Zaterdag 5
December 1914.
No. 8500.
64e Jaargang.
Stadsnieuws
Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff
HOOFD-REDACTEUR
f. J. TitiDxaisa
AMERSFOORT.
frDinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden fi.—
ahonnAm f /l;'5' Advertentaen 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
Fta 7aarvan tarief °P aanvmag kosteloos. Legale, officieële- en ontelgenlngs-
Inrrt-ï i r- ,5.C"" Roolan"« —5 «gel» Bewijsnummer, „aj bulSn
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
ij advërtentien van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht
BUREAU:
KORTSaxtdOST 9.
Postbus 9.
Telefoon 91
kennisgeving
K09TEL00ZE INENTING.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
Brengen ter algemeene kennis, dat des Woens
dags van iedere week, des namiddags ten drie
uur, in een der lokalen van het voormalig Werk
huis, aan den Westsingel alhier, gelegenheid tot
kosteloote inenting wordt gegeven.
Vestigen er voorts de aandacht op, dat bij de
aanmelding het vertoonen van een geboortebe
wijs of trouwboekje gewenscht is.
Amersfoort, 5 December 1914.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Bnrgem» ester,
Van RANDWIJCK.
De Secretaris,
a. E. VEENSTRA.
Koud Holland!
Holland, Holland, landje klein,
Holland, Holland, landje mijn,
Wij houen van jou, hoe kil je ook bent,
Onze stoere natuur heeft aan jou zich gewend.
Wij hebben je lief, wij vinden je mooi,
'a Winters met sneeuw en 's zomers met hooi
In 't voorjaar met bloemen, in 't najaar mot fruit,
«Dat landje is van ons!» zoo roepen we luid.
We leven er vrij
We leven er blii
In dat landje klein
Dat van ons steeds zal zijn.
De vreemde menschen, zij wisten het niet
Hoe vredig wij leefden niet een die
['t verried.
Zij vonden ons stijf, zij vonden ons koud,
In dat waterlandje, waar niemand van houdt.
Dat wisten we wel, maaf we lachten er om,
Het kon ons niet derenvan binnen was zon
En met de zon in ons hart, liet de rest ons koud,
Ons menschen uit dat landje, waar niemand
[van houdt.
Toen kwam er een tijd, een vreeslijke tijd,
Van menschenmoord en overal strijd,
Men wordt verdreven van huis en haard.
Een menschenleven is niets meer waard.J
En in dien droeven, naren tijd
Werden veel vreemden in ons landje ver-
[spreid.
En toen hebben ze gezien, in dat landje klein,
Hoe vredig w' er leefden en we ook niet «stijf»
[konden zijn.
U, vreemde menschen, als souvenir
Geef ik een les mee van ons landje hier
Dat in dat landje, zoo koud en zoo klein,
De menschen toch echte «menschen» zijn.
eere strekken.
die mensch wt yanwaar dreigt het gevaar?
HANNIE.
Amersfoort, December 1914-
Een laatst verzoek.
Ten minste in dit jaar, en althans vol
gens menschelijke berekening.
En zal het oude Hollandsche spreekwoord
ook thans weer bewaarheid wordenLest
best
We hopen het zoo innig.
En 't is natuurlijk weer aan u, stadge-
nooten, om die verwachting in vervulling te
doen gaan.
Dinsdag en Woensdag dan komen ze weer
tot u, die schare van jonge meiskes, altijd
gereed om, als ze opgeroepen worden tot
een werk van liefde en van toewijding, dade
lijk op 't appèl te verschijnen.
Ze komen u weer vragen om een gave.
Maar ditmaal niet om ze te besteden ten
einde lyden of materieele ellende te verzach
ten, al is hei doel niet minder nobel.
Want dankbaarheid en waardeering te be-
toonen, behooren immers nog steeds tot de
In Den Haag beeft zich een vrouwen-
comité gevormd om onzen militairen grenz
en kustbewakers een Kerstgnve te doen
toekomen, een plan, dat, zal het ten vollè j
slagen, de medewerking behoeft van allenl
En wie onzer, die beseft, welk 'n betee«
kenis die Kerstgave heeft voor hen die ze I
ontvangt, wie onzer die gevoelt, wat
met het zenden ervan willen vertolken, wie
zal niet van ganscher harte zijn penningske j
geven
Andere jaren toch vormen Kerstmis en
Oudejaarsavond zulke heerlijke rustpunten»
in het jagende, rumoerige levftize vereenen'j
zij 't dikwijls ook slechts voor een kortet
spanne tijds, weer het gezin.
De vogeltjes, die moesten uitvliegen om j
zich door het leven te slaan of wien 't lokte 1
om 's levens emoties te leeren kennen, zeM
komen zoo graag, vooral aan 't einde van I
't jaar, zich koesteren in 't ouderlijk huis, I
aan de warmte en in den zachten gloed van
hun jeugd-herinneringenhet doet hen zoo goed
te hooren met hoeveel verlangen vader en
moeder al v/eken en weken lang gestaard,
en getuurd hebben naar die zalige uren om',
hen weer bij zich te hebben, op wier geluk
en welzijn al hun beden en wenschen zich
concentreeren.
En thans? -
De woorden blijven onuitgesproken, onge-
schreven, waarmede we zouden willen uit
gillen al de smart, die over ons komt als
wé denken aan al het zieleleed van die dui^ i
zenden en tienduizenden, die hun dierbare
ten strijde zagen trekken om ze nimmer
weer te zien of die wat misschien -nog
folterender is in 't onzekere verkeeren
omtrent hun lot.
Maar de woorden mogen, neen moeten
gesproken, geschreven worden om onze dank
baarheid, de groote, innige dankbaarheid van
ons, Nederlanders te vertolken voor den
oneindigen zegen, dat ons klein landjé, te
midden van de laaiende oorlogsvlammen om
ons heen, nog onaangetast mocht blijven.
En onze gedachten gaan uit naar hen,
die daar ginds, aan grenzen en kusten en
vóór de forten al zoo maanden lang staan
als onwrikbare beschermers van onze hoogste
belangen, als trouwe bewakers van onze
rechten.
En waar zij, zelfs in de komende feest
dagen, hun post niet mogen verlaten, waar
zij verre moeten blijven van eigen haard, I
daar kome tot hen een blijk, dat wij hun
ner gedenken, dat wij behoefte gevoelen
om, zelfs den persoonlijk onbekenden onder
hen, een bewijs te geven, dat we waardee-
ren hun plichtsgevoel, de kalme, vastbe
raden wijze, waarop zij hun taak vervullen.
Het Amersfoortsche sub-comité, bestaande
uit gravin Van Randwijck, Utrechtscheweg
qomevrouw Veis lieyn, Blankenheimstraat
16*; mevrouw Meiners, Lange Bergstraat
22douairière jhr. Van den Bergh, Prin
ses Marie-laan 24 mevrouw Hamers, Lange
Bergstraat 3mevrouw Frederiks, Korte-
graebt 9, is er van overtuigd, dat ook hier
ter stede heel velen dit bij uitstek sympa
thieke plau zullen steunen.
De Dinsdag en Woensdag langs de huizen
te houden collecte biedt hun daartoe ten
volle de gelegenheid.
En wanneer men bedenkt, hoeveel duizen
den en duizenden onzer jongemannen op
Kerstmisavond meer dan ooit de warmte,
het eenig-heerlijke van eigen huis moeten
missen, dan zal men begrijpen, dat er heel
wat noodig is om allen een klein bewijs van
mee-leven te zenden.
Laten wij, dan ook allen er toe meewerken,
dat het woord van waardeering. zoo vlug
uitgesproken, zoo vaak neergeschreven,zich
omzette in een daad.
Suze Frederiks
Van Cleeff.
Men behoeft waarlijk geen groot profeet
te zijn om thans reeds te kunnen voorspel
len, dat zoodra de vrede zal zijn tot stand
gekomen --- moge er al heel spoedig een
begin worden gemaakt met de preliminairen
er zal wezen een Duitschgezind Luxem
burg, een Franschgezind België en een neu
traal Nederland.
Tenzij Duitschland wint over de geheele
lijn en het ten slotte België zou inlijven.
Doch het het is verre van waarschijnlijk, dat
in dezen veelzijdigen oorlog de éene groe
peering van volkeren zal overwinnen over dé
geheele lijn en de andere overal het onder
spit zal delven. Groote uitputting, aan men-
schenlevens en aan geld, zal zoowel den
Driekeizerbond als de Entente er toe nood
zaken, een eervollen vrede te zoeken, met
zooveel mogelijk winst en zoo weinig mo
gelijk schade. Evenals deze oorlog al zijn
voorgangers diep in de schaduw stelde, zal
ook het aanstaand Europeesch congres het
zoo befaamde Weener congres in de scha
duw te stellen.
Voor Duitschland zal het van hoogste
belang zijn, op dat congres een zoo sterk
mogelijk Nederland naast zich te bebben
hét weet thans, dat het op de neutraliteit
van zijn natuurlijke flankbedekking ten
vólle kan rekenen.
In het belang van Frankrijk en Enge
land daarentegen zal het zijn, een zoo sterk
mogelijk België te vormen, om- bij een
eventueel weder uitbreken van een tiekom-
:gen strijd zooveel doenlijk langs de
.«oordzee in het voordeel te zijn.
Vandaar dan ook de zeer natuurlijke ui
tingen van Roland de Marès in de »Temps<
en van P. Richard in de Revue apologéti-
que«, die belangrijke gedeelten van Neder
land aan België wilden zien toegewezen,
terwijl men van Duitsche zijde geenerlei
bedreiging tegen Nederland's grondgebied
heeft gehoord en de Duitsche troepen zich
bij den aanval op Luik zelfs den weg over
Visé, onder het vuur van een der Luiker
forten, hebben getroost om Zuid-Limburg,
dat voor hun operatiën zeer lastig gelegen
was, toch maar angstvallig te ontzien.
Ondersteld echter eens het waarschijnlijke
geval, dat de combinatie DuitschlandOos
tenrijkTurkije op alle fronten won en dus
van den hooge af haar eischen aan Europa
zou kunnen opleggen dan valt nog niet
te gelooven aan een inlijving van België.
Eerstens zal Duitschland, dat nu reeds met
Polen. Denen en Elzassers rekening heeft
te houden, zijn agglomeratie niet met een
nieuw onduitsch element gaan versterken.
Zich 3 millioen Walen en 4 milioen Vla
mingen op den hals te schuiven en daarmee
opzettelijk in de richting te gaan, die, trots
alles, nog de zwakste stee der Donau-monar-
chie uitmaakt, met name het heterogene
harer bestanddeelen, zal geen Duitsch
Staatsman, die dezen naam verdient, zich in
het hoofd halen. Maar op de tweede plaats
zal Duitschland België niet annexeeren,
omdat Engeland nooit zal dulden, dat
Duitschland van Antwerpen, Zeebrugge en
Ostende krijgshavrns zal maken, die drei
gende uitvalspoorten zouden vormen in de
onmiddellijke nabijheid van Londen. Liever
dan daarin toe te stemmen, zou Engeland
zich doodvechten en het vredescongres af
breken voor een nieuwen Europeeschen
oorlog, gelijk we het congres na den eersten
Balkanoorlog onmiddellijk door het uitbre
ken van een tweeden hebben zien volgen.
Het ligt niet op Duitschlands weg om, uit
geput door den tegenwoordigen krijg, een
nieuwen te ontketenen.
In Duitschland zelf heeft men dit zeer
goed begrepen. Vandaar ook, dat zijn diplo
matie in de bij het uitbreken van dezen oorlog
gewisselde stukken de verzekering kou
geven, dat het geen annexatie van Belgisch
gebied beoogde. Want, zeide het doelende
op Antwerpen, waarvan het bezit waardeloos
is voor oorlogsdoeleinden, zoolang Nederland
den toegang ervan met de versterking te
Vlissingen kan sluiten gingen we daartoe
over dan zouden we ook Nederlandsch gebied
moeten annexeeren. En de onwenschelijkheid
hiervan achtte het zóo evident, dat het dit
argument als het stevigste beschouwde om
de afwezigheid van annexatie-lust zijnerzijds
ten opzichte van Antwerpen aan te toonen.
Men vergete echter, niet, dat het voor
Engeland van enorm gewicht is, den toegang
van Antwerpen in volle vrije beschikking
aan den eigenaar der haven te zien toege
wezen. Verschillende uitlatingen van groote
Engelsche bladen in den laatsten tijd doen
genoegzaam vermoeden, dat men te Londen
hiervan diep overtuigd is. Men herinnert zich
het balletje, dat werd opgegooid om Zeeland
te koopen. En wie zich den storm herinnert,
welke indertijd in de Parijsche pers is opge
gaan tegen bet Nedèrlandsche plan om een
nieuw fort te Vlissingen te bouwen, weet,
dat Frankrijk het ten deze met zijn bond
genoot eens is.
Bij saamvatting komt men dus tot deze
slotsom
DuitscLland zal de Noordzeehavens tus-
scben Ems en Duinkerken niet in blijvend
bezit krijgen.
Engeland en Frankrijk zullen de positie
van België zooveel mogelijk willen verster
ken.
Frankrijk zal dit niet doen te zijnen koste
en de versterking van België kan dus alleen
geschiedeu ten nadeele van Nederland.
In Duitschlands belang zal het daarente
gen zijn, Nederlands neutraal gebied onge
rept 'en onverzwakt te helpen handhaven en
het Europeesch congres te weerhouden van
een eigenmachtige grensbepaling, als waar
van de mogendheden reeds bij de vorming
van een Koninkrijk Albanië tegenover Grie
kenland, Servië en Montenegro een proefje
gaven.
Welnu, ons ganschelijk losmakend van alle
sentiments-betoon, hebben we ons niet de
vraag te stellen naar welke oorlbgvoerende
natie neigen uw sympathieën het meest, doch
hebben we ons te plaatsen op een zuiver
Nederlandsch standpunt in de >Realpolitik<
we behooren dan te zeggen
Onder de tegenwoordige omstandigheden
heeft Nederland binnenkort van Duitschland
veel mindér te duchten dan van de Triple
Entente.
Is het daarom wel goed gezien van som
mige Nederlandsche bladen, dat zij hun
hart laten stijgen boven hun hoofden, alleen,
naar de stem van bun gevoel luisterend,
tegenover Duitschland een houding aan
nemen, die daar slechts ontstemming kan
wekken en, blijkens tal van Duitsche pers
uitingen, ook metterdaad wrevel wekt
Men versta ons welwe zouden niet
gaarne zien, dat men vóór Duitschland
partij koos. Ons land moet onzijdig blijveo,
stipt neutraal, tegenover elkeen. Maar het
heeft het recht, zich te plaatsen op een Neder
landsch standpunt, en dan vqrdert zijn
belang zeer zeker, dat in de pers gaen
partij gekozen worde tegen een land,
waarvan we, zoo niet meer te hopen, althans
minder te vreezen hebben dan van zijn te
genpartij.
Mevrouw Meiners bericht ons, dat zij met
groote erkentelijkheid 82 bivakmutsen mocht
ontvangen, welke, op haar verzoek, zijn ver
zonden naar Noord-Brabant, waar veel Amers
foortsche jongelieden zijn.
Van de hier vertoevende Belgische uitge
wekenen hebben 33 mannen en 33 vrouwen
met samen 86 kinderen zich opgegeven om
naar Engeland te vertrekken.
Voor de vereeniging tot het houden van
kunstbeschouwingen, enz. zal aanstaanden