Zaterdag 2
Januari 1915.
No. 8512
64e Jaargang.
Stadsnieuws.
AllEESFQORTCpE COURANT.
Uitgave van de Naainlooze Vennootschap „De Amersfo^ttche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff'
HOOFD-REDACTEUR
P. J. FHEDERZES.
AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zatcrdotavnd. Abonnement per 3 maanden fu—
franco per post /1.15. Advertentien 16 regels cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag ktjrteloos. Legale, officieêle- en onteigenings-
advertentifin per regel 15 cent Reclames 1»—5 (regels ƒ1.25. Bewijsnummers naar buiten
worden in rekening gebracht en kosten evenals afzclderlijke nummers 10 cent.
Bij advfirtentien van buiten de stad worden 'de bcasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU:
ZORTSGRAOBT 9.
Postbus 9. Telefoon 19.
KENNISGEVING.
De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort
gelet op art. 204 der Gemeentewet.
doen te weten, dal het 2e suppletoir kohier
INKOMSTENBELASTING
het le suppletoir kohier
STRAAT BELASTING,
beide over het dienstjaar 1914, en het kohier
SCHOOLGELDEN
voor de Burgeravondschool voor den cursus
1914/1915, goedgekeurd door Gedeputeerde Stalen
van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maan
den op de Secretarie der Gemeente voor een
ieder ter lezing liggen.
Amersfoort, 31 December 1914.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd,
De Burgemeester,
Van ItANDWiJCK.
De Secretaris,
A. K. VEENSTltA.
Voor het nieuwe.
De postulaiu-ridder, die in de Middel
eeuwen den ridderslag zou ontvangen, bracht
den nacht, voorafgaande aan den grooten
dag door in «nachtwake der wapenen* en
wakend en biddend wachtte hij het oogen-
blik af waarop hij zou nederknielen en den
eed zwerennoch zijn leven, noch zijn goe
deren te zullen sparen voor den dienst van
God, strijd te zullen voeren tegen de onge-
loovigen, en weduwen, vveezen en verdrukten
te beschermen. Aldus geestelijk gesterkt,
ving hij zijn nieuwe levenstaak aan.
Min of meer als zulk een postulant der
Middeleeuwen staan wij, die het verschrik
kelijke jaar 1914 beleefden, voor het jaar,
het onbekende, dat thans aanbrak. Niet, om
dat we meenen, dat daaraan een zonne
gouden toekomst voor ons zal aanbreken en
onze hoogste wensch zal worden vervuld,
maar omdat we ons afvragen, hoe ernstig
het zal zijn en wat het ons zal brengen,
omdat we overtuigd zijn, dat het veel van
ons zal kunnen eischen, dat meer dan ooit
het vooruitzicht op het nieuwe tijdperk, het
welk zich opende, ons de verplichting oplegt,
sterk te zijn. Want het nieuwe jaar zal veel
van onze krachten vergen. Wij moeten het
aandurven niet alleen, maar ook aan kunnen,
er van maken, wat er van te maken is. De
onbekende, die pas zijn intrede deed, is niet
onjuist vergeleken bij een gewapenden vij
and, die weerstaan moet worden
L'an nouveau vient a nous sur un noir palefroi.
Armé de pied en cap, la visière baissée,
Lance en arret, il court sur ton urne affaissée
Et la défie encore a de mortels combats,
l'ourras-tu terrasser l'ennemi qui se léve
Contre l'arrot fatal en vain tu te débats
11 faut lutter. Reprends la cuirrasse et le
[glaive
Hoe zwaar gewapend kan de nieuwe on
bekende zijn.
De Oudejaarsavond van 1914 was wel heel
somberhet is 'onnoodig, dit te verbloemen.
Terug te zien, is pijnlijkvooruit te
staren, niet minder. Wanneer waar is, het
geen wordt gezegd, dat verdiende straf min
der hard treft dan onverdiende, dan heeft de
inenschheic j 1914 althans de kleine ver-
zachti' J..: de straf, haar opgelegd, volko
men is verdiend. Er is zoozeer tientallen
jaren gewerkt voor den oorlog, er is zóo
lang met vuur gespeeld, dat we heusch niet
het recht hebben, sedert eind Juli de ver
moorde onnoozelhe<d te spelen en te roepen
«hoe is het mogelijk*. Wij, de George Dan-
dius van het moderne huwelijk tusschen recht
en geweld, kunnen, zonder dat iemand ons
zal tegenspreken, getuigen: »we hebben het
gewild*.
En nu is het zoover gekomen. Er gaat
een afschuw van de menschheid uit, van de
menscheid der mooie woorden, der mooie
beginselen, der mooie begrippen, en wie zal
zeggen, wanneer het anders zal worden.
Aldus naderde de nieuwe onbekende. We
kunnen hem niet afwenden. We moeten hem
ontmoeten en zijn aanval weerstaan. Een
«nachtwake der wapenen* lijkt niet ongepast.
Gelukkig geeft de overdenking, waartoe
die inkeering noopt, ook lichtpunten.'Wan
neer we te strijden Jzullen hebben, zullen we
dat niet alléén doen. En juist op den Oude
jaarsavond, avond van familieleven „bij uit
nemendheid, werd dat. zoo treffend gevoeld.
Anderen staan ons bij als wij de lansen
kruisen, en in eikaars steun wordt ieders
kracht verdubbeld. En dan, wie zal zeggen
of de vijand van straks, door ons met ernst
en moed te gemoet geiteden, niet zal blijken
te zijn een vriend, die slechts onze krachten
beproefde en het vizier zal openen met vrien
delijken blik? Wie weet, of wij, als Jacob,
al worstelende, hem niet kunnen dwingen
ons te zegenen, eer hij ons weer verlaat?
Tegenover de onbekende, de groote, de
ernstige, die zich zoo somber aanmeldde, die
1915 heet, moeten we sterk zijn.
1 Zelf moeten we het zijn, en ons volk
moet het wezen. Tot het individu komt, ook
buiten het oorlogsterrein, in tal van kleinere
en grootere gewaarwordingen de terugslag
van het groote, onmenschelijke wereldgebeu
ren. En voor hem is het zaak, een helder
oog en een koel hoofd te behouden, even
wicht te geven aan zijn oordeel, er voor te
waken, dat hij door de schaduw het zonlicht
niet meer kan zien en ook niet te meenen,
dat er buiten den oorlog niets meer is, dat
belang inboezemt. Alleen de eigen arbeid,
de vervulling van eigen plicht kan hem zijn
aandeel in den komenden bestaansstrijd
met gerustheid doen aanvaarden.
Zoo werkt hij mede tot de kracht van
allen. Zoo, door al zijn kinderen gesterkt,
kan ons volk zich de onbekende dienstbaar
maken, hem omzetten in zegen, wat]er ook
gebeure. Men zou het volk van Nederland
Tennyson's lied willen toeroepen, zóo, dat
het aller oor bereikt:
Luidt uit der Staatspartijen strijd,
Den broedertwist, religiehaat,
Luidt in 't geluk van heel den Staat,
Met zachter wet: menschlievendheid.
Want, wat 1915 ook brenge, al behoudt)
het voor ons den vrede, den niet te schatten!
vrede en is het thans overmoedig te
hopen, dat ons de oorlogsgeesel bespaard!
zal worden? het zal een jaar zijn, waarin)
aan de taak van hen, die ons regeeren, de)
hoogste eischen zullen worden gesteld. Door
het labyrinth der internationale verhoudingenJ
door de duisternissen van economische)
crisissen, door de zond vloeden van van allé
zijden toestroomenden arbeid moeten zij ons
klein, bevoorrecht, tot dusver zoo merk»
waardig gezegende land voeren in de onbe
kende toekomst. Voor elke verrassing moeten
zij gewapend zijn, op elke overrompeling
bedacht.
Daarom bedenke men toch, dat de «Gods
vrede*, waarvan men hier en daarvindt.dat
het nu al welletjes is jevveest, een hooge
eisch der noodzakelijkheid is, die, wenscht
men hem niet uit ethische overweging, in
dezen ernst der tijden voor Nederland een
zaak is van nijpend practisch belang) Het
jaar 1915 kan van ons vaderland groote
offers vragen, zelfs al worden wij gea>aard
voor oorlogsgeweldhoe kunnen die (offers
het lichtst gebracht worden, zoo niej door
een eensgezind volk? Hoe kan de tadk der
uitnemende mannen, die, met het pooge
voorbeeld van onze Koningin voor logen,
zich geven voor het Nederlandsche! volk,
beter vervuld worden dan .vanneer zij ge
dragen worden door het vertrouwen van
allen
Meer dan ooit gelde voor ons volk de
ernstige vermaning:
Seid einig, einig, einig!
Leeft die gedachte in ons, dan kunnen.u
ernstig, maar onbevreesd ons gereed maK
voor het komende.
J. W.1IJ
=1=
I In herinnering zij gebracht, dat aanstaanden
Maandagochtend tusschen 9 en 12 uur ten
i Stadhuize de inschrijving voor de Nationale
j militie moet geschieden voor jongelieden,
die in 1896 werden geboren.
Di Kleine man
ien de Groote leening.
en schrijft ons:
et is thans boven alles zaak, den «kleinen
te interesseeren voor de leening en te Ue Minister van Marine brengt in de
zofcen, dat hij op het postkantoor of bij I JStaats Crt.» ter algemeene kennis, dat de
del naasten ontvanger inschrijft zooveel hij 1 ,n»jving van de aan de zeemilitie toege-
ka. Van zijn medewerking zal het succes *ezen dienstplichtigen van de lichting 1915
in] groote mate afhangen. De groote en behou.dens onvoorziene omstandigheden, zal
zefs de kleine kapitalist zullen wel vanzelf geschieden in de gewone bij de Militiewet
i__l. t-, vaetrrpctuma
k<inen. De veiligheid der obligatie, haar
hioge rente, haar gemakkelijke beleenbaar-
hdd zullen hun vaderlandsliefde supplemen-
taren maar de kleine man. of het vrouwtje
irpt wat spaarcenten, zal lichtelijk in den
vaan komen, dat zijn of haar f 100 of f 200
ij die 275 millioen geen rol spelen.
Die waan moet hem of baar worden uit-
repraat en wij doen een beroep op elke
jzeres en iederen lezer om aan het «kleine*
lubliek te beduiden welke groote rol het
>ij deze Nationale zaak kan spelen.
Stel, dat er in ons land een half millioen
ieden zijn die de hand kunnen leggen op
100 a 500 gulden, dan is het mogelijk, zoo
veel kleine inschrijvingen te krijgen, dat
niet alleen het succes der leening is ver
zekerd, maar óok hetgeen evenzeer telt
dat zij van meet aan uitnemend geklas
seerd zal zijn, d.w.z. in soliede handen komt,
in plaats van bij speculanten.
Met het oog hierop is het van het hoogste
belang, die kleine menschen te winnen voor
de goede zaak en daardoor wordt een dubbel
goede daad verricht, aangezien tevens wordt
belet, dat die menschen hun goede geld
versnoepen aan allerlei verkapte loterijen en
dergelijke dwaasheden.
De aangewezen weg om deze vele kleintjes
te bewegen tot inrekenen, schijnt ons te
zijn hen attent te maken op de soliditeit, op
de hooge rente, op het feit, dat de Neder
landsche Bank te allen tijde geld op de
obligatiën leent en op de omstandigheid, dat
zij steeds door verkoop te gelde zullen kun
nen worden gemaakt.
Verder moet hun de beteekenis der leening
worden verklaard van een vaderlandslievend
standpunt. Men moet bun uiteenzetten, dat
de Staat, om zijn neutraliteit te kunnen
handhaven en eventueel om zijn onafhanke
lijkheid te kunnen verdedigen, geld in kas
moet hebbenvoorts, dat handel, landbouw
en verkeer beter zullen worden wanneer de
Nederlandsche Bank het geld terug krijgt,
dat zij aan den Staat heeft moeten leenen,
en opnieuw ter beschikking kan stellen van
den^boer en den burger en dat dit gunstig
moet terugwerken op het bedrijf van ieder
een. Bij vermijding van ingewikkelde bij
zaken zullen deze eenvoudige waarheden
niet nalaten het gewenschte gevolg te
hebben. En daar zulk gevolg een eerste
landsbelang is, hopen wij, dat ieder lezer
onder de «kleine luyden» in zijn kring
ijverig propaganda zal maken voor de
Groote leening.
Aan het Postkantoor Amersfoort en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren is in
December ingelegd bij de Rijks-postspaar
bank f43 726.54. en daaruit terug gevraagd
f29 925-54
Het laatste door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt h"t nummer 19117-
De cijfers van December 1913 waren:
inleg f38172.60 terugvraging f45421.31.
laatste boekje iS353;de uitgaven voor St.
Nicolaas en Kerstfeest schijnen toen wat
vlotter te zijn gedaan dan thans.
Uit den regenmeter hier is in December
na 26 regendagen afgetapt 120.4 m.M. neer
slag.
Het regende niet den 23 tot den zósten
cn den 31 sten. Op alle overige dagen viel
er neerslag.
vastgestelde tijdvakken, alzoo die van de
eerste ploeg in het tijdvak 16 tot 20 Maart
en die van de tweede ploeg in het tijdvak
6 tot 10 Augustus 1915.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
brengt onder de aandacht van belanghebben
den, dat het meenemen van brieven of an
dere gedrukte of geschreven stukken over
de Duitsche grens ten sterkste moet worden
ontraden daar degene, die zoodanige stukken
op Duitsch gebied heeft gebracht, blootstaat
aan strafmaatregelen van de zijde der Duit
sche autoriteiten.
Volgens «De R. K. Middenstander* zal
hoogst waarschijnlijk in Maart het wetsont
werp-Aalberse, tot beteugeling der oneerlijke
concurrentie, in de Tweede Kamer worden
behandeld.
De echtgenoote van den Commissaris der
Koningin in deze Provincie is voornemens
in het hotel des Pays Bas te Utrecht te ont
vangen op de namiddagen van den 6den en
den 2osten Januari en van den 3den en den
17den Februari.
De collecte, ten behoeve van het plaat
selijk steun-comité Oudejaarsavond in de
Doopsgezinde kerk gehouden, heeft opge
bracht f 13.15
W. J. van Wandelen mocht gister den
dag herdenken waarop hij 25 jaar geleden
in functie trad als klokluider en orgeltrapper
van de Lieve Vrouwe-kerk, aan de Lange-
gracht.
Den heer L. Pezie, die overdag en dikwijls
ook bij nacht zijn uitnemende zorgen wijdt
aan de Belgische vluchtelingen, werd gister
zeer aangenaam verrast door de bewoonsters
van het nachtverblijf aan den Kleinen Koppel
die hem een fraaie zilveren draag-medaille
aanboden.
Aan de voorzijde is gegraveerd Ter ge
dachtenis van het vrouwenpersoneel van de
Koppelaan de keerzijdeAan den heer
L. Pezie. Amersfoort 1915.
Daarbij was gevoegd een oorkonde, door
een der mannen heel netjes geschreven, de
initialen in rood, en van den volgende inhoud
Wij wenschen U een gelukkig nieuw jaar
en nemen de vrijheid U onze dankbetui
ging te toonen.
Als ongelukkige vluchtelingen, uit ons
geliefd vaderland verdreven en niet wetende
waarheen, zijn wij eindelijk in Holland en
zoo in Amersfoort aangekomen, waar wij
niemand kendenmaar gelukkig heeft de
Heer ons een goed onderdak bezorgd en ons
bij goede lieden gebracht, die voor ons
hebben gedaan gelijk voor hun eigen kinde
ren. Die brave menschen zijn allen lof en
eerbied waardig.
Onder die brave menschen zijt U het bij
zonder, die wij, vluchtelingen, alles te dan
ken hebben voor het goede, dat U gedaan
hebt, tn met deze gelegenheid wenschen wii
U veel voorspoed en bijzonder een lang e>
gel.'kkig leven.
Aai.-'aard dit geschenk met de oprechte
wenschen en eerbiedige groeten van de Bel
gische Vluchtelingen.
De Belgische vrouwen, die sedert 10 Octo
ber met grooten ijver in «Het Valkje* helpen
bij de maaltijden, welke mede onder opper
toezicht van den heer Pezie worden gehou
den. schonken hem eveneens een stoffelijk
blijk van sympathie.