RANDWIJCK.
De Burgemeester en Wethouders van Amers
foort,
Gelet op artt. 6 en 7 der Hinderwet,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door de Directie der HOLLANDSCHE IJZEREN
SPOORWEG-MAATSCHAPPIJ te Amsterdam
ingediend verzoek, met bijlagen, om vergunning
tot het uitbreiden van hare Wagenwerkplaats
te Amersfoort, gelegen op een terrein b:j
het Kadaster bekend onder Sectie D, No. 2913,
op de Secretarie der Gemeente ter visie ligt, en
dat op Donderdag den 19 November aanstaande,
des voormiddags te half elf uren, gelegenheid ten
Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan vaD
het Gemeentebestuur of van éen of meer zijner
leden bezwaren tegen het oprichten van de in
richting in te brengen.
Tot het beroep, bedoeld in art. 15, la lid der
Hinderwet, zijn volgens de bestaande jurispru
dentie, alleen zii gerechtigd, die overeenkomstig
artikel 7 der Hinderwet voor het Gemeentebe
stuur of éen of meer zijner leden zijn verschenen,
ten einde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
Amersfoort, 5 November 1914.
Burgemeester en WetbouderB
voornoemd,
De Burgemeester
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. II. VEEN3TRA.
K09TEL00ZE INENTING.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
Brengen ter algemeene kennis, dat des Woens
dags van iedere week, des namiddags ten drie
uur, in een der lokalen van het voormalig Werk
huis, aan den Westsingel alhier, gelegenheid lot
kostel 00ze inenting wordt gegeven.
Vestigen er voorts de aandacht op, dat bij de
aanmelding het vertoonen van een geboortebe
wijs of trouwboekje gewenscht ia.
Amersfoort, 7 November 1914.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
A. R. VKKNSTRA.
GROENTEN- en FRUITVEILING,
Amersfoort en Omstreken.
Dinsdag 3 November.
Snijboonen 31 cent per 100 stuks. Pron
kers 12 tot 15 eent per 100 stuks. Prin
sessen 4.5 cent per 100 stuks. Kroten 2.5
cent per bos. Wortelen f 1.44 per 100 bos.
Andijvie f 0.80 a f 1.00 per 100 bos. Bleek
selderij f u af 15 per too bos. Knolselderij
f 15 per 100 bos. Prei f 12 a f 19 per 100
bos. Sprniten 51 a 59 cent per ben. Spina
zie 27 cent per ben. Bloemkool 4.5 a 9 cent
per stuk. Witte kool 3^5 cent per stuk.
Roode kool 3 a 4 cent per stuk. Savoijekool
6.5 cent per stuk. Peren 4.5 a 7.5 per stuk.
Appelen 4.5 6.5 cent per stuk. Tomaten
8 a 10 cent per stuk.
Vrijheid en
Ouat'hankeiykheid.
Zou er schriller contrast denkbaar zijn dan
dat tusschen het vorige jaar en het tegen
woordige? Toen overal, niet alleen in ons
land, maar ook in geheel Duitschland, jubel
en vreugde bij de honderdjarige herdenking
van de herwonnen vrijheid en onafhankelijk
heid, van de verlossing uit de boeien van
een machtigen overheerscher. Op tallooze
wijzen werd uiting gëgeven aan het heer
lijk gevoel van onafhankelijkheid, aan den
grooten zegen van vrijheid en vrede. Leip
zig, waar de groote, beslissende slag plaats
had, die een einde maakte aan de dwing-
landij van een heerschzuchtigen veroveraar,
toont u op dat slagveld van 1813 zijn
kolossalen toren, opgericht ter herinnering
aan die gebeurtenis. Dat gedenkteeken werd
onthuld in tegenwoordigheid van vele Duit-
sche Vorsten, die luide hun instemming be
tuigden met dat zichtbare teeken van da
herovering der vrijheid op de dwingelandij.
En wat beleven we nog geen jaar na die
plechtige onthulling, na al die verzekeringen
dat vrijheid en onafhankelijkheid de grootste
zegeningen van een volk zijn? Een wereld
oorlog, die zijn wedergade niet heefteen
oorlog, die in zijn gevolg meevoert dood en
verwoesting; een vreeselijke strijd, aange
bonden door een ontzettende overmacht;
gesteund door moordende machines, waar
van het bestaan alleen aan de bezitters
bekend waseen oorlog van een overgroote
macht tegen een klein volk, dat zijn dappere
verdediging van vrijheid en onafhankelijkheid
moet boeten met den dood van tal van
menschenlevens, met de verwoesting van zijn
vruchtbaar land, zijn vredige en lieflijke
dorpen en zijn prachtige steden.
Wat thans te denken van het begrip van
vrijheids- en onaihankelijkheidsgevoel, dat
verleden jaar voorzat bij die onthullingwat
te denken van de eenstemmige deelneming
in de hulde aan den moed der vaderen, die
goed en bloed offerden om af te schudden
het juk van den oterheerscher
Wanneer men voor zichzelven vrijheid en
onaihankelijkheid rekent tot een der rijkste
zegeningen, waarom mogen zij dan ook niet
het deel zijn van een ander Wanneer men
zelf niet overheerscht wil worden, waarom
dan een ander een juk op te leggen
Ziedaar vragen, welke in de laatste maan
den menigeen door den oorlog zijn ingege
ven, maar die tevens leiden tot opmerkingen.
De tegenwoordige oorlog wakkert bij onze
jeu^d ten zeerste aan het »soldaatje spelen*.
De menigte militairen, die hier en daar zijn
gelegerd, geven onzen jongens aanleiding te
over om hun oefeningen af te kijken en op
hun manier na te volgen. Het schouwspel j
is hun vreemd, vooral hun die niet in of bij
een garnizoensplaats wonen, en daar het
vreemde en nieuwe steeds trekt, wekt het
hun verbeelding, die hen in hun onervaren
heid vasthoudt en bezielt.
Hun vechtlust wordt aangewakkerd en
evenals de militairen gewapend zijn. willen
ook zij hunaanvals- en verdedigingsmiddelen
hebben, zonder zich rekenschap te geven of
die wapenen ook gevaarlijk kunnen zijn in
hun handen. Daarbij komt nog, dat het spel
niet altijd spel blijft, doch dat hun hartstocht
ten er te veel door worden opgewekt en het
hun meestal ontbreekt aan kracht om die
te beheerschen. De zucht, de drang om de
eerste te zijn in kracht en macht, om boven
anderen te staan, sleept hen vaak zoozeer
mede, dat zij geen rekening houden met de
gevolgen, en zij van hun spel volslagen ernst
maken.
En toch zijn onze jongens niet ongevoelig
voor de vreeselijke gevolgen van den tegen-
woordigen oorlog, nu zij van alle kanten
hooren van en op vele plaatsen zien de
groote ellende, die hij veroorzaakt. Welk
een geschikte aanleiding om de jeugd duide
lijk te doen gevoelen hetgeen ware vrijheid,
wezenlijke onafhankelijkheid is, waarin echte
moed en eigenlijke vaderlandsliefde bestaat.
Vrijheid en onafhankelijkheid vragen van hen
geen laffe jongens te zijn, doch een heiligen
vasten wil te hebben om het goede te doen
en het kwade te laten, geen oneerlijke daden
te dulden, noch van zichzelven, noch van
anderen, hun hartstochten te leeren beheer
schen, in plaats van er slaven van te zijn,
van vrij en frank en onafhankelijk door het
leven te gaan.
Het moet hun ingeprent worden, dat kracht
en macht geen recht geven, zichbqveu anderen
te verheffen, maar dat die krachten die macht
plichten meebrengen en moeten gebruikt wor
den om zwakkeren en kleineren te helpen en te
steunen, om ook hen krachtig en machtig te
maken. Zij moeten begrijpen, dat moed en
naastenliefde niet bestaan in het overheer-
schen van andere volken en in het uitbrei
den van grenzen, maar in net verdedigen
zijner landpalen, in het hoog houden zijner
onafhankelijkheid en daarvoor alles op te
offeren, wanneer die door overmacht wordt
aangerand, en zich dan zoodanig te verweren,
dat, al is het verlies ook nog zoo groot, de
verwonnene met meer eer verliest en zich
grooter toont dan de veroveraar, die door
overmacht zijn slachtoffer heeft beroofd.
Hoe zal men de vechtgrage jeugd brengen
tot het begrip van waren moed Zouden we
haar niet moeten doen gevoelen, dat kracht
en macht geen rechten geven, maar wel
plichten opleggen. Zouden we haar niet
moeten overtuigen, dat al hetgeen strijdt
tegen plicht en geweten en tegen het ge
voel van recht en billijkheid niet goed, maar
kwaad is. Zouden daartoe hart en gemoed
niet beter ontwikkeld en zou aan die ontwikke
ling niet grooter zorg moeten besteed wor
den dan tot nog toe Zou het ware mensche-
lijke in den mensch niet ijveriger en nauw
gezetter aangekweekt moeten worden en
zou niet tot de hoogste goederen van het
menschdom gerekend moeten worden reinheid
van hart, grootheid van ziel, vastheid van
overtuiging, fierheid en kracht van karakter,
geloof in al hetgeen goed is, edel en grootsch,
liefde voor allen, en dit alles vervat in het
gevoel en begrip van ware menschenliefde.
Moge de huidige oorlog er toe leiden, de
menschheid de oogen te openen voor al het
onrecht, waarvan hij de oorzaak is en haar
zulk een afschuw inboezemen, dat de gru
welen, die nu zóo veel en zóo groote ellende
brengen en zooveel kostbare levens doen
verloren gaan, voorgoed 'een einde nemen.
Laten we het jonge geslacht opvoeden in
beteren geestmoge het leeren beseffen, van
hoe groote waarde elk menschenleven is,
dat alle menschen gslijk recht van bestaan
hebben en in ieder mensch een goddelijke
vonk te vinden is, die wel aangeblazen maar
niet uitgedoofd mag worden,
A. I. S.
Nu 't zoo grimmig wordt, is het
nog meer dan vroeger zaak. het
niet te laten bij mooie woorden,
doch om door daden te toonen,
dat gij meegevoelt den nood van
uw evenmensch.
Zendt uw bijdragen of uw toe-
zeggingen a«7i hel ateun-comité,
r$j ten Stadhuize, kamer no. 5.
Behoudens onvoorziene omstandigheden
zal weldra weer groot wittebrood verkrijg
baar zijn.
Volgende week wordt weer tarwebloem
afgeleverd; echter nog In beperkte hoeveel
heid.
Het ligt in de bedoeling van de Regee
ring, de ronde stuivertjes althans tot 1 Januari
als wettig betaalmiddel in omloop te doen
blijven.
't Hokt af en toe nog wel, doch de
spoorweg-maatschappijen leggen toch weer
internationale treinen in.
Zóo de H. IJ. S. treinen van Den Haag
via Amersfoort en Bentheim naar Osnabrlick,
over Hamburg naar Stockholm en over
Hannover naar Berlijn en Weenen. en van
Den Haag via Amersfoort naar Keulen en
Basel.
Aan H. M. de Koningin is door Burge
meester en Wethouders het volgende adres
verzonden
Geeft eerbiedig te kennen
dat het noodig, althans wenschelijk is, dat
de uitgaven, die de Gemeentebesturen moe
ten doen, in verband met de buitengewone
tijdsomstandigheden, op buitengewone wijze
worden gedekt.
Reden waarom, op de gronden in bijgaande
Memorie van toelichting vermeld, Uwe Ma
jesteit wordt verzocht, het daarheen te wil
len leiden, dat de Gemeentewet worde
gewijzigd in den geest als in het ontwerp-
wijziging is aangegeven.
't Welk doende, enz.
Voorgestelde wijziging.
Art. 1 Art. 240 wordt aangevuld met een
bepaling, luidende aldus: »K. opcenten op
de hoofdsom der belasting, bedoeld bij lett.
c van dit artikel ten behoeve van den dienst
1915e.
Art. 2. De opbrengst moet uitsluitend
strekken tot dekking der uitgaven, veroor
zaakt door de buitengewone tijdsomstandig
heden en mogen niet meer bedragen dan
deze.
Art. 3. De invordering moet gesehieden
maandelijks, telkens voor een bedrag, onge-
zeer gelijk staande met de uitgaven over
éen maand.
Art. 4. Zoodra de tijdsomstandigheden
naar het oordeel van Onzen Minister van
Binnenlandsche Zaken, de inning niet meer
noodig maken, kan deze de invordering doen
staken.
Van dit bestuit wordt kennis gegeven in de
»Nederlandsche Staatscourante.
Art. 5. De grondslag voor de heffing van
opcenten is de aanslag in de belasting onder
c van art. 240 voor het jaar 1914.
O