Dinsdag 26 Januari 1915, No. 5822 64e Jaargang AMEHSFOORTSCHE COURANT. Uitgave van de Naamlooze Vennootschap „De Amersfoortsche Courant, voorheen Firma A. H. van Cleeff". HOOFD REDACTEUR F. J. FRKDERIKS. AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post /1.15. Advertentit-n 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bijregel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigening»- advertentiën per regel 15 cent Reclames 15 regels fx.2 5. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advörtentien van buiten de stad worden de Incasseerkosten in rekening gebracht. KOriTSGPAOBT 9. Postbus 9. Telefoon 19. KENNISGEVINGEN. De Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht, Voorzieningen willende nemen tot het doen opmaken der Lyst van de hoogst aangoslugenen in Rijks directe belastingen, ter benoeming van leden voor de Eerste Kamer der Staten- Generaal,- Gelet op de 2e alinea van art. 102 der Kieswet, Noodigen de inwoners van dit gewest uit, om, bijaldien zij elders dan in deze Provincie in Rijks direote betastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15den Maart 1914 aan hun College te doen blijken. Utrecht, 18 Januari 1916. De Gedeputeerde Staten voornoemd, Va» LYNDEN vanSANDENBURG, Voorzitter. A. van DOORNINCK, Griffier. De Burgemeester van Amersfoort, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter ken ais van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dins dag 26 Januari aanstaande, des namiddags ten half acht. Amersfoort, 21 Januari 1915. De Burgemeeeter voornoemd Van RANDWIJCK. KAASPRIJZEN. De Burgemeester der Gemeente Amersfoort brengt by deze ter kennis, dat, volgens be schikking van den Minister van Landbouw, Nij verheid en Handel, de kaasprijzeu als volgt zijn vastgesteld A. voor den verkoop en-gros: voor volvetts Goudscbe Mei- en Ssptember- ka&s met Ryks-merk f49.per 50 K.G. voor volvette Goudsche Mei- ei. Septemberkas f47.per 50 K.G, voor volvette jonge Goudsche kaas met Rijks- merk f40.per 50 K.G. voor volvette jongs Goudsche kaas f38.per 50 K.G voor Edammer Mei- en Ssptemberkaas 40+ f42.— per 50 K.G. voor jonge Edammer 40+ f 38.per 50 K.G. voor Goudacne kaas 40+ f 37.per 50 K.G. voor Edammer en Goudsche kaas 30+ f33.— per 50 K.G. voor Edammer en Goudsche kaas 20 f28.per 50 K.G. voor magere Edammer en Qoudeche kaas f 18.per 50 K.G. voor Friesche Nagelkaas f28.per 60 K.G. voor Leidsche en Delftsche komijnekaas f40.per 50 K.G. Roomkaas en lunebkaas (met Rijks-merk) kun nen en-gres verkocht worden als Kilokaas voor f42.de 50 K.G. en als half-Kilokaas voor f43.— de 50 K.G. Voor koschere kaas kan by verkoop en-gros f5.per 50 K.G. meer in rekening worden gebracht. Wanneer een winkelier niet in staat is, kaas te koopen voor de» voor binnenlandsche con- eu-nptie rastgestelden maximum-prijs, zai door den Burgemeester een verklaring worden ver strakt, waarop hem, door tnsscbenkorost van bet Ryks-Centiaal-bureau, de daarop aangege ven hoeveelheid zal worden geleverd. Deze hoeveelheid moet in overeenstemming zijn met den normaleu omvang van zijnen verkoop en- détail. B. voor den verkoop en-détail voor volvette Goudsche Mei- en September- kaas met Rijks-merk 62.5 cent per pond. voor volvetts Goudsche Mei- en September- kaar 30 ceut per pond voor volvette jonge Goudsohe kaas metRijks- raerk 52.5 oent per pond. voor volvette jonge Goudscbe kaas 50 cent per pond. voor Edammer Mei- ea Septemberkaas 40-+ 55 cent per pond. voor jonge Edammer kaas 40+ 50 cent per pond, voor Goudscbe kaas 40+ 47.5 cent per pond. voor Edammer- en Goudsohe kaas 30+ 40 cent per pond. voor Edammer- en Goudsche kaas 20 plus 35 cent per pond. voor magere Edammer- en Goudsche kaas 25 cent per pond. voor Friesche nagelkaas 30 cent per pond. voor Leidsche- en Delftsche komijnekaas 55 cent per pond. Hierbij wordt onder kaas, gemerkt 40, 30 of 20 plus, kaas verBtaan, die respectievelijk 40 pCt of meer, 39 pCt of meer of 20 pCt of meer vet in droge stof bevat. Bij verkoop en-délaü kunnen voor roomkaas en lunchkaas (met Rijks-merk) 52 respectieve lijk 53 cent per pond worden berekend. Voor koschere kaas kan bij verkoop en-detail 5 cent per pond meer ki rekening worden ge bracht. De winkeliers zijn verplicht, deze pryslyst op zichtbare plaats in hun winkel voor bet publiek bekend te maken. Amersfoort, 25 Januari 1915. De Burgemeester voornoemd, Van RANDWIJCK. Harde noten. J. Ramsay Macdonald, de leider der Engelsche arbeiderspartij heeft, in de Con tinental Times* eenige kantteekeningen ge maakt op het Engelsche Witboek, in welke hij de Regeering wel heel harde noten te kraken geeft. Het Witboek (waarvan we ons exemplaar afstonden aan de Openbare leeszaal, waar het ter lezing ligt) schrijft hij, begint met een onderhoud op 20 Juli tusscben Sir Edward Grey en den Duitschen gezant over de nota van Oostenrijk nopens de afstraffing van Servië. Het ultimatum van Engeland aan Duitschland, op 4 Augustus, vormt het slot. Uit het eerstgenoemde onderhoud blijkt met tamelijk groote zekerheid, dat: 1. Sir Edward Grey tot het allerlaatste heeft getracht, een Europeeschen oorlog te voorkomen, 2. Duitschland zoo goed als niets heeft gedaan om den vrede te bewaren; het is echter niet bewezen, dat het Oostenrijk heeft aangemoedigd, tégen Servië gewapenderhand op te treden, 3. De Russische mobilisatie Duitschland tot den oorlog heeft gedwongen, 4. Rusland eri Frankrijk van den beginne hebben getracht, door pressie zoowel als door list, Engeland een belofte af te dwingen, ben in geval van oorlog te hulp te komen, 5. Ofschoon Sir Edward Grey hun geen vaste belofte kon geven, hij den Duitschen gezant te Londen toch heeft te verstaan gegeven, dat Engeland waarschijnlijk niet buiten het conflict zou kunnen blijven. 6. Tijdens de onderhandelingen Duitsch land een poging heeft gedaan om, tot zekere hoogte, tegemoet te komen aan de wen- schen van Engeland, ten einde daardoor zich van de onzijdigheid van Engeland te verzekeren. Onder die voorstellen waren zeer stuitendewij hebben echter van onzen kant geen poging gedaan, deze langs diplo- matieken weg minder stuitend te maken. Sir Edward Grey heeft ze ten slotte alle afge wezen Duitschland verlangde dermate den oorlog gelocaliseerd te houden, dat de Duit- sche gezant aan Sir Edward Grey zelfs heeft verzocht, zijn eigen onzijdigheidsvoorwaar- den bekend te maken. .Sir Edward heeft daaromtrent iedere discussie afgewezen. Deze feiten zijn noch door Asquith, noch door Sir Edward Grey in het Parlement te berde gebracht. 7. Toen Sir Edward Grey inzag, dat de vrede tusschen Duischland en Rusland niet meer te handhaven was, heeft hij het erop toegelegd Engeland mede in den oorlog te betrekken, door België als hoofdvoorwendsel op te geven. Hiermede is de strekking van het Wit boek gekenschetst. Nu schijnt er een tegenspraak te liggen in het feit, dat Sir Edward Grey eerst heeft getracht, den Europeeschen vrede te hand haven en dat hij later toen hem dit niet gelukt was er naar heeft gestreefd om Groot-Brittanië in den oorlog te betrekken. Die tegenspraak is slechts schijnbaar. De verklaring ligt in onze opv&titng, dat reeds sedert acht jaat Sir Edward Grey als ge vaarlijk voor den Europeeschen vreds moest worden beschouwd en zijn politiek als een ongeluk voor ons land. Van twee soorten politiek kan Groot- Brittanië er in Europa slechts éen volg an. Het kan zich in het algemeen op een vriend schappelijk standpunt stellen tegenover de andere Éuropeesche mogendheden, in geval yan nood met ieder van hen afzonderlijk onderhandelen en in aangelegenheden van algemeen belang met alle naties samenwer ken. De voorwaarden voor zulk een politiek lijngroot vertrouwen, groote moed en groot geduld. Er bestaat evenwel een veel meer verlok kende politiek, die gemakkelijker en veiliger schijnt, doch in werkelijkheid veel gevaar lijker en moeilijker uitvoerbaar is. Het is de politiek van het Machtsevenwicht door bondgenootschappen*. Hiertoe nemen meestal zwakke er. kortzinnige Ministers hun toe vlucht, wijl het de politiek is van het instict en niet die van het nuchter verstand. Zij is het geweest, die machtsgroepeeringen op het vasteland heeft gevormd. Daardoor is Europa in twee groote vijandelijke leger kampen verdeeld Duitschland, Oostenrijk en Italië aan den eenen kant, Rusland, Frankrijk en wij aan de andere zijde. De gevolgen van deze politiek zijn argwaan en oorlogstoerustingen haar doel is de oorlog en de vernietiging van het evenwicht*. Komt de oorlog, dan moet hij wel algemeen worden. Iedere mogendheid houdt zich vast aan het eene of andere touw en glijdt er éen uit, dan worden haar bondgenooten mee gesleurd. Wij weten uit practische ondervinding, dat de Entente de ergste soort van bondgenoot schap is. Een bondgenootschap is iets dui delijk afgebakends. Ieder is van zijn verant woording doordrongen. Maar een Entente is een volksbedrog. Toen de heer Asquith en Sir Edward Grey het Lagerhuis steeds en immer weer verzekerden, dat wij door onze Entente geen verplichtingen op ons hadden genomen, zei den ze iets, dat naar den letter waar, doch in der daad een leugen was. Hadden we een bepaald bondgenootschap met Fran krijk en Rusland gehad, dan ware het onder scheid dit geweest, dat wij, en alle anderen met ons, geweten hadden, waaraan wij ons hadden te houden en in hoeverre ons de banden gebonden waren en dar» ware hoogst waarschijnlijk de oorlog af te wenden ge weest. Italië kon vrij blijven, omdat zijn bondgenootschap het slechts geringe ver plichtingen oplegde. Wij daarentegen zijn in den oorlog meegesleurd, omdat we in onze Entente waren verward geraakt. Uit de op 3 Augustus door Sir Edward Grey gehouden rede, zoowel als uit Witboek, is het belangwekkend na te gaan, hoezeer hij zichzelven heeft verstrikt in de mazen van het Entente-net, Tot inleiding hebben de besprekingen ge diend tusschen Fransche en Engelsche des kundigen van leger en marine in 1906. Daaruit ontwikkelden zich plannen voor ope raties van leger en vloot, die Frankrijk en Engeland gezamenlijk ten uitvoer zouden leggen. Diensvolgens werd de Noordkust van Frankrijk door de Fransche vloot onbe schermd gelaten. Toen Sir Edward Grey zich moeite gaf om onze sympathie te win nen met de bewering, dat de Fransche Noordkust onbeschermd was, heeft hij ons niet meegedeeld, dat afgesproken was, liaar onbeschermd te laten en dat de Fransche vloot zich zou concentreeren in de Middel- landsche Zee. Deze besprekingen hadden reeds ongeveer 6 jaren geduurd zonder medeweten of goed keuring van het Kabinet. De militaire plan nen werden naar Petersburg gezonden en een Grootvorst (zoo beweren jjoaiingelichte persoonlijkheden) die met Duitsche officieele personen iu Rusland betrekkingen onder hield, heeft ze ter inzage gezonden naar Berlijn. Het was in Duitschland sedert jaren een bekend feit, dat wij met Frankrijk mili taire afspraken hadden en dat Rusland zich door die plannen zou laten leiden. Wij had den ons door het Fransch-Russische bondge nootschap zoozeer laten binden, dat op 3 Augustus Sir Edward Grey on» moest be kennen, dat, ofschoon onze handen vrij waren, onze eer verpand was. De Regeering had zich zoozeer de handen gebonden, dat Sir Edward Grey ieder voor stel, dat Duitschland ons deed om neutraal te blijven, stellig moest afwijzen. Daarom was het hem, toen hij in het Lagerhuis over de gevoerde onderhandelingen een overzicht gaf, onmogelijk, ons de geheele waarheid te zeggen, of onpartijdig te blijven bij hetgeen hij zeide. Hij bespotte de Duitsche verzeke ring nopens de Belgische quaestie met de bewering, dat slechts de integriteit des lands en niet zijn onafhankelijkheid was gewaar borgd. Doch toen de werkelijke briefwisse ling werd gepubliceerd, bemerkte men, dat Duitschland die onaf hankelijkheid wel dege lijk had willen waarborgen. Maar dit is nog niet het ergste. Het Wit boek bevat enkele aanbiedingen, ons door Duitschland gedaan om onze neutraliteit te verkrijgen. Van deze is er echter geen en kele, die naar den vorm aanneemlijk was en Sir Edward heeft ons in de meening gelaten, dat alleen deze onvoldoende voor stellen hem hadden bereikt. En de Minister president heeft later net zoo gedaan. Beiden hebben ze echter de waarheid achterbaks gehouden. Volgens het Witboek heeft de Duitsche gezant met Sir Edward Grey op i Augustus een samenkomst gehad, en de Minister van Buitenlandsche Zaken maakt de volgende notitie over dat onderhoud»De gezant drong er krachtig bij mij opaan.dat ik de voorwaarden zou noemen, waarop wy neutraal zouden willen blijven. Hij stelde zelfs voor, dat de integriteit van Frankrijk en zijn koloniën gewaarborgd zou worden*. Sir Edward Grey heeft de quaestie van Engeland's neutraliteit onder geen voor waarden in overweging willen nemen en heeft aan het Lagerhuis niets over dit onder houd meegedeeld. Waarom niet? vraagt Mac donald. Het was toch het gewichtigste voorstel, door Duitschland ons gedaan. Ware ons dit door Sir Grey meegedeeld, dan had zijn rede onmogelijk een oorlogs zuchtige stemming kunnen aanwakkeren. Een vaststaand feit is, dat Grey de eer der natie buiten baar weten had verpand om voor Frankrijk en Rusland ten strijde te trekken, zoodat hij niet eens in staat was, de onzijdigheid van Engeland in overweging te nemen. Zóo stonden de zaken op 20Juli; Duitsch land heeft er na dit tijdstip door geen enkele handeling invloed op geoefend. In deze feiten ligt de verklaring van de schijnbare tegenspraak, dat de man, die beweerde te trachten den Europeeschen vrede te bewaren, te gelijker tijd de aanvoerder was van de oorlogspartij. Sir Edward Grey j heeft getracht, de gevolgen van zijn Entente- politiek te ontgaan en den vrede te bewaren doch toen hem dit mislukte, zag hij zichge- j noodzaakt, zijn land mee te sleepeu in den oorlog. 1 Volgens Macdonald zijn de pogingen tot rechtvaardiging van deze hinderlijke politiek niets dan uitvluchten. Laat ons, zoo schrijft hij, het geval met België eens nader beschou- wen: sedert jaren is het bekend geweest, dat, in geval van een oorlog tusschen Frank rijk en Rusland aan den eenen en Duitsch land aan den anderen kant, het voor Duitsch land de eenig mogelijke tactiek zou zijn, I Frankrijk rechtstreeks aan te vallen door over Belgisch grondgebied te trekken en daarna zich te meten met de Russen. Ons Min'sterie van Oorlog kende die plannen, welke ten tijde van de Agadir- quaestie in het openbaar zijn besproken en in enkele groote bladen openlijk zijn behan deld. In 1870 heeft Gladstone verklaard, dat in oen algemeenen oorlog de formeele onzij digheid zou kunnen worden geschonden. Wanneer nu in den huidigen oorlog Frank-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1